Tanais – Slot

Tanais 2 sessie 22 Slot ! – 6 december 2018

We staan voor de scheur in de realiteit, die naar 1953 leidt. Met [Mind] schermt Chang onze mindlink af voor de hivemind van de paarse wezens. We stappen door de scheur. Aan de andere kant zijn wij paarse aliens met zes poten. We vallen niet op. We blijven niet hangen en stappen meteen met [Color] naar de Aarde. We zijn nog steeds aliens. Met [Life] nemen we onze Tanais-vorm weer aan. Risha lukt dat pas bij de tweede poging. Naakt en zonder uitrusting staan we buiten een militair kamp. Binnen zien we een omheining rondom een enorm gat in de grond. Het regent, maar het is wel lekker warm. De omgeving is groen en heuvelachtig met uitgebreide graanvelden. Een soldaat die wacht loopt wordt door Claude besprongen en de nek omgedraaid. Gwan vertraagt de tijd. “We zijn nog geen minuut op deze wereld en je vermoordt al iemand. Echt onverbeterlijk!” Claude legt uit: “Anders had hij alarm geslagen en nu hebben we kleren.” Hij tornt het naamplaatje “Private Burgess” er af en gooit het weg. Dan trekt hij het uniform aan. We rennen snel weg want er zijn nog meer soldaten in de buurt. Op veilige afstand en verborgen in het graan, maaakt Claude met [Matter] voor ons kopien van het uniform. Met dezelfde magie zijn die gemakkelijk op maat te maken.

In het dal ligt een dorpje. We zoeken een weggetje en lopen er nonchalant naar toe. Langs de weg staat een bord “PORTON DOWN”. De letters zijn leesbaar. Blijkbaar wordt in de 20e eeuw al hetzelfde alfabet gebruikt als in de periode waar we vandaan komen. Er komt een ronkend open voertuig langs met vier mannen in uniform er in. Ze rijden richting het legerkamp en merken ons niet op. aan de rand van het dorpje is een pub. We gaan naar binnen en nemen plaats aan de bar. He zit hier vol met soldaten.. De taal die men hier spreekt, Engels, is met [Mind] gemakkelijk te begrijpen en te spreken.
Het gesprek van de dag is de grote instorting een paar uur geleden. Het ondergrondse complex is ingestort. Het betreft een cellencomplex met Duitse gevangenen, dat officieel niet bestaat.
“Waar zijn jullie naambordjes?” vraagt iemand. Claude begint een warrig verhaal over zigeuners, waar de ander uit opmaakt dat we zijn bestolen in een bordeel. Hij wil weten waar dat dan is. “10 mijl die kant op.” Hij gaat op weg.
We zien dat de mensen met petten en versierde epauletten gezag hebben over de mensen met baretten. Er zijn ook vrouwen, waarschijnlijk van het niet zo fatsoenlijke type. Gwan heeft dezelfde huidskleur als de meeste soldaten, Risha wordt aangezien voor een verdwaalde Ghurka, maar Chang en Claude hebben een Chinees uiterlijk en vallen daardoor toch wel heel erg op. Er zijn geen Chinezen in het Britse leger. As we in het complex willen om te kijken wat er aan de hand is, moeten we daar wat aan doen.
Er ligt een krant, de Salisbury Gazette. Gwan pakt hem op en begin er in te lezen. De datum is 7 juni 1953. Hij leest advertenties van bedrijven die goederen en diensten leveren die je niet verwacht in zo’n klein dorpje: medisch, chemisch, biochemisch. Die leveren dus aan de legerbasis. Chang scant met [Mind]. Er is een officier die met een moreel dillemma zit. Er is schuldgevoel over de onethische experimenten met de krijgsgevangenen en, nu die er niet meer zijn, moeten we dan dienstplichtigen gaan gebruiken? En ongerustheid over wat er is gebeurd.

Waarom gebeurde dit precies hier en precies nu? We moeten toch maar een kijkje gaan nemen. Gaan wij ons daarbij voordoen als officieren of als soldaten? We gaan op weg. Buiten maakt Claude naambordjes voor ons met namen uit de telefoongids. We veranderen het uiterlijk van Claude naar Jean-Claude van Damme en van Chang naar naar de jonge prins Charles. We lopen terug naar de basis en kunnen zonder probleem de wacht passeren. Op het terrein zien we wat mannetjes die de instorting onderzoeken. Er arriveren meer jeeps met officieren. Met [Correspondence] ontdekken we dat er nog ondergrondse ruimtes zijn en er is een verborgen nooduitgang van het complex. Met [Correspondence en Color] zien we de 5D-bubbel op de plaats van de instorting. Daarbinnen is een kleine hive van die paarse geleedpotige aliens. Er staat ook een klein ruimteschip. Behalve de aliens zien we ook minstens een Godzerai, het eindstadium van de Zerai-evolutie. De paarse geleedpotigen gedragen zich duidelijk superieur. De Godzerai is jong en onervaren, blij dat het een lift heeft gekregen en ontsnapt is aan de ondergang van hun planeet. We leiden daaruit af dat de paarsen afkomstig zijn van een eerdere Igrot, die de wereld van de Zerai had geinfecteerd. Dit is vast de voorhoede van ‘onze’ Igrot.
Wat gaan we doen? Als we die paarse wezens uitschakelen, kunnen we daarmee de hele invasie voorkomen? Risha ontdekt met [Life] dat ze niet tegen bepaalde zenuwgiffen kunnen. Laten hier op dit terrein nou een experimenten met zenuwgas uitgevoerd worden! Enig zoeken met [Corespondence en Matter]. Er is een kluis met daarin een liter Sarin. Een wormhole is zo tevoorschijn getoverd. Risha steekt zijn hand er doorheen en pakt de canister met zenuwgas. We trekken er wat tijd voor uit om de 5D-bubbel en het schip in kaart te brengen. Wanneer we buiten het schip, in het woonvertrek van de hivemother en op twee andere plekken binnen het schip tegelijk sarin loslaten, dan hebben we ze allemaal. Risha maakt vier glazen capsules met breeklijnen en verdeelt het zenuwgas daar over. We maken vier wormholes naar de betreffende plekken en gooien het gas er tegelijk doorheen.

Er ontstaat een schittering in de lucht om ons heen. We komen los van de omgeving. Onze actie heeft effect. Binnen in de 5D bubbel gaat alles dood. De bubbel breekt en de inhoud maakt nu deel uit van de materiele wereld. Boven ons materialiseert een wollige figuur met aan het uiteinde van al zijn haren een oogje.
“Gefeliciteerd! Jullie zijn geslaagd.” De figuur verandert in de verschillende bovengoden. “Jullie status als voortvluchtige is opgeheven. Jullie zijn vrij om te gaan en staan waar je wilt. Als jullie dat willen, zijn jullie toegelaten tot de Tijd Academie. Dan krijgen jullie het beheer over deze planeet. Igrot moet natuurlijk wel doorgaan. Maar je mag de toekomst zo veranderen dat Expulsion wel lukt.”
“Ik wil graag toegelaten worden tot de Tijd Academie,” zegt Risha. De anderen willen dat ook.
“Dan is je eerste taak om een Vajra te maken voor jullie vroegere zelven. De tweede opdracht is Igrot neutraliseren. De tijdloze bol in de Witte Stad is jullie fail-safe. Als je in een Alternate dood gaat, kom je in die bol weer tot leven.”

Daarmee is deze Campaign na zeven jaar afgesloten. Van boerenkinkel naar Time Lord.

