Tanais 2 – 12 aanvulling

Bij het afleveren van de zeven goden wil Risha de mensen van de Serengeti een mythologie meegeven.
In het kort: Hij manifesteert zich in gouden harnas, met vleugels en solar aura, en presenteert de goden aan dertien mannen en vrouwen, net als in de vorige versie van het verhaal. Maar nu met een aangepaste mythologie. Zie ook de sessie van 26 mei 2016. Aanvullingen en wijzigingen zijn welkom.

Het verhaal (korte samenvatting)

Voor de Grote Reis leefden de mensen op Aarde. De mensheid was hoogmoedig en zondig geworden, rijk en machtig. Zij waren de goden vergeten en zij vervuilden hun moeder Aarde. Zo was het voorspeld. En in hun hoogmoed brachten zij zichzelf ten val. Zij drongen door in plaatsen waar zij niet moesten komen en daar wekten zij de Eter van Werelden. De Aarde en alle mensen, dieren en planten die op haar leefden, ja zelfs de mineralen, waren ten dode opgeschreven.
Maar vanuit de hemel kwamen engelen en zij brachten hulp. De onsterfelijken scheidden de mensheid. Zij scheidden de onzuiveren van de rechtvaardigen en de rechtvaardigen mochten scheep nemen in de grote Ark van de engelen. De engelen brengen nu de rechtvaardige volkeren en de onsterfelijken door de hemelen heen naar een nieuwe Aarde, waar zij voor altijd in vrede kunnen leven. De onrechtvaardigen blijven achter op de Aarde en zullen met haar door de Eter worden verslonden, en er zal nooit meer iets van hen vernomen worden.
De mensen zijn de goden vergeten, maar engelen zijn de de goden niet vergeten. Zij vroegen de vier oermachten om aan de mensen weer goden te geven.

De oermachten komen van voorbij tijd en ruimte, voorbij mannelijk en vrouwelijk, voorbij goed en kwaad. Wij noemen ze de Pottenbakker, de Vernieuwer, de Generaal en de Tovenaar.
Pattern, het minerale rijk. De Pottenbakker brengt rust en orde in de chaos, Hij vormt de vaste stof en de dingen die blijvend zijn: vaten om het graan, het vlees en de melk in te bewaren; kookpotten, kleren en sieraden. Stenen huizen. Het wonen in steden en de beschaving. Eer de ambachtslieden, zij zijn het fundament van de beschaving!
Primordial, het plantenrijk. De Vernieuwer brengt nieuwe dingen de er nog niet waren en die het leven goed maken. Landbouw en de dorpse samenleving. Houten boerderijen met strooien daken. Maar Hij kan ook wreed en geniepig zijn, achterbaks en onverdraagzaam. En het waren de uitvinders die de Eter der Werelden gewekt hebben. Weest op uw hoede voor de uitvinders!
Dynamic, het dierenrijk. De Generaal brengt strijd en geweld, eten en gegeten worden. Maar ook daadkracht, orde en gezag. Veeteelt en het nomadische bestaan. Lederen tenten met palen van ivoor en been. De Generaal heeft op de Knop gedrukt. Dat moest gebeuren. Maar Hij bepaalde het moment. Niemand weet wat er gebeurd zou zijn als Hij op een ander moment had gedrukt. Respecteer uw soldaten, maar vrees hen ook.
Questing, de mensheid. De Tovenaar is een kind, nieuwsgierig en impulsief, sluw en tegelijk naïef. Hij trekt zich niets aan van de wetten van de natuur en van de regels van de mensen. De jager-verzamelaar. Naakt onder de sterren, soms koud en hongerig omdat hij weer iets doms gedaan heeft, maar dan weer vrolijk en gezond. Hij is koning en misdadiger tegelijk. Geen gevangenis kan hem vasthouden, geen paleis verblindt hem. Als iemand het kan, zal het de Tovenaar zijn die een uitweg vindt uit maag van de Eter der Werelden. Heb jullie kinderen lief, ook al zijn ze soms ondeugend, want zij zijn jullie toekomst.

De vier oermachten kozen jullie uit. Zeven jonge goden brachten zij mee voor jullie uit de oude Aarde. Want jullie zijn het uitverkoren volk. Jullie zullen niet op de nieuwe aarde wonen met de onsterfelijken, maar jullie mogen met de engelen en de goden verder reizen door de hemelen. Eer de goden! Prijs hen! Loof hen! Breng het licht der goden tot in alle uithoeken van de hemelen. De oermachten geven jullie twee primordiale titanen en vijf goden van beschaving.
De twee primordialen, de oneindige ruimte en de eeuwige reis, verdienen een andere eredienst dan de goden van het dagelijkse leven.
Vier van de goden zijn spiegels van de oermachten. Er is Gwan, de vruchtbare aarde met zijn klei, zijn mineralen en andere rijkdommen, de god van de handwerkslieden. Er is Qlot, het vliedende water, met haar rivieren, de regen, de plantenwereld, dood en wedergeboorte, godin van de landbouw. Er is Chang, de alomtegenwoordige lucht, heer der stormen, meester van de tamme en de wilde dieren, het recht van de sterkste, de god van dappere soldaten en stoere nomaden. Er is Riesh, het eeuwig veranderlijke vuur, de bosbrand, het kampvuur, de huiselijke haard, de smidse en de bliksem, de godin van de vrijheid, zwervers en handelaren. En dan is er de vijfde, Gentil de eeuwige jongeling, de koning van de goden, de roerganger, wijs en vooruitziend. Het verstand op zijn best.

Ik stel vier rangen in. Laat voor de leken, van straatjongen tot stamhoofd, de eredienst een feest zijn.
Dan komen de priesters en de priesteressen. Zij zijn dienaren van de goden, geen meesters over mensen! Het priesterschap is slechts een verrijking van het gewone leven.
De derde groep zijn de profeten. Zij staan tussen de mensen en de engelen van de Reis in (de contactpersonen met Mollenslijm en de onsterfelijken) en zij wonen in een afgezonderde gemeenschap. Risha bouwt zichzelf, net als de vorige keer, als Engel van de Annunciatie in het verhaal in, voor Cult Background. De eerste profeet leert van Risha een paar eenvoudige gebeden.
Slechts een enkeling zal geroepen worden als orakel van de oermachten (de twijfelaar wordt door Claude apart genomen en krijgt de waarheid te horen, om als tegengif tegen het priesterschap te kunnen fungeren).

Tanais 2 – 12

Tanais serie 2 sessie 12 – 29 maart 2018

Enige gedachte bij het verhaal dat we gaan vertellen als nieuwkomers in deze stad.
– We moeten een andere identiteit aannemen, die niet herleidbaar is tot onze daden elders in de wereld:
– Het verhaal mag niet te spectaculair zijn, anders wordt het rondverteld. Dus een Alternate kunnen we beter niet noemen. Liever iets wat iedereen kent.
– Als we uit een land komen dat nog geen paleis hier heeft, wie heeft ons dan opgeleid? Bedenk dat Rishi als enige echt Sorcery geleerd heeft.
– In de Wyrd worden sprookjes en legenden werkelijkheid.
– De inwijding in Melek Qart had te maken met de priesterlijke mysteriënan de god Dagon, niet met de geheimen van de tovenaars.
Dus komen we met het volgende idee: We waren verdwaald en zijn in de Wyrd terecht gekomen. Daar hebben we een epifanie gehad en sorcery geleerd. Ons jongste lid, de leerling (Risha), wil het Licht van Beschaving naar zijn geboorteland Shintas te brengen. Daarom draagt ons kasteeltje de vlag van Shintas. En natuurlijk doet de leerling al het werk. Die moet zo veel mogelijk oefenen. Chao-An vindt ons verhaal acceptabel en vraagt niet verder.

