Tanais serie 2 sessie 18 – 30 augustus 2018
De ruines van de witte stad liggen vol met stro en mest van de megastallen. Beneden komt het groene gifgas tot een niveau vlak de kooien. De pepsico robots wachten op opdrachten. Maar voordat we ze aan het werk kunnen zetten, moeten we de Expulsion Engine vinden. Met [Correspondence] brengt Gwan de ondergrondse structuren in kaart. Er is een mierenhoop aan shuragi-gangen. De toppen van wolkenkrabbers steken in het groene gas. Dat kunnen we wel aan met ruimtepak en magie. Onder de stallen vinden we ook de slachterij. We komen aan een witmarmeren muur van een wolkenkrabber. We kunnen er door een raam naar binnen. Tot hier is de zwarte smurrie omhoog gekomen en om de gebouwen heen gestold. In de bovenste etages van de torenflat zien we sporen van moordpartijen door diverse monsters. We nemen de trappen omlaag. Op het niveau van de begane grond zijn ook shuragi gangen, verlicht met zwak brandende fakkels. Het gas op dit niveau is ook groen. We vinden sporen van grote viervoeters met een staart die over de grod sleept. Opeens worden we aangesproken door een grote varaan. Hij is niet helemaal stoffelijk. “Wie zijn jullie?” vraagt de varaan. “Wij zijn de nieuwe eigenaars.” “Waar blijft ons vlees? We hebben al drie dagen niets gehad. We kunnen ons werk niet doen zonder eten. De Shiragi zorgden voor vlees, maar wij dienen de Heren van Beneden.” Het blijkt dat op de lagere niveaus donkere elfen wonen, die ze Drow noemen en die wij kennen als Abyssals. Wij worden gezien als de nieuwe heren van de oppervlakte en het is nu onze taak om hun te voeren. “Wij sjouwen, wij zijn het voetvolk in de oorlogen in de diepte.” Verderop komen we er nog een paar tegen.
Tijdens een nieuwe [Correspondence] scan ontdekken we een massieve bolvormige plek in de gestolde zwarte smurrie tussen de wolkenkrabbers, waar de gangen omheen buigen. Dat bewaren we voor later, eerst gaan we naar de Expulsion Engine. Die is helemaal vol geslibd, want dit is waar de slib vandaan kwam. Ooit zat hier Ka, maar nu is het alleen nog maar gestold rioolslib. Met [Matter en Life] verandert Claude de prut in vlees. Dat stellen de varanen zeer op prijs. Wat een slim idee!
Dan gaan we nu de bol onderzoeken. Hij is ongeveer zo groot als een huis. Ondoordringbaar voor alle magie. Alleen met [Time, Prime en Alternate] is iets waar te nemen. Er is een 100% tijdstop. Het bestaat al meer dan 10.000 jaar, dus lang voor de stad gebouwd was. En hij bestaat in alle Alternate werelden. We zien dat dit heel sterke magie is. Met heel veel gecombineerde inspanning kunnen we toch naar binnen kijken. We zien een comfortabele, middeleeuws ingericht kasteelruimte. Er is geen leven. Om er in te kunnen, moeten we de magische schil magisch ontweven en daarvoor moten we veel beter worden in [Alternate]. Misschien kunnen de bovengoden helpen?
A ja. Daarvoor hadden we de lunars voor nodig. Op naar Heer Arend. We zetten de copter in ons domein in Despair en stappen opzij naar Tanais. Er is daar een groot probleem, want waar New Salish zou moeten zijn, is de Wyrd. Een dichtgemetselde toren in een naargeestig moeras. De lunars vechten met kleine draakjes. Claude verandert het moerasgas in lavendelgeur. De draakje kijken verward om zich heen. Risha trekt zijn zwaard. Chang gooit een bliksemschicht. Gwan vertraagt op dat moment de tijd. Daardoor verandert de bliksem in een stotterende vuurpuls. Heer Arend reageert boos: “Jullie weer? Jullie zijn altijd slecht nieuws.” Risha zegt: “We komen om jullie naar Chantals heiligdom te brengen.” Na enig heen en weer gepraat komen ze mee. Gwan maakt een Gate naar de Barrows. Dat vinden ze wel indrukwekkende magie. Risha offert ghee aan zijn voorouders en daarna gaan we de tombe in. De ruimte is sereen, de eeuwige vlam brandt. Risha kent het ritueel: het heilige vuur moet met de dageraad naar buiten gebracht worden onder het chanten van mantra’s. Gelukkig is het vlak voor de zonsopgang. Hij voert het ritueel correct uit, en geeft iedere lunar een vlammetje.
