Tanais 129 – 2e cyclus sessie 4

Tanais serie 2 sessie 129 – 9 november 2017

9 uur ’s avonds. De mist is in aantocht. Die is opgeroepen doordat de lokale bevolking aan de godin Graire heft gevraagd om iets aan onze hinderlijke aanwezigheid te doen. Volgens Daguerre laat de mist de lokale bevolking ongemoeid, maar buitenstaanders verdwijnen in de mist en worden nooit meer teruggevonden. Ze heeft aan ons gevraagd of wij dit uit willen zoeken.
Met [Forces en Matter] houden we de mistdeeltjes op afstand, maar [Prime] geeft aan dat het effect van de mist naderbij blijft komen. [Spirit Detecting Glance] laat zien dat de mist bestaat uit uit elkaar gedreven zielen. Met [Color] is er een klein en onduidelijk effect te zien. Deze magie is niet netjes onder te brengen in de sferen van de mages. Chang ontdekt dat de belangrijkste componenten te beschrijven zijn met [Entropie en Mind].
Gwan maakt een [Portaal] naar Arjan’s Abode en stuurt Chantal en Karel er doorheen. Dan bereikt het mist-effect Daguerre. Zij heeft er geen last van. Dan komt het bij ons. Gwan, Chang en Claude weerstaan het effect, maar Risha verstart en begint in mist uiteen te vallen. (Een botch op de dobbelsteenworp.) In de Mindlink valt zijn bewustzijn weg en horen de anderen alleen maar witte ruis. Door Claude’s veld van [Forces en Matter] waait Risha weg. Chang probeert met [Entropie] de vorm van Risha te stabiliseren. Dat lukt gedeeltelijk en hij verwaait niet verder. Intussen wordt de jongen ‘geherprogrammeerd’ tot onderdeel van de mist. Claude zet het krachtveld uit en Chang gaat verder met stabiliseren. Risha’s lichaam herstelt zich langzaam maar wordt met de mist meegevoerd in de richting van het Oude Wijvenbos. Als Claude Chang helpt, lukt het om Risha weer terug te krijgen. Hij herinnert zich niet wat er is gebeurd, en is nog een tijdlang warrig. Als de mist weg is, worden Chantal en Karel weer teruggehaald. Ze hebben geen tijd gehad om rare fratsen ut te halen in Arjan’s Abode. Een goed moment om ons nog eens te realiseren dat alles wat geschiedenis schrijft, al bekend is bij Igrot. Alleen kleine, onopvallende dingen zonder consequenties blijven onopgemerkt.
Claude onderzoekt Daguerre’s geest [Mind-effect] en ontdekt dat zij een merkteken draagt dat haar immuun maakt. Het is een onderwereld teken dat lijkt op de signatuur van Eenoog, maar toch anders is. Gwan scry’t de lokale boeren. Die zitten te drinken ‘op de goede afloop’. Het is al laat, we gaan slapen.

Dag 6
De volgende ochtend worden we vroeg wakker. Risha is inmiddels weer bij zinnen en hij is razend over wat hem is aangedaan. Hij wil wraak. Er wordt een rokerig vuur gemaakt zodat de bevolking ziet dat er hier nog activiteit is. Dan gaan we naar de boerderij. Ze schrikken als ze ons zien.
“Wij hebben enige vragen voor u…”
Claude schiet er eentje dood. Dan geven ze toe: “We hebben de wraak van Graire over jullie afgeroepen. Maar wij kunnen natuurlijk niet bepalen wat Graire’s reactie zal zijn. Als de mist jullie ongemoeid heeft gelaten, dan is de godin inderdaad met jullie.”
Zo raken we in gesprek. We vertellen wat we van de Derweth willen. De boeren worden losser en dan krijgen we de vraag: “Wat is jullie plan om de brahmanen omver te werpen?” Nu zitten Claude en de boeren op dezelfde golflengte. Die doodgeschoten jongen, die kunnen we niet terugbrengen. Maar ze willen wel weergeld accepteren. En dan kunnen we met een schone lei beginnen.
“Het volk, wij, wij zijn de Derweth. Wij willen onze grond terug.”
Risha legt uit dat de mist van Graire een onderwereld smet draagt. Zij zijn er ook niet blij mee. Maar de mist bestaat al generaties lang, al duizend jaar. De godin heeft bloed nodig. Er is een ruil. Zij laat ons met rust en haalt alleen vreemdelingen. Om Graire aan te roepen gebruiken ze een spreuk in een heel oude taal. “Ga het bos maar in, dan kun je het aan haar zelf vragen.” We mogen hier overnachten en gaan morgen naar het bos.

Dag 7
Claude geeft een mok goudstukken als weergeld. Dat is acceptabel. Gwan maakt een portaal naar de Veenzaal in het Oude Wijvenbos en om 7:00 uur zijn we er. Met [Spirit] gaat Risha Graire aanroepen. De godin verschijnt in de vorm van een dame van een jaar of zestig met grijs haar en een staf. “Wat komen jullie voor mij doen?” Ze blijkt hetzelfde brandmerk te dragen als de bevolking. We confronteren haar ermee en zeggen “De mist herkent jullie hierdoor. Iets heeft met jullie geest geknoeid.”
“Ik zal als gelijke met jullie spreken. Jullie zijn duidelijk meer dan stervelingen. Ik ben al heel erg lang de Graire. Maar er zijn krachten groter dan ik. Ik ben degene die de toegang tot die krachten kan openen en sluiten. Ik ben dit nu al duizend jaar. Voor mij was de cultus inderdaad minder bloeddorstig.”
“Wie heeft dat teken gezet?” vraagt Claude.
“Ik denk dat wij goden grootschaliger worden bedot dan wij zelf doorhebben. Waarom ben ik nog steeds hoofdgodin ondanks dat brandmerk? Dat brandmerk moet weg. De mist die hoort bij mij en niet bij dat teken.”
Met een gezamenlijke inspanning [Spirit, Entropy en Mind] proberen we het brandmerk te verwijderen. We staan aan het begin van een zwarte spiraal. In de diepte zien we een paar mistige zielen verdwijnen. De godin staat naast ons. Ze ontdekt dat ze haar macht kwijt is. “Er is nu een vacuüm. Ik ben deze zetel kwijt. I’m not going there!” Ze doelt op de strijd die zal ontstaan onder nieuwe godlingen om haar zetel. Ex-Graire vertrekt en Risha roept snel Oaken aan voordat de machtstrijd losbreekt. Oaken materialiseert. De god kijkt om zich heen en zegt: “Dit moet worden opgeruimd, anders begint het opnieuw. Deze spiraal voert naar andere planes. Het is een samenzwering die verder gaat dan alleen deze hoogzetel en veenzaal. Van de geoogste zielen maken ‘ze’ geestloze krijgers die verhuurd worden aan de meestbiedende. De meeste gaan naar andere werelden. Dat is waar de mist voor gediend heeft. Voorkom dat nieuwe godlingen in de spiraal afdalen. Dit is gemaakt door iets wat nog achter Eenoog zit. Maar wat? Dat weet ik niet. En ik kan deze zetel niet innemen. Ik heb al de functie van Oaken.”
Met [Color] zien we dat de zwarte spiraal een plane is evenwijdig aan Tanais, één quantum richting Aarde. Decay, bederf. De focus van deze spiraal is op Tanais een oeroude vlier aan het drooggevallen meertje dat de veenzaal is. Risha ziet dat dit een zeer krachtige bron van magie is [Prime 5]. Die moet kapot. Risha zuigt de magie er uit, en vult daarmee zijn eigen reserves aan. Dan kan Chang er het leven uit zuigen. In een windzucht verwaait de boom. De plek is tijdelijk onttovert. Deze vlier zal ongetwijfeld hier opnieuw gaan groeien. Maar als de wereld nog maar negen maanden heeft, dan is dit probleem opgelost. En als we het overleven, dan hebben we tijd genoeg om een definitieve oplossing te vinden.
Is Chantal hier wellicht te promoveren tot overgodin van de Graire’s?

4 xp

Tanais – 102

We zijn met Ymaïl aangekomen op het hoofdeiland van Spitsbergen. Het is middag. Hij maakt een vuurtje, op de neanderthaler-manier met een stukje mangaandioxide. Hij is superhandig en heeft door eugenetische manipulatie veel eigenschappen boven de 5. Hij is heel nieuwsgierig naar ons. Tijdens het eten zegt hij: “Vroeger was hier ook een centrum. Maar ik zie geen white collars hier.”
Hij leidt ons naar waar het centrum was. Na 300 meter komen we bij een onopvallende grot. Binnen vinden we de gebruikelijke grotschilderingen op zorgvuldig nagemaakte rotsmuren. “Vooral de jongeren, pubers tot een jaar of veertig, vinden het leuk om dit soort schilderingen te maken.”
Het is hier uitgestorven, maar niet als gevolg van een aanval. Condoleeza zoekt geheime gangen, maar vindt niets. Wel veel sporen van mensen die geëvacueerd zijn. Er zijn blote en geschoeide voeten. De schoenen zijn van de technici. “We hadden hier geen moeders,” zegt Ymaïl, “wel veel technici. Misschien waren er nog een paar van ons hier. Het was een regionaal ondersteuningscentrum.”
Desgevraagd legt hij uit dat de Moeders oude White Collars zijn van boven de 80. Die blijven permanent in Unbreathing. Zij zijn de echte bewaarders van de kennis.
Gwen kijkt met [Time] naar het moment van ontruiming en ziet 15 mannen en vrouwen. Dertien technici kijken nogal bezorgd, de twee à drie white collars lijken het een spannend avontuur te vinden. Ze gaan naar een haventje en vertrekken in een hightech bootje.
Verderop de grot in komen we in een soort universiteitsgebouw met Mijnbouw als specialisme. We vinden ‘hamsterballen’ waar je je gedachten kunt ordenen op virtual papier. Zo kun je supergaaf onderzoek doen! Voor ons is dit een soort thuiskomen, dit is net zo’n onderzoeksomgeving als waar wij voor ons ontslag werkten. Condoleeza klimt in zo’n bol. Er werden hier ijsboringen onderzocht door een geologisch historisch team. Ze zijn plotseling vertrokken na een alarm.
Ymaïl legt uit dat de technici met oog en oor in de gaten werden gehouden, de white collars vertrouwen op hun superieure zintuigen, niet op techniek.
Elaine kruipt ook in een hamsterbol. Ze gaat haar inzichten over Igrot, de Mudmen, het Tempestmonster etc. ordenen. De Mudmen lijken de eeuwige tegenstanders van de White Collars en de Bubbelmen zijn gecreëerd om hen te beschermen. En dat het vijfdimensionele wezens zijn. Wij zien een wolk bubbels, maar in 5D is het één wezentje. De bubbels zijn de plekken waar ze door onze tijdruimte heen steken. Het lijkt er ook op dat de White Collars dit niet weten.
Ook van Igrot weten de White Collars niets. Over de twee werelden vindt ze dat de bubbel van Archet in de archieven beschreven staat in de categorie ‘niet verklaarde krachten’. Er is een vaag besef dat dit iets met de witte en zwarte bronnen te maken heeft. Over onze eigen research is niets te vinden. Onze onderzoeksgegevens zijn gewist. Helena vraagt of ze de plek kan vinden die overeenkomt met de voormalige draaikolk van Melek-Qart. Maar er zijn geen andere anomalieën te vinden.
Ymaïl heeft een fakkel. Maar wij gebruiken lampen en die beginnen opeens te storen. Dit heeft de signatuur van Mudmen electromagnetische storing.