Er is een hiërarchie in de luchtkastelen. De Qartianen zijn te verheven voor ons. Maar het paleis van Dao is veel toegankelijker, zeker voor een Dao-aan zoals Chang. Het paleis is een organisch groeisel van gevlochten bamboe. Chao-An zegt dat je in de gastenkamer kunt gaan zitten en wachten tot iemand je wil zien. Dat doen we. Een gezellige dikke meneer groet ons. Chang zegt dat hij komt kennismaken. “Dat is heel verstandig. Ik ben gestuurd om te kijken of u de moeite waard bent voor Zijne heiligheid.” Enig inzicht in de Daoaanse etiquette leert dat hij een presentje verwacht. Chang haalt een kruikje 40 jaar oud bier tevoorschijn en Risha laadt dat op met 5 motes Solar Essence. Even later komt er een lange magere monnik. Deze krijgt een kopje thee met Essence. “Misschien is mijn eigen leermeester ook wel genegen om u te ontmoeten. Na de derde Daoist is Rishi’s Personal Essence uitgeput. We moeten ook niet veel hoger in de hiërarchie door willen dringen, want dat valt teveel op. “Welkom bij de club. Dus jij hebt de methode van Shintas geleerd?” Chang vertelt het verhaal dat we hebben voorbereid, en zegt: “Wij hebben gevieren besloten om in Alexandrië research te plegen en daar hebben we verwijzingen naar deze stad gevonden.” “En wat is uw specialiteit?” “Wij lijken een talent te hebben om met de Wyrd, de Wyld en Decay om te gaan.” Dao is gespecialiseerd in het destilleren van Ak. Er zijn veel huizen die Ka oogsten, maar zij zijn de enige die leverancier van Ak. Het blijkt dat ze de bordelen na gebruik schoonmaken. “Als jullie een andere manier vinden om aan Ak te komen, dan lopen jullie ons niet in de weg. Er is vraag genoeg.” “Dus Ka, dat doen een heleboel huizen, Ak leveren jullie en Sa is de specialiteit van Melek Qart. Is er een huis dat Ba oogst?” “Nee, dat is meer het domein van de priesters. Er is niemand echt in gespecialiseerd. De methode van Dao is via mentale discipline. Een ingezetene van Dao mag hier in de leer. Ga met je eigen flow mee. Op dit moment is er een soort wapenstilstand met Jao. Het zijn sukkels die alleen maar in etiquette geloven en niet in inhoud. Hun magie gaat met een veelvoud aan cirkels en vierkanten Heel ceremonieel. Net als de priesters van Shintas,” voegt hij er aan toe. Risha lacht en vertelt hoe hij heeft leren vliegen met een heleboel bakstenen. Dat is inderdaad wat de monnik bedoelt.
Korte samenvatting: Ba = Zonium ; Ka = zwarte drab / wit beendermeel ; Ak = Color ; Sa = de huid van een god / lokaal Alternate (we weten niet hoe dat op Aarde heet of hoe het er daar uitziet). Alle vier zijn ze neutraal ten opzichte van materie en antimaterie. Als wij Ak (Color) halen van Aarde, dan krijgen we geen problemen met de andere huizen.
We nemen afscheid van deze meneer. Terug in ons kasteel denken we verder over hoe we aan een pantheon kunnen komen. Misschien wil Mollenslijm wel een pantheon om een bron van Ba of Ka te hebben. Voor ons levert het een geode op waarmee we in contact kunnen blijven met de onsterfelijken als ze op Kepler 30E aankomen. Risha ziet dit als een mogelijke uitweg uit Igrot. We kunnen ons naar Kepler projecteren, maken daar een nieuw lichaam en laten ons oude lichaam op Aarde/Tanais achter.
Als we zo’n brandmerk willen hebben, moeten we ons inslijmen bij de Qartianen. Hun paleis is ingetogen midden-oosters. Wie moeten we omkopen en wat is zijn prijs? Chao-An vertelt dat informele deals bij de arena worden gesloten en dat we er op moeten rekenen dat dit ons een forse portie Ak zal gaan kosten.
In Dao weten ze wel hoe je Ak opslaat en transporteert. Dus Chang gaat een dagje in de leer. Hij mag met de gezellige dikkert mee naar de prostitutie ring. Het is smerig werk. Wat de abyssals achterlaten na hun bezoek zit vol Ak. Dat wordt opgedweild en in vaten gedaan die va Sa gemaakt zijn. Die Sa-vaten hebben de Daoisten gekocht van de Qartianen. Ze zijn niet heel duur. Een Sa-vat is een soort ballon, er kan best veel in. In ruil voor een voorraadje zonium mag Chang er eentje hebben. Zijn collega vertelt dat je het Sa-vat ook kunt gebruiken als brandstof voor magie om de werkelijkheid te veranderen. Dit ding is bijvoorbeeld genoeg om een oogst te laten slagen die anders zou zijn mislukt.
Risha gaat bij de arena kijken wie van de Qartianen er veel contacten buiten de factie heeft (4 successen met Socialize, Perception en de charm Speed the Wheels). Dat blijkt ene doctor Dee te zijn. Risha zoekt hem op. De doctor heeft al over ons gehoord. “Ik vernam van jullie veronderstelde talenten met de nabije werelden. Ik wil een kristallen bol waarmee ik in de Wyld en Decay kan kijken en wat daar omheen zit.” “Dat kunnen we wel leveren.” “Dan heb ik morgen een glyphe voor je.”
Zo’n ding is inderdaad makkelijk te malen met onze gecombineerde talenten. De volgende dag hebben we een tevreden Qartiaans contact en een godenbrandmerk. Op naar de kroeg tussen de werelden. De Dienstdoende Euboiaan wil een paar Ak-drankjes wel een oogje toeknijpen. Aan het einde van de dag hebben we zeven godlingen gebrandmerkt, vijf goden en twee gevallen goden. Terug in de gewone wereld gaan we naar de Colorcopter. Onderweg is Risha een aantal rollen voor de godlingen aan het bedenken (verhaal volgt). Risha roept de goden op en doet ze een voorstel: “Wij kunnen jullie een volk leveren, ver van hier. Zo ver dat deze brandmerken niet meer werken. In ruil wil ik een deel van de worship.” Ze gaan accoord met de deal als ze horen dat deze wereld over een paar maanden vergaat en dat ze op een andere wereld eeuwig verder god kunnen zijn. We schepen ze in en gaan naar Bretagne, naar level 100 en activeren de geode. Goden zijn immaterieel, dus ze kunnen zonder probleem mee. Mollenslijm is blij. De onsterfelijken niet. Ze willen niet dat hun volkeren besmet worden met religie. Gelukkig is er maar één volk nodig en die gaan met Molenslijm mee verder. Ze kiezen het Serengeti volk. Risha doet een toneelstukje. Hij slaat zijn vleugels uit en zet zijn volle aura aan. Dan vertelt hij het verhaal dat hij heeft bedacht, met een paar aanvullingen van Claude. Dan laat hij de goden los boven de vlakte.
De onsterfelijken krijgen een geode die is afgestemd op die van de Aarde. Mollenslijm legt hun manier van onsterfelijkheid uit: je produceert een lichaam uit niks. Er moet een ziel in, en om dat te laten plakken is Color nodig. Color is 5D technologie e dat is vreselijk gevaarlijk. Goden leveren Color op een veilige manier, maar die zijn weer ontzettend zeldzaam. Dus zijn ze hier heel blij mee.
Side Quest afgerond !! Tadaa !!

+ 5Xp = 57

Tanais 2 – 11

Tanais serie 2 sessie 11 – 15 maart 2018

Correcties: 1. Het was de maangod Sin (mannelijk, Mesapotamisch).
2. De goden produceren Ba en de gevallen goden produceren Ka, en kleine hoeveelheden Sa, respectievelijk Ak. In het vorige verslag stond ‘consumeren’. Beide groepen voeden zich met verering.

Chang, Gwan en Risha gaan zelf op onderzoek uit, zonder de gids. Risha stelt [Stepping Sideways] voor. We kunnen meerdere kanten op. De abyssals hebben een donkerpaarse en de godlingen een zilverige draad, haaks op Tanais en Aarde (verticale polarisatie). Deze stad ligt niet op Common Tanais, maar het is een anomalie die tegelijkertijd zowel in de Wyrd als in Decay bestaat, de twee planes aan weerszijden parallel aan Tanais (horizontale polarisatie). We gaan vanaf de begane grond van de stad, bij de poort, naar de zilveren draad. We komen bij een opstopping van een heleboel godlings. Het zijn tieners. Nog nat achter de oren, halverwege hun bewustwording maar nog zonder interactie met elkaar. Hier is een bottleneck, maar even verderop stroomt het weer door. Het is druk en vol, dus we hebben onze ellebogen nodig om verder te komen. Er gaan veel meer godlings naar de drempel dan we er voorbij zien gaan. Van 50 voor de drempel naar 3 er voorbij. Hier manifesteert het zilver zich in Common reality. Aan de andere kant van de drempel komt er Abyss bij. Op 20 meter afstand zien we een herberg. Die staat precies in het midden van waar in de stad de twee cirkels samenkomen.
Als we over de drempel stappen klaart het zicht op. Het wordt helder en er lopen ook andere figuren rond. Zeer verfijnde abyssals die een glaasje met elkaar heffen. Chang en Gwan lopen samen met drie godlings. Ze zijn Risha kwijt. Hij zit ook niet meer in de Mindlink. Risha komt op dat moment bij dezelfde herberg aan, en hij is de andere twee kwijt. Met [Sense Color en Sense Spirit] lijkt alles goed te zijn gegaan, maar met [Sense Alternate] voelt Gwan dat er hier een heleboel verschillende versies van deze herberg bestaan.
Gwan en Chang worden benaderd door een groepje Abyssals: “Hebben jullie zin in een drankje na zo’n lange reis?” “Ja,” zeggen de godlings. (In zijn werkelijkheid maakt Risha hetzelfde mee, maar een van de godlings gaat niet mee.) Ze nemen ons mee naar de herberg. Een bandje speelt vrolijke muziek. De godlings voelen zich compleet en fysiek in deze echte wereld. De drank die hier wordt geschonken bevat een hoog percentage Ka (zwarte drab variant) en geeft een behoorlijke kick. Als de godlings er van drinken transformeren ze in goden. “Zo! Dat is lekker!” Als ze er meer van op hebben ontstaat er een barhang neiging. De barkeeper is een doorgewinterde abyssal. Er wordt over een happy hour gesproken. We zien de eerste tekenen van een verslavingsneiging ontstaan. Als de goden meer willen, kunnen ze de prositutie in. Een enkeling gaat naar de arena. Door de vele alternates kan deze kroeg een heleboel nieuwe godlings aan. Na een tijdje gebeurt er buiten iets. Een paar godlingen willen terug naar binnen, maar ze worden tegen gehouden door een Euboiaanse tovenaar. Als je eenmaal buiten bent, mag je alleen weer naar binnen als ze een brandmerk accepteren. Twee goden weigeren, de rest mag binnenkomen en krijgt te drinken.
Dan spreekt de Euboiaan ons aan. “Het is niet de bedoeling dat jullie hier zijn. Deze plek is niet voor jullie bestemd. Als je weer terug de herberg in wilt, moet je een brandmerk accepteren. En kijk niet te diep in het glaasje anders eindig je in de arena, ook al ben je een tovenaar. Niet dat het mij wat kan schelen.” Hij vertelt dat hij een beginnende Euboiaan is, belast met het zetten van brandmerkjes. “Hoe komen jullie hier eigenlijk binnen? Wij hebben het alleenrecht op deze plek.” We houden ons op de vlakte. “Hoe magisch is deze plek?” “Het is het fundament van de macht van de stad. En het is van Euboia.” We mogen het brandmerk zien. Dat is pure Sa, een Qartiaanse specialiteit. Sa bepaalt de werkelijkheid. “Kennen jullie je Sorcery geschiedenis niet? Hier ligt de Sa-steen, het centrum van alle toverij. De macht waar alle sorcerors van dromen. Waar alle realiteiten vastgelegd worden. Als je hier gebrandmerkt wordt, kun je niet ontkomen. Het wordt in alle werkelijkheden geschreven. En daarom hebben 30 tot 40% van de goden ons brandmerk. En als ze terugkomen beginnen de vergroeiingen.” “Hoe komen jullie aan al die Ka?” “Die is gewoon af te tappen in de prostitutielaag. De goden zijn normaal niet van vlees en bloed, maar hier kunnen ze even een echt lichaam ervaren en dat is zó verleidelijk voor ze, dat er maar weinig zijn die hier gewoon kunnen doorlopen.” Als zijn dienst er op zit, kan de tovenaar Chang en Gwan meenemen naar de stad. Ze mogen echter niet mee naar het Euboiaanse kasteel. Hij is nog niet belangrijk genoeg om mensen te mogen introduceren. Hij kan niet helpen om met Risha in contact te komen. “Er zijn geen contacten mogelijk tussen de werkelijkheden. je staat er hier alleen voor. Maar dat is niet gevaarlijk. De godlingen kunnen nog niks en wij tovenaars doen de abyssals een groot plezier, dus zij vallen ons niet lastig.” Chang geeft hem een beeltenisje van Risha o bij zijn collega’s na te vragen of die hem misschien hebben gezien. “You owe me one.” Chang en Gwan nemen afscheid van Ey.

In zijn versie krijgt Risha het teken ook te zien. Hij kent het schrift en herkent het symbool van Qartiaanse rechtspraak. Hij vertelt over het brandmerk van Graire. “Er zijn meer brandmerken in omloop. Zolang het er maar niet teveel worden, wordt dat oogluikend toegestaan.” Risha stelt zich voor als een apprentice die zijn leraren kwijt is. De Euboiaan wil wel vrienden worden, beginnende tovenaars kunnen altijd vrienden gebruiken. “Ja, er zijn heel veel herbergen. Als je terug wilt kun je gewoon naar buiten gaan, Je komt vanzelf weer in de ene realiteit terug.” “Hoe werkt zo’n brandmerk?” De jonge tovenaar wil het wel demonstreren. Risha zet al zijn magische senses aan. De Euboiaan bekijkt een godling die naar binnen wil van top tot teen en zegt: iedereen heeft een zwakke plek. Dit si de zijne. Daar krijgt hij een trigger.” En hij zet het brandmerk in de linker knieholte. “Het is onuitwisbaar. maar het kan slijten of zich dieper inbijten afhankelijk van de gebeurtenissen. Met [sense Prime en sense Spirit] ziet Risha dat het teken niet plane-gebondenis, totdat je de materie-antimateriegrens passeert. Daarvoorbij verliest de Sa-steen zijn invloed. “Wil je nog een glaasje?” “Ka is wel lekker, maar vergeleken met Ak is het toch maar bier ten opzichte van Single Malt Whiskey.” De tovenaar geeft hem gelijk. Risha neemt afscheid van Ix en wandelt naar de uitgang. Onderweg komt hij een godling tegen die niet naar de herberg geweest is en dus ook geen Ka heeft gedronken. “Dit voelt als een valstrik. Ik ga mijn eigen weg.” “Groot gelijk,” zegt Risha, “Ik wens je succes. Hoe heet je?” “Ik heb nog geen naam en nog geen functie.” Risha geeft hem 12 motes Solar essence om hem op weg te helpen.