Tanais 2 – 21

Tanais 2 sessie 21 – 25 oktober 2018

O ja, we hadden nog een afspraak: de Heren en Dames van Despair zijn uitgenodigd voor een kennismaking. Het kasteel op de heuvel staat er goed bij, het personeel is goed bezig. Er worden fazanten gebraden en zo. Men is relatief vrolijk voor de tijd van de maand. Er hangen banieren met vier afgehakte paardenhoofden. De majordomus heeft heel Despair uitgenodigd maar niet iedereen wil komen. Er is een probleem met gargoyles en men vindt dat wij dat moeten oplossen. Er komen er maar drie: mevrouw Dna, meneer Kapusk en mevrouw Kanoel. De majordomus weet nog te vertellen dat iedere maand 1 tot 3 gargoyles uit de richting van de maanbasis komen als de Ka net is uitgestroomd. Ze verzwakken langzaam en na een tijdje exploderen ze. Hij denkt dat dit een test is en dat we het beste mee kunnen doen. Omdat de gargoyles over ons terrein komen, tast dat ons gezag aan.
Rond half zeven zouden de heer en dames komen. Gwan zet de tijd even stop. Nadenken: de gargoyles zijn materie met Ka en ze ontploffen hier in de antimateriewereld als de Ka op is. Met [Matter en Correspondence] ontdekken we dat er eentje in onze eigen kelder zit! Een dienstmeisje is wijn aan het tappen, een schim duikt een zijgang in. Het is een slijmerige mensvormige figuur. [Life] geeft aan dat het wezen wel leeft, maar erg gemangeld is. Het is een stabiele levensvorm. [Matter] inderdaad gemaakt van materie met een dikke laag zwarte drab. [Entropy] er is iets gruwelijk misgegaan. [Mind] “Ich liebe meine Frau. Ich will Todt!” [Color, Spirit] hij komt van een parallel plane. [Time] Gwan spoelt het filmpje af terug in de tijd: we zien deze gargoyle door de Ka laag langs de gevallen godheid glippen. Daarvoor heeft hij nog geen slijmlaag, een mens in een uniform loopt door een cellencomplex. Hij lijkt gemarteld te zijn en heeft misvormingen. Hij vindt bij toeval een scheur en glipt daar doorheen. Verder terug in het verleden bewakers in andere uniformen worden gedood. Daarvoor is er een explosie. Daarvoor zien we hoe hij gemarteld wordt en hoe er medische experimenten op hem worden uitgevoerd. Nog verder terug: hij wordt overgebracht met andere mensen in hetzelfde uniform. Daarvoor een front in een oorlog en nog verder terug zit hij met zijn vrouw gezellig thuis. We grijpen hem, knevelen en vastbinden, Risha geneest hem en geeft hem extra Ka, en we bergen hem gedesorienteerd op in een kerker. Met [Correspondence] lokaliseren we er nog vier. Die bewaren we voor een demonstratie van hoe efficiënt we kunnen zijn.
Een pafferige bleke dame, een heer met een sikje, en een oosterse dame. Ze hebben alledrie een sadistische blik en ze trachten ons te imponeren. “Ter zake. Hogere machten willen dat jullie heersen. Maar als jullie serieus willen worden gevonden, moeten jullie eerst het gespuis opruimen. Het volk heeft er nachtmerries van.” Het gesprek gaat verder over wezen en mijnen. “Geef ons tien minuutjes,” zegt Risha. Ongeloof. [Time slow] Er zit een gargoyle in een hooiberg. Een andere zit in een sloot, de derde heeft zich verborgen in een nis van een kasteelmuur. We verzamelen ze en knevelen ze. Halen de laatste uit de kerker. En we zijn al vlot weer terug. De heer en dames zijn onder de indruk. “Als dat zo door gaat, kunnen we vrienden worden.” We hebben een goede eerste beurt gemaakt. Het gaat de drie om het belang van Despair. We hebben er goede allies aan.
Als de edelen weg zijn, gaan we eens praten met de gargoyles. Met [Mind] kunnen we hun spraak vertalen. Ze zijn zeer verheugd dat ze eindelijk met iemand kunnen praten. “Waar zij we? We werden na de oorlog niet vrijgelaten, maar in een geheim laboratorium opgesloten. Er was een heel grote ontploffing. Een uitbraak. We hebben de bewakers omgebracht.” Onafhankelijk hebben ze de scheur ontdekt. Ons verhaal over andere werelden is vreemd voor hen. Ze vertellen verder dat ze door zwarte blubber waden, een kraterlandschap zonder lucht waar ze niet hoeven te ademen. Toen kwamen ze in een gebied met normaal gras en zo waar ze hen niet herkenden als mensen. En de taal niet verstonden.
Daarna gaan we met z’n allen naar de maanbasis. In het bassin gaan we het gesprek aan met de godheid. “We komen een eind maken aan het gargoyle probleem.” Hij is nog steeds niet gelukkig met ons, maar daar is hij toch wel blij mee. Onderin de zwarte drab vinden we de scheur naar een andere wereld. We stappen er doorheen en komen in het cellencomplex. Ja, er is een explosie geweest. De gevangenen brengen ons naar een zware deur. Daarachter is het ingestort. Claude maakt een tunnel. De mannen zijn verbijsterd. Zijn wij duivels of tovenaars? Er is alleen maar rots. Daar voorbij is ongeformatteerde 5D. We ontdekken al snel dat dit een echt stukje Aarde is. Maar het heeft de roestrode schijn van Despair. Een kraal op de draad van Despair. met [Time] voelen we dat er een enorm tijdverschil is als je deze kraal verlaat. We zitten hier 8000 jaar in ons verleden. Ver voor Expulsion zelfs. Dit is een cruciaal moment in het bestaan van Igrot. Het moment dat een zuignap van Igrot de Aarde bereikt is precies één seconde in het jaar 1953 en dat stukje is losgeschoten. Als we hier naar buiten stappen, zitten we in 1953!
Of gaan we de expulsion engines afbouwen?
Risha wil graag Igrot ontvluchten, maar hij is bang voor een paradox. In 1953 waren wij nog aan boord van het mollenslijmschip. De anderen weten hem gerust te stellen. Tijd paradoxen leiden tot een Alternate Reality. Claude maakt assault rifles voor ons. We stappen Sideways met 50 Duitse soldaten.
Wij zijn paars, we hebben zes poten en kruipen rond in een ondergrondse ruimte. De soldaten zijn terug op Aarde in hun eigen tijd. Maar wij zitten in een klein 5D bubbeltje dat zich heeft vastgeklemd van Igrot naar de Aarde. De Poort is weg. Die zit aan die ene seconde vast. Omdat Gwan [Time 6] beheerst kan het nog teruggedraaid worden als we snel zijn. In de Despair kraal is de Poort wel stabiel. Snel terug!
Nu gaan we de drie seconden dat we in die bubbel zaten in slow motion analyseren. De soldaten hebben niets gemerkt. Voor hun is de tijd letterlijk teruggedraaid. [Life] het is een alien levensvorm die uitgebreid contact heeft met Igrot en bekend is met 5D. [Mind] we zijn onderdeel van een collectief dat ontstond uit een paars moederwezen. De zespotige wezens zijn sporen die kunnen bewegen. Alles maakt deel uit van een mindlink. Wij dus ook! En de hivemind registreert dat er iets vreemds gebeurd is met vier sporen. Corruptie! Wat is er nou gebeurd? Onze bol van zielenenergie incarneerde in die wezentjes. Onze lichamen maken deel uit van Igrot’s realiteit en kunnen niet mee. Maar vanuit de 5D bubbel van de paarse wezentjes kunnen we wel Sideways stappen naar de Aarde, als we dat in dezelfde seconde doen. En dan moeten we razendsnel Aarde lichamen maken. Liefst onze Tanais personages, want daar identificeren we ons toch het meeste mee. Dus we doen het nog eens:
Stepping Sideways naar de Aarde. Claude maakt een impenetrable disguise. Met [Life] maken we Aarde lichamen en met [Prime] maar Risha ze stabiel. Dit spelen we de volgende keer uit.