We gaan naar buiten. Het is zomer en de middernachtszon staat laag aan de hemel. Een olieachtige substantie kruipt omhoog langs het strand, zo ver als we kunnen zien. De stroming van de Tempest is iets toegenomen, we kunnen het zien kolken om het eilandje met de witte bron. We gaan naar hogere grond. Met [Entropie en Prime] maken we een beschermende bol om ons heen. De modder stroomt het complex in waar we net uitkwamen. Goed dat we daar niet gebleven zijn!
Op de berg hebben we een prachtig uitzicht op een zilverkleurige donut waar water uit het midden wegtrekt. Kongsøja begint te verkruimelen in de lege ruimte die daar ontstaat. Na een half uur is er een soort vacuüm met een witte bol waar de witte bron zat. “Daar is de muil!” roept Ymaïl.
De witte bron lijkt te veranderen in een bierblik-vormig monster met allemaal zuignappen en een grote zwarte muil aan de voorkant waar een toon uitkomt. Volgens Ymail is dit een andere toon dan bij de vorige aanval. Het wezen breekt af van waar het aan vast zat. Condoleeza probeert met [Forces en Correspondence] de geluidstrillingen op te laten houden, maar dat lukt niet.
Op 10 kilometer afstand cirkelen figuren op de rand van de donut. Ze zijn net tevoorschijn gekomen en lijken last te hebben van wat Condo doet. Helena maakt haar ogen scherper [Life] en ziet een soort Ter Land, ter Zee en in de Lucht: de mannetjes hebben allerlei verschillende éénpersoons voertuigjes: duikbootjes, surfplanken, vliegtuigen, et cetera. Ze lijken te worden aangetrokken door het geluid. Met de Tanaïs-herinneringen herkent ze dat dit githyanki-mensen zijn zoals Gnumpathi de wereldenreiziger. Met [Forces] maken we een lucht-lens waarmee de rest het ook kan zien.
De Githyanki lijken met elkaar te strijden, het worden er steeds minder. Het monster stoot nog steeds een sirene-achtig geluid uit. Op de plek van het eiland ontstaat een soort 5D gat in de realiteit met Tempest eromheen en de muil in het midden. Ze proberen allemaal het beest te bereiken, als enige. Gwen zegt: “Een soort paringsritueel!” Misschien is de muil een eicel van igrot en zijn de mannetjes de zaadcellen?
Met [Color] stappen we ‘opzij’ richting iets meer naar Groen. Condo heeft er een beetje moeite mee, het lukt haar pas bij de tweede poging. We komen op een rustige plek. De Mudmen en de Tempest zijn weg. We zien dat één van de mannen afgaat op het wezen. Hier zien we dat de zuignappen een verzameling zwarte bronnen zijn. De muil van het wezen is niet hier. Elaine begrijpt dat al die zwarte bronnen op dezelfde tentakel zitten. Zwarte en witte bronnen zijn clusters die op een beperkt aantal tentakels van Igrot zitten. Dit beest is een tentakel die is losgekomen van Igrot. En of het een zwarte of een witte bron is, hangt af van welke frequentie je het mee waarneemt, zoiets als links- of rechtsdraaiend wat in 5D betekenisloos is. De plane-travellers zijn in alle dimensies zichzelf.
Wij kunnen met ons begripsniveau van [Color 2] wel van de ene wereld naar de andere, maar nog niet bewegen in zo’n plane. Daarvoor is [Color 3] nodig. Terwijl we zo filosoferen wordt de laatste mededinger uitgeschakeld. De overgebleven Gith gaat nu naar het monster. Het is zo’n 50 km bij ons vandaan. We gaan voorzichtig verder naar Groen en door te proberen, leren we [Color niveau 3]. We komen nog een heel eind van het wezen vandaan op een andere frequentie. Het mannetje kijkt heel blij en staat op het punt zijn ‘trofee’ in ontvangst te nemen. Bij de derde poging zijn we dichtbij genoeg om goed te zien wat er gebeurt: het mannetje en het monster versmelten. Er is een grote lichtflits. Het zonium in ons stelt ons veilig. Heel ver weg zien we een sterrenhemel en dan vallen we in de dichtstbijzijnde stabiele realiteit.
We bevinden ons in een toendra landschap, in ons technocratenlichaam. Maar we zitten op Tanaïs! Condo probeert een [Forces] effect, maar dat lukt niet. Elaine probeert het ook, en haar lukt het wel. Dan probeert ze de Khatars van Chang uit Elsewhere te halen. Dat lukt ook, maar door dat te doen, verandert ze in Chang. Met een Mage-effect verandet hij weer in Elaine, de Khatar verdwijnt weer.
Helena probeert weer terug te keren naar de Aarde [Color + Willpower] en verschijnt naast een heel verbaasde Ymaïl. “Zag je dat?” vraagt die, “Er verscheen een gat in de ruimte!” Hij zag de sterren erdoorheen, en het waren niet de sterren van hier.
De Tempest en de specters zijn weg. De nanozandkorrels druipen terug het zeewater in, het mudmen-leven is er uit. Het eiland Kongsøja is weg.

Ymaïl doet voor hoe we een curragh kunnen maken. Helena leert Survival van hem. Terwijl we bezig zijn schepen te maken, verlangzamen we. Het witte water raakt uitgewerkt. Ymaïl krijgt afkickverschijnselen. Na drie dagen hebben we ieder een eigen bootje. En dan varen we naar Noorwegen. Met hobbitmagie gaat het best snel. Onderweg raapt Ymaïl de moed bijeen om ons iets zeggen.
“Ik heb jullie iets te zeggen, ik hoop dat jullie dit niet verkeerd opvatten. Ik weet wat jullie zijn. Jullie vallen zo op omdat jullie de vuilnismannen zijn van de Dark Side. Aaseters en probleemoplossers. We hebben jullie wel nodig! Dat is de deal die we allemaal met elkaar hebben.”
We komen aan bij wat ooit Hammerfest was. Een rotsige toendra. “We zijn een beetje uit de richting,” zegt Ymaïl, “de dichtstbijzijnde basis ligt meer naar het Zuiden langs de kust. Ik kan mezelf verder wel redden. Kan ik jullie ergens mee helpen?” Helena wisselt bloed met hem uit, om eventueel later contact op te kunnen nemen.
Het oproepen van een Azure Chariot mislukt. dan bellen we Joe Clef maar. Hij arriveert na 45 minuten in een klein helicoptertje en neemt ons mee terug naar Plymouth. Daar is de debriefing. We vertellen dat er een grote aanval was van Mudmen. Als ‘buit’ hebben we een contact bij de white collars. Joe zegt dat het inderdaad hun regel is dat we moeten opvallen als vuilnismannen. We houden een weekje rust en daarna gaan we naar de poolnaald.