Eenmaal in de stad herstelt de Mindlink en daardoor komen we snel weer bij elkaar. Gwan wacht op Ey en zegt dat we Risha hebben gevonden. “Oké, dan doen we er niks mee. Wil je een ander bondgenootschapje? We kunnen bij de minoische aanlegplaats afspreken of bij de arena.” We spreken af op de landingsplek. Daar krijgen we van hem wat informatie over hoe het er hier aan toe gaat. “Gevechten in de arena zijn tot de dood en soms wordt er een toeschouwer bij betrokken. Als je in de arena valt, moet je meedoen. Op de landingsplek landen sorcerors uit de hele beschaafde wereld. De huizen zijn georganiseerd per land. Elk huis heeft zijn specialiteit. Dao en Jao zijn ook vertegenwoordigd, maar Shintas en Soul zijn te primitief. Je papieren haal je in je land van oorsprong en normaal kom je hier met je leermeester. Die stelt je voor aan je huis.” Risha vraagt hem over illegale brandmerken. “Die zijn van andere landen of soms zelfs van specifieke tovenaars. Maar als de machthebbers daar achter komen, is het een enkele reis naar de arena.” Risha tekent die van Graire in het zand. “Die is niet van een van de huizen. Dus het moet haast wel een persoonlijk zegel zijn.” Hij vertelt verder: “Het werkt hier met dienst en wederdienst. Er zijn geen regels. Maar als je een afspraak niet nakomt, moet je je goed indekken. Jao weet het meest over pantheons. Maar kijk uit. Als je het pantheon inpikt van een land met sorcerors, dan krijg je met hun te doen. Dan heb je een probleem.”

Onze volgende stop is een bezoek aan de arena. We gaan met eigen vervoer, de Azure Chariot-spreuk van Risha. Dat is Terrestrial level sorcery, dus het geeft niet zo’n hoge status. Met [Socialiseen Charisma] zien we dat er een subtiele rangorde is in wie er op welke plek boven de arena zit. Hoe hoger je status hoe hoger je boven de arena hangt, er is een minimum afstand van de andere toeschouwers en het is niet verstandig om het blikveld van iemand met een hogere status te belemmeren. Met [Correspondence] bepalen we een goed plekje. Een bookie komt naar ons toe, maar we weten nog niet genoeg van wat er te gebeuren gaat en we zetten niet in. Dus we zijn oninteressant.
De partijen stellen zich voor: een tovenaar uit Minos tegen versus eentje uit Dao. Goederen waar niet voor betaald is. Er worden twee groteske gedrochten de arena binnengebracht, een reptiel en een insectoide. Ze cirkelen om elkaar heen, vallen niet fysiek aan, maar tasten elkaars [Mind] af naar zwakke plekken. Plotseling schiet het reptiel naar voren, spietst het insect en het gevecht is voorbij. De tovenaar uit Dao heeft gewonnen. Hij landt in de arena. Hij vilt de insectgod en geeft de huid aan de rechter. Dat is de Sa. Dan begint hij zich tegoed te doen aan de ingewanden. Van boven klinkt het gejuich van de winnaars. “Ik had er meer van verwacht,” zegt een van onze dienaren. “Mee eens,” denkt de rest. En dat was het dan voor vandaag.

Risha gaat verder met het kasteel. De Heartchamber stemt hij af op het Westelijk Paradijs van zijn voorouders, de goudgele draad. Twee etmalen hard werken en we hebben een mooie Manse met portalen naar Mount Paradise en Bronwë. Wat is onze dekmantel? Risha is de enige die echte Sorcery beheerst. Hij kan de apprentice spelen de alle tovenarij doet, de andere drie de meesters die hun handen niet vuil maken. Onze inwijding in de Qartiaanse mysteriën is geldig, maar die heeft in deze wereld niet plaatsgevonden. Hoe verklaren we dat? Komen we uit een Alternate Reality? Zijn we in de Well of Many Worlds gevallen?

+ 5 xp = 52

Tanais 2 – 9

Tanais serie 2 sessie 9 / 135 – 1 februari 2018

Nagekomen informatie: Bij het terugkijken in de tijd zag Gwan op het moment van Expulsion een een enorme Prime-piek.

We gaan naar de Aarde om de Zuidelijke poolnaald te bezoeken. Daar willen we de geode ophalen. Daarmee gaan we naar Bretagne om op level 100 te kunnen communiceren met Mollenslijm en de aardse onsterfelijken.
De poolnaald ligt onder een dikke laag ijs. Voor onze magie is dat niet zo’n probleem. Een goeie vlammenwerper en het is zo weg. We leggen de ingang van de hangar bloot. De sluisdeuren gaan open met [Lock Opening Touch] en we komen in de enorme centrale ruimte. Claude zet zijn anima aan, zodat we licht hebben. Langs de wand van de gevallen naald zien we kooien. Alleen de titan-blob leeft nog, maar ook die is hel langzaam dood aan het gaan. Risha gaat weer als kat het verblijf van ollenslijm in. Met [Life 5 en Mind 5] lukt het hem om de op feromonen en electrische stroompjes gebaseerde bedieningspanelen te bedienen. Hij haalt de datacore en de geode op. Om de biochemisch/elecromagnetische datacore niet met ons organisch materiaal te besmetten, krijgt de kat rubber handschoenen. De geode werkt met ‘very early entanglement’ dat wil zeggen dat er een entangled stukje vacuüm inzit dat deel uitmaakt van een energetisch creatuur van vlak na de Big Bang.

Gwan kijkt terug naar de tijd voor expulsion. Hij ziet hier slijmerige wormen met mollenklauwen in kleine ruimtesloepjes af en aan vliegen. Ze vervoeren kooien met allerhande levensvormen die aan de wanden van de poolnaald worden gemonteerd. Het was de bedoeling dat er via de geode gekeken zou kunnen worden wat het effect van Igrot op die wezens zou zijn. Risha wil de datacore meenemen als we via de geode naar mollenslijm gaan. Na enige discussie besluiten we om dat niet meteen de eerste keer te doen, maar pas later en als onderhandelingsobject. Claude gaat de doodsoorzaak van de wezens onderzoeken. Die is vrij snel duidelijk: doordat de poolnaald omviel is de life-support beschadigd. De systemen hebben het nog een tijdje volgehouden, maar de atmosferen die de wezens nodig hadden zijn langzaam weggestroomd. De experimenten zijn ook nog eens mislukt omdat de naalden te goed beveiligd waren. Zij, en dus ook hun inhoud, zijn niet in tweeën gesplitst bij Expulsion. De Noordelijke is meegegaan met Tanais en de Zuidelijke met Aarde. Een ontwerpfout, en daarom heeft Igot er niks mee gedaan. Zowel Mollenslijm als de Uomi hebben beginnersfouten gemaakt. Er is echt maar heel weinig bekend over wat er na een Igrot infestatie op een planeet gebeurt.

Met [Life 3, Matter 3, Forces 3] maken we een omhulsel voor de datacore. Van de geode weten we dat het geen kwaad kan als we die aanraken. Dan zetten we koers naar Bretagne. Het ondergrondse complex is bekend, dus we dringen zonder problemen door tot level 100. We laten de kamer van Chappie voor wat hij is en gaan directy naar de kamer met het vreemde apparaat. Als we de geode in de daarvoor bestemde plek steken, begint hij te werken. PLOPS! en we zijn in de gastenverblijven van het schip van Mollenslijm. Na een paar seconden plopsen we weer terug. Bij de tweede poging blijven we een paar minuten. Nu zijn er twee mollenslijmen om ons te ontvangen. Ze zijn in hun eigen gedaante. Heel verbaasd om mensen te zien: “Hé, jullie komen van de Aarde!” Claude vertelt dat we ontsnapte gevangenen zijn. Dat was misschien niet zo verstandig. Dan plopsen we weer terug. De derde keer kunnen we er een uur verblijven. De mollenslijmen hebben een “Lewis Carroll scherm” waardoor zij door ons als aardse gestaltes worden waargenomen: Riker en Troi uit een oude SF serie. “Dus jullie komen van binnen Igrot?” Ze herkennen ons niet.
Risha vertelt dat we de onsterfelijkheid opnieuw hebben uitgevonden. We hebben daar duizenden jaren de tijd voor gehad. Mollenslijm: “Bij ons is er maar 70 jaar voorbijgegaan. Hoe is het met de Zuidelijke poolnaald?” We leggen het uit. Ze zijn teleurgesteld: “Helaas hebben we geen tweede gelegenheid.” We bieden aan om de volgende keer de datacore mee te nemen. Die willen ze graag uitlezen. Bij ons volgende bezoek zullen ze ons voorstellen aan de aardse onsterfelijken. Claude vraagt of hij van buitenaf naar de Aarde mag kijken.
Bij ons volgende bezoek staat de telescoop al klaar. We worden voorgesteld aan Jerry, de voorzitter van de aardse Immortals. En er is en apparaat waarmee de datacore kan worden uitgelezen. We overhandigen het ding. De mollenslijm heeft er wel iets aan, maar niet veel. Het gesprek komt op goden, die willen ze graag reproduceren en verkopen aan andere planeten. Hierbij hebben ze het over een ‘lokaal calabiaal systeem’ van Aarde. Een soort immuunsysteem, aan de ene kant komen er goden en aan de andere kant reclamecampagnes. Voor hun is het een manier van zoniumproductie. Daar kunnen ze die goden voor gebruiken. “Waar gebruiken jullie zonium voor?” “Om te reizen, het bereiken van onsterfelijkheid, van alles eigenlijk. Maar het spul is extreem zeldzaam.” We maken een tekeningetje van de githyanki. “Ja. Die kennen we wel. Die wezens komen oorspronkelijk van Antares. Dat ras heeft meerdere planeten. Een daarvan is inderdaad door een Igrot opgeslokt.” Over Igrots weten ze helemaal niets. Een planeet die met 5D begint, is ten dode opgeschreven. “Hebben de Gith een zwakheid?” Dat gaan ze voor ons opzoeken in hun database.
Over de Uomi weten ze te vertellen: “Dat is niet zo’n prettig ras. Ze stellen nogal strikte voorwaarden aan tegenprestaties. Wij zien overal wel een handeltje, maar zij zijn slavenhandelaren. Je moet letterlijk sterker zijn dan hun om met ze te onderhandelen. Maar hun technologie is wel heel vergevorderd.”
En hoe zit dat met de gevangenen? “Ach, we komen hier langs en we komen daar langs. We nemen verwerpelijke sujetten mee in ruil voor diensten. En die dumpen we bijvoorbeeld in een Igrot. Igrots zijn 5D en wij zijn 4D, we blijven er zelf ver van af.” Ze willen ons best de informatie geven over de gevangenen. Als wij de volgende keer een computer leveren, dan geven ze ons de informatie op een manier die wij kunnen uitlezen.
Door de telescoop ziet Claude alleen met [Color] iets. waar de aarde zou moeten zijn is op geen enkel ander gebied iets waar te nemen. Mollenslijm reist met 90% van de lichsnelheid.
Jerry neemt ons mee op een wandeling langs de bevolking van New Earth op een namaak Serengeti. Tijdens deze rondleiding passeren we het ogenblik waarop we in de eerdere belevenissen op dit ruimteschip aankwamen. Er gebeurt niets bizonders. Dus we zitten ook buiten Igrot in een andere werkelijkheid dan die we ons herinneren. Het is nog steeds niet zeker of we in een Allternate zitten, of dat de vorige beleving een profetisch visioen was o.i.d.
De titanblob blijkt nog een nut voor ons te hebben: we kunnen haar gebruiken om aliens te leren begrijpen [Mind 6 leren voor de kosten van 5].
Mollenslijm gaat uitzoeken waardoor de poolnaalden expulsion hebben doorstaan. Dat is nuttige kennis. Over [Spirit] weten ze te vertellen dat die het instabiele calabi-yau veld van Aarde is. De vertikale dimensie tussen Aarde en Tanais, waar zonium ontstaat. Spirit is wat er voor zorgt dat zonium geproduceerd wordt. Color is de 5e dimensie.