Tanais 2 – 20

Tanais serie 2 sessie 20 – 27 september 2018

We zoeken in de Witte Stad uit hoe een expulsion engine werkt. De colorcopter kan ook onder water. 1e barriere, de kikker-zeehonden. 2e barriere, “Er is op de Rode Knop gedrukt”. We gaan snel naar de engines. De roltrap doet het nog maar een Gate is sneller. De Generaal ziet iets drijven in het Ba vat. Met [Entropy] ontdekken we wat er mis gaat: er is geen stabiliserende factor. Zonium uit de lucht slaat hier in het bassin neer, het wordt aangetrokken door de inhoud van het bassin er onder. De machine bestaat uit segmenten van 100 meter die hetzelfde zijn. Het krachtveld tussen de twee lagen is niet zichtbaar. Beneden is een bassin vol wit beendermeel dat trilt als zand op een plaat. Risha struikelt en valt er in. Waar het hem aanraakt verandert het in zwarte drab en trekt zijn wezen binnen. Hier zit zijn eigen essence in, want het beendermeel/drab is de Juice van de gevangen aliens. Risha ontmoet zijn eigen slechte kant.
De generaal onderzoekt hoe het werkt. De tijd wordt even bijna stil gezet. Monium (Ka) trekt zonium (Ba) aan. Juice (Ak/color) is de brandstof. De vierde component, Sa, is blijkbaar onbekend. Deze homeostase is nu juist nodig als stabiliserende laag. Het ontwerp van de expulsion engine is dus inherent onjuist. We moeten Imhotep hierop wijzen. Die woont in ons heden in het Steampunk wereldje.
Chang ontdekt dat er in de hoogste gelederen van de Technocratie een soort van religieus gezelschap is, een cargo cult die af en toe spullen verduistert. Er zijn ook legale leveringen van het Parallax Consortium = Teleutis.
Terug naar de colorcopter. Risha stelt twee alternatieven voor: de vajra leren bedienen en ontsnappen via Mollenslijm. Maar de enderen gaan daar niet op in. We gaan, in een maand compressed time, de blauwdrukken bestuderen van de engine en achterhalen wat de verschillende syndicaten wisten. Streffer en Bingo Inc. hebben niets met expulsion te maken. Grotius weet ‘alles’ over Igrot (maar minder dan wij). Biggles en Werner Volker maakten de engines. WV (technologie) maakt de grote onderdelen en gaat over de automatisering, Biggles (natuurkunde) weet hoe het apparaat werkt en doet de fijnafstemming. De top van deze twee is allemaal lid van de cargocult van ene E.E. Child. In alle vijf de steden gaan de gestolen spullen naar een pakhuis waar ook de eredienst wordt gehouden. De lokatie van dat pakhuis in de witte stad is snel gevonden. Er zijn verdwijningen van allerlei bouwstenen, van 30 cm tot 10 meter groot. Ook basis biologische componenten. Er wordt iets gemaakt, iets anders dan de expulsion enigine.
We vinden het pakhuis met een kapelletje ernaast. Door het raam van het kerkje zien we banken en er zit een man in een rolstoel, roerloos. Achterin zien we een deur, maar die gaat niet naar het pakhuis. Het pakhuis heeft aan de voor- en achterkant grote rolluiken. De voorste gaat naar een sluis waar een vrachtwagen in kan. De achterste ook, en daar staat zelfs een vrachtwagen. De hele binnenwand van het pakhuis lijkt bedekt te zijn met een levende laag. We gaan het kerkje in. De man in de rolstoel ziet er uit als Stephen Hawking. We doen ons voor als een inspectiedienst. “Mag ik de naam van jullie chef?” is zijn reactie. “Nee.” “Dan moet ik maatregelen nemen…” Hij begint te trillen, zijn hoofd kraakt en hij praat wartaal. Dan valt hij stil. Hij heeft geen Mind. De machines in het pakhuis vallen op hetzelfde moment stil. Er zijn ook piepkleine machientjes. Eigenlijk is het hele pakhuis een integrale machine, gedeeltelijk mechanisch, gedeeltelijk levend, microtech, 3D printers. De genetisch gemanipuleerde bacterielaag op de muur kan niet buiten deze kamer overleven, ze krijgen voedsel via een vernevelaar. Hier wordt heel geavanceerde apparatuur gemaakt. De verbindingen met de andere steden en de mainframes zijn verbroken. Er s geen Color-component, maar sommige van de onderdelen hebben wel met Juice te maken. Dit niveau van technologie is ver op de 25e eeuw vooruit. Het zijn zelfassemblerende systemen, maar het is niet helemaal duidelijk wat het doet.
In de kapel vinden we heilige teksten. Door voorzienigheid van E.E. Child worden onvolkomenheden van de expulsion engine gecorrigeerd, als de leveringen op tijd zijn. “Door deze gift is (dat-en-dat mankement) aan de expulsion engine voorkomen.” We rijden de vrachtwagen naar buiten, Hij bevat een metalen kist ter grootte van het laadruim. Dat is een enorm ingewikkelde machine, een soort mierenhoop van millimeter kleine machientjes. De navigatie van de vrachtwagen geeft een bestemming aan bij de rand van de stad, een achteringang van de expulsion engine. We zetten hem aan en met [Time slow] zorgen we dat hij razendsnel op de bestemming is. De kist wordt in de lift geladen en vouwt zichzelf bij de engine uit. De hele mierenhoop fuseert met de machinerie. Als je het niet weet, zie je het niet. Met [Entropie] zien we dat er een aantal foutjes in het ontwerp zijn rechtgezet. Maar met Sa is nog steeds geen rekening gehouden.
We gaan weer naar het begin, en van daar direct naar de man in de rolstoel. Dit maal stellen we ons voor als vertegenwoordigers van de baas van de immortals, Ben Dover. De robot zegt: “Ik ben het geesteskind van Chappie, Expulsion Engine Construction Help Integration Device – EECHILD.“ Dus moeten we naar Chappie en Imhotep.
In Steampunk worden we prettig ontvangen. We vertellen aan Chappie en Imhotep over de stabilisator Sa en complimenteren hun met E.E. Child. “Ja, die is nodig voor de fine-tuning. Als we de apparatuur gaan repareren, is er een soortgelijke cargo-cult nodig. Alle vijf de steden moeten met elkaar communiceren.” Wellicht kunnen de Gith daarbij helpen. Het gnumpathi-stadium heeft een inherente materie/antimaterie resistentie. Chappie zegt: “Ja”. Hij gaat het regelen. Het wordt heel ingewikkeld, alien tech in een 5D realiteit. We bedenken dat de white collars hier een primitieve levensstijl hebben, wellicht zijn zij ook bevattelijk voor een cargo cult. Dan kunnen zij Qawha repareren. Amber City (Brussel) ligt bij de Abyssals, dus dat zou een probleem kunnen zijn. Maar de Gith kunnen, als kinderen van Igrot, de Abyssals aansturen. De Witte Stad en Moonbase zullen geen probleem zijn. De lastigste zal de Tempest-stad onder de grote piramide worden.