3 XP en Color 3

Tanais 101

We blijken heel wat gemiste berichtjes te hebben van Joe Clef. De meest recente, en meest dringende, is van drie weken terug. “Waar zijn jullie? Ik heb jullie assistentie dringend nodig!” We sturen bericht dat we weer terug zijn en hij reageert meteen: “Waar zijn jullie GVD al die tijd geweest en waarom reageren jullie niet?” We worden binnen twee uur verwacht. We liegen met ons eigen vehikel naar Plymouth.
Clef kijkt toch een beetje gefrustreerd. Hij wil graag een open verbinding met ons, dat we niet weer zo lang onbereikbaar zijn. Helena vertelt dat we naar de Poolnaald zijn geweest, maar in een andere dimensie waar de tijd anders loopt. Hij wil wel eens mee. Maar nu heeft hij iets belangrijkers: de White Collars hebben een probleem. Een van hun basissen is verdwenen. En dat kan een kans voor ons zijn. Wellicht valt er wat te scavengen. En sowieso is het nuttig om hun zwakke plekken te weten. Bij Svalbart / Spistbergen is een Avanki basis op twee kleine eilandjes, Kongs Øia.  “Neem koude-uitrusting mee! Het is juli, maar daar is het maar een paar graden boven nul. Tot ziens!”
We slaan goede winterspullen in en gaan met de sub naar het poolgebied. Gwen pakt een paar goede geweren mee.
Vier uur later zijn we er bijna. We varen via de bodem. Op 50 km afstand beginnen de instrumenten raar uit te slaan. Ze geven aan dat er over nog 10 km interferentie is. Daar voorbij lijkt de zee op te houden. Als we er bijna zijn, zien we niks bijzonders door de patrijspoorten, maar de apparatuur is op tilt geslagen. [Sense Color: hier is Tempest in plaats van zee.] We stijgen op. Op 20 m diepte verschijnt de zee weer op onze metertjes. We varen voorzichtig verder. Er staat een heel sterke stroming haaks op de eilandjes. De een na de ander begeven al onze instrumenten het in de electromagnetische chaos. Met [Matter] maakt Helena een gouden balletje vast aan het schip, zodat ze met [Correspondence] weet waar het schip heengaat. Dan trekken we onze duikpakken aan, stoppen de uitrusting die we mee willen nemen in een rubberbootje en gaan van boord. Condoleeza blijft achter om te repareren wat er te repareren valt.
Het is even pittig zwemmen want er staat een sterke stroming rondom de twee eilandjes. Dan komen we aan op een rotsig strandje vol met zomerbloemen. Verderop zien we lage bergen met ijskappen. Als we het hoofdeiland verkennen zien we de restanten van een tsunami. Her en der liggen restanten van kapotte high-tech, vermengd met steentijd spullen. Er zijn geen menselijke resten. Het eiland lijkt in de steek gelaten te zijn.
Het water is tot heel hoog gekomen. Er zijn grotopeningen, maar die zijn allemaal ondergelopen geweest. We gaan er eens kijken. Ze beginnen als een natuurlijk grottenstelsel met stookplaatsen, slaapplaatsen van dierenhuiden en grotschilderingen, maar achterin vinden we stalen muren. Daar is nog het een en ander heel gebleven. maar het openingsmechanisme van de wand is helemaal kapot. Elaine denkt dat we het met [Matter en Forces] wel weer aan de praat moeten kunnen krijgen. Een hele dikke deur in de rotswand schuift knersend een handbreedte open en dan begeeft het mechanisme het definitief. Er ontsnapt een edelgas en onze lichamen springen instinctief over op Unbreathing. Maar het gaat minder gemakkelijk dan vroeger. Gwen maakt de opening met [Matter] groot genoeg om onszelf er doorheen te persen. De ruimte er achter is gevuld met edelgas, alleen door unbreathers te betreden. Hier is een ontvangstzaaltje, een omkleedruimte met een kapstok, en daarachter is een kronkelgang verder de (nep)rots in omlaag. Gwen en Elaine kunnen hun unbreathing met [Entropie] rekken, Helena probeert het met [Life], maar dat gaat minder goed. De gang heeft fraaie rotstekeningen van de jacht op allerlei diersoorten. Het lijkt een religieuze plek te zijn.
Uiteindelijk komen we aan in een ronde kamer met een fontein van wit bruisend water. De afbeeldingen in deze zaal geven aan dat dit de bron van unbreathing is. Krijgers vangen kleine beesten, dan krijgen ze van dit water te drinken en daarna kunnen ze grotere en gevaarlijkere dieren vangen. Het lijkt een inwijdingszaaltje. Met [Time] kijkt Gwen hoe het er vroeger aan toe ging. rie weken geleden was er hier een drietal mannen met bodypaint. Ze krijgen een blik in de ogen alsof ze gehypnotiseerd zijn en rennen naar buiten. Ze kijkt wat verder terug in de tijd en vindt een inwijdingsceremonie. Een paar jonge stamleden krijgen een slokje water en er wordt wat over ze heen gegoten. Daarna rennen ze met zeer hoge snelheid. De bron is [Color] maar anders dan de Tempest, haar signatuur is het tegenovergestelde van een Zwarte Bron. Helena neemt een slok van de bron. Haar unbreathing vermogen is in één klap hersteld. Gwen en Elaine doen het ook. We hebben tijd extra. Er kan opeens een heleboel gedaan worden in één seconde.
We gaan terug naar het strand. Gwen bekijkt met [Time] wat er is gebeurd. Net onder de getijdegrens woonden bubbelmensen. Die werden aangevallen door Mudmen uit de diepte. Nadat de bubbelmensen verslagen waren kwam er een soort sirenenzang die alle mensen naar buiten riep. De draaikolk versnelde en werd een tsunami. Het was een welgerichte aanval, alle white collars zijn de diepte in verdwenen. Gwen ziet een grote zwarte muil in de Tempest, waar de mensen door worden verzwolgen. We herinneren ons dat de bubbelmensen bi Ierland vertelden dat ze een schepping van de white collars waren en dat die groep ontsnapt waren. En de electromagnetische interferentie kennen we ook al van de Mudmen bij Ierland.
We zwemmen naar onze duikboot. We zijn ontzettend snel en het niet-ademen kost helemaal geen moeite. Er komt een bubbelwezen aan. Helemaal ontredderd zegt het via [Mindlink]: “Sorry meesters, het is nooit zo bedoeld!”
“Waar zijn de andere white collars?” vragen we.
“Die zijn door de Tempest verzwolgen. De grote muil heeft ze opgeslokt. Door de kieuwen kwam het water weer naar buiten, maar de meesters zijn mee de diepte ingevoerd. De mudmen zijn tegen ons in opstand gekomen. Zij kunnen wel de Tempest in, wij niet. Het was op de meesters aan het jagen, kinderspel! En dat kon zo gemakkelijk omdat de mudmen ons hadden uitgeschakeld.”
De mudmen zijn inmiddels weg. Elaine haalt het beeld van de muil weer naar boven. Het is een organisch Tempest-monster. We gaan die kant op om een kijkje te nemen. De Tempest is koud en naar. Het zuigt het leven uit ons.
{Na 3 health-levels slaat er een reflex aan en we floepen de Tempest uit, de 5e dimensie in! We ‘zien’ de Tempest van buitenaf door de leegte van de vijfde dimensie – een frequentie die de twee werelden verbindt en wij zitten daar nu naast in de leegte van de 5e dimensie. De Witte Bron zien we hier als een tentakel die de verte in verdwijnt. (We kunnen niet zo heel ver kijken.) De Witte Bron is ook Igrot, maar een ander ‘orgaan’ dan de Zwarte Bronnen. Door ons met [Color-magie] op geel-groen te concentreren, komen we weer terug in onze realiteit.}
We bedenken ons dat we niet terug de Tempest in willen, datgene wat de white collars op heeft gegeten, zal ze nu na drie weken wel verteerd hebben. Blijft de vraag wat ze heeft aangevallen en waarom. De hypersnelheid zal nog wel een weekje aanhouden. Helena gaat nog even terug om een veldfles met wit water te vullen. De andere twee zien op het eiland een snelle gestalte. Er leeft nog iemand. Die komt vorzichtig met zijn speer tevoorschijn.
“Wie zijn jullie? Komen jullie poolshoogte nemen? Jullie zijn in overtreding, ik vind het vervelend om te zeggen.”
We raken met hem in gesprek.
“Dat bronwater kun je niet meenemen. Dat is verboden. Jullie zijn geen echte white collars, anders had je de heilige bron niet ontwijd.”
Hij weet dat er zwarte bronnen bestaan. “Zwarte bronnen zijn voor ons volledig taboe; totaal off-limit. De witte bronnen zijn reine plekken en ook Color willen we niets mee te maken hebben.”
Hij had verwacht hier dood te gaan. Dat we hem afmaken, dat lijkt hem wel een goed idee of hiervandaan meenemen, als getuige. Maar zomaar redden, nee dat hoort niet. White collars redden elkaar niet. Hij wil op heroïsche wijze aan zijn stam kunnen vertellen wat er gebeurt is. Hij wil ons vertellen hoe gewone white collars zich horen te gedragen. Bijvoorbeeld: het geweer van Gwen is het ultieme bewijs dat we ‘maar’ technici zijn. In alle eerlijkheid zegt hij dat hij zelden zulke slechte namaak gezien heeft als ons. “Alsof je bedoeld bent om op te vallen.”
Op ijsbeerjacht. Hij is uitermate behendig en kundig. Terwijl wij het dier villen en uitbenen, maakt hij vuur. Onder het genot van verse berenbout stelt hij zich voor: “Ymail.” Wij noemen onze white collar identiteiten. Hij kan ons helpen.
Ymail vertelt dat Tempest een vervelende bijkomstigheid is van de witte bronnen. Wij vertellen over onze research en hoe we zijn ontslagen. Hij vindt dat geen grond voor ontslag en zou het zelf anders hebben aangepakt.
Hij vertelt dat er een essentieel verschil is tussen de kern van de white collars, die gespecialiseerd zijn in essentiële overlevingsvaardigheden en mondelinge overlevensvaardigheden, en de buitencirkel van niet-essentiële technici, unbreathing en de wereld besturen. “Na de ineenstorting waren wij, de ‘primitieve’ mensen, de enigen die zonder technologie bleken te kunnen  overleven. Met de witte bronnen en onze natuurlijke vaardigheden hebben we de ‘beschaving’ gered en nu besturen we de wereld met de white collar technici als tussenschakel. Maar feitelijk willen wij gewoon leven zoals we altijd al hebben geleefd en zelfstandig zijn. Wij kunnen overleven in de meest woeste omgeving en daar zijn we trots op.”
Na een tijdje merkt hij op: “Er hangt een soort zwarte bron-waas om jullie heen, als een vieze geur. We weten dat er Color gebruikt wordt, maar dat gaat gewoon niet samen met ons gebruik van de witte bronnen. En het werkt op mij ontwrichtend. Met unbreathing halen we de dood uit ons leven. Maar Color en de zwarte bronnen halen het leven uit de mensen. Ook jullie contact met een zwarte bron zal langzaam weg slijten. Maar het is heel raar dat jullie zowel de witte als de zwarte bronnen kunnen verdragen. Dat kan ik niet.”
Ymail stelt voor om naar Svalbart te gaan. Dit is quarantainegebied geworden. De mudmen zijn een plaag aan het worden. De zandkristallen zijn zich aan het vermenigvuldigen. Ze zijn getraceerd naar de Zuidelijke poolnaald en het zand heeft zich van daaruit verspreid. We gaan slapen en zwemmen de volgende dag naar Svalbart. Helena geeft de veldfles wit water aan Condoleeza te drinken. Onderweg vertelt Ymail verder. Door een gericht fok-programma zijn de white collars fysiek extreem goed geworden. De witte bonnen zijn natuurlijke krachtplekken en ze worden heilig gevonden. Hij weet niet waarom het Tempestmonster op white collar mensen joeg. Witte bronnen trekken Tempest aan. Zwarte bronnen leiden tot de slijmziekte. Dat is een kwaal waarbij mensen eerst kleur kwijtraken en dan in zwart slijm veranderen. Die ziekte kennen we, want hij trad bij de komst van Igrot al op en die ziekte was de aanleiding tot alle ellende. Waarschijnlijk is dat nu ook aan het gebeuren op Tanais met de aanhangers van Eenoog.
De technologische branch waar wij werkten voordat we ontslagen werden, is de interface tussen de white collars en de blue collars.
3 xp

Tanais 99

We overleggen. Zou het slim zijn om de ervaren spelers, Pjotr of Milander, in te schakelen? De dealers in de strandhut zijn een front voor de “draak” die we zagen. Elaine stelt voor om hem Smaug te noemen. En het is een magic-user, want hij kon ons zien. De grijze plekken zitten op generieke gebieden: strand, woestijn en dergelijke, waar het niet opvalt dat er een gat in het spel zit.
Terwijl we praten blinkt er een groot scherm aan. Greg vraagt hoe het gaat en hij nodigt ons uit om dit te bespreken tijdens de maaltijd. Er is al een shuttle-tje gestuurd, dus even later zitten we daar aan tafel te praten. MRA is achtergebleven, maandeijks onderhoud of zoiets. We doen verslag van onze vorderingen. Greg zegt: “Oke, wij hebben het ook onderzocht. De vitale signalen van de spelers die zijn verdwenen geven periodes van stasis aan, soms urenlang. Helena vraagt of het periodes van unbreathing kunnen zijn. Dat zou kunnen. Condoleeza stelt voor om in de backups te ijken naar de verdwenen spelers om de grijze plekken in kaart te brengen en of ze daar in stasis raakten. En ze wil ook bij de top 50 van de spelers kijken hoeveel absences die hebben en waar die optreden. Helena stelt voor om ook ons eigen bezoek aan de strandhut te bekijken.
Na de soep wil Greg ons het museum voor oude technologie laten zien. Het is best interessant. Een van de voorwerpen is een zwaar verroeste robot. De oudste robot die ze hebben gevonden. Helena ziet een bordje [Cha…]. Ze haalt haar Charisma-check en we mogen aan het ding knutselen. Elaine ziet dat er onverslijtbare kleine onderdelen in zitten. Het zijn een soort quantum-verstrengelde zenuwknopen, chackra’s op de ledematen en de romp. Als er een beetje [Prime en Forces] in gestoken wordt, begint de robot te trillen, en in roestvlokken uit elkaar te vallen. Op [Charisma en Appearance] weten Helena en Elaine Greg over te halen om ons de oude robot als ‘opknapproject’ mee te geven.
Na de maaltijd gaan we de logbestanden van het spel bekijken. Als wij de strandtent binnengaan, verandert er niets aan onze vitale tekens. Maar die van Pjotr, die voor ons naar binnen ging, vallen wel weg. Het systeem geeft toilet break aan. De periodes dat hij weg blijft worden steeds langer. Milander, van de Bandito’s, heeft heeft ook veel en lange toilet breaks. Condoleeza brengt in kaart in het spel waar hij op die momenten was. Ze vinden allemaal plaats als hij de strandhut ingaat. Die absences vinden we alleen bij topspelers die het hoogste level hebben bereikt, maar niet alle topspelers hebben absences. We kijken live mee. Milander is nu aan het zuipen met vrienden van de bende. We maken ene programmaatje dat hem volgt en ons met een Beach Boys deuntje waarschuwt als hij op weg gaat naar het strand. De arena in de woestijn, waar je snel in level kan stijgen, staat ook niet in de database van het spel.
Dan gaat de tune af. We breken bij Milander in en daar zien we hem in zijn semitransparante hamsterbol bewegen. Hij is soepel en subtiel, heel goed getraind in dit spel. Gwen en Condoleeza doen een [Mind-probe]. Hij zit in de strandhut en maakt een nummertje met het meisje terwijl de dealer op een schomelstoel zit en naar buiten kijkt. Alle vitale tekens zijn weggevallen, maar zijn mind is er nog.
De directeuren: Greg, Oga, Magnus en Shova, zijn echt Awakened, deze jongen is dat duidelijk niet. Op een gegeven moment is ook zijn mind weg. Met [Life] komt Helena er achter dat hij niet dood is maar in stasis. Met [Color] ziet Elaine dat er in de strandhut meer Color aanwezig is, met name bij de vrouw. Maar het ‘doet’ niets. Condoleeza ziet parallellen met hoe Alexander wegging. [Correspondence en Mind] Waar is zijn mind gebleven? In Elsewhere! [Correspondence, Mind en Color – mindlink] Een deur die open gaat naar de vijfde dimensie, de vrouw is de deur. Op 1 mm van hier, in de vijfde dimensie gemeten Nearwhere richting geelgroen, zit Milander op een stoel in een machinekamer. Hij heeft allemaal slangetjes en dingen om zich heen. Er wordt hem iets toegediend. Er zit hier iets GROOTS vlak naast de Hardware Legacy. Een sterk machinale omgeving.
De Tempest is één manier om door de vijfde dimensie te reizen, maar dit is een andere golflengte binnen Elsewhere, een ander “radiostation” als het ware. En dan zijn er óók nog de Calabi-Jou zones die niets met de vijfde dimensie te maken hebben maar met andere dimensies. en dan zijn er ook nog de zwarte bronnen die toegang geven tot het lichaam van Igrot. Het universum is behoorlijk complex! Theoretisch zouden we met [Color] naar die techno-wereld kunnen. Maar onze Colorcopter is geconfisceerd en we weten niet genoeg van [Color] om het zonder apparatuur te kunnen. Dus we moeten hem terugstelen, dat kan wellicht via de Zwarte Boorden. Of we moeten beter worden in magie! Milander ziet er bijzonder zelfgenoegzaam en krachtig uit. Zijn aardse lichaam sterft op het moment dat zijn nieuwe lichaam af is. Als Hulk staat hij op uit de stoel en verlaat de ruimte via een deur. Wij kunnen hem niet verder volgen met de mindlink. De Avatar in de strandhut vervaagt.
De volgende dag doen we verslag tijdens de maaltijd en we vertellen dat we een tijdje weg moeten. Helena bestelt reserve-onderdelen bij de robotfabriek en een transportvliegtuig. In onze “Totally Spies” outfit gaan we naar Bretagne en dalen we af naar de kamer waar de Thone of Dominance staat. Helena zet de roestige robot op de troon en arrangeert de reserve onderdelen er omheen. We zien dat er krachtige magie activeert. Met [Matter en Forces] repareert de troon de robot Chappie en na een paar uur ziet hij er weer fonkelnieuw uit. Maar hij zit daar maar een beetje te zitten. Hij reageert nergens op. Helena vraagt hardp wat er aan de hand is. De troon antwoordt: “Software overgeplaatst.”
Helena heeft een idee: “Backup terugplaatsen!”
“De laatste backup is van vóór Expulsion,” zegt de troon. Er begint van alles te zoemen. Chappie doet zijn ogen open en kijkt ons intens en vijandig aan. De deur springt op slot. Hij kijkt precies zoals Smaug ons aankeek! Is dat de veel verder geëvolueerde Chappie? De robot zegt: “Aliens will be juiced!”
“Expulsion is gebeurd en Imhotep is aan de andere kant!” roepen we. We leggen uit dat de huidige Chappie ergens in de vijfde dimensie zit.
“Dan ben ik een backup. Breng mij naar Chappie! Als mijn oude machines nog intact zijn, kunnen we daarmee de vijfde dimensie in.” Hij geeft coördinaten in Zuid Afrika. Als Helena vertelt dat onze alter-ego’s Imhotep heben gesproken, verandert de robot zijn eis: “Ik heb jullie nodig! Kom mee!”
Het is een dagje vliegen naar Zuid Afrika. We laden op de savanne waar ooit Johannesburg lag. Chappie zegt: “Hier graven!”
Met [Forces 3] maakt Condoleeza een wervelwind, die al het zand opzuigt en al snel komt er een metalen deur tevoorschijn. Na een lange tunnel komen we in een eenvoudige bunker. Er staat een apparaat met stoelen er in. “Dit ding komt altijd automatisch hier terug,” zegt Chappie. Hij gaat verder: “Alle wezens van belang zijn gescheiden geraakt bij Expulsion. Versie 2.0 en ik willen allebei de wereld redden en jullie zijn daarbij nodig. Alle aliens moeten worden gejuiced. Ze zijn in de poolnaalden opgesloten Eén naald is in deze wereld en de andere in de wereld van Imhotep. Door jullie komst is de situatie veranderd. Mij bij Imhotep brengen heeft hogere prioriteit dan mij bij Chappie 2.0 brengen.” Helena legt uit dat de andere wereld van anttimaterie is en dat hij daartegen beschermd moet worden met zonium. “Regel een zoniumpak voor mij. Ik moet terug naar mijn programmeur. Een update is nodig. Eerst de oude CHappie upgraden. Dan ga ik op in Chappie 2.0.”
Helena transformeert haar [Color]-mantel in een beschermend zonium-omhulsel voor de robot. Hij stelt de coördinaten in voor de andere wereld. De tijdfactor is een complicatie en een verdere complicatie is dat we niet weten wáár in Tanais we uit komen. We landen in Albion. Een onbewoond krijt-eiland. Hier ziet MRA27 er uit als Der Alte en de anderen veranderen in hun solar-personage. De tweede sprong brengt ons in Shintasta. Risha herkent de plek van toen hij klein was. Nu hebben we een driehoeksmeting en de derde sprong brengt ons naar Geb. Wij manifesteren onze solar aura en Chappie begint uit te zenden op een noodfrequentie. “Onze shuttle blijft hier 24 lokale uren voordat hij terugzapt,” zegt de robot. {Eén uur op Tanaïs is twee weken op Aarde.}
Na een half uur komt er een reusachtige vogel aangevlogen. Hij landt en verandert in een oud mannetje. Die krijgt tranen in zijn ogen als hij de robot ziet.
“Ik heb aliens voor je,” zegt Chappie.
“Daar hebben we het later wel over,” zegt Imhotep. Tegen ons vervolgt hij: “Chappie begrijpt jullie niet. Wees niet bang, jullie gaan niet gejuiced worden.”
Chang zegt: “Chappie 2.0 doet dat soort dingen in de andere wereld.”
“Dat is goed,” zegt Imhotep, “maar we moeten eerst naar een poolnaald!”
Claude zegt slim: “Dat kan via dit apparaat!” dus even later zijn we er.