Next time:
– Antwoord van de Mollenslijm op de vraag naar zwakke plekken van de Gith.
– Mollenslijm gaat ook voor ons na hoe de poolnaalden expulsion hebben kunnen doorstaan.
– De titanblob redden en af en toe een praatje met haar maken. Daarmee verlaagt de prijs van Mind 6 naar die van 5.
– Een pantheon leveren aan mollenslijm. Het moet echt een pantheon zijn, niet alleen maar godlings. We kunnen aan de tovenaars van Tanais vragen of zij weten hoe je een nieuw pantheon maakt. De tweekoppige god van Aarde kunnen we als achterwacht
– We mogen onze eigen oorsprong bedenken. Zie sessie 122 voor de chemische samenstelling van de alien misdadigers waar wij de reincarnaties van zijn: Risha heeft Koolstof, Zuurstof, Lithium; Claude heeft Koolstof, Zwavel, Lithium; Gwan heeft Silicium, Zuurstof, Natrium; Chang heeft Silicium, Zuurstof, Lithium als oorsprong.

+ 5 XP = 42

Tanais 2 – 8

Tanais serie 2 sessie 8 / 134 – 18 januari 2018

Een paar correcties : – het jaartal was 2442 i.p.v. 4224 ; – de aliens zijn niet op kleur uit, maar op zonium ; – de intelligente schorpioenen, mieren en andere creaturen zijn geen aliens. De Insectoide aliens zijn er niet meer.

We gaan even de Witte Stad uit en gelijk weer naar binnen. In de knopkamer gaan we meteen maar op de computer zoeken. We ontdekken dat er in een gebouw van Dickles aan de rand van de stad een ultrageheime doorgang zit naar ‘schoonmaakvertrekken’. Dat is interessant. Een kwartiertje later arriveren we bij een non-descripte deur met een non-descripte portier. [Mind] Magie is iets moois. In zijn brein lezen we dat er al iemand naar beneden is gegaan. We planten de suggestie dat wij daarbij horen. Hij laat ons door naar een smoezelig gangetje dat eindigt in een mijnlift. We gaan best diep, zo’n 300 meter onder de grond komen we uit in een in het gesteente uitgehouwen gang. Aan weerszijden zijn openingen met kamers vol reserveonderdelen van een of andere enorm ingewikkelde machine. De gang spiraalt langzaam naar beneden. Verderop horen we gebrom en gebubbel. Dat wordt steeds sterker, tot we een doorgang zien waardoor een zilveren gloed schijnt. We komen uit in een koepel zo groot als de hele stad! We komen aan de rand binnen. Er is hier een ommegang, langs de hele rand van de stad. Van hier gaat een trap omlaag. Op dit niveau zien we een meer van zonium, zo ver als de blik reikt, Het zilveren licht komt hier vandaan. Dit is een energietoestand die we nog niet eerder gezien hebben. Even verderop verbreedt de ommegang zich tot een aanlegplaats. daar is ook een uitgebreid instrumentenpaneel. Van ver weg, boven het zonium horen we spreken. Gwan kijkt met [Correspondence] en ziet een man die een beetje op Imhotep lijkt praten tegen een hologram dat een beetje op Chappie lijkt.
“Het is zo ver. Jammer!” Met die woorden duikt de man het zonium in. We gaan het trappetje af. De verdieping lager straalt pure kwaadaardigheid uit. Daar ligt de “Ka” opgeslagen. De twee lagen zijn gescheiden door een extreem sterk krachtveld. We zien dat Imhotep doordrenkt raakt van zonium. Tussen de apparatuur van het haventje zien we een terminal. Het computersysteem is gemakkelijk te hacken. Uit de informatie van computer leren we dat de zonium nodig was voor Expulsion, maar de Ka niet. De mensen hadden geen besef dat de Ka intelligent en kwaadaardig is. Zonder de Ka is Zonium te vluchtig. Dat is de enige reden dat het hier bewaard wordt.
Inmiddels is de zonium steeds heftiger aan het bubbelen en trillen. Risha duikt ook in het zonium. Omdat hij al gefuseerd is met het spul doet het de eerste tien minuten niets. De andere drie gaan naar de beneden etage. Het Ka blijkt helemaal geen zwarte drab te zijn, wat ze eigenlijk verwacht hadden want zo ziet het er op Tanais uit. Nee. Het is wit beendermeel. Dat hebben ze eerder gezien bij de Witte Bronnen op Aarde. Het witte spul is zich aan het organiseren. Ze zien dat er groene vormen in ontstaan en met [Mind] ontdekken ze hoe de hive-mind ontwaakt. Claude ontdekt dat het krachtveld tussen de twee lagen het aan het begeven is, dus met [Forces 5] repareert hij het tijdelijk.
Risha verliest het bewustzijn en komt bij als onstoffelijk wezen in een ongerept Tanais.
De anderen horen een ongelooflijk harde knal. Chang raakt zwaar in de kreukels, Claude en Gwan weerstaan de explosie beter. Zowel het zonium als het Ka-poeder zijn er nog, met de Witte Stad meegevoerd naar Tanais. Dit hier is als het ware het ankerpunt van de ‘speekseldraad’ die door de vijfde dimensie naar Aarde loopt en die we kennen als de Abyss.
Risha komt bij boven de zee, op dezelfde plek als waar we de Witte Stad hebben gevonden. Hij kan vrij door de wereld bewegen. Her en der ziet hij de insectenrassen die er voor de mensen waren. Maar ze zijn ongeorganiseerd. Ook Teleutos hangt aan de hemel. Even later komt hij terug in de Expulsion ruimte in de poel zonium en voelt zich fantastisch. In de ruimte daar onder beginnen de shuragi uit te breken. Ze hebben een sprankje zonium gekregen. Dat is door het krachtveld heen gekwantumtunneld. We gaan snel weer terug naar onze eigen tijd.

De volgende stop is Teleutis. We gaan naar de Aarde. Risha maakt voor iedereen een ruimtepak, daar doet hij drie dagen over. In de tussentijd halen de andere drie de colorcopter op uit Afrika. Dan gaan we aan boord en vertrekken naar de ruimte. Voordat we bij Teleutis aankomen voelen we het krachtveld eromheen enorm sterk toenemen. We laten al onze magische zintuigen er op los. Er is geen [Life]. Met [Time] [Matter] en [Color] zien we dat er op die gebieden heel wat aan de hand is. [Entropy] geeft aan dat het station feitelijk kapot is. [Mind] geeft aan dat er drie wezens zijn met bewustzijn op dierlijk niveau. Dit zijn alien parasieten. Ze leven niet, maar het zijn quasi-intelligente machinerieën, gebaseerd op schrootmetaal. Het station ligt tegen de rand van Igrot aan, een deel steekt er zelfs doorheen. Daar is een enorme [Time]-barriere. De werelden van materie en antimaterie ritsen hier in elkaar en komen samen bij het ruimtestation. Dat geeft rare effecten: er zijn zelfs plekken waar materie en antimaterie tegen elkaar aankomen zonder te exploderen. Maar het wordt nog vreemder. Met [Correspondence] zien we dat Teleutos een torus is met in het centrum een bol. Die bol bevat een singulariteit, de zwaartekracht van dat zwarte gat levert de gravitatie van het station. Tussen de bol en de torus is een lege ruimte waar twee structuren uitsteken. Er is een soort gedeukte en verbogen uitlaat die richting Aarde/Tanais steekt. Hij is net als de rest van het schip gemaakt van zonium en een mengsel van materie en antimaterie. En er is een machine die door de wand van Igrot heen steekt. Die machine is niet meer intact. Door die lege ruimte heen kun je heel helder de sterren buiten Igrot zien. Die zijn anders dan onze eigen sterrenhemel. We kunnen nagaan dat het schip gemaakt is vóór Expulsion maar de schade is zo’n vierhonderd jaar erna ontstaan.
Er zijn luchtsluizen te zien als we dichterbij komen. Met [Mind] geven we de schrootwezens het idee dat wij en onze copter niet eetbaar zijn. Het is verder niet moeilijk om binnen te komen. De ring heeft een doorsnede van honderd meter en heeft geen verdiepingen. Op de binnenvloer staat apparatuur die voor mensen geschikt is. De rest van de ruimte was voor de aliens, die blijkbaar kunnen vliegen. Ramen kijken uit naar weerszijden, we kunnen hier dus door de [Time] barriëre heen naar het universum buiten Igrot kijken. De sterrenhemel is helemaal gefixeerd. Het tijdverschil is enorm: 1000 jaar voor ons is een seconde buiten. Het schip is leeg geëvacueerd. Met enige moeite logge we in op de computers in het mensendeel. De alien apparatuur is een ander verhaal. We leren dat de aliens Uomi genoemd werden. Zij hebben de bouwplannen geleverd voor dit station. Het was bedoeld om zonium te winnen en naar de Uomi te transporteren. In ruil daarvoor zouden de werknemers van parallax worden geëvacueerd. Het ding is bedoeld om op de buitenlaag te blijven en het zonium door de buitenlaag heen weg te beamen. Zo’n 200 a 300 jaar na Expulsion is de machine kapot gegaan vanwege overload. De Uomi hebben antimaterie-DNA aangeleverd voor insecten die op Tanais een cultus moesten starten om zonium te oogsten en die op Teleutos af te geven. “Vlieg naar de hemel.” In werkelijkheid werden de insecten die op het station aankwamen zelf ook verbrand en geoogst. De ka werd afgevoerd door de buis richting Tanais/Aarde. Door het enorme tijdsverschil hoopte het zonium zich op in de machine die het door de huid van Igrot moest transporteren – de oogst van 250 jaar kon er niet in een kwart seconde doorheen – en daardoor is de machine ontploft. Er zit nog ka-residu in de afvoerpijp.
We vinden een alien communicatie apparaat. De mensen van Parallax noemden het GIN – Galactic Intra Netwerk. Het werkt ook met entanglement, maar GIN is veel geavanceerder dan de apparatuur van Mollenslijm en je kan er de hele melkweg mee bereiken. In de gebruiksaanwijzing lezen welokale tijden enorm kunnen verschillen door relativiteitseffecten. Als je met entanglement communiceert is één van beide tijden dominant en dan geldt die voor allebei de partijen.
Met [Time] kijkt Gwan naar een moment twee jaar voor Expulsion. De Uomi zijn drie meter lang. Ze hebben een chitinepantser en vleugels, iridiserend veelkleurig. Ze zijn bezig om het station in elkaar te zetten. Het materiaal voor de bouw komt van de Aarde, want aanvoeren vaaf een andere wereld is niet te doen. De Uomi wilden een bruggenhoofd hier.
We nemen de GIN mee aan boord van de copter. We vinden ook een materialisatemachine, die we inladen en de mattar-antimatter-merger. Maa alledrie de apparaten zijn beschadigd door de explosie. Uomi- en andere alien-technologie is vo ver geavanceerd voorbij wat wij begrijpen, dat je scores van 6 nodig hebt om ze te repareren.