5 xp

Tanais 2 – 19

Tanais serie 2 sessie 19 – 13 september 2018

Op weg naar Qawha. We weten dat de vijfde expulsion engine daar niet opgestart is. Daarom ligt hij nog op Aarde. Op dit moment ligt er een heel sterk krachtveld rondom Qawha. We weten uit onze vorige Alternate reality dat hier Imhotep zijn plantjes heeft geplant waar allerlei kennis uit de 24e eeuw in de genetische code zit. Dat is de bron van de White Collar technologie. We zouden ons kunnen voordoen als onderhoudsploeg. Eerst gaan we een quantum opzij naar de Steampunk zijde om uit de witte bron te drinken. Het is hier ongeformatteerde witte mist. De bron heeft de vorm van een witte zandcirkel. Claude pakt wat zand. het voelt vitaliserend. Risha trekt zijn kleren uit en neemt een zandbad. Na een paar minuten gaan de anderen langzamer bewegen, of hij sneller. De rest volgt zijn voorbeeld. Nu zijn we net zo snel als de white collars. Terug naar Aarde. Rischa verandert Chang en zichzelf in Toeareg Claude verandert zichzelf in een Masai en Gwan verandert zich per ongeluk in een kameel. Zo lopen we de enclave binnen. Niemand let op ons: we zien er uit als lokale white collars, we hebben de juiste snelheid en kleding, onze aura is verzadigd van witte bron energie. Met [Correspondence] ziet Gwan heel diep onder de grond restanten van machines, recht onder waar de plantjes groeien. Er loopt hier ook een zwarte elf in bedoeïnenkleding rond, die doet alsof hij hier thuis hoort. Claude volgt hem. Maar er gebeurt niets bijzonders. De drow gaat bij een kampvuurtje zitten en luistert naar de stoere verhalen die er verteld worden over het verslaan van legendarische beesten. Claude probeert hem te lokken een visioen zien van een wenkend insect in het vuurtje, maar de elf gaat er niet op in. Met [Color] is te zien dat hij verzadigd is met Ka. Wij zijn ondertussen zelf ook een kampvuurtje aan het maken en we graven met [Matter] een tunnel omlaag naar de machinerie. De grond gaat trillen, het water gaat kolken. Met alle magische zintuigen is waar te nemen dat Igot zich nu via deze witte bron gaat voortplanten. De Tempest gaat doorbreken in de plantjeskas. De plek van de expulsion engines is nu een muil van Igrot. Gwan heeft een moment van groot inzicht, hij begrijpt opeens hoe hij ons terug in de tijd kan zetten! Hij zet ons terug naar et moment dat we de blik opvangen van de drow.
Er is een klein Alternate effect. Met [Color en Spirit] zien we dat de Ka uit het oorspronkelijke Ka-vat van de Expulsion Engine, samenvalt met de ingang van een zwarte bron, op precies dezelfde plek maar in een andere kleur-dimensie. Midden in de zwarte bron is een soort luchtbel met iets er in. Een [Color, Correspondence, Spirit – effect] brengt ons in de luchtbel. De zwarte bron voelt lekker aan. De luchtbel is een soort capsule waar een oude, verschrompelde hagedis met een tulband in zit te mediteren.
“Goedendag, wat doet u hier?” vraagt Risha.
“Welkom, ik verwachtte jullie al,” zegt de hagedis, “Jullie zijn zo belangrijk aan het worden voor moeder Igrot dat we graag met jullie willen praten. Er is een misverstand over de aard van mijn moeder. Het is duidelijk dat jullie inzien dat het voortbestaan van ons nageslacht belangrijk is.”
Claude zegt: “We zijn ons bewust van het goede dat Igrot brengt, maar we vinden het voortbestaan van de Aarde belangrijk.”
“Ik zou het ook fijn vinden als de Aarde blijft bestaan, maar moeder heeft voeding nodig voor de voortplanting.”
Claude onderhandelt dat Igrot niet hier begint met spawnen. “Dat was om jullie te lokken. Alle magie verdwijnt uit de wereld als Igrot er niet meer is. Als jullie je alien-status weten te herstellen, zal jullie magie er nog zijn, aliens. Maar de Aarde wordt magieloos. Ook met terugwerkende kracht. Ok wij hebben liever dat de werelden aanmeren, want dan blijven wij ook bestaan. Maar Igrot wil voortplanten. Je kunt herkennen dat het zo ver is als de planes door elkaar gaan lopen. Dat levert veel ellende op voor de vierdimensionalen, maar voor jullie is het het teken dat het zo ver is.”
Claude vraagt: “Willen jullie Daguerre vrij laten?”
“Ja, dat zullen we doen als teken van goede wil. Als wederdienst vragen wij dat jullie het voeden van Igrot niet in de weg zitten. Dus geen cultussen uitroeien. Die zijn alemaal eindig. Wij Grootzerai zullen ook uitgeroeid worden als de werelden niet aanmeren. Er zal tijdelijk chaos zijn, maar dat is onvermijdelijk.”
Risha vraagt: “Hoeveel tijd hebben we?”
“Vanaf het moment waar jullie vandaan komen acht maanden. We kunnen jullie uitspugen op het moment dat je binnenkwam of op ieder ander moment tot de voortplanting.”
“We moeten de Engines repareren, dus doe maar op het moment van vertrek.”
Als we terug komen is er inderdaad geen tijd verstreken. Er komt geen aardbeving. We maken een glazen tunnel die naar beneden spiraalt naar de machines rondom het grote zwembad. Alles ligt vol met zand. Met [Forces en Matter] maken we een koepel over de machinerie en dan wordt het zand er uit gezogen en ergens in de woestijn gedumpt. We gaan deze Engine gebruiken als voorbeeld om de andere mee te repareren, want deze is nog helemaal intact. De enorme hoeveelheid Ka begint in het reservoir erboven al een laagje Ba aan te zuigen. Op deze Engine kunnen we oefenen: eeerst moeten we begrijpen hoe de machine werkt, dan kunnen we hem verplaatsen en aanzetten. Chappie zou ons kunnen helpen. We kunnen ook de handboeken bestuderen in de verleden tijd van Witte Stad.
Eerst aan we Daguerre ophalen. We hebben haar het laatst gezien in Bronwë. En daar zit ze inderdaad in de kroeg met een pilsje. “Hé, lang niet gezien. Ik heb heel wat meegemaakt. En ik werd potseling vrijgelaten. Die drie weken waren lang, maar ik heb er een hoop geleerd. Wat daar gebeurt is een onontgonnen markt. Ik ga geld verdienen …”
“We kunnen een goed woordje voor je doen bij de koning.”
Zo gezegd zo gedaan. Het kasteel is al behoorlijk ingericht en koning Karel ontvangt ons graag. Een vergunning voor een huis van plezier is zo geregeld. Discretie verzekerd.

Next: Witte Stad
5XP

Tanais 2 – 18

Tanais serie 2 sessie 18 – 30 augustus 2018

De ruines van de witte stad liggen vol met stro en mest van de megastallen. Beneden komt het groene gifgas tot een niveau vlak de kooien. De pepsico robots wachten op opdrachten. Maar voordat we ze aan het werk kunnen zetten, moeten we de Expulsion Engine vinden. Met [Correspondence] brengt Gwan de ondergrondse structuren in kaart. Er is een mierenhoop aan shuragi-gangen. De toppen van wolkenkrabbers steken in het groene gas. Dat kunnen we wel aan met ruimtepak en magie. Onder de stallen vinden we ook de slachterij. We komen aan een witmarmeren muur van een wolkenkrabber. We kunnen er door een raam naar binnen. Tot hier is de zwarte smurrie omhoog gekomen en om de gebouwen heen gestold. In de bovenste etages van de torenflat zien we sporen van moordpartijen door diverse monsters. We nemen de trappen omlaag. Op het niveau van de begane grond zijn ook shuragi gangen, verlicht met zwak brandende fakkels. Het gas op dit niveau is ook groen. We vinden sporen van grote viervoeters met een staart die over de grod sleept. Opeens worden we aangesproken door een grote varaan. Hij is niet helemaal stoffelijk. “Wie zijn jullie?” vraagt de varaan. “Wij zijn de nieuwe eigenaars.” “Waar blijft ons vlees? We hebben al drie dagen niets gehad. We kunnen ons werk niet doen zonder eten. De Shiragi zorgden voor vlees, maar wij dienen de Heren van Beneden.” Het blijkt dat op de lagere niveaus donkere elfen wonen, die ze Drow noemen en die wij kennen als Abyssals. Wij worden gezien als de nieuwe heren van de oppervlakte en het is nu onze taak om hun te voeren. “Wij sjouwen, wij zijn het voetvolk in de oorlogen in de diepte.” Verderop komen we er nog een paar tegen.
Tijdens een nieuwe [Correspondence] scan ontdekken we een massieve bolvormige plek in de gestolde zwarte smurrie tussen de wolkenkrabbers, waar de gangen omheen buigen. Dat bewaren we voor later, eerst gaan we naar de Expulsion Engine. Die is helemaal vol geslibd, want dit is waar de slib vandaan kwam. Ooit zat hier Ka, maar nu is het alleen nog maar gestold rioolslib. Met [Matter en Life] verandert Claude de prut in vlees. Dat stellen de varanen zeer op prijs. Wat een slim idee!
Dan gaan we nu de bol onderzoeken. Hij is ongeveer zo groot als een huis. Ondoordringbaar voor alle magie. Alleen met [Time, Prime en Alternate] is iets waar te nemen. Er is een 100% tijdstop. Het bestaat al meer dan 10.000 jaar, dus lang voor de stad gebouwd was. En hij bestaat in alle Alternate werelden. We zien dat dit heel sterke magie is. Met heel veel gecombineerde inspanning kunnen we toch naar binnen kijken. We zien een comfortabele, middeleeuws ingericht kasteelruimte. Er is geen leven. Om er in te kunnen, moeten we de magische schil magisch ontweven en daarvoor moten we veel beter worden in [Alternate]. Misschien kunnen de bovengoden helpen?
A ja. Daarvoor hadden we de lunars voor nodig. Op naar Heer Arend. We zetten de copter in ons domein in Despair en stappen opzij naar Tanais. Er is daar een groot probleem, want waar New Salish zou moeten zijn, is de Wyrd. Een dichtgemetselde toren in een naargeestig moeras. De lunars vechten met kleine draakjes. Claude verandert het moerasgas in lavendelgeur. De draakje kijken verward om zich heen. Risha trekt zijn zwaard. Chang gooit een bliksemschicht. Gwan vertraagt op dat moment de tijd. Daardoor verandert de bliksem in een stotterende vuurpuls. Heer Arend reageert boos: “Jullie weer? Jullie zijn altijd slecht nieuws.” Risha zegt: “We komen om jullie naar Chantals heiligdom te brengen.” Na enig heen en weer gepraat komen ze mee. Gwan maakt een Gate naar de Barrows. Dat vinden ze wel indrukwekkende magie. Risha offert ghee aan zijn voorouders en daarna gaan we de tombe in. De ruimte is sereen, de eeuwige vlam brandt. Risha kent het ritueel: het heilige vuur moet met de dageraad naar buiten gebracht worden onder het chanten van mantra’s. Gelukkig is het vlak voor de zonsopgang. Hij voert het ritueel correct uit, en geeft iedere lunar een vlammetje.
Chantal verschijnt in kleding uit de 25e eeuw. “Duncan!” Ze pakt Arend bij de hand. Chantal keert zich naar ons: “Dank je wel dat je ons herenigd hebt!” “Zijn zij jouw tegenhangers, zoals Helena en ik?” vraagt Risha. “Nee, mijn geliefde. Wij wilden de onsterfelijkheid delen met iedereen. Toen is Duncan naar Teleutos gebracht en versplinterd.” Wij zijn weer vriendjes met de Lunars. We overleggen nog even met Chantal. Maar ze is wel veranderd.
De overgoden zijn wel in alle Alternate realities aanwezig, maar ze kunnen ons geen [Alternate] magie leren. “Wij zijn de verpersoonlijking van bepaalde krachten. Af en toe neemt er ook iets bezit van ons, net zoals wij bezit kunnen nemen van lokale goden. Wij zijn veranderlijk, maar er is ook nog een onvergankelijke wereld. Onze eigen bovengoden wereld is geen onveranderlijke eeuwigheid. Wij bovengoden zijn van voor het begin der tijden. Die bol van jullie blijkbaar ook. Maar wij kunnen jullie daar niet mee helpen.”
Zij letten niet echt op ons. Als wij ook worden aangestuurd, dan is dat niet door hen maar door degene die ook de bovengoden aanstuurt. “Jullie moeten de wereld redden. Wij moeten hem in stand houden. Als de wereld vergaat, dan is dat voor ons het einde, maar dat vinden wij niet belangrijk. Alles heeft een einde. Dat einde voorkomen is jullie werk, niet dat van ons.” Claude vraagt of ze een goed woordje voor ons wil doen bij de Marlborough man. Die heeft een venster naar buiten de wereld. Ja, dat wil ze wel doen. Dat is een goede wederdienst. Ze blijkt kennis te hebben van onze gezamenlijke ervaringen in de eerste cyclus. Dat was dus inderdaad een Alternate en geen droom of visioen.
Chantal omarmt Arend en de vijf lunars versmelten met elkaar. Ze lichten op met een zachte maangloed. “Vaarwel, misschien zien we elkaar nog eens.”