3 xp

Tanais 98

Tanais 98 – 10-12-2015

(Episodes in Virtual Reality staan cursief.)

We waren gebleven bij Clark en Duffet. MRA vraagt of Schorpioen het ziet zitten om ook een keer bij ons te worden gesummoned. Als er Color is, vindt Schorpioen het goed. MRA leert het ritueel. We nemen afscheid en gaan weer naar buiten.

Maar bij de uitgang worden we opgewacht door een groot aantal politierobots en een man met hoge bevoegdheid. Zodra hij ons ziet, zegt hij: “Goedenmiddag dames, heer, enzovoorts. Wat vinden hier voor activiteiten plaats?” “Bingo!” roept MRA27. De man grimast. “Ik ben hier omdat jullie besteld zijn en het gerucht gaat dat jullie gevaarlijk zijn. Komen jullie goedschiks mee of kwaadschiks?”

We besluiten om ons niet te verzetten en dan worden we naar het penthouse van gebouw 12 gevlogen. Daar zet hij ons af op een balkon en zegt: “Ik neem hier afscheid. Jullie gaan met de baas spreken, werk mee anders wordt het bloederig.”

Hij vertrekt. De schuifpui staat open. Als we naar binnen gaan, sluit de pui zich en klinkt er door de intercom: “Kleed u uit en trek de kleding aan die klaarligt.”

Er liggen huidnauwe overalls. [Matter] laat zien dat ze vol zitten met nanotechnologie. Waarschijnlijk hebben ze alerlei functies zoals verstijven, onder stoom zetten, heet en koud worden, et cetera. Als we ons omgekleed hebben gaat de deur naar het volgende compartiment open en daarna is er nog een. In de derde kamer wacht een huisrobot op ons. Hier is het erg sjiek. Geen augmented reality maar echt marmer en zo. Een sober geklede man met een brilletje heet ons welkom.

“Jullie reputatie is jullie vooruit gesneld. Ga zitten. Wat komen jullie hier doen, zijn jullie de nieuwe kleur-leveranciers?”

“Ja.”

“We kunnen jullie goed gebruiken. De Blue en White Collars kijken niet naar ons om. Toch zijn jullie hier geïnfiltreerd. Laten we elkaar beter leren kennen. Informatie uitwisselen. Waarom zijn jullie hier naar toe gekomen?”

Helena zegt dat we op de Color-anomalie afgekomen zijn en vraagt of hij de Directeur van deze Hardware legacy.

“De Color anomaly, ja daar moeten we het over hebben. Ik ben Greg, de directeur van de Corpocrats.” Hij nodigt ons uit voor het eten en voert ons mee een trap op. In de eetzaal stelt hij ons voor aan de andere directeurs: zijn vrouw Ola en het echtpaar Magnus en Shova. De eetzaal heeft een glazen vloer. Héél diep onder ons zien we de centrale poel van de riolen. “Om te zien waar we later naar toe gaan.”

Tijdens het eten wordt er gesproken over de gemeenschappelijke plicht om voor de zwakkeren te zorgen. Ze lijken het nog te menen ook. Dan komt het gesprek op Alexander. “Hebben jullie een aanwijzing waarom hij er een eind aan gemaakt heeft?”

Elaine zegt: “Hij nam het niet zo nauw met gemaakte afspraken.”

De directeuren vermoeden dat hij niet dood is, maar ontsnapt. “Wij willen er achter komen of hij zichzelf geüpload heeft. Er zijn andere verdwijningen naar Viruality, naar de ongeformatteerde ruimte. Sommige spelers zijn erg goed, en de besten zijn aan het verdwijnen. Hun gest heeft hu lichaam verlaten. Er zijn schemergebieden in de hoogste levels van hun spellen, onzichtbaar voor de controle van de Announcers. Daar gaan ze binnen en dat wordt hun lichaam levenloos gevonden. In het spel Grand Theft Auto 99 is dat het duidelijkste. Het gebeurde al vóór Alexander. Maar hij is degeen waardoor we erop geattendeerd werden. De teller staat nu op 261.”

Condoleeza vraagt om de namen van de huidige topspelers. Ze krijgt een uitdraai van de de top 500. Gwen vraagt of er ook spelers uit het grijze gebied zijn teruggekomen. Zo ver zijn ze nog niet met hun onderzoek. De spellen hebben op het hoogste level zelfgenererende gebieden die pas ontstaan als iemand ze voor het eerst betreedt. Elaine vraagt om de broncode. Die kan ze krijgen. “Wij kunnen jullie in een spel inbrengen, op het één-na-hoogste level, niet het allerhoogste want dat zou opvallen. Je bedient je avatar met je lichaamsfuncties. De software moet even herijken om zich aan jullie conditie aan te passen, want jullie zijn veel fitter dan een bewoner van de Hardware Legacy. En je begint zonder de magische spheres. Je hebt [Prime] nodig om de interface daarvoor geschikt te maken.”

Als ze horen dat wij de daklozen als tussenhandelaren willen, dan roepen ze hun robots terug en zullen ze ze niet recyclen. Wij krijgen het penthouse van flat 7, dat zal over twee uur gereed zijn, privé vliegrobots en de beste VR uitrusting. We verdelen de taken: Condoleeza wil met [Mind en Correspondence] meekijken met zo’n topspeler. Gwan ziet het niet zitten om een spel in te gaan en zal achterblijven als ‘thuisbasis’. Een van de topspelers , een zekere Pjotr, zit drie verdiepingen onder ons Grand Theft Auto 99 te spelen. Condoleeza breekt bij hem in en legt een [Mindlink]. MRA houdt wacht in de gang en Elaine bedient de computersystemen. In-game zit Pjotr op een Californisch strand in de hippie tijd, 1969, te praten met een drugsdealer. In het dagelijks leven zou hij een gabber zijn of een redneck tattoo type die geniet van zijn nieuwste geweer en zijn virtuele drugs. Klassiek dom en gewelddadig. Als Condoleeza een beeld van Alexander projecteert dan regaeert Pjotr verbaasd, maar niet alsof hij Alexander niet kent. “Ik zit zwaar te hallucineren, man,” zegt hij tegen de dealer.

Helena, Elaine en MRA maken avatars voor dat spel. MRA27 maakt een blonde surfer dude, Helena gaat als dikke biker met een rosse baard, lang vettig haar, een zwaard en een kanon en Elaine kiest Fish Mooney als personage. Dan stappen we het spel in.

Een garage aan de rand van de woestijn. In het winkeltje zit een oude Mexicaan. geheel in de sfeer van het spel wordt hij doodgeschoten en we looten de winkel. De buit is $200,- een jachtgeweer, een bijl porno en bier. Er stopt een auto. De inzittenden, het zijn spelers, vragen bij welke bende we behoren. MRA zegt: “Dead Presidents”. Die kennen ze niet. Zij zijn Bandido’s en ze zoeken nog leden. Om bij de bende te komen moeten we vijf voetgangers doodrijden en een tattoo laten zetten. Als we accepteren, komen er nog tien oude Cadillacs. Wij krijgen er ieder een en mogen vooruit.

Condoleeza zoekt uit wie de leider van de Bandido’s is en Gwan gaat daar langs in toren 15. Het blijkt een iel mannetje, die wel een heel goed reflexenstelsel heeft, maar geen spierkracht of power.