Volgende keer willen we opnieuw contact opnemen met Mollenslijm, vragen wat zij weten van de Uomi, weer contact leggen met de menselijke onsterfelijken en dergelijke. Risha stelt voor dat als Mollenslijm weer om een pantheon vraagt, we eventueel een setje godlings voor ze kunnen vangen.

+ 5 XP = 37

Tanais serie 2 sessie 7 (133)

Chang en Risha kiezen er voor om als de Generaal en Max Coney, hun incarnaties ten tijde van Expulsion, de Witte Stad binnen te gaan. Claude gaat als Claude en Gwan verandert zich in Gwen. Dat heeft een onverwacht effect; de Generaal en Max verschijnen in de vergaderzaal op het moment dat er net op de rode knop is gedrukt. Er zijn ook een schuchtere jongeman en een verkoper van onduidelijke nepmedicijnen, de eerdere incarnaties van Gwan en Claude. Maar Claude en Gwen verschijnen zelf in een enorme koepel met een gelig grasland waar her en der ruïnes van flatgebouwen staan. De Mindlink blijft in stand, maar staat onder grote stress. Gwan probeert de andere twee te scry’en, maar dit lukt niet. Hij krijgt er knallende hoofdpijn van. Dan gaat hij een beetje rondlopen om te verkennen. Hij ruikt barbecue, hoort gelach en feestgedruis. Met [Sense Alternate] komt hij er achter dat dit géén alternatieve werkelijkheid is, maar het heden van de Witte Stad in Tanaīs.
In de vergaderzaal is het alarm afgegaan en de mensen drukken op hun stasis-polsbandjes. Risha stelt voor om weer naar buiten te gaan en daarna samen één van de twee bestemmingen te kiezen. Ze gaan snel naar de rand van de stasis koepel.
Gwen en Claude zijn intussen verder gelopen. Gwen ziet groene dames en heren, Shiragi, in Versaille kleding. Boven een vuurtje wordt en baby gebraden. De Shiragi zien hem ook en ze vallen aan. Gwen maakt een portaal en ze zijn foetsie.
We komen bij elkaar in de duikklok. De Rode Knop versie van de Witte Stad is in het verleden. Iedere keer als we daar binnenkomen arriveren we op hetzelfde moment. . Er zijn daar computers met alle kennis van de wereld voor Expulsion. Het zou de moeite waard zijn om die te downloaden. We bedenken een techniek om dat via de Mindlink te doen. Claude gaat daarvoor naar de Aarde om een computer gereed te maken. De plek op Aarde die met de Witte Stad overeen komt is Sellafield / het klooster van Maria Magdalena. De andere drie kiezen hun oude vorm en gaan weer naar de Witte Stad. We blijven in het gebouw van Werner Volkel, want die doen robotica. We vinden al snel een geschikte computerterminal. Risha/Max kan met de level 100 wachtwoorden van de onsterfelijken deze computers in het jaar 4224 wel binnenkomen. De download gaat makkelijker dan we hadden verwacht. De metafysische grens is hier veel dunner dan in Tanaïs. Het grootste deel is over.
We hebben nog even de tijd. Buiten is het rustig. We gaan naar Grotius, waar biologie en de 5e dimensie de specialiteit van zijn. De man achter de balie vraagt: “Wat komt u doen?” Max zegt: “We doen een schoolproject over meerdere dimensies.” Met zeven successen op de Charm [Speed the Wheels] haalt hij de man over en die neemt ons mee naar de directeur. Dat is een vadsige, dikke man achter een groot bureau. We komen gelijk ter zake: “We hebben informatie over Igrot.” Binnen een minuut staan er tien afdelingshoofden in de kamer. We steken van wal en vertellen alles wat we weten. “Dat was veel ultrageheime kennis,” zegt het hoofd Research, “plus een heleboel dat wij nog niet wisten. Stukjes vallen op hun plaats. Hoe weten jullie dit?” We krijgen een geheimhoudingsverklaring te tekenen. Risha zegt: “Wij zijn de onderzoekers, jullie de denkers. Kort gezegd, wij komen uit de toekomst. Wat weten jullie?”
Ze vertellen dat Igrot ook hier is. Hun indruk is dat de ’speekseldraden’ de dwarsverbindingen tussen de twee werelden, een afweerreactie van de Aarde zijn op Igrot. De speekseldraden zijn zeer zoniumrijk. De planeet is volgens hun een levend wezen dat probeert het wezen Igrot in te kapselen. Wellicht een poging van de Aarde zelf om ‘aan te meren’ aan Tanaïs. Ze gaan een teleconferentie beleggen met de geleerden van andere consortia. Het duurt 20 minuten om te organiseren.
In de tussentijd legt de geleerde uit dat de stasis armbanden bedoeld zijn om de inwoners van de stad te beschermen. De hele stad gaat in stasis om de eerste keren dat Aarde en Tanaïs tegen elkaar botsen te overleven. Die stasis begint electromagnetisch en gaat pas daarna over op de biologische wezens. De armbandjes zijn er om te zorgen dat mensen niet doodgaan door de discrepantie tussen het moment waarop anorganisch materiaal in stasis is en het moment dat organisch materiaal in stasis gaat.
Verder vertelt hij: “Onder de stad moet een plek zijn waar het Juice gebruikt is om Expulsion te bewerkstelligen. Verbruikte Juice laat afval achter dat als basis voor nieuw leven kan dienen. Juice is zeg maar de ziel van veroordeelde aliens. Het hogere zelf van de aliens wordt verbruikt en wat overblijft is alle lagere zelf. De ge-Juice-den waren individuen, maar door Expulsion is alle residu één poel geworden. Dus alle lagere aandriften van de ergste misdadigers van het universum geconcentreerd in één grote hive-mind. Door Expulsion komt dat residu ook nog eens tot leven, en door die parthogenese ontstaan de shiragi. En de shiragi hebben dus een hive-mind. Maar onze eerste taak is de Aarde te redden!”
Na dit verhaal realiseert Chang zich twee dingen: Daar waar Gwen en Claude terecht kwamen, zijn de shiragi van Aardematerie, maar ze zijn zó zoniumrijk dat ze op Tanaïs niet ontploffen. En ten tweede waar wij nu inzitten is een herbeleving zonder materie of antimaterie signatuur. Een soort Ground Hog Day. Van wat we hier bespreken kan Igrot niets weten. Van wat er bij de shiragi gebeurt weet hij waarschijnlijk bijna alles, vanwege de hive-mind.
De conferentie is nu on-line. Iemand van Dickles zegt: “Onze Witte Stad is op Tanaïs terecht gekomen. Dai is een inversie, het begin van zo’n speekseldraad.”
Gwan vraagt of zij iets weten van tijdreizen. We kunnen niet verder dan de stasis.
Risha vraagt naar contacten met de aliens. Daar weten deze wetenschappers niets van. “De expulsiemachine daar ging een brandstof in. Maar dat is een andere afdeling, waar wij niets van weten. Wat er over is, is geconcentreerd kwaad met een hive-mind.” Hij krijgt een korte uitleg. “Er zijn 5 stabiele dimensies, theoretisch is er een zesde. Er zijn nog zes opgevouwen tegen-dimensies, die we Calabi-you dimensies noemen.” (Wij weten dat die de knopjes zijn om de Hoogzetels, Veenzalen, de Black Spiral en zo te bedienen.) “Mocht het eindtreffen niet plaatsvinden, dan vindt er ook geen uitzaaiing plaats maar een Interruptus. Igrot heeft géén controle over die zesde dimensie. In één van die alternatieve werkelijkheden is er een oplossing. En als jullie die vinden is niet alleen onze wereld gered, maar kunnen andere werelden ook worden gered. ”
Hoe versterken we de natuurlijke afweer van een planeet? Waar dienen die speekseldraden voor? Wordt het een cyste? Een sponzige massa om de klap op te vangen? Het lijkt er op dat de speekseldraden alle zonium verzamelen. Risha vertelt over de godlingen. “Misschien spelen die een rol bij het verzamelen van zonium en het redden van de wereld,” zegt een jonge wetenschapper. “Dat kan het niet zijn!” roepen de gevestigde geleerden, “Metafysica! Foei!”
“Misschien zijn de andere steden ook op Tanaïs terecht gekomen als zaden voor speekseldraden,” oppert iemand.
De directeur neemt het woord. Hij zegt tegen ons: “Nu moeten jullie iets voor ons doen. Over anderhalf etmaal is de volgende klap en dan is de helft van ons dood. Ik wil dat jullie het gif neutraliseren hieronder, om ons ontwaken na de klap te vergemakkelijken. De shiragi grijpen periodes van chaos aan om zich te vermenigvuldigen. Zij overleven de klap als de werelden botsen. Het heeft iets met entropie te maken. Juice, dat was het kleur-deel van de aliens.” We beloven het, ook al weten we dat als we hier de volgende keer komen, we weer in de rode knop zaal zullen aankomen.
We vragen naar Teleutis. “Dat is van het Parallax Consortium. Die zijn hier niet aanwezig. Het is een heel grote privé organisatie, een zooitje schurken,” zegt een oud-medewerker, “Het kan hun niets schelen dat de wereld vergaat. Die satelliet is waarschijnlijk om daaraan te ontkomen. Ze hebben technologie van aliens gekocht. Nee, dat was niet Mollenslijm. Dit waren insectoïde levensvormen, schorpioenen en reuzenmieren en zo, die van plan waren om na de oscillatie een bepaald stofje te gaan oogsten. Uit wat ik hier hoor leid ik af dat het om zonium gaat. Parallax wilde geld verdienen met die aliens over de rug van de mensen heen.” We herkennen de oude levensvormen van Tanaïs.
We stellen de geleerden gerust en ze gaan in stasis. We gaan terug naar Werner Volker. Inmiddels is het rioolwater al omhoog gekomen. We lopen al tot onze enkels door de derrie. Wat gaan we nu doen? We kiezen er voor om in kaart te brengen hoe de shiragi tot stand komen. We kunnen steeds de stad in en uit om hun begin te zien en er achter te komen wat we tegen ze moeten ondernemen. Daarna willen we naar Teleutis.