Chantal verschijnt in kleding uit de 25e eeuw. “Duncan!” Ze pakt Arend bij de hand. Chantal keert zich naar ons: “Dank je wel dat je ons herenigd hebt!” “Zijn zij jouw tegenhangers, zoals Helena en ik?” vraagt Risha. “Nee, mijn geliefde. Wij wilden de onsterfelijkheid delen met iedereen. Toen is Duncan naar Teleutos gebracht en versplinterd.” Wij zijn weer vriendjes met de Lunars. We overleggen nog even met Chantal. Maar ze is wel veranderd.
De overgoden zijn wel in alle Alternate realities aanwezig, maar ze kunnen ons geen [Alternate] magie leren. “Wij zijn de verpersoonlijking van bepaalde krachten. Af en toe neemt er ook iets bezit van ons, net zoals wij bezit kunnen nemen van lokale goden. Wij zijn veranderlijk, maar er is ook nog een onvergankelijke wereld. Onze eigen bovengoden wereld is geen onveranderlijke eeuwigheid. Wij bovengoden zijn van voor het begin der tijden. Die bol van jullie blijkbaar ook. Maar wij kunnen jullie daar niet mee helpen.”
Zij letten niet echt op ons. Als wij ook worden aangestuurd, dan is dat niet door hen maar door degene die ook de bovengoden aanstuurt. “Jullie moeten de wereld redden. Wij moeten hem in stand houden. Als de wereld vergaat, dan is dat voor ons het einde, maar dat vinden wij niet belangrijk. Alles heeft een einde. Dat einde voorkomen is jullie werk, niet dat van ons.” Claude vraagt of ze een goed woordje voor ons wil doen bij de Marlborough man. Die heeft een venster naar buiten de wereld. Ja, dat wil ze wel doen. Dat is een goede wederdienst. Ze blijkt kennis te hebben van onze gezamenlijke ervaringen in de eerste cyclus. Dat was dus inderdaad een Alternate en geen droom of visioen.
Chantal omarmt Arend en de vijf lunars versmelten met elkaar. Ze lichten op met een zachte maangloed. “Vaarwel, misschien zien we elkaar nog eens.”
De volgende op ons lijstje is de stad onder de maalstroom. Gwan zoekt met [Correspondence] en ziet dat de draaikolk om een gat heen stroomt. In de diepte houdt het op, daar kun je de bodem mee zien, een cirkelvormige plek van ongeveer 10 meter diameter. Met [Color en Spirit] zien we een stad onder een waas. Er is een barriere van pure Sa tussen de antimaterie van Tanais en de materie van Aarde. De colorcopter springt er gemakkelijk doorheen. We komen in een enorme tuinstad aan van de Blue Collars op Aarde. Net als alle Blue Collar steden heeft deze ook een bescherming in de lucht die de wereld stabiel, voorspelbaar en prettig houdt. Die houdt ook de goden buiten. Dat soort bescherming hebben de Hardware Legacy’s en de White Collars overigens niet. Deze komt overeen met de Sa-barriere van Tanais. Er is hier geen Expulsion Engine. Nooit geweest ook. Het schild boven de stad is de plaats waar Aarde en Tanais elkaar raken. Hier hebben we alle tijd van de wereld.
Waar is dan stad 5? We keren terug naar de Witte Stad. Nu in het verleden. Daar vinden we in de computer dat de vijfde Expulsion Engine in Qahwa in Jemen was. Op Tanais zijn maar vier punten te vinden. Heel Tanais is uit vier kristallisatiepunten ontstaan. En we weten dat op Aarde Qawha een heel belangrijke plaats is voor de White Collars.
5 xp