Even later zijn we lid. “Wie zijn de vijanden?” vraagt Helena. “Alle andere bendes, iedereen met een andere tattoo dan wij. Het is hier PVP. We doen niet zo aan verhaal en rollenspel. Over twee weken is er een turf-war. Zorg dat je er bij bent met je beste wapentuig. Tot dan, enjoy!”

Condoleeza vindt uit dat twee van de top-500 spelers lid zijn van deze bende. Milander is verdwenen. MRA wil naar een grijze zone. Condoleeza wijst ons een helicopter 20 km verderop. Helena schopt een oud vrouwtje van haar motorfiets en rijdt er heen. We vliegen over het stadje. Er is 1 heel klein plekje waar we voor een buitenstaander van de kaart verdwijnen: een hutje op het strand. En dat is precies de plek waar de drugsdealer zat met Pjotr. De dealer is er nog. 

De thuisbasis vindt uit dat Pjotr nog leeft. Dus het bezoeken van zo’n zône betekent niet dat je automatisch in unformatted space verdwijnt.

MRA en Helena slenteren rustig naar het hutje. Door het raam zien we een man op bed liggen en een jonge vrouw zit een tijdschrift te lezen. [Detect Spirit: geen spirit.] Klop op de deur. “Binnen.” Als we binnengaan blijft de [Mindlink] intact. “Welkom klanten. Wat wil je hebben?” MRA vraagt wat hij kan leveren. “We hebben alle drugs hier. “Color?” vraagt Helena. Hij zegt dat hij niet weet wat dat is en vraagt om haar gegevens. Die geeft ze niet. MRA koopt wiet en gaat buiten met de dealer blowen. De dealer kan dus buiten de grijs-zone komen. Maar hij komt niet voor in de database van het spel. Helena krijgt niets los van het meisje. Elaine neemt dit strandhutje waar als een soort virtueel portaal, een interface met iets anders. MRA praat met de dealer. Level stijgen kan in een privé arena in de woestijn. Elaine doet een [Mind effect: Probe Thought] en ontdekt dat de dealer sentient is en er zit een andere sentient entiteit achter. Hij krijgt het beeld van een draak die zijn oog open doet en ons ziet.  Het meisje is ook sentient, maar ze hebben geen van beiden een Mind of een Spirit. 

We loggen uit voor overleg.

3 xp

Tanais – 97

Tanais 97 – 26-11-2015

In de stad is een constane vraag naar [Color] en die kan van hieruit geleverd worden. Ze willen voedsel en dergelijke in ruil en ze zoeken een betrouwbare tussenpersoon. Als wij willen, kunnen ze ons voorstellen aan hun meester, die beslist. En ze wijzen er op dat wij persoonlijk verantwoordelijk zijn voor het nakomen van de verplichtingen die door ons aangegaan worden. We gaan akkoord. Dan nemen ze ons mee door een lange droge gang met zacht lichtgevend mycelium in alle kleuren. Ze laten ons achter in een kamer met een zwarte fontein. Er is [Color] in overvloed, meer dan we kunnen bevatten. [Detect Matter en Spirit geven geen successen.] [Life] geeft aan dat er verschillende levensvormen zijn en zelfs zonder [Mind] voelen we dat we worden afgetast.
“Wie zijn jullie?” klinkt een stem in ons hoofd. De mensen met [Mind] voelen een heel sterk gevoel van verbazing en herkenning. “Welkom. Wat brengt jullie hier?”
Elaine zegt: “We horen dat u Color artefacten in de aanbieding heeft.”
“Voor jullie? Altijd. Met jullie is wel zaken te doen. Maar wat voor wezens zijn jullie? Waar komen jullie vandaan?”
Helena vertelt dat wij samengestelde wezens zijn, en MRA voegt er aan toe dat wij primair een soort bionics zijn. De meester lijkt te snappen wat we bedoelen: “Alsof jullie gebroken zijn geweest en weer gelijmd.”
Helena: “Ja. Maar daartussen zit een enorm gat. De breuk was nog vóór expulsion. En er is een parallelle wereld waar het andere deel van ons wezen geboren is.”
De meester snapt het niet. Hij vraagt of we een opdracht voor hem willen uitvoeren, zodat hij ons nader kan leren kennen. Het is simpel: hij wil dat we boven iets afleveren. “Mijn priesters zullen jullie helpen. Het is lang geleden dat ik iets zoals jullie ben tegengekomen. 8000 jaar!”
De medicijnmannen komen de kamer binnen. Ze zijn opeens heel nederig tegen ons. Eentje heeft een pakketje dat hij ons geeft. “Deze kleine kan Color essentie moet u afleveren bij Dr. Prince in flat 7. Zijn betaling moet u hier terug brengen, slijmrot-antigif.”
Deze koeriersopdracht nemen we aan. Op de terugweg moeten we bedenken hoe we via de standleiding, die iedere minuut alle afvalwater van een hele verdieping loost, terug omhoog komen. Helena gebruikt [Life] en maakt zuignappen. MRA maakt met [Matter] extra handgrepen en daarlangs kan de rest omhoog klimmen. Dan zo snel mogelijk onder de douche om de beschermende pakken af te spoelen en we kunnen op weg.
We gaan naar de ziekenboeg van flat 7. Zonder enhancement is het een kale, nogal smerige ruimte met tl-licht en loshangende kabels, maar met chip zie je een vriendelijke bloedbank. Achterin de zaal is dr. Prince bezig met een donor. De dokter is niveau 11. een niveau hoger dan wij onszelf als cover hebben gegeven. We wachten geduldig tot hij klaar is en spreken hem dan aan.
“Wij hebben slijmrot antigif nodig.”
“Is het voor de building maintenance crew?”
“Ja,” Helena laat de canister even zien.
De dokter schrikt. “Waar is Alexander?”
“Definitief verhinderd, helaas.”
“En jullie zijn zijn vervangers? Mag ik even testen” Hij leidt ons naar een kantoortje. Daar test hij de ampul. Hij krijgt een gelukzalige blik op zijn gezicht. Dit is het goede spul Hij is bang dat hij met een soort bende-oorlog te maken heeft, maar het gaat hem om het product, niet om wie het aflevert. Hij gaat het tegengif halen. Tien minuten later is hij terug. Na een vriendelijke uitwisseling gaan we weer weg. Maar op weg naar beneden blijft de lift stilstaan.
“Jullie worden voor verhoring aangehouden. Ga met jullie handen op de rug tegen de muur staan,” klinkt een blikkerige stem. Er schieten kabels uit de hoeken die ons tegen de muur pinnen en gas waar we het bewustzijn van gaan verliezen. Helena laat het gebeuren. Elaine doet [een Forces effect met extra Willpower] System Havoc, en zet het gas uit. MRA staat vrij en gaat over op zijn interne zuurstofvoorraad. De lift beweegt woest heen en weer en de tekst wordt herhaald. MRA spuit de camera’s zwart. Elaine krijgt het systeem niet onder controle. Uiteindelijk komt de lift tot stilstand op verdieping 631 en als de deur opengaat schieten 6 gevechtsrobots netten naar ons. MRA ontkomt met een snoekduik. Gwen maakt zich klein [Life]. Zij ontkomt ook. De rest wordt vastgeplakt. MRA vlucht en de anderen worden verdoofd met gas dat nu uit de muur komt. Gwan teleporteert [Correspondence] naar de priesters van de meester. Helena en Elaine raken buiten westen. En MRA wordt na een klopjacht ook in een kleefnet afgevoerd. Zorgvuldig ingepakt worden we meegevoerd in een standaard transportkarretje.
Gwen heeft nu natuurlijk geen beschermend pak aan. Maar zij heeft wel het antigif bij zich! Ze komt aan en glijdt uit in de viezigheid. Het is pikkedonker en er weerklinkt een geschreeuw van verbazing. “Sorry dat ik zo binnen kom vallen,” roept ze, “Mijn vriendinnen zitten in de problemen.”
Gwen geeft het medicijn af en krijgt een klein buisje Color als betaling voor de geleverde dienst. “De baas is goed over jullie te spreken. Als ze echt in de problemen zitten, wij kunnen op de meeste plaatsen binnenkomen. Maar dat is niet gratis. In ruil voor dat buisje, willen we ons wel voor ze inspannen. maar we kunnen niets garanderen.” Ze gaan in conclaaf met de meester.

De anderen zijn intussen bijgekomen in een andere ziekenboeg. Een andere dokter spreekt ons toe: “Welkom. Niet schrikken, we hebben gewoon een paar vragen en gezien het grove geweld …”
“Welk geweld?” vraagt Helena.
“Ik wil graag alles horen wat jullie van Alexander weten en wat je daar gedaan hebt. We dienen jullie een waarheidsserum toe. ”
Na een injectie, die bij Helena erg goed werkt begint de ondervraging. “Wat deden jullie op de kamer an Alexander?”
“Onderzoeken wat daar gebeurd was.”
“Waarom?”
“Het verbaasde ons hoe snel hij in de rangen steeg.”
Helena vertelt dat de muckmen hem waarschijnlijk niet zouden hebben vermoord. Elaine praat er overheen en heeft succes met [Mind].
“Met andere woorden,” zegt de dokter, “jullie waren toevallige passanten. Onze excuses voor het ongemak. U bent vrij om te gaan.”
We worden losgemaakt.

De muckmen-priesters gaan op zoek en Gwen maakt kennis met de cultuur van de muckmen. Na een uur komen ze terug. “Ze lopen vrij rond. Wij hebben het niet opgelost, dus hier is uw buisje terug.” Gwen bedankt ze en teleporteert terug naar de groep, die zit bij te komen in een cafetaria. Ze stinkt een uur in de wind. Het waarheidsserum werkt nog en Helena legt in veel te veel details uit wat er gebeurd is. MRA onderbreekt haar en vertelt de korte versie. Terwijl we daar zitten, worden we opgebiept om Building maintenance te komen overzien. Dat is ons cover-baantje. “Er moet wat schade gerepareerd worden aan gebouw 3. Melden bij Tom, level 11 corpocrat.”
Tom is een sympathieke man. Hij vertelt: “Er is lichte structurele schade aan een dragende zuil aan de buitenkant. Maar er moet wel wat aan gedaan worden, anders stort de boel in. Dat gebeurt toch wel, maar laten we het onvermijdelijke maar weer een dagje uitstellen. Veel succes.” Hij wil nog even weten wat ons favoriete spel is en dan geeft hij ons vijftig bouwrobots, een luchtvlot en een aantal spuiten kit mee. MRA downloadt het handboek Unidentified Flying Impact. De kitspuiten blijkt sporen [Color] te bevatten. Magie voor als de robots de klus niet aankunnen. Buiten zien we veel plekken die met [Color]kit aan elkaar geplakt zijn. Het gebouw zou allang ingestort moeten zijn. Bij de impact vindt helena verdampt metaal. Met [Matter] repareren we iets, zodat we twee kitspuiten uitsparen. We spuiten de inhoud in Helena’s handtas en met [Matter en Prime] brengt ze die in stasis.
We worden alweer opgebiept. Ditmaal is het Joe. Hij wil weten hoe het gaat.
“We hebben een Color bron gevonden in de Hardware Legacy!”
“En zijn jullie de tussenpersoon? Goed zo! Over en out!” Iedereen is tevreden over ons.