+4xp = 32

Tanais serie 2 sessie 131

7e dag vijf uur ’s middags.
Gwan maakt een portaal naar de woestijn 20 km buiten de stad Alexandrië. We verschijnen op een zandweggetje. Met een beetje doorlopen komen we tegen tienen bij de poort van de grote bibliotheek. Marmer, zandsteen, kostbaar hout. Na de ballotage vragen we de aan ons toegewezen bibliothecaris om informatie over de goden. “Dat is de halve bibliotheek.” Bovengoden dan. Hij wordt een beetje nerveus. “Er is een kamer met alles wat vreemd is.” Hij vindt het een gevaarlijk onderwerp. Als Risha zegt dat we door de hoofdbramaan van Satem hierheen gezonden zijn bedenkt hij dat we shamanen zijn, boerenkinkels, en dus niet beter weten. Hij leidt ons naar de kamer. Gwan zet de tijd stil en we kunnen op ons gemak zoeken. “Goden boven de goden”, dat is blasfemie. Er is tweeduizend jaar geleden een zekere Hippocrites gestenigd omdat hij deze ketterij verkondigde. We vinden een geschrift van zijn hand waarin hij als magiër in Euboia vijf ‘daemones’ beschrijft die in zijn oproepdriehoek verschenen. Eén is stabiel vrouwelijk, vier knipperen van mannelijke naar vrouwelijke vorm. “Wij komen van voorbij de tijd, uit de baarmoeder der goden. Waar zijn de bovengoden?” Hippocritus maakt een gebaar en ze zijn weer weg. Daarna begint hij een cultus.
Die daemones, dat zouden wij wel eens kunnen zijn geweest. De tijd wordt weer aangezet. De bibliothecaris verschijnt weer, maar hij ziet er anders uit. Gwan realiseert zich dat er net zo’n shift is geweest als we aan het einde der tijden hebben meegemaakt. Dat komt door het volledig stilzetten van de tijd. Blijkbaar is er nog een tweede tijdsdimensie.
“Zo, zijn jullie al klaar? Dat is toch veel te snel.”
“U had gelijk, dit zijn allemaal rare boeken. We willen liever zoeken op Euboia, Oproepingen en Hippocritus.”
Risha krijgt een standaard grimoire over oproepingscirkels en -driehoeken. Echt een theorieboek voor een beginnende sorceror. Precies wat hij nodig heeft.
Claude vindt wat meer over Hippocrites. Hij was volgens een tijdgenoot een alchemist die op zoek was naar “zuivere elementen”. Het was bekend dat goden die de zelfde naam dragen op verschillende plekken, niet helemaal hetzelfde zijn. Na het verschijnen van de vijf daemones begon hij over Goden achter de goden. Hij wordt uiteindelijk als ketter gestenigd en al zijn werken worden verbrand. Het boek dat wij van Hippocrites vonden is het exemplaar van de Alexandrische bibliotheek, die heeft het overleefd omdat de bibliotheek nooit een boek wegdoet. Maar ons verschijnen heeft geen geschiedenis geschreven. Eén boek is daarvoor weliswaar genoeg, maar Igrot heeft dit incident blijkbaar niet opgemerkt.
De baarmoeder der goden. Wellicht is dat een goede plek om naartoe te gaan. Risha zoekt eerst nog even op Siderials. Daar is niet veel over. Wel vindt hij een verwijzing naar de Witte Raad en Mount Paradise. Daar hoopte hij op! Door de herinnering aan deze tekst zal een leugendetectiespreuk niet aanslaan, als hij de bibliotheek noemt wanneer er gevraagd wordt hoe we van Mount Paradise weten.
Gwan maakt om zes uur op dag 8 een portaal naar dezelfde plek als waar we de eerste keer aankwamen. We lopen de berg verder op. De raadszaal is en niet. Hier is een kleine kapel onder de spleet met het standbeeld. Voor de kapel zitten twee mannen te kletsen: Imhotep en Bindur. We horen waar ze over praten: vreemde gebeurtenissen in Soul. een roddel dat Der Alte het spreukenboek van Phanton, toen die nog jong was, in een gierkelder heeft gegooid.
“Hé gasten! Goedemorgen,” zegt Bindur, “komen jullie mee ontbijten?” We merken dat we magisch gescand worden. “Zijn jullie die nieuwkomers? Fijn dat jullie je komen aanmelden. De meesten doen er een paar duizend jaar over. Er gaan verhalen over jullie.”
Claude vraagt of de spion al is gevonden.
“Spion?”
“De infiltrant van de Abyssals.”
“Nee, die is nog niet gevonden. Misschien moet je wat minder hoog van de toren blazen. Je bent op dit moment een olifant in een porseleinkast.”
We overleggen even in de Mindlink. Wat zeggen we wel en wat zeggen we niet?
Chang vertelt: “We hebben een verwijzing gevonden in Alexandrië naar ene Hypocrites.” Hij benoemt en beschrijft de bovengoden. Bindur vindt het maar een vaag verhaal. Het enige wat hun wat zegt is de kraamkamer van de goden.
“Die is hierboven.” Hij wijst naar de kloof. “De goden zijn maar voor het gewone volk. Godlingen moeten eerst langs de tovenaars. an kunnen ze een kleine post bereiken en zich omhoog werken.”
Risha vertelt over het onderzoek van Hippocrites. We mogen een kijkje nemen bij de spleet. Daar ontdekken we dat Imhotep en Bindur de Color-dimensie niet kunnen waarnemen. “Hier komen de godlingen uit,” zegt Imhotep, “en héél af en toe mensen. Niemand heeft er een verklaring voor.” (Dat laatste liegt hij.)
We laten Karel achter bij de twee Siderials en gaan samen met Chantal de kloof in. Waar het smal wordt stappen we ‘opzij’. Dat vindt Imhotep interessant. We komen aan in een gouden gloed, de ’shallows’. Het is ijl en leeg, de uitgang. Van hier volgen we een gouden draad/stroming naar boven. We hebben [Prime + Color] nodig om hier te navigeren. Met [sense Spirit] voel je hier een wasem van geliefden die in extase bij elkaar komen. Dit is de tantra zone. Verderop krijgen dingen weer een vorm. We zien een soort eierstokken en gaan naar die aan onze kant. Hier is een overdaad aan zonium. We zien anima en animus bij elkaar komen en daar rijpen de godlings.
Claude en Risha maken een pak van zonium voor Chantal. Het past perfect. Dan infuseert Risha zijn orichalcum harnas en de twee moonsilver machetes met zonium, zodat hij ze mee kan nemen naar de andere wereld. Dat vindt Claude een slim idee en de andere wapens en wapenrustingen worden ook behandeld. Daarna bekijken we de geboorte van een godling. Die zwemt naar de uitgang, nog onbewust. maar dit zijn goden, geen boven-goden. We kunnen nog verder gaan. Tussen de twee eierstokken is een pulserende diamant. Die resoneert met de glimmende poort waar we op het einde in gesprongen zijn. Het heeft alle kleuren tegelijk en zelfs de [Alternate-Time] die Gwan heeft ontdekt. Als je er in kijkt zie je een caleidoscoop van werkelijkheden. Dit is niet Igrot, dit is de Vajra. De beste vergelijking is de blinde vlek in een oog. Hier kan Igrot ons niet zien. Hier voorbij stroomt de gouden gloed richting Aarde, waar de rijpende eitjes uiteindelijk advertenties worden. We filosoferen over wat we op Aarde kunnen doen. Risha stelt uiteindelijk voor om geen wereldschokkende dingen te doen, want dan schrijven we geschiedenis. Gewoon Chantal de andere wereld laten zien. Sightseeing in een Blue Collar stad met Splicers en Bionics en Printable People.
We komen aan in een kamer. De mensen sluiven opzij. Het is een soortement kantoor en er hangt de onmiskenbare geur van de Hardware Legacy. We zijn aanbeland bij een hoog echelon advertentiemakers. Eigenlijk wel logisch. Chantal gilt. Claude roept “Inspectie!”
“Wie zijn jullie?”
“Onze namen behoren niet tot jullie clearance.”
Chang kalmeert Chantal ondertussen. Maar daardoor komt ze in de toestand dat ze voelt dat haar soulmate hier ergens is. We suggereren met [Mind] dat onze Tanais-gedaantes Avatars zijn. Ze ontdooien en laten hun huidige project zien. Ze zijn bezig aan het space-game. Wij veranderen in onze Aarde-personen. Claude inspecteert het spel en ontdekt een imbalans. Er zit een in-game oorlog aan te komen en daarin is de ene kant veel sterker dan de andere. Spelers op het niveau van de gewone soldaten zullen afhaken en overstappen op Grand Theft Auto. Hij wijst ze op de fout, en hoe ze kunnen corrigeren zonder dat het hun wordt aangerekend. Daarmee snappen ze meteen waarom hij inspecteur is. “Goed punt! We gaan er rekening mee houden!”
Chantal zeurt wanneer ze haar soulmate nou eens kan ontmoeten. “Hoe ga ik dit aan Karel zeggen?”
Chang wil op de terugweg een godling uit deze eierstok observeren. Risha denkt dat de diamant veel interessanter is. Hij stelt voor om Chantals’s obsessie met haar soulmate te dempen. Als ze verenigen, dan wordt ze misschien een godling of een exalt. En dat willen we niet.

– Het tijdverschil tussen Tanais en Aarde is op dit moment 1 uur = 1 dag. Maar met Gwan’s [Time] magie kune we het wel gelijk schakelen.
– Risha hoopt/verwacht dan we, als we via het kristal gaan, bij Hipocrites uitkomen.

4 xp

Tanais 129 – 2e cyclus sessie 4

Tanais serie 2 sessie 129 – 9 november 2017

9 uur ’s avonds. De mist is in aantocht. Die is opgeroepen doordat de lokale bevolking aan de godin Graire heft gevraagd om iets aan onze hinderlijke aanwezigheid te doen. Volgens Daguerre laat de mist de lokale bevolking ongemoeid, maar buitenstaanders verdwijnen in de mist en worden nooit meer teruggevonden. Ze heeft aan ons gevraagd of wij dit uit willen zoeken.
Met [Forces en Matter] houden we de mistdeeltjes op afstand, maar [Prime] geeft aan dat het effect van de mist naderbij blijft komen. [Spirit Detecting Glance] laat zien dat de mist bestaat uit uit elkaar gedreven zielen. Met [Color] is er een klein en onduidelijk effect te zien. Deze magie is niet netjes onder te brengen in de sferen van de mages. Chang ontdekt dat de belangrijkste componenten te beschrijven zijn met [Entropie en Mind].
Gwan maakt een [Portaal] naar Arjan’s Abode en stuurt Chantal en Karel er doorheen. Dan bereikt het mist-effect Daguerre. Zij heeft er geen last van. Dan komt het bij ons. Gwan, Chang en Claude weerstaan het effect, maar Risha verstart en begint in mist uiteen te vallen. (Een botch op de dobbelsteenworp.) In de Mindlink valt zijn bewustzijn weg en horen de anderen alleen maar witte ruis. Door Claude’s veld van [Forces en Matter] waait Risha weg. Chang probeert met [Entropie] de vorm van Risha te stabiliseren. Dat lukt gedeeltelijk en hij verwaait niet verder. Intussen wordt de jongen ‘geherprogrammeerd’ tot onderdeel van de mist. Claude zet het krachtveld uit en Chang gaat verder met stabiliseren. Risha’s lichaam herstelt zich langzaam maar wordt met de mist meegevoerd in de richting van het Oude Wijvenbos. Als Claude Chang helpt, lukt het om Risha weer terug te krijgen. Hij herinnert zich niet wat er is gebeurd, en is nog een tijdlang warrig. Als de mist weg is, worden Chantal en Karel weer teruggehaald. Ze hebben geen tijd gehad om rare fratsen ut te halen in Arjan’s Abode. Een goed moment om ons nog eens te realiseren dat alles wat geschiedenis schrijft, al bekend is bij Igrot. Alleen kleine, onopvallende dingen zonder consequenties blijven onopgemerkt.
Claude onderzoekt Daguerre’s geest [Mind-effect] en ontdekt dat zij een merkteken draagt dat haar immuun maakt. Het is een onderwereld teken dat lijkt op de signatuur van Eenoog, maar toch anders is. Gwan scry’t de lokale boeren. Die zitten te drinken ‘op de goede afloop’. Het is al laat, we gaan slapen.