De volgende op ons lijstje is de stad onder de maalstroom. Gwan zoekt met [Correspondence] en ziet dat de draaikolk om een gat heen stroomt. In de diepte houdt het op, daar kun je de bodem mee zien, een cirkelvormige plek van ongeveer 10 meter diameter. Met [Color en Spirit] zien we een stad onder een waas. Er is een barriere van pure Sa tussen de antimaterie van Tanais en de materie van Aarde. De colorcopter springt er gemakkelijk doorheen. We komen in een enorme tuinstad aan van de Blue Collars op Aarde. Net als alle Blue Collar steden heeft deze ook een bescherming in de lucht die de wereld stabiel, voorspelbaar en prettig houdt. Die houdt ook de goden buiten. Dat soort bescherming hebben de Hardware Legacy’s en de White Collars overigens niet. Deze komt overeen met de Sa-barriere van Tanais. Er is hier geen Expulsion Engine. Nooit geweest ook. Het schild boven de stad is de plaats waar Aarde en Tanais elkaar raken. Hier hebben we alle tijd van de wereld.
Waar is dan stad 5? We keren terug naar de Witte Stad. Nu in het verleden. Daar vinden we in de computer dat de vijfde Expulsion Engine in Qahwa in Jemen was. Op Tanais zijn maar vier punten te vinden. Heel Tanais is uit vier kristallisatiepunten ontstaan. En we weten dat op Aarde Qawha een heel belangrijke plaats is voor de White Collars.

5 xp

Tanais 2 – 17

Bij Kim Do komt in het badhuis in de Wyrd een zwarte blob langs die onderdelen van een expulsion machine achterlaat. We volgen zijn spoor naar het westen tot de savanne ten zuiden van Shintash en Sesklo. 2 km er vandaan parkeren we in ongeformatteerde mist richting Aarde. Dan gaan we naar de Wyrd. We zien daar kuddes zebra’s in het droge seizoen. Het is een sprookjesachtig Lion King land. We volgen een minieme zweem van Ka en komen aan bij een grote rivier met een waterval een 200 meter diepe kloof in. Beneden zien we enorme reuzen pootje baden. Met een [Gate] passeren we de reuzen. In de verte is een kuil met een net er over gespannen en daar stroomt Ka uit.
“Zeggen jullie geen gedag?” zegt iemand. Achter ons is een groep zwarte elfen verschenen, Abyssals. “Wij zijn gestuurd om jullie te verwelkomen. Komen jullie voor Murmel? Die zit in die kuil. Hij is gevangen door de reuzen. Die blob wonde bij ons. Jullie mogen hem hebben. Doe wat je wilt met Murmel. Maar ter zake. Wij weten wie jullie zijn, jullie weten wie wij zijn. Wij zijn gestuurd om jullie een aanbod te doen.” “Door wie?” “Dat weten wij niet, zo werkt het niet. Als wij zouden weten wie onze opdrachtgever is, zouden jullie dat in onze gedachten kunnen lezen.” “En wat krijgen jullie daarvoor?” “Vrijheid. Wij zijn vrije mensen. Drow. Wij zijn wie wij zijn. We staan boven de wet. Dit is het aanbod: Jullie zijn op zoek naar steden. Wij kunnen jullie zeggenschap geven over twee plaatsen die voor jullie belangrijk zijn. Onze bazen willen geloof ik jullie loyaliteit kopen. De Witte Stad had last van nare Shuragi. Die Shuragi zijn weg. En in Despair is het domein naast de Maanbasis net vrij gekomen. Er staat daar een kasteel leeg. Dat is het einde van het bericht. Let op met Murmel, hij is een beetje gek en er zit oud roest in.” Poef! Ze zijn weg.
Gwan kijkt met [Correspondence] waar ze naar toe zijn geteleporteerd. Ze zijn naar Uru-Dip in Harran, dat is demonenland. Wie is hun opdrachtgever? Met [Time, Correspondence en Mind] zien we ze in een devote houding voor een roze-rood gloeiend kristal. Risha realiseert zich opeens dat we op de radar verschenen zijn. We hebben iets groots gedaan door de Ka van de godheid in Moon Base af te nemen. En dat heeft de aandacht getrokken.
In de kuil zien we de zwarte blob gevangen onder een reuzensterk net. Gwan zoekt met [Mind] contact. “Help me! Laat me hier uit! Ik zit gevangen.”
De reuzen komen er aan. Met [Matter] wordt het net een beetje verzwakt. Maar we hebben niet genoeg tijd. Een reus steekt zijn hand door het net en grijpt Murmel. HIj knijpt het wezen boven zijn mond uit en die van zijn medereus. Ze drinken de vrijkomende Ka op. Dan wordt Murmel weer in de kuil gestopt. “Hé, het net is kapot.” Ze nemen Murmel mee terug naar hun kamp. In de kuil liggen onderdelen van de Expulsion machine. Risha groeit met [Life] tot half zo groot als een reus. Gwan doet een [Time Stop]. Chang wil met [Life] het hart van een reus laten stoppen, maar dat lukt niet vanwege de Time Stop. Claude gooit een [Cascade of Cutting Terror] en doet er enorm veel schade mee. Voor een reus valt dat overigens nog wel mee. Risha slaat ook en raakt Als de Time Stop ophoudt, zijn allebei de reuzen dood.
Risha grijpt Murmel. “Laat me los, engerd!”
“Waar pik je die dingen op?”
“Ik ben die dingen! Vroeger was ik veel groter. Zonder die dingen ben ik niks.”
“Misschien kunnen we je repareren?”
“De Ka moet weer terug om ze terug te plaatsen. Ik kom uit de buurt van wat nu Uru-Dip heet.” “Ik ben er uitgegooid door de Abyssals en het is het helemaal vol gegroeid met insecten amber. Zij hebben daarom de stad verplaatst. Maar ik hoor op die oude plek thuis.” Murmel is de intelligent geworden Ka-voorraad van die Expulsion Engine.
“Als jullie er voor zorgen dat ik aanbeden word, dan krijg ik weer Ka en dan kan ik de stukken zelf wel weer terugplaatsen.”
“En wat kan je de gelovigen in ruil bieden?”
“Niks…”
“Maar dan is het voor de gelovigen toch helemaal niet interessant om je te aanbidden?”
“Oh, daarom is mijn cultus in het verleden steeds niks geworden.”
Murmel wil wel met ons mee. En wij vertrekken naar Despair. Er wordt uitbundig feest gevierd door de dorpelingen in het domein dat de Drow ons hadden aangeboden. Hier vlak voorbij begint het luchtledige met de Maanbasis. Het kasteel is leeg. De adelijke familie van wie het was ligt her en der vermoord op de vloer. We veranderen de banieren in vlaggen met de vier magische paarden: eenhoorn, nachtmerrie, pegasus en het groene paard. Claude deelt bier uit aan de dorpelingen en ze wensen ons heil als nieuwe heersers.
Expulsion verliep chaotisch en het ging in iedere stad op een andere manier mis. Risha realiseert zich dat hier teveel uitbundige vrolijkheid heerst. Despair is de ‘slijmdraad’ van wanhoop. Zonder wanhoop groeit hij wellicht niet helemaal door tot Aarde. De slijmdraden zijn het auto-immuun systeem en dat is nodig voor het aanmeren. “Laten we met de gevallen godheid gaan praten.” Risha zet zijn harnas in de ruimtepak-stand, de anderen gebruiken hun eigen magie om met het vacuüm om te gaan. In de Maanbasis ligt nog maar een dun laagje zwarte drab. We ontdekken een soort reptielen, gargoyles, die zich verbergen.
We stellen voor: “Je krijgt een derde van je Ka terug, in ruil voor toegang tot de Expulsion Engine. Een derde is voor Murmel en de rest hebben wij nodig voor de stad onder de piramide.”
“Deal! Jullie krijgen toegang. De hele Maanbasis staat tot jullie beschikking.”
“Wat zijn dat voor reptielen?”
“Die komen uit wat jullie de Expulsion Engine noemen. Ze interesseren mij niet. Na een tijdje ontploffen ze.”
We halen twee-derde van de Ka op en verdelen die over Murmel en de maangod. Het feest in het dorp neemt weer wat normalere proporties aan. De Major Domo van het kasteel adviseert ons om de andere domeinheren uit te nodigen voor overleg. Dat is gebruikelijk als er een nieuwe heerser in een domein komt. We stemmen er mee in om de heren over een week te ontmoeten. Daarna vertrekken we naar de Witte Stad. In het heden zijn dat ruïnes. Er zijn inderdaad geen shuragi meer. Wel horen we gekerm en gejammer uit ondergrondse ruimtes. Het “long pork” zit In kooien en heeft honger. We vinden er zo’n 5000. Het zijn mensen, gemaakt van materie. We hebben niets om ze mee te voeden of op te leiden en we kunnen ze niet naar Tanaïs meenemen. Even naar de Aarde. De drie leiders van Hardware Legacy 5 zijn bereid om ze op te nemen. 5000 mernsen is voor hun niet zo veel. Het kost ons drie dagen om ze te transporteren. Op de terugweg nemen we Pepsico robots mee om de steden te repareren, en wapens.