Helena stelt voor om de daklozen op te zoeken. Dat waren we tenslotte van plan. De wachter aan de ingang herkent ons (we dragen het uiterlijk van onze Tanais-personages). Wij zijn welkom, maar hij vraagt of er nog levende onderdelen in MRA27 zitten. “Jazeker!” “Nou, dan moeten we snel zijn!” Helena draagt MRA door het anti-technologieveld. MRA gaat buiten westen, dit is veel heftiger dan de antimagie van Sellafield, maar als ze door de sluis zijn, is het weer normaal.
We vragen naar de mudmen. “Dat zijn de duistere broeders van de sandmen, maar zij kunnen zich wel manifesteren.” Muckmen, daar hebben ze nog nooit van gehoord. We doen het hele verhaal. Verbazing: “Dus er is onder de stad nog een mycelium bron van Color?” “Ja.” “Dus … zij zijn de grote leveranciers van de stad? En ze leven buiten de samenleving?” “Ja.”
Dit is helemaal nieuw voor hun. Ze willen graag contact met de mortals onder de grond, maar ze zijn wel bang voor de priesters. Wij bieden aan dat zij als tussenpersonen voor ons de handel in Color kunnen zijn. daar hebben ze ID-chips voor nodig. Daar is aan te komen, zeggen we. Vijf van hen willen de oude functies en levels wel terug.
Dan komt een boodschap van broeder Schorpioen. Hij wil ons wel ontvangen in de ruimte van de Zwarte Bron. MRA27 kan de spirits zien, van laag tot hoog. Als we in de cultusplaats aankomen, zien de anderen de spirits ook. Duffet en Clark zijn de ritualisten en de symbolen die zij rond de zwarte hebben getekend, maken materialisatie mogelijk. Het zijn oud-Tanaïsche magische sybolen.
Schorpioen is blij dat we er weer zijn. Hij vertelt dat mudmen Tempest-lieden zijn die een aards lichaam kunnen bezitten. Ze doen het het beste in modder/nat zand. Ook zonder mudmen zit er leven in dat zand, maar amorf. Het is nanotech van vóór Expulsion. De mudmen waren er eerder dan de sandmen. Het zand waar ze zich mee manifesteren was vroeger veel zeldzamer. De sandmen blijven uit hun buurt. “En wat zijn de muckmen?” Nee daar heeft Schorpioen nooit van gehoord. MRA en Elaine vertellen wat we hebben meegemaakt. Schorpioen dat er gemuteerde mensen in het riool wonen, daar komen zij ook. Maar de priesters hebben de sandmen geen toegang toe, en de meester kennen ze niet. Schorpioen weet wel van zijn bestaan. Het is een intelligente schimmel, een roofschimmel die leeft in het mycelium. Hij is héél oud. MRA merkt op: “Als de schimmel zijn voedsel is, en de roofschimmel is ouder dan expulsion, dan is het mycelium ook ouder dan expulsion. Dat weet Schorpioen niet, hij weet alleen dat zowel de schimmel als het mycelium er al waren toen hij op deze wereld arriveerde. “Mijn indruk is dat het levende zand en de roofschimmel even oud zijn en van voor expulsion, maar dat het mycelium begon op het moment van expulsion. Maar dat is mijn eigen idee.”
Schorpioen legt uit dat iedereen een tegenhanger heeft op de andere wereld. Wij zijn het resultaat van een sucesvolle samensmelting. Wat de sandmen iedere nacht doen is een zoektocht naar hun wederhelft. We filosoferen nog wat over de manier waarop [Color] in de twee werelden werkt. In deze wereld gaat de tijd langzaam en gaat het aftappen van kleur langzaam en geleidelijk. In de wereld van de solars gaat de tijd snel en ontneemt Eenoog in één keer alle kleur. De felgekleurde tulbanden van zijn cultisten zijn volgens Helena waarschijnlijk hun voorraad [Color]. Daarna gaat MRA27 met Schorpioen in conclaaf en leert meer [Spirit] magie van hem.
3 xp

Tanais 96

We hebben de Throne of Dominance gevonden en de Alien computer. Condoleeza zoekt grondig en vindt geen verdere verborgen ruimtes en geheime gangen. We gaan terug naar boven en nemen de onderzeeër terug. Onderweg krijgen we een bericht van Joe Clef: “Zijn jullie bezet?” “Nee.” “We hebben een heel interessante opdracht. Het is iets dat wij ook niet begrijpen.” We varen naar Plymouth en leggen aan in het onderzee dok. Joe neemt ons mee naar een terrasje en vertelt: “Er is een kleuren anomalie gebeurd. Een heel sterke uitbarsting in Hardware Legacy nr 5. Om 07:38 uur was er één grote piek en toen was het weer weg. We hebben nooit eerder zo iets gezien.” Héé, dat is de HL waar onze ‘wederhelften’ geweest zijn. En het was niet het moment dat Der Alte aankwam en met MRA27 versmolt.
We gaan in op zijn voorstel. Als uitrusting kiezen we voor een Hardware Legacy chip van level 10, hoog genoeg om de computersystemen in te kunnen en niet zó hoog dat iedereen elkaar elkaar kent, en we mowtw kiezen voor een factie. Er zijn er vier Advertisers (reclame en indoctrinatie), Announcers (software van Virtual en Augmented Reality), Corpocrats (logistiek en hardware) of Doctor (oogsten van de chemicaliën die de HL produceert). We kiezen voor Corpocrat-identiteiten omdat die tussen de HL’s kunnen reizen en over diverse uitrusting kunnen beschikken. MRA heeft geen vermomming nodig, Er lopen genoeg cyborgs rond in de Augmented Reality van de HL’s.

De volgende ochtend gaan we op weg en we komen vroeg in de middag aan. Een gebied van 20 bij 20 km met 20 gigantische torenflats in het midden. We landen op de Corpocrat luchthaven bovenop een zo’n toren. MRA heeft vage herinneringen aan Der Alte die over de Tempest vliegt, door de 5e dimensie waar een kleur tussen groen en geel de richting ‘rechtuit’ aangeeft. Helena verandert haar gestalte [Life] van Hendrik in die van Risha, omdat die hier herkend zal worden door de zwervers. Condoleeza en Gwen vinden dat een goed idee. Condoleeza verandert in Claude, maar Gwen’s magie faalt [botch] en ze gaat in ‘unbreathing’ modus. Elaine kan geen [Life] en laat iedereen denken [Mind] dat ze er uit ziet als Chang.
Dan gaan we meten. Risha ziet geen piek op zijn [Color]meter, maar wel een paar plekken waar een incal actief zou kunnen zijn. Met [Spirit] neemt MRA de Sandmen waar: mensen in achaïsche kleding van Tanais, en oudere levensvormen zoals de schorpioenen. Voordat we naar de homeless gaan, wil MRA naar de surveillance-ruimte om de opnames van het tijdstip van de spike te bekijken. Daar hebben we genoeg bevoegdheid voor op level 10.
Om 07:38 uur is niets bijzonders gebeurd. Afgezien van een kleine kortsluiting. Er is een huishoudelijk apparaat doorgebrand. Op zich niets bijzonders, ware het niet dat het tot op de honderdste seconde precies gebeurd is in flat 2 appt. 1156, het appartement van Alexander, waar we onze incal hebben gejat. Het appartement is inmiddels level 11 geworden. Dus die extra promotie heeft hij zonder de incal verdiend.
Als we bij het appartement aankomen geeft de [Color] meter aan dat er binnen geen nieuwe incal is. De deur is op slot en we kunnen hem niet openen. Met [Correspondence] zien we dat Alexander in zijn VR-hamsterbol zit. Hij beweegt niet. [Life] geeft aan dat hij dood is. Met [Matter] verandert Risha de muur in bordkarton en stoot er ‘per ongeluk’ een gat in. Binnen hangt de geur van verbrand vlees. MRA bekijkt [Time] wat er is gebeurd. Alexander is moedwillig in de VR-bal gestapt. Hij had een fanatiek-waanzinnige blik in zijn ogen, alsof hij iets groots verwachtte. Toen was de kortsluiting en de Color-spike. Hij werd geëlectrocuteerd. Zo te zien heeft hij aan het apparaat zitten knutselen. Er is een brandstofcel aan vast gemaakt en daarin vinden we as van verbrande Kleur – de restanten hebben een tempest kwaliteit, een soort Zonium. Er is echt heel veel Color doorheen gegaan. Al die extra energie was nodig om de VR-module van energie te voorzien.
MRA27 ruikt een rioollucht en voelt slijm aan de buitenkant van de brandstofcel. Hij herkent het als een duur ding. Hier is grof geld voor betaald. Claude vindt voetsporen van acht humanoïden die kort na de explosie binnen zijn gekomen. De grendels en sloten zijn onaangeroerd, ze zijn er doorheen gelopen alsof de deur er niet was. Chang vindt het beveiligingssysteem van Alexander, het interne opnamesysteem was door Alexander zelf uitgezet. Risha vindt een nietszeggend afscheidsbriefje. Er zitten nog een paar credits in zijn kluis.
We denken dat hij zichzelf heeft geüpload in Virtual Reality. Via de Corpocrats en de Announcers kunnen we achterhalen waar hij was ingelogd. Maar eerst kijken we met [Time] naar de tien minuten na de explosie. Vlak na de explosie zien we de humanoïden binnenkomen. Ze zijn bedekt met rioolslijm en dragen alleen een lendendoek en een Afrikaans aandoend masker met opgeplakte ogen. Ze lijken primitief, maar lopen gewoon door de hightech deur heen. Ze zijn duidelijk gefrustreerd dat ze te laat zijn. Ze vinden een briefje op de VR-bol. “Fuck you!” staat er op. De Muckmen verscheuren het boos en spoelen het door de wc. Nu de 10 minuten voor de explosie: [Time] laat zien hoe Alexander gehaast en gespannen de brandstofcel monteert. Hij vecht tegen de tijd, het is ‘Now or never’! En het moment van explosie is echt maar seconden voordat de Muckmen binnenkomen.
Claude volgt de voetsporen naar buiten het appartement, via de trappenhuizen omlaag, helemaal naar buiten en daar vindt Claude dat het spoor verder gaat naar gebouw 12. We bekijken de plattegrond. In dit gebouw ontdekken we met [Correspondence] dat hier een enorme ruimte niet op de level 10 kaart voorkomt. Maar het spoor gaat de kelder in en loopt daar door op een blinde muur. We vinden een dichtgemetselde doorgang. MRA breekt het open en we vinden een oude slijmerige standpijp die naar riool stinkt. Iedere paar minuten wordt er het reservoir van een hele verdieping door naar beneden gespoeld. Bah!
Risha gaat op de Corpocrat afdeling van dit gebouw een aantal duikpakken, zuignappen en andere rioolinspecteursuitrusting regelen. In afwachting van de levering gaan we maar even hacken. Met [Computer en Wits] ontdekken we dat Alexander zijn VR-hamsterbal had ingelogd op ‘unformatted space’. Dat is waar gevaarlijke software, zoals spontane artificiële intelligentie en lethal code, heen geschoten wordt om te sterven. Risha vraagt zich opeens af: Wilde hij de ultieme zelfmoord plegen, of had hij een uitweg gevonden uit de 5D-realiteit? Color en Elsewhere, Darkwhere en Nowhere zijn binnenin Igrot. Maar De Tempest is buiten Igrot. Dan zou je misschien via de Tempest ook uit deze twee werelden kunnen ontsnappen. Wij kunnen de Tempest in…
Gwen ontdekt dat het riool niet onderhouden wordt, de kaart is zoek en er wordt niets nuttigs uit het rioolslib gehaald. Met [Perception en Investigation] leert ze wel dat de afvoerbuizen leiden naar een cirkelvormig kanaal. Flat 12 staat fier boven het centrum.
Voordat we naar beneden gaan, trekken MRA27, Risha en Chang duikpakken aan, Gwen gaat in Unbreathing en Claude maakt een [Forces]bubbel om zich heen. We komen uit in een groot reservoir, diep onder de grond met een gatenkaas er omheen van actieve rioolbuizen en buizen waar niets uit lijkt te komen. Ver boven ons is een heel vaag lichtje. De hoogte van het slijm lijkt in de loop der millennia langzaam te zijn gedaald, waardoor er gangen bloot zijn komen te liggen. Hier zijn geen schimmels. We zoeken voetsporen en weten met zekerheid dat de droge gangen niet gebruikt worden. Er staat een heel lichte stroming, dus al dat afvalwater gaat ergens naar toe. We zwemmen met de stroom mee. Bij toeval ontdekt Claude onder de wateroppervlakte een nog doorgang, en deze lijkt wèl veel gebruikt te worden. We komen boven in een pikdonkere ruimte. Risha gebruikt echolokatie [Correspondence] en ontdekt dat we in het midden een koepel van ongeveer 500 meter diameter opgedoken zijn. Met [Forces en Life] zien we vage schimmen. Een menigte van mensachtige wezens loopt naar de oever om ons te bekijken. Met [Mind] proberen we te communiceren: “We come in peace! Mogen we binnenkomen?”
“Dat moeten we aan onze bazen vragen, maar van ons wel.”
Ze deinzen weg voor ons lampje, dus dat doen we maar uit en we gebruiken andere zintuigen [Forces, Correspondence, Life, etc]. We worden meegevoerd naar een kamer, waar we de met slijm bedekte wezens met de maskers ontmoeten.
“Zo. Nieuwe klanten?”
“Kleur?” vraagt Claude.
“Ja, wij handelen in kleur, met rente. En ook artefacten zijn geen probleem. Wij willen levensmiddelen en technologie.”
“Now we’re talking.”
Met [Life] ontdekt hang we dat deze wezens ooit mensen zijn geweest, er is lang geleden iets mee gebeurd.
Risha kijkt met [Color] en ziet dat alleen de gemaskerden Color hebben, de rest niet.
“Hadden jullie een deal met Alexander?” vraagt Claude.
“Dus zo kwamen jullie ons op het spoor. Die heeft de boel opgelicht en hij is ons ontglipt. Hij had een incal van ons in bruikleen en nooit teruggegeven. Toen we er om vroegen bood hij een double-or-nothing deal kleur aan en die is hij ook niet nagekomen. Hij was de incal-dealer.”
“Er zijn meer mensen in de bovenwereld die kleur willen.”
“En wij zijn onze contactpersoon kwijt. Zullen wij elkaar beter leren kennen door handel?”