Dag 6
De volgende ochtend worden we vroeg wakker. Risha is inmiddels weer bij zinnen en hij is razend over wat hem is aangedaan. Hij wil wraak. Er wordt een rokerig vuur gemaakt zodat de bevolking ziet dat er hier nog activiteit is. Dan gaan we naar de boerderij. Ze schrikken als ze ons zien.
“Wij hebben enige vragen voor u…”
Claude schiet er eentje dood. Dan geven ze toe: “We hebben de wraak van Graire over jullie afgeroepen. Maar wij kunnen natuurlijk niet bepalen wat Graire’s reactie zal zijn. Als de mist jullie ongemoeid heeft gelaten, dan is de godin inderdaad met jullie.”
Zo raken we in gesprek. We vertellen wat we van de Derweth willen. De boeren worden losser en dan krijgen we de vraag: “Wat is jullie plan om de brahmanen omver te werpen?” Nu zitten Claude en de boeren op dezelfde golflengte. Die doodgeschoten jongen, die kunnen we niet terugbrengen. Maar ze willen wel weergeld accepteren. En dan kunnen we met een schone lei beginnen.
“Het volk, wij, wij zijn de Derweth. Wij willen onze grond terug.”
Risha legt uit dat de mist van Graire een onderwereld smet draagt. Zij zijn er ook niet blij mee. Maar de mist bestaat al generaties lang, al duizend jaar. De godin heeft bloed nodig. Er is een ruil. Zij laat ons met rust en haalt alleen vreemdelingen. Om Graire aan te roepen gebruiken ze een spreuk in een heel oude taal. “Ga het bos maar in, dan kun je het aan haar zelf vragen.” We mogen hier overnachten en gaan morgen naar het bos.

Dag 7
Claude geeft een mok goudstukken als weergeld. Dat is acceptabel. Gwan maakt een portaal naar de Veenzaal in het Oude Wijvenbos en om 7:00 uur zijn we er. Met [Spirit] gaat Risha Graire aanroepen. De godin verschijnt in de vorm van een dame van een jaar of zestig met grijs haar en een staf. “Wat komen jullie voor mij doen?” Ze blijkt hetzelfde brandmerk te dragen als de bevolking. We confronteren haar ermee en zeggen “De mist herkent jullie hierdoor. Iets heeft met jullie geest geknoeid.”
“Ik zal als gelijke met jullie spreken. Jullie zijn duidelijk meer dan stervelingen. Ik ben al heel erg lang de Graire. Maar er zijn krachten groter dan ik. Ik ben degene die de toegang tot die krachten kan openen en sluiten. Ik ben dit nu al duizend jaar. Voor mij was de cultus inderdaad minder bloeddorstig.”
“Wie heeft dat teken gezet?” vraagt Claude.
“Ik denk dat wij goden grootschaliger worden bedot dan wij zelf doorhebben. Waarom ben ik nog steeds hoofdgodin ondanks dat brandmerk? Dat brandmerk moet weg. De mist die hoort bij mij en niet bij dat teken.”
Met een gezamenlijke inspanning [Spirit, Entropy en Mind] proberen we het brandmerk te verwijderen. We staan aan het begin van een zwarte spiraal. In de diepte zien we een paar mistige zielen verdwijnen. De godin staat naast ons. Ze ontdekt dat ze haar macht kwijt is. “Er is nu een vacuüm. Ik ben deze zetel kwijt. I’m not going there!” Ze doelt op de strijd die zal ontstaan onder nieuwe godlingen om haar zetel. Ex-Graire vertrekt en Risha roept snel Oaken aan voordat de machtstrijd losbreekt. Oaken materialiseert. De god kijkt om zich heen en zegt: “Dit moet worden opgeruimd, anders begint het opnieuw. Deze spiraal voert naar andere planes. Het is een samenzwering die verder gaat dan alleen deze hoogzetel en veenzaal. Van de geoogste zielen maken ‘ze’ geestloze krijgers die verhuurd worden aan de meestbiedende. De meeste gaan naar andere werelden. Dat is waar de mist voor gediend heeft. Voorkom dat nieuwe godlingen in de spiraal afdalen. Dit is gemaakt door iets wat nog achter Eenoog zit. Maar wat? Dat weet ik niet. En ik kan deze zetel niet innemen. Ik heb al de functie van Oaken.”
Met [Color] zien we dat de zwarte spiraal een plane is evenwijdig aan Tanais, één quantum richting Aarde. Decay, bederf. De focus van deze spiraal is op Tanais een oeroude vlier aan het drooggevallen meertje dat de veenzaal is. Risha ziet dat dit een zeer krachtige bron van magie is [Prime 5]. Die moet kapot. Risha zuigt de magie er uit, en vult daarmee zijn eigen reserves aan. Dan kan Chang er het leven uit zuigen. In een windzucht verwaait de boom. De plek is tijdelijk onttovert. Deze vlier zal ongetwijfeld hier opnieuw gaan groeien. Maar als de wereld nog maar negen maanden heeft, dan is dit probleem opgelost. En als we het overleven, dan hebben we tijd genoeg om een definitieve oplossing te vinden.
Is Chantal hier wellicht te promoveren tot overgodin van de Graire’s?

4 xp

Tanais 128 – 2e cyclus sessie 3

Hoi allemaal,

hierbij het verslag van 26 Oktober

Nacht na derde dag.

Het is 1 uur ’s nachts te Archet.

Risha zit met Karel en Daguerre in de “Gulden Everzwijn” de terugkeer van de zon te vieren.Risha heeft het duidelijk niet naar zijn zin. Gaap,te standaard gesprekjes.

Jeanette slaapt met 2 man “boerenpummels”voor de palusade van Archet

Claude ,Chang en Gwan zitten verdekt op de muur te beramen, hoe Jeanette over te halen niet naar Eenoog te gaan en daarmee ook Chantal en Karel.Dit moet voor 5 uur in de ochtend gebeuren. Dan is de afspraak tussen Jeanette,Chantal en Karel.
Na een flinke brainstorm tussen de drie,gaat Chang met Mind de gedachten van Jeanette transformeren.
Ze droomt”Wat een boerenpummels liggen er naast me. ”
Ze word wakker en kijkt om zich heen. Misschien is de Eenoogcultus toch niet zo aantrekkelijk.
Claude merkt een onrustig konijn op. Een vos in de buurt misschien? Gwan valt ook op dat er meerdere onrustige dieren zijn….
De drie splitsen zich op.
Gwan gaat naar de “Gulden everzwijn”.Claude en Chang gaan onopvallend en geruisloos als ninja naar de plek van het konijn. Ze komen met Color tot de volgende ontdekking:
1 quantumsprong richting de aarde zit een troepenmacht klaar van 40 man met Githyankies en Warzerai!
Chantal staat wat te wachten als ze niet naar Eenoog gaat.

3 uur ’s nachts.

Na veel en vruchtbaar beraad gaan Risha,Chantal,Karel en Daguerre naar de kelder.Als alles misloopt gaat Archet plat!
Gwan is terug bij Claude en Chang. Er word een portal naar de poolnaald gemaakt. De portal is slechts groot genoeg voor 10 man. Via een mindlink zal naar de monsters worden doorgeseind, dat ze door de poort moeten. Ook al verdwijnen er soldaten voor hen.

Half 5 ’s nachts.

Jeanette gaat weg van de twee boerenpummels om haar heen. De mannen worden door Claude weggejaagd.
Het sein tot actie voor de troepenmacht. Ze verschijnen op het veld voor Archet en stormen allemaal door de portal naar de poolnaald. Daar zal daar weinig van ze overblijven.
Mensen komen uit de kelder.Er wordt getoast op de overwinning.
Archet is gered!
En Chang weet via een mindlink Chantal en Karel en te besluiten om niet naar Eenoogcultus te gaan.

Eenoog zal er wel achterkomen ,dat wij dat gedaan hebben. Dus we gaan onopvallend weg.

Daguerre vertelt: “Bij Ashcroft is er een mist, die mensen pakt en doodt.Maar lokale mensen niet.Ik papte met mannen aan in de omgeving. Die zitten in een pact en hun vrouwen vertrouw ik niet.Ik wil niet herkend worden.”
Mist houd geen verband met meer dimensionale wezens volgens Claude.

We rijden weg en gaan na een paar kilometer door een portal naar het noorden van Ashcroft.

Daguerre wordt vermomd . Ze heeft snorharen,is blond,blank en niet verweerd. Ze vind het mooi.Haar heupen zijn breder en zelfs de schouders zijn aangepast.
Ashcroft is bekend om de paardenmarkt.
In dit gebied is Derwet is de oude cultus .
“Brahmanen zitten in de stad en daar moet je niet zijn voor Derwet.”vertelt Daguerre
We moeten voor de mist op het platteland zijn.

10 uur 4e dag.
We doen inkopen en gaan op de heide zitten en bouwen kamp op.Met life worden de paarden mooier gemaakt.Dan is het 1 uur ’s middags en begint het wachten.
Er komen mensen langs, die goedkeurend knikken naar de paarden. Ze zijn onder de indruk, maar stappen niet het kamp binnen.
Uiteindelijk komt Henk langs. Hij vertelt,dat de paardenmarkt over twee weken is. Een drankje kan er vanaf. Maar eten ho maar. Hij gaat ervan door . Chang probeert een Mindlink, maar dat lukt niet echt. “Wat een geluk,dat mijn vrouw zo goed kan koken”is Henks gedachte.
De fret van Claude volgt hem en de fret wordt met de Mindlink gevolgd.
Uiteindelijk na een paar uur lopen, stapt Henk zijn hoeve binnen.
Hij heeft een vrouw en 5 kinderen.
Uiteindelijk gaat iedereen slapen.