Wat we hierna willen doen:
– de vijfde stad
– Heer Arend mee e nemen naar de tombe van Ushas in de hoop dat Chantal zich daar aan de lunars wil manifesteren.

5 Xp

Tanais 2 – 16

Bakken van Sa moeten bij de Qartianen gehaald worden. En we hebben nog een uur de tijd,om de ka stroom in New Salish in de Tempest op te vangen.Hier is de Ka het zuiverst. Met Time wordt de tijd vertraagd, zodat we alle acties veel sneller kunnen doen. In Melequart willen we 120 Sa-vaten halen. Claude gaat van de Sa-vaten de waarde bepalen. Sa is 10 keer zoveel waard als de Ka.Er zit 200 keer Ka in een Sa-vat. De waarde van Ka-vat ten opzichte van een Sa-vat is 20 : 1. We parkeren de colorcopter in ons kasteel van de tovenaarsstad Sin in een versnelde bubble. Risha blijft in de colorcopter en zijn kasteel achter om de “Escher”-trap te polijsten.De vertraagde tijd word stopgezet.

We komen bij de gezellige dikkerd van het Dao kasteel uit. Na een kopje thee is er een deal. 120 Sa-zakken kunnen worden geleverd. Dan moeten er wel 6 volle Sa-zakken worden terug gegeven. De boekhouding is erg strikt. Binnen 8 uur moeten we ze terugbrengen. Een Sa-vat is ongeveer 200 kubieke meter!

Met touwen en netten worden de zakken meegenomen. Dit alles kostte 25 minuten normale tijd. Nu wordt de tijd weer vertraagd. We gaan terug naar de Moonbase in New Salish . Daar wordt de volgende constructie gemaakt om de Ka op te vangen: Risha stuurt de colorcopter. Daaraan zit een slurf ,die de Sa opvangt. Het einde van de slurf spoelt de Ka in de Sa-zak. Slurf dicht en schuift op naar de volgende Sa-zak.De Ka in Sa-zakken hebben geen gewicht. De zakken worden 1 voor 1 dichtgemaakt en alles word aan elkaar gebonden. De Ka komt uit de Decay en dankzij [matter,forces,time]lukt het om de Ka in Sa-zakken op te vangen!

We horen gekerm van de gevallen goden: “Waar is mijn Ka? Waar is mijn bloed.”.

Claude reageert:”Kan niet. We hebben het opgevangen.”

Goden:”Meestal komt de Ka terugstromen.”

Claude:”Dat is jammer.”

Goden:”Nu kost het veel tijd om op krachten te komen.”

Claude:”Het is geen goed businessplan,om alles eruit te spugen.”

Na na na na nah nah[Mindlink]

We gaan weg.

De Ka in Sa-zakken wordt afgeleverd in Sin. De rest gaat in een bag of holding uit het kasteel.{Correspondence]. Risha maakt het stabiel[Prime].

Zowel Waldheim als de verloren stad bij de Maalstroom kunnen stukjes Expulsion enigine hebben.

We gaan naar de Maalstroom. En landen aan de Warka kant. We hebben daar onze contacten.

Want waar die verborgen stad is?

Van een bebaarde verhalenverteller horen we,dat de verloren stad onder de zee bekend is. In rul daarvoor moeten we een enigma dat met Expulsion blijkt samen te hangen aan hem uitleggen. Dit enigma suggereert dat in Kim-Do een Expulsion Engine zou moeten zijn.

“Het is de stad van het begin der tijden. Hij kent vreemde metalen constructies en weet, hoe ze werken. Bij Kim-do (Korea-achtig)komen door ka doordrenkte onderdelen op de markt. Haal je de ka eruit,doet het flits knal.(vuurwerkbom).”

Claude legt uit, waar de onderdelen vandaan komen. En waarom het explodeert. Een Sa-zak kan dat bufferen.Ka kan dat oplossen.

De man vertelt ,dat Yamm “de draak” in een stad van visionairs woont . Risha heeft daar wolkenkrabbers gezien.

Over 3 maanden is het gevecht tussen Ba’al en Yamm. Dat duurt nog wel heel lang.

We gaan naar Waldheim. Met [color] valt bij Waldheim geen magie te zien.

Ook in de parallelle werkelijkheid is er niets te zien in Waldheim. Bij de plek van de priem, die er nog niet is, begint een breuk in de realiteit te ontstaan. De kleuren worden iets intenser(schilderpalet).

Op naar Kim-Do. Risha blijft in de colorcopter achter.

Een ouderwetse “Koreaanse” stad met veel inspiratie uit Zhao. Claude country met dorpen en steden.

Hoofdstad Do krijgt bezoek. We gaan naar de veiling en vinden in de catalogus alleen curiosa: lakwaren, schildpadranden.(Niks)

Sorcerers weten meer.Er is een veiling van magische items.

Uiteindelijk belanden we in een opiumwinkeltje. We geven wat geld voor een opiumpijp. Chang detecteert magie bij een apparaatje van de dealer. We mogen niet verder,want dat is alleen een ruimte voor magiërs. We moeten tonen, dat we magie hebben. Chang zit in de lucht. Claude creëert een vlam en Gwan vervormt een ring.Er zal een Kim-Do magiër komen!

Haar naam is Treyko. Zij vertelt over Chai am. We horen,dat Chai am de plek is ,waar de onderdelen vandaan komen. Om meer te weten hebben we een boek nodig. Die is niet hier. In een draagstoel gedragen door bediendes gaan we naar een buitenwijk. Alles volgens protocol. In het privévertrek van Treyko lezen we,dat Chai am ligt in een uitgedoofde vulkaan. Het respekt van Treyko is enorm: “Mijn huis is de uwe.”

Met de colorcopter landen we bij de vulkaan. Er is duidelijk materie en anti-materie.

3 kilometer ten westen van de vulkaan vinden we expulsion engine met oude electronica.