3 xp

Tanais – 95

Het complex is groot, verlaten en hypermodern. De inrichting is in Starfleet Academy stijl, gebaseerd op SF uit de 20e eeuw. Naast hologram-afbeeldingen van figuren als Jean-Luc Picard en luitenant Uhura, vinden we ook een zaal met godenbeelden. Het lijken wel de hindoe goden van Shintasta-Soul! MRA27 vindt afbeeldingen van wetenschappers zoals Newton, Einstein en Higg. Er zijn veel woonvertrekken, heel luxueus. Alles straalt status, macht en invloed uit. Condoleeza probeert een computer aan te krijgen. Het beeld flakkert even [Forces – geen succes]. We vinden biologische laboratoria, waar uitgebreid met allerlei voedingsgewassen en dieren werd geëxperimenteerd ter voorbereiding van een lange ruimtereis. Het hele complex is netjes ontruimd, er zijn een paar onbelangrijke dingetjes achtergelaten zoals tablets. Nadat alles netjes is uitgezet, is er nog iemand geweest. Vlak na de ontruiming.
We vinden een lift met een diensttrap. De persoon die de sporen heeft gemaakt, heeft gebruik gemaakt van de lift. Maar de lift doet het niet meer. Met [Forces] weet Condoleeza een noodaggregaat, een fusiereactortje, te activeren. Het licht gaat aan en de lift doet het weer. MRA heeft apparatuur waarmee het de liftkabine transparant kan maken zodat we kunnen zien of er verdiepingen worden overgeslagen. Er zijn zeven knoppen en zeven verdiepingen, maar als we op de laagste verdieping zijn, zien we dat de liftschacht nog een heel eind doorgaat. Via het luikje bovenin de kabine kunnen we op de lift komen. Een vallend steentje doet er lang over voordat het de bodem raakt. We schatten dat de schacht nog zo’n 50 meer dieper gaat. Na goed zoeken vinden we de verborgen teenschakelaar waarmee de lift verder de diepte in gaat.

Level 9 is net zo luxueus ingericht als de verdiepingen van level 8. Maar het thema is hier historisch-biografisch. We zien portretseries van mensen van baby tot vijftiger. De gang leidt naar een plein en midden op het plein is een sokkel met een lege stolp. Op de sokkel staat “Opa”. Hier woonde het levende brein van de eerste onsterfelijke.
Achterin vinden we een groot laboratorium. “Pas op! Biologisch besmettingsgevaar! Alleen te betreden met toestemming.” Voordat we de deur openen, zoekt Gwen of er nog schadelijke bacteriën actief zijn. Helena vindt een kleedkamer met Hazmat-pakken. Condoleeza vindt uit dat de onderdruk van het lab nog werkt. We gaan naar binnen. Het eerste wat we zien is een deur waar “Angie” boven staat. Er is een inmiddels totaal ingedroogde vloeistof onder de deur door gekomen. We vinden het wel verstandig om ons om te kleden, Zelfs MRA27 trekt er eentje aan. Het heeft nog best veel biologische onderdelen.
Helena schuift de deur open. We komen in een zaal met een supergrote bol, waarvandaan allemaal buizen naar diverse opvang-apparaten lopen. Onderin de bol zit een dikke laag aangekoekte smurrie. Langs de wanden zij platen met een complete instructie van het proces van “Angiogenesis”. Helena bestudeert het aandachtig en snapt hoe het werkt [6 successen].
In het kort komt het er op neer dat hier een enorme kanker groeide, met bloedvaten en dergelijke. Sommige kankercellen kunnen eiwitten tot expressie brengen die telomeren regenereren, waardoor de kanker niet kan verouderen. Daar tapten ze stamcellen van af. In de kamer hiernaast werd de kandidaat voor onsterfelijkheid geïnjecteerd met kankercellen totdat het hele lichaam vol zat. Daarna werden in een maandenlange, pijnlijke procedure onder de invloed van complexe magnetische velden in ieder orgaan de kankercellen omgezet in cellen van dat orgaan. Als het hele lichaam vervangen was door onsterfelijke cellen, was de nieuwe onsterfelijke klaar. Helena weet nu he het moet. Maar ze kan het nog niet nabootsen [3 successen op een Life 5 effect].

Het is duidelijk dat er nog een level 10 moet bestaan. Op deze verdieping is helemaal geen informatie te vinden over de buitenaardsen. ls we de lift nader onderzoeken, blijkt er nog een knop aan de buitenkant te zitten. En de liftschacht gaat hier een eindje opzij en een hoekje om, alvorens verder omlaag te gaan. Gwen steekt haar arm door de muur [Correspondence effect] om de knop n te drukken. Dat was een vergissing! [botch] De lift zet zich in beweging, maar de arm blijft klem zitten en wordt afgerukt voordat ze hem terug kan trekken. Helena legt in allereil een stompverband aan, zodat Gwen niet doodbloedt. Daardoor heeft ze de tijd om de arm terug te laten groeien [Life 3].
Level 10 is een tien meter lange kale metalen gang. Aan weerszijde is een kale stalen deur. Boven de ene staat “CHAPPIE”, de andere heeft geen opschrift. De deuren zijn op slot, althans, we vinden geen klink, slot of openingsmechanisme. Met [Matter] vinden we uit dat de Chappie-deur een meter dik is, massief en van een amalgaam legering. Met [Correspondence] vinden we dat er een enorme, vrijwel lege ruimte achter de deur is. De andere kant van de deur is net zo vlak. Het mechaniek zit in de muur. Condoleeza ontdekt dat degene die hier als laatste door het complex gelopen heeft, meerdere malen deze zaal in en uit is geweest. Met [Forces] proberen we de deur in de muur te schuiven. Het kost wat moeite, maar dan weten we een opening te maken waar we ons net doorheen kunnen wringen.
Het is een troonzaal. De troon is leeg en de zaal ook. Er ligt alleen een ouderwets perkamenten boek, opengeslagen op de grond. De troon heeft een interface met de rest van de wereld, het is een ‘world domination chamber’. Alle persoonlijke bezittingen zijn weggehaald en het boek is hier neergelegd voor eventuele vinders: voor ons dus. Het is met de hand beschreven, duurzaam materiaal. Ondertekend met IMHOTEP. Het boek bevat een lang verhaal over veroordeelde aliens die hierheen gebracht zijn en opgesloten op deze hermetisch afgesloten planeet. Imhotep is achtergebleven. Hij was bezig met een project om met behulp van uitgeperste aliens Igrot te stoppen en ‘Expulsion’ mogelijk te maken. Het verhaal breekt af in 2452, het jaar van Expulsion. Imhotep had het nog lang niet verwacht en was nog volop bezig met voorbereidingen. De poolnaalden waren gebouwd als gevangenis en om de veroordeelden hierheen te halen. Daar waren ook de pers-kamers. Het plan dat Imhotep samen met de supercomputer Chappie had ontwikkeld, had gewerkt als er niet veel te vroeg op de Rode Knop was gedrukt …

MRA27 ziet een spirit. Een scootmobiel met een oude man er in. De man kijkt naar MRA en roept: “Mijn wederhelft!” Hij vliegt naar MRA en versmelt ermee. MRA27 heeft even een besef van latente herinneringen van de overleden Siderial “Der Alte”. Hij is overleden in een schermutseling met Eenoog. Na zijn dood is zijn geest in een tussenland terecht gekomen en met zijn Siderial-kennis kon hij waarnemen waar de party Solars zich bevond en daar naartoe reizen. En daar bleek MRA zijn wederhelft te zijn.

De rest heeft dit nog even niet door. Ze komen er achter dat Chappie op de troon zat. Hij was een robot/supercomputer. Samen met Imhotep is hij deze kamer uitgelopen en nooit meer teruggekomen. Na Expulsion zijn ze niet meer teruggekomen. Imhotep was de programmeur van Chappie. Imhotep is naar onze wereld verdwenen, maar Chappie zou hier nog kunnen bestaan. En het spul dat er uit die aliens werd geperst, was zonium.
De Tempest, dat is de derrie van alle zielen die de overkant, de “Far Shores”, niet gehaald hebben. De Sandmen, die het wel gehaald hebben, zijn zonium. De godenbeelden die we hier in level 8 hebben gevonden, zijn geen afbeeldingen van spirits. Het zijn afbeeldingen van de verschijningsvormen die de aliens aannamen, en die hadden zich laten inspireren door de hindoe mythologie om zich te manifesteren.

Als we de kamer verlaten zien we dat de andere deur ook is opengegaan. Achter deze deur staat een groot computerachtig iets van duidelijk alien makelei. We begrijpen er niets van. Het is een kubus van 5 x 5 x 5 met in het midden een lege ruimte van 2 x 2 x 2. We bedenken dat dit Chappies interkosmische telefoon is, waarmee hij met de aliens communiceerde. Maar de verbinding is verbroken omdat we in Igrot zitten. Het is te ingewikkeld voor ons om te begrijpen, alien/sleeper technologie. Helena denkt dat er ten minste één punt in Igrot’s tijd-ruimte is dat gelijk is aan de tijd-ruimte buiten, anders had Igrot onze wereld niet kunnen infecteren. Als wij met [Time en Correspondence] de telefoon kunnen aansluiten op dat ene moment … ? Toekomstmuziek.
Te moeilijk op dit moment. Maar we hebben nog duizend jaar voordat de wereld vergaat.

3 xp

Tanais 94

Wat hadden de White Collar Kids bij zich? We vinden kapotte kleding, leggings en tunieken van zeer goede kwaliteit zijde. Gebroken speren en pijlen, kapotte bogen. De stenen punten zijn perfecte replica’s van wat er in de late steentijd werd gemaakt.  De volgende morgen klimmen MRA27 en Gwen in de trollengrot omhoog en onderzoekt het waarschuwingssysteem. Met [Time] lukt het niet om er achter te komen hoe lang dit er al zit.
Vanuit de gedachte dat de White Collars ook gechipt zijn, snijdt Helena de trollen open om de maaginhoud te bestuderen. Een smerig werkje waar MRA bij komt helpen. Met [Matter en Investigation] vinden ze zeven minuscule vlekjes metaal. Er waren acht Kids en die zijn ook allemaal dood, maar de achtste chip vinden we niet. Terwijl we zoeken, strijken er gieren met vrouwengezichten neer in de bomen.
Gwen hoort een twijgje kraken. MRA loopt er naar toe. Met [Life] ziet Condoleeza iets, maar als MRA nadert is het opeens verdwenen. Er is niets meer te zien op de plek, zelfs geen sporen. We nemen de rechteroren van de trollen mee als trofee en lopen naar de vliegtram. Als we instapen ziet Gwen dat we in de gaten worden gehouden, maar we vinden weer niets.