6 uur dag 5

Daguerre is benieuwd naar de plannen.
De fret ziet Henk een duif laten wegvliegen. Via Correspondense wordt hij gevolgd naar de hoeve van Harry. Hij kijkt naar het pootje van de duif. Daar zit een briefje.Een nieuwe duif vliegt door naar een volgende hoeve. Dit herhaalt zich en er zijn in totaal 8 mensen met hoeves in dit netwerk .Uiteindelijk vliegen de duiven de omgekeerde route.
Op het briefje staat nu een grote “X”. Harry doet dingen thuis en gaat naar Henk. Er komt actie.

Claude gaat ondertussen op zoek naar een dode boom en offert Ghee aan Pashupahti.
De fret ziet boeren met knuppels richting het kamp lopen.

3 uur ’s middags

De mannen staan aan de rand van het kamp. “Wakker worden! Vertrekken of anders.”
Chang staat ineens met imposante katars voor hun neus. “Wat anders?”
“Anders gaan we ons beraden.” Ze kijken elkaar aan. “Ok, jullie mogen 2 weken blijven,maar geen dag langer.” “Dan blijven we 3 weken!”schreeuwt Claude.
De mannen besluiten te chargen op de tent. De knuppels worden met Matter tot as getransformeerd. De mannen hollen aan de andere kant van de tent er weer uit. “Geen vreemdelingen hier!” en vluchten weg.

Ze worden met een mindlink gevolgd. Dit was iets te boven hun macht.
Uiteindelijk doen ze een ritueel.
Er wordt veen op het vuur gelegd. Het levert een zwarte walm op.
Claude herkent met occult het ritueel . Met onderwereldtaal wordt vaag iemand opgeroepen. Met Forces en Matter krijgt hij het vuur bijna uit. Dit beangstigt de boeren. “Graire,laat ons niet in de steek!.” Graire is de godin van het veen. Uiteindelijk gaat het vuur toch weer branden. Via een onderwereldachtige techniek wordt een god opgeroepen. Ze vragen om de mist. Claude zorgt voor waterdamp om hen heen.Pesten is altijd leuk.

9 uur ’s avonds dag 5

Er is mist,maar word het ook kille mist?

4 XP
(samenvatting geschreven door de speler van Gwan)

Nog twee details: de god die wordt opgeroepen lijkt op graire, maar heeft ook een vreemde onderwereld/abys achtige taint. Niet helemaal normaal graire dus. En als tweede, Claude heeft nog niemand van kant gemaakt:-) , een klein wonder.
(reactie van de speler van Claude)

Tanais 127 – 2e cyclus sessie 2

Tanais 127 serie 2 sessie 2 – 12 oktober 2017

10:00 uur ’s morgens en het is nog steeds donker. Risha offert wat ghee bij de ingang van de tombe en de deur gaat voor ons open. Chantal en Karel gaan mee naar binnen. In het licht van onze aura’s kunnen we alles goed zien. Een gangetje, dan de volgende deur. Een grote zaal met links een deur naar een kleedkamer en rechts de poort naar het Westelijk Paradijs, middenin een roze stenen fontein, achterin een trap omhoog. Daar is de bruidskamer. En er is een trap omlaag. Beneden vinden we het doodsbed met het gebeente van Narima en de jaden dolk waarmee ze neergestoken is ligt op de grond. We hangen de maanzilveren machete naast een tweede exemplaar dat hier al hangt. Narima verschijnt.
Rishi knielt en stelt zich voor: “Ik ben Risha prins van satem, een verre nazaat van u. De vuren zijn uitgegaan en moeten weer worden aangestoken.”
“Dan moet Godefried hier naar toe komen. Ik wacht hier op hem. Hij slaapt. Wek hem en dan ga ik mij vast mooi maken.”
Ze heeft blijkbaar niet door dat ze dood is. We gaan naar de andere tombe. Ook deze deur gaat open voor de uitverkorenen. Deze gang heeft twee zijgangen. Links vinden we een kamer met veertig gouden harnassen en bijbehorende wapens. Gelukkeig zitten er geen skeletten in, dus de lijfwacht is niet samen met de koning begraven. Rechts is een kamer met een gouden strijdwagen. Die is duidelijk magisch, maar het is zo snel niet duidelijk wat voor eigenschappen het ding heeft. En recht vooruit is de tombe van Godefried. Hij ligt opgebaard, met een ingeslagen gezicht en een jaden dolk in zijn buikstreek. Deze tombe heeft geen poort naar het Westen.
Als we de jaden bol, orichalcum wasplaat en soulsteel vinger in de uitsparingen van zijn bed plaatsen, gaat de koning rechtop zitten. We knielen.
“Kun je je bedienden niet wegsturen?” “Nee, dat zijn ook uitverkorenen.” “Spreek dan maar.” “De vuren moeten weer worden aangestoken.”
“In wie mij liefheeft zal het vuur ontvlammen,” zegt Godefried, “Narima is verleden tijd. Die meid daar zal het goed doen.”
Chantal begint te kijven als een viswijf: “Ik ga geen seks hebben met een lijk!” maar de koning is onverbiddelijk. “Roep haar tot de orde!”
Claude neemt Chantal mee naar buiten, Chang neemt Karel mee de ook staat te briesen. Met veel [Mind] magie lukt het om de twee te kalmeren.
“Er is geen rechtmatige koning in het land en ik ben de grondlegger. Dus ik moet met deze Chantal in het hemelbed de liefde bedrijven en dan gaat de zon weer schijnen.”
Claude blijft even bij Chantal. Hij betovert haar zodat Godefried wat aantrekkelijker voor haar wordt. Ondertussen gaan de anderen met Karel weer naar Narima toe. Ze heeft absoluut geen zin om door de Westelijke poort te gaan. “Niks Chantal. Dat is weer typisch Godefried. Ik ken die schuinsmarcheerder! Dit is mijn taak! Ik ga nu slapen. Wek me maar als het zo ver is.”
Gwan en Risha maken [met Spirit en Correspondence] een portaal tussen deze tombe en die van Godefried. De koning stapt er doorheen, maar als skelet. We halen de rituele voorwerpen op en dan krijgt hij weer een lichaam.
Inmiddels heeft Chantal de benen genomen. Claude rent achter haar aan en uiteindelijk tackelt hij haar. Claude zegt: “Er is er maar één die dit kan en dat ben jij.” “Ik ga liever eervol dood, dan dat ik in schande de wereld red!” roept ze. “Geef toch toe, Godefried en jij zijn voor elkaar gemaakt!”
Intussen wekt Risha Narima weer. “Zullen we jou op Chantal laten lijken?” “Ga je gang. Het is een gewelddadige gek. Hij zal er wel intrappen en dan kan ik eindelijk naar het paradijs.”
Na enige moeite lukt het. Narima loopt de trap op. “O knappe koning…”
Getweeën gaan ze naar de bruidskamer en kort daarna ontvlamt de roze fontein. Buiten verschijnt de zon weer. Godefried komt voldaan waar naar buiten. “Tijd om terug te keren. Hij gaat weer terug naar zijn tombe en legt zich neer op zijn doodsbed. Er ligt weer een skelet. Dan komt ook Narima naar buiten. “Mijn taak zit er op. Eindelijk! Risha, breng me maar.” Risha neemt haar galant bij de arm en samen lopen ze naar de poort van het Westen. Die zwaait vanzelf open. Narima neemt afscheid en wandelt door de graanvelden weg. Met [Color] zien we een gele dimensie ontstaan die zich uitstrekt van Tanais naar de Aarde.
Godefried ligt weer dood te zijn en zonder de drie voorwerpen blijft hij ook dood. Risha gaat naar de wapenkamer en vindt daar een harnas dat hem perfect past. Hij trekt het aan. We besluiten de hele inhoud van de schatkamer in de strijdwagen te laden en nemen alles mee als ‘werkkapitaal’. Risha loopt nog even de tombes door om de laatste kostbaarheden, zoals de maanzilveren zwaarden en zo, bij zich te steken. Dan ontsteekt hij zijn stormlamp aan het heilige vuur.
Gwan sluit de doorgang tussen de tombes en hij maakt een portaal naar Bronwë. Het goud slaan we op in de schatkamers. In vrouwengedaante gaan we naar de vuurplek van de vrouwenverblijven. De carrion creepers zijn vrij gemakkelijk weg te jagen. Als het gas weer stroomt, ontsteekt Risha het vuur en in de priesterstad ontvlammen ook de andere vuren. Dan geven we Chantal de stormlamp. We gaan, zonder strijdwagen, naar Archet. Daar worden we als helden onthaald. We laten Chantal hier in de tempel het vuur aansteken. Haar moeder is inmiddels ingetreden in de zusterorde en is heel erg trots op haar. Feest en jolijt in plaats van pek en veren. Chang versterkt [met Mind] bij Chantal en Karel het gevoel dat dit toch beter is dan Eenoog. “Maar hoe ziet het traject naar koningschap er nou uit,” vraagt Chantal. Eerst maar feest vieren.
Risha trekt zich de volgende dag even terug. Hij verandert [met Matter en Prime] het gouden harnas in orichalcum en stemt zichzelf er op af. Dan gaan we overleggen. Wat doen we? De erediensten in de tempels herstellen en de brahmanen terugbrengen? Of zullen we ditmaal de derweth-priesters benaderen? Risha voelt er wel voor om naar de derweth in het Oude Wijvenbos te gaan. Claude wil ook graag naar het bos, want daar woont Daguerre. Hij vindt haar in een klein dorpje en spreekt haar aan.
“Wat wil je van me?”
“Een gesprekje over wat er in de toekomst kan gebeuren.” Hij vertelt dat haar levensstijl er toe kan leiden dat ze op de brandstapel terecht kan komen. Ik kan je redden als het zo ver is. maar je kan ook nu al met me meegaan.”
“Ik sta open voor avontuur. Ik ga met je mee.” Ze stelen een paar paarden en gaan op weg. Claude heft de zwaartekracht op en ze vliegen de lucht in.
Intussen zoekt Risha de heilige eik in het Oude Wijvenbos. Hij vindt hem op een heuveltje in de buurt van een drooggevallen meertje. Dat meer herkent hij als een veenzaal. Hij heeft een kruik bier bij zich en plengt dat bij de imposante boom. Daarmee trekt hij [met Spirit-magie] de aandacht van de god Oaken en die accepteert hem. “Maar ik ben hier niet de hoofdgod. Graire is de godin van de veenzaal en de oppergod. “Maar is die zaal niet van de lunars?” “De lunars hebben zich allang teruggetrokken.” Risha stemt zich er op af en merkt dat alle instellingen correct zijn achtergelaten. Er hoeft niks bijgesteld te worden. Als de god ziet dat Risha de veenzaal kan bedienen wordt hij enthousiast. “Als jullie me kunnen helpen om oppergod te worden, graag!” “Ik ga mijn best doen.”
In Archet, komt ene Jeanette bij Chantal langs. Zij is een jeugdvriendin, die Eenoog cultiste is geworden. “We wachten op Karel en jou. Eenoog zei dat jullie belangrijk zijn!” Ze spreken af om elkaar morgenochtend buiten de stad te ontmoeten. Chang krijgt er lucht van en voert Jeanette dronken. Hij ontlokt haar: “Morgen om 5 uur worden ze opgehaald. Dan kunnen wij onze zaakjes goed regelen. De vreemdelingen worden in de luren gelegd.

+4 Xp = 8