Middenin de uitgedoofde vulkaan vinden we verdichting van materie. Ook expulsion engine sporen.[Correspondence] Diep onder de grond is het moeilijk te door gronden.[gezamenlijk color]

Er zijn 3 bronnen:

1 Wyrd hier

2 diep onder de grond in een andere realiteit zijn de slijmdraden discontinu.[spirit]

3 Ergens ver weg

We gaan naar de Weird en komen in een spirited away mansion met allerlei weird creaturen en spirits. We worden verwend. Dames in kimono’s vormen een haag. Er word geluncht. We worden gewassen. We zitten in een groot bad. En worden geschrobt en geborsteld door de dames. We eten in gewaden.

Via spirit detecteren we ba,ka,akh,maar geen sa.

Zit er een ka reservoir in het eten?

Buiten het badhuis is er een beerput met ka doordrenkte onderdelen. De 1e plek met sporen van expulsion engine. Het badwater en etensresten worden geleegd in de beerput.

De tuinmannen doen niets,als er gekeken word in de put. Ze bemesten hiermee het land.

Ze vertellen over Zwarte blop. Hij komt 1 keer in de 50 jaar en zwerft verder rond. Als hij zich wast, levert dat expulsion onderdelen op. We nemen de expulsion onderdelen mee.

Op naar de 3e bron.

Tanais 2 – 15

Tanais serie 2 sessie 15 – 5 juli 2018

We gaan naar New Salish, de stad van de lunars ergens in de Neverwarm Mountains. Onderweg bedenken we wat we zullen gaan zeggen. Lunars zijn exalted, dus ze hebben ongetwijfeld net als wijzelf manieren om er achter te komen dat iemand liegt. Dus zullen we gewoon de waarheid moeten vertellen, hoe gek die ook klinkt. Het is een kleine vallei vol sprookjesachtige torens met spitse daken. Nergens is een plek om te landen voor dingen groter dan een flinke vogel. Claude blijft met de copter in de lucht hangen. Risha slaat zijn vleugels uit en vliegt naar beneden, Chang en Gwan dalen af met een touw. Er vliegen roofvogels boven ons. Een valk landt naast ons en verandert in een man. Hij vraagt zonder enige vrees: “Wat komen jullie doen?”
Risha vertelt het bekende verhaal. “Jullie durven nogal. Hier mogen alleen Lunars komen. Maar kom binnen voor een verfrissing.” Hij verandert weer in een vogel en vliegt door een raam de toren in. Chang doet Spiderclimb, Gwan maakt een Gate en Risha vliegt. De Lunar kijkt geamuseerd toe: vogels vliegen echt beter dan mensen met vleugels. Het interieur van de toren is middeleeuwse decadente luxe. Heer Valk weet van de profetieën die er over ons zijn, maar daar komen geen lunars in voor. Het verhaal over de vijf steden zegt hem van begin tot einde niets. En als Chang vertelt over het aanmeren van de twee werelden en de rol van die steden daarin, is dat voor hem helemaal nieuw. “Dus wij lunars zouden een stad die niet helemaal in deze plane ligt beheren of kennen? Ik heb eerlijk waar geen idee. Wij hebben geen archieven, maar wel vehalenvertellers. Wellicht weten die waar jullie het over hebben.” Hij heeft een vraag voor ons. “Jullie zijn toch de lieden die in Archet furore hebben gemaakt? Wij hebben onze eigen profetieën. Kennen jullie Chantal? Een ontmoeting met haar zou voor ons een diep gevoeld verlangen doen uitkomen. Zij heeft een belangrijke rol te spelen.” We leggen uit dat Chantal nu bij de overgoden is. Hij wist het nog niet, maar hij vindt het op zich best logisch dat er boven de goden nog overgoden bestaan. “Met welke groep goden of godinnen zou Chantal dan overeen komen?” “Wij gaan er van uit dat zij de overgod van alle Ushassen is.” “Breng ons naar het Ushas heligdom dat toegang geeft tot de overgodin, en dan zullen wij jullie naar onze oudste en meest wijze verhalenverteller brengen. Wacht even tot mijn broers thuis zijn, en dan kunnen we er naar toe.”
Korte tijd later komen de broers aan. Ze zijn allemaal roofvogels en ze brengen pasgevangen wild. Er wordt een feestmaal aangericht. In mensenvorm lijken ze sprekend op elkaar, maar de vogels zijn allemaal verschillend: Valk, Buizerd, Arend, etc. Heer Arend zegt: “Wat leuk dat er indringers zijn op onze heiligste plek. Dat is nog nooit gebeurd. En wat leuk dat jullie ons komen helpen om Chantal te ontmoeten. Die ontmoeting staat al beschreven in de profetie waarmee onze cabal 5000 jaar geleden begon! Dat was nog in de tijd van de hobbits en de megalietenbouwers. Toen was de Wyrd nog veel sterker. Na de megalietenbouwes kwamen de Shintasta. Die zijn echt dom.” Op Gwans vraag of zo’n lang leven niet vreselijk saai is, moet hij lachen. “We amuseren ons nog steeds! Rond deze tijd zijn wij altijd vol levenslust. Eén keer per maand zijn we een paar dagen melancholiek, maar de rest van de tijd amuseren we ons. Wij gaan nu slapen. Morgen praten we verder.”
Die nacht probeert Risha [met Color en Spirit] de parallelle werelden in kaart te brengen. Dat kost hem heel veel moeite. Chang doet hetzelfde met [Forces en Color]. Hij neemt een dunne laag Ka waar, die periodiek aanwast en weer afneemt met de maanstad. Voor meer informatie heeft hij ook [Correspondence] nodig. Claude is er inmiddels bij gekomen en hij voegt zich bij Chang’s magie. Maar dat gaat vreselijk mis. Er opent zich een Gate waar een stuk gletscher ijs doorheen valt. Precies op het hoofd van heer Arend! Risha heeft intussen zijn trance verdiept en ook [Corr] toegevoegd. Nu ziet hij wat. Niet ver hier vandaan is een gat waar maandelijks Ka door naar binnen en weer naar buiten stroomt, diep in de kelder van de oudste toren in het midden van de vallei. De toren is dichtgemetseld, maar daar trekt Ka zich niets van aan. Het gat is de opening naar een slijmdraad tussen de werelden.
Risha merkt niks van de paniek die er inmiddels is uitgebroken. Gwan wil met [Matter] het ijs uit het hoofd van Arend verwijderen, Chang komt op het gekerm af om te helpen met genezen. “Jullie moeten oprotten!” zegen de lunars, “Wij zijn gestraft voor onze frivoliteit. We hebben jullie toegelaten tot ons heiligdom en moeten nu boete doen.” Als Risha uit zijn trance gewekt wordt, staan de lunars hem wel toe om heer Arend [met Life 5] te genezen.
Nou, dan gaan we maar. In de colorcopter springen we één quantum opzij en komen aan in de Wyrd. Hier is de vallei een stinkend moeras met in het midden een dichtgemetselde toren. O ja. De slijmdraden verbinden Tanais met de Aarde, dus we moeten juist de andere kant op! We hoppen naar Decay. De vallei is dor en stoffig met hele puntige rotsen en scherp zand. En er is geen atmosfeer! We trekken snel onze ruimtepakken aan. De sterrenhemel is zwart met heel heldere sterren. Dit stukje decay komt overeen met het oppervlak van de maan. Ook hier staat een toren, maar die is niet dichtgemetseld. Hij heeft een heleboel openingen. Het lijken wel schietgaten. Het materiaal van de toren is heel zachte steen en het is gemakkelijk om een opening te vergroten zodat Risha naar binnen kan kruipen. Binnen is het stikdonker en er hangt een heel onaangename sfeer, echt zo’n plek waar je niet wilt zijn. Zijn anima kan de duisternis maar voor enkele tientallen centimeters verdrijven. Met [sense Spirit] voelt hij hoe hier ‘hopeloosheid’ van de Shallows de Diepte in stroomt. We maken hem vast aan een touw en laten hem afdalen in de put. Deze put geeft toegang tot de dwars-dimensie Despair. Risha wordt ‘gereinigd’ van iedere vorm van hoop. Maar hij haalt een 9 op zijn Valor-worp en herpakt zich. Hij bevindt zich in een boerenlandschap. De kleur van deze slijmdraad is het roestrood van een maansverduistering. In het landschap liggen boerderijen en Met [Correspondence] ziet hij verderop dorpjes en kastelen. Daar voorbij houdt de wereld abrupt op. Aan het einde van de dimensie ziet hij een stoffig gebied met koepels, net zo’n maanlandschap als in de Shallows. Hij gaat weer terug om te overleggen. Met [Time en Spirit] zien Gwan en Risha dat de spirit-bewoners van dit gebied met mooi weer, zoals nu, vol levenslust zijn, maar periodiek neemt de wanhoop toe. Ze zijn gevangen in een maandelijkse cyclus en worden steeds weer leeggezogen. Ka komt dan door de wereld heen spoelen en reset de bewoners iedere keer in een staat van totale wanhoop. [Voor D&D-ers: denk aan Ravenloft].
Claude en Risha gaan samen naar Despair terug om de koepels te inspecteren. Risha houdt zijn ruimtepak aan, want het koepelgedeelte zal vast ook een stukje maan zijn en geen atmosfeer hebben. Claude haalt zijn Valor-check niet. Zijn Willpower en zijn Essence poelen worden leeggezogen door de wanhoop. “Ik heb geen zin om te lopen!” Hij teleporteert er vast naar toe, zonder Risha mee te nemen. Het is ongeveer 30 km vliegen, daar staat Claude hem gedeprimeerd op te wachten. Hij heeft wel alvast een anaerobe vorm aangenomen voor de maan. We vinden een luchtsluis die het nog doet. Binnen is een bedompte atmosfeer. Er valt wel te ademen, maar de apparatuur die de lucht verschoont is uitgevallen. Alles is van kunsstof. De dingen zijn intact, maar alles staat uit. We vinden een skelet. Het vlees is vergaan, maar de kleding is nog intact. Hij heeft het logo van de ruimtevaartorganisatie Dark Side of the Moon op zijn borst. Hij heeft ook een stasis-armband. Met {Correspondence] en vindt Risha de lay-out van de maanbasis. De koepels zijn allemaal onderling verbonden en daaronder zit een Ka-reservoir.
Via de Mindlink hebben Gwan en Chang alles meegemaakt. Gwan waarschuwt dat er hier in het verleden een hele grote spirit zat, de god van deze plane. We gaan naar het Ka reservoir. Onderweg vinden we nog een heel aantal skeletten. Ze hebben allemaal een stasis armband en een aantal heeft een iPad. Claude pakt een iPad en activeert hem. Er zit geen beveiliging op. Wie op de maanbasis is, heeft genoeg clearance om alles te weten! Dit is één van de Expulsion Engines van Biggles. Vanwege de afstand tot de Aarde had Moonbase een kleine vertraging ten opzichte van de andere steden. We ontdekken dat een van de andere Engines in een buitenwijk van Manilla was, dat verklaart de Spaanse straatnamen in de stad onder de piramide. Als we bij de ingang van het reservoir komen, horen we machinaal geluid van onder de grond. Hier zijn nog machines die het doen. Bij het Ba-bassin is alles uit en vrij definitief gesloopt. Duidelijk sabotage! Het Ka-bassin is nog intact en actief. De energie voor de machines komt vanuit de Ka zelf. Daar begint de maandelijkse cyclus.
Met [Spirit] zien we dat de godheid nog aanwezig is. Risha probeert hem over te halen om ons te helpen. Als dat niet lukt daagt hij de godheid uit. “En waarmee denk jij dat je mij kunt raken, kleintje?” “Hiermee!” Risha trekt zijn Soul Sword tevoorschijn, waarmee je Spirits kunt raken en met [Spirit 5] dwingt hij de godheid om te materialiseren. De Ka-poel begint over te stromen. Dit gaat niet goed. Gwan maakt een portal waardoor we snel terug kunnen naar de Shallows. De Ka blijft opkomen. Over een uur is het bij de uitgang waar wij nu zitten en van daaraf zal het Tanais in stromen. Wellicht kunnen we vanaf hier een Gate maken naar het Ka-reservoir van Manilla. Maar dat bassin is beschadigd. Het moet eerst door Chappie gerepareerd worden. Hoe slaan we al die Ka in de tussentijd op? Daarvoor is Sa nodig. Volgens onze berekening is de inhoud van zo’n bassin ongeveer 120 tot het maximum gevulde Sa-zakken. Risha vraagt of hij er eentje extra kan krijgen om te verwerken in zijn harnas, tegen dit soort aanvallen van gevallen goden. We gaan met de colorcopter naar de stad van de tovenaars om met de magiërs van Melek Qart te onderhandelen. De tijd is te krap om een goede prijs te onderhandelen. We hebben maar een uur. Maar met [Time] is een boel te bereiken.