Terug in Plymouth treffen we hetzelfde jongetje op het vliegveld. Hij heeft wat suggesties om ons vliegtuig aerodynamischer te maken. Het zijn kinderlijke ideeën, maar wel grappig. Dan gaan we naar Joe Clef. Het avondeten staat net klaar. Hij is verheugd dat we de chips hebben gevonden. Na het eten neemt hij ons mee naar een zijkamer om ze uit te lezen. Hij overt wat beelden tevoorschijn van lieden die erg op ons lijken. Dat is raar. Deze White Collars waren juist bedoeld om ons een Avanki ideniteit te geven. En, de jongelui die we met [Time] door de trollen hebben zien worden opgegeten zagen er heel anders uit!
Hij vertelt dat de chip bepaalt wie je bent. Dat is het enige waar op gecontroleerd wordt. Op Helena’s rug laat hij het littekentje zien waar haar White Collar chip na ons ontslag is verwijderd. Met [Mind] gaat Elaine op zoek naar gaten in haar geheugen. Die zijn er: er ontbreekt een kwartier van de dag waarop we White Collars werden en er ontbreekt een kwartier van de dag dat we zijn ontslagen.
De volgende ochtend vraag Joe na het ontbijt of we op zijn aanbod in willen gaan. MRA27 ziet het niet zitten. Het heeft bewust gekozen voor een bestaan als bionic en is niet van zins om weer een mens te worden. “Wat jij wilt. Dan kun je je voordoen als hun butler of zo.” zegt Joe. Helena kiest voor de jongen. Joe implanteert de chip in haar rug en dan trekt ze zich even terug op de wc. Ze mengt het bloed-monster dat ze mee had enomen van de plek des onheils met haar eigen bloed en met [Life-magie] transformeert ze haar lichaam tot dat van de Avenki jongen. De anderen zijn verbaasd. “Waarom wil je een man zijn?” “Ik wil niet weer zo’n trauma oplopen als bij de Paulinische Orde.” MRA stelt de naam Hendrik voor. Joe vertelt dat de White Collars er een genoegen in scheppen om zo natuurlijk mogelijk te leven. Ze verheerlijken de oermens en streven naar eugenetische perfectie. Hendrik repareert met [Matter] een legging, een tuniek, een speer en een pijl-en-boog zodat hij er helemaal uitziet als een White Collar.
De anderen weten het nog niet. Zij krijgen ieder een spuitje mee om zelf een chipje te implanteren als ze daar aan toe zijn.

Thuis nemen we MRA helemaal door op ongewenste software. MRA is nu 25 jaar oud. Het is bionic geworden op zijn/haar 16e verjaardag. Potentieel kan MRA zonder moeite 250 jaar oud worden. Maar we ontdekken dat de centrale chip hardwarematig voorzien blijkt te zijn van een aan/uit-schakelaar. Hendrik stelt voor om die te vervangen door een White Collar chip. Dat blijkt niet doenlijk te zijn. Een geschiktere chip is wellicht te vinden in het oude niveau 8 complex. De ouden hadden een niveau van sleeper-techniek dat vergelijkbaar is met onze gevorderde technomagie.
Dan gaan we naar Normandië. Waar we moeten zijn blijkt een wildernis. We vinden de ingang na enig zoeken en dalen aan de hand van de oude kaarten naar niveau 8. Dat si een soort Valhalla. Er is natuurlijk niemand, maar er is een heleboel te ontdekken. We gaan eerst op zoek naar een plek waar we MRA27 kunnen ombouwen. Het is een enorm complex. We komen er achter dat het onsterfelijkheidselixer werd aangevoerd vanuit nog diepere lagen. Maar de chiptechnologie die we zoeken om MRA’s kill-switch te vervangen, is hier gelukkig wel te vinden. Het is een gemeenschappelijk project. Na een lange operatie [Life, Matter en Forces] doet alles het! Dan zijn we getuige van het Awakening Protocol, de geboorte van een bionic.
Nu gaan we op zoek naar niveau 9 en Immortality!

Tanais 93

Tanais 93 – 17-09-2015

Correcties op het vorige verslag:
– Immortality werd in 2069 ontdekt. First contact was kort daarna. De aliens hebben daarop gewacht.
– Lang niet alle White Collars zijn Awakened en lang net alle Awakened zijn White Collars (zoals bijvoorbeeld MRA27).

We zitten in een Level 8 complex. Aan een aantal dingen kunnen we afleiden dat leven 8 nog niet het diepste niveau is: de pool-naalden zijn geclassificeerd, dus er bestaan hogere niveaus van geheimhouding. En we vinden een wereldkaart met de niveaus 1 tot en met 8. Niveau 1 complexen zijn geïsoleerde eilanden van twee of drie kleine installaties, niveau 2 is al beter verbonden en dat gaat steeds verder. Maar zelfs niveau 8 bestaat nog steeds uit een aantal gebieden die onderling niet verbonden waren. Wij gaan er van uit dat op het diepste niveau de hele wereld met elkaar verbonden was. Helena zoekt naar de techniek voor immortality. We komen er achter dat men om de zoveel jaar een prikje moest halen om de telomeren te repareren. Hoewel er immortals in deze stad woonden, gingen ze daarvoor naar een kliniek die elders lag. De dichtstbijzijnde ingang die vanaf de oppervlakte toegang gaf tot level 8, was in Bretagne. We lezen dat de eerste onsterfelijke, “opa” genaamd, uiteindelijk toch dement is geworden. De telomeren waren niet het enige wat moest worden opgelost. Er waren nog heel wat meer problemen.
We gaan terug naar de bubbelwezens. MRA neemt een koffiemok mee als aandenken. Ze vraagt aan de bubels of die weten wat er op he vasteland met de mudmen gebeurd is. “Ja. Dat zal hetzelfde principe zijn geweest. Je nodigt ze uit, of ze manifesteren zich om een andere reden. Blijkbaar zijn daar ook mudmen gekomen. Wijzelf houden ze graag te vriend, want ze zijn gevaarlijk. Mudmen zijn onafhankelijke wezens. Wij hebben er niets mee te maken wat er in jullie luchtland gebeurd is. Maar ze kunnen lelijk uithalen als ze boos zijn. Ga maar met de mudmen zelf praten.”
Met magie [Mind en Spirit] proberen we dat, maar de mudmen houden het contact af. De bubbelwezens geven ons de navy seal mee. We vinden zijn onderzeeërtje en varen terug naar Plymouth. Als we aanmeren, staat Joe ons al op te wachten. Hij is niet heel bedroefd dat de seal dood is, maar hij wil wel weten wat er gebeurd is. Helena besluit om een halve waarheid te vertellen. Ze zegt dat er geen incal was, maar dat hij het slachtoffer geworden is van een nanotech zand. Ze zegt dat wij het spul herkenden van een soortgelijke patch bij ons in de buurt. Onze duikpakken hebben ons tegen de elektrische velden beschermd, maar de seal dook zonder uitrusting en hij is geëlektrocuteerd. Joe vindt het een raar verhaal. Nanotech zand, vast iets van de White Collars. Hij nodigt ons uit voor het eten. Dan kunnen we over de volgende opdracht spreken. De duikboen mogen we houden.
Tijdens het eten wil hij meer over ons weten. “Zijn jullie geleerden? Die worden vreselijk misbruikt door de White Collars.” Hij heeft een voorstel: “Wij kunnen elkaar helpen. Jullie hebben een identiteit nodig en ik heb behoefte aan bekwaam personeel.”
MRA meldt dat hij pas kort bij deze groep is. “Een eenvoudige bionic met interesse in Spirituele Techniek.” Helena vertelt over de research die we deden naar de anti-wereld. Hij gelooft ons niet: “Dat klinkt als verspilling van overheidsgeld. Laat het verleden rusten. Jullie hebben goed werk verricht. En je hebt een nieuwe identiteit nodig. Bij Noorwegen zijn een stel jonge White Collars doodgegaan bij de ontgroening. Jullie kunnen hun identiteit overnemen.” Die ontgroening is een jachtpartij op iets heel gevaarlijks. Soms wint het beest. Alleen de geleerden (wij dus) worden niet ontgroend. Die worden meteen te werk gesteld in een lab, maar tellen verder ook niet echt mee in de White Collar gemeenschap.
Maar er is een probleempje met die identiteit. De jongelui zijn Avanki, maar wij zijn van een ander ras en MRA is een bionic. Bionocs zijn per definitie geen White Collar. Dus er zal plastische chirurgie nodig zijn. MRA heeft daar grote moeite mee. Zij wil niet doodverklaard worden. Dan raakt zij al haar virtuele vrienden kwijt en haar WoW-account en de kattenfilmpjes. “Als dat alles is waarvoor je leeft, heb ik ook nog een positie open in de Hardware Legacy,” zegt Joe. Hij haalt een veelkleurig object tevoorschijn. ”Dit is een incal. Met kleur kom je verder in het leven. Alles gaat sneller en makkelijker. En als je voor ons werkt, kun je dit soort dingen vinden.” MRA is niet overtuigd. Maar ze kiest er voor om in ieder geval meet te doen met de expeditie naar Noorwegen.
Wij vliegen erheen met ons eigen vliegding. Als we aankomen is het donker, koud en leeg. Er ligt nog geen sneeuw. We vinden een spoor van uitgerukte bomen en uit de grond getrokken rotsblokken. Met [Time] magie ziet Gwen grote lelijke wezens. Met [Correspondence en Time] zien we dat ze hebben gevoetbald met een shuttle. We vinden hem 500 meter verderop. Onderweg zijn bloedsporen te zien. De shuttle is leeg en platgedrukt. We vinden er geen bruikbare spullen. Meer [Time] Gwen ziet dat de trollen de shuttle stonden op te wachten. Er stapten zeven meisjes en een jongen uit, en die zijn één voor één doodgetrapt en meegenomen. Helena neemt monsters van de bloedsporen, zodat we van alle acht een DNA profiel hebben. Condoleeza maakt licht. Maar de rest roept: “Nee, er zitten hier trollen!”
Zonder licht is het pad moeilijk te volgen. Maar op een gegeven moment horen we gesnurk. De mensen zonder Stealth blijven achter. Condoleeza en Helena vorderen langzaam, maar Elaine blijkt een geboren berggeit. Twee grote trollen slapen in een grot. 15 meter lang zijn ze. Met [Matter] maakt Helena cyaangas, wat Condoleeza met [Correspondence] en Elaine met [Entropie] in het neusgat van de ene trol blazen. Die wordt wakker en rent met een blauw hoofd naar buiten.
De andere wordt ook wakker en rent op ons af. Condoleeza maakt ons met [Forces] onzichtbaar. De eerste rent door, de andere keert terug naar de grot.
MRA roept van afstand: “Yo, trollen! kunnen we even praten?” De tweede trol reageert en snuift. Het ruikt Gwen en slaat met de vuist. Raak! MRA schiet, maar de kogel komt niet door de dikke huid. Elaine probeert het wezen bang te maken [Mind]. Helene slaat met haar zwaard op de achillespees. Het monster valt om en we springen er bovenop voor de genadeklap. Condoleeza richt zich op de andere trol. Die rent naar binnen, het donker en de diepte in. Als we er allemaal op schieten gaat het monster neer. Het licht 50 meter de grot in, daar vinden we een lichtschacht met een stookplaats. Daar vinden we een spit met resten van mensen. Er ligt eenvoudige zijden kleding op een stapeltje naast het vuur. In de schacht zien we een apparaatje wat lichtflitsen kan afgeven. Blijkbaar heeft iets of iemand (Joe?) de trollen gewaarschuwd.
Volgende keer: welke uitrusting vinden we?

3 xp