5 Xp

Idee; Nadat we de zakken hebben gevuld zou Risha terug kunnen gaan naar Moonbase: “Dank u hartelijk voor uw medewerking en uw ongelooflijke geschenk! Dit is voldoende Ka om het reservoir van de Stad Onder De Piramide weer mee te repareren. Ik wil mij echt oprecht verexcuseren voor mijn ongepaste gedrag. Ik had u totaal verkeerd ingeschat en ik hoop dat u mij wilt vergeven.”

Tanais 2 – 14

Tanais serie 2 sessie 14 – 7 juni 2018

Op naar de Starlit Tower om met de Siderials te overleggen. De huishoudster herkent ons en haalt de siderials. Red komt als eerste. “Jullie haden voor ons het witte hert als sleutel om de Witte Stad binnen te komen. Wij zijn nu op zoek naar toegang tot de stad onder de grote piramide.” “Dat treft. Een vreemdeling bracht ons enkele dagen geleden precies die informatie. Het was een jonge kerel die er toch oud uitzag.” Uit de beschrijving herkennen we een van de bovengoden die Chantal meenamen. Claude zegt in de Mindlink: “We moeten wel uitkijken dat we niet gemanipuleerd worden.” Der Alte komt er bij. Hij vertelt wat de bovengod gezegd heeft: “Als jullie slim zijn, dan doe je het niet. Maar jullie zijn niet slim, dus jullie gaan het wel doen. Wat je nodig hebt is gefermenteerde lotuswortel gedrenkt in de urine van gevallen goden. Dat kun je krijgen bij de tovenaars van Dao. Daarna gaat het nog steeds niet lukken, maar dan hebben ze tenminste wat ze willen.” Red stoot Der Alte aan” “Was dat nou echt alles?” Na enig aandringen komt er wat extra informatie. “Je moet aansluiting vinden op je eigen innerlijke ‘evil’. Als dat lukt, en het lukt niemand, dan is er een heel ontvangstcomite.” We hebben het idee dat hij nog steeds niet alles heeft gezegd. Uiteindelijk geeft hij toe. De overgod heeft nog wat gezegd: “Ze hoeven natuurlijk niet via de hoofdingang te gaan. Zij kunnen gewoon via de Tempest erheen lopen.” Red knikt. Nu is alles verteld wat van belang is. Risha zegt dat er nog meer van die steden bestaan: Nieuw Salish, Waldheim en eentje onder de maelstroom van Melek Qart.
De volgende ochtend gaan we verfrist op weg. We hadden de copter gewoon in het bos gezet. Maar dat bleek niet veilig. De bomen zijn omver geduwd en het ding ligt op zijn kant. Met [Time] zien we dat vannacht de hele omgeving veranderde. Alles kreeg felle kleuren en een fosforiserende draak heeft aan de colorcopter gesnuffeld en is weer verder gelopen. Een Wyld-surge van een half uurtje. De fysieke schade valt mee. Claude kan het wel repareren.
Terug naar ons luchtkasteel in de tovenaarsstad. Chang bezoekt de gezellige dikkerd die zijn contact is bij de Daoisten en vertelt wat we zoeken. “Zo, dat is nogal wat! Super-kwaadaardige tovenarij. Ik kan het leveren, maar het is wel dynamiet!” “Het doel heiligtde middelen, toch?” “Als jij het zegt. Vier porties voor ‘het goede werk’? Dat kost je een gunst, oke?” “Oke.” “Dan ga ik dat voor je regelen. Tot over een half uur.”
Na een half uurtje heeft hij vier sa-vaten bij zich. “Doe het maar ver weg van hier. Het spul is beroemd/berucht voor het doen opvlammen van je lagere zelf. Pas op, je bent daarna nooit meer dezelfde.” “Is er ook een antigif?” vraagt Claude. “Nee, het is onomkeerbaar. De rite der stervenden. De select few die als Spekters verder gaan.” Gevaarlijk spul inderdaad. Laten we eerst maar de achterdeur proberen.
Naar Geb. We zitten 10 km van de piramide. Naar de ondiepten van de Tempest. Alles is zwart-grijs-wit. Er lopen stroompjes als een estuarium waar het land de zee in stroomt. Wij als levenden geven licht in felle kleuren. In de verte strompelt een figuur. Risha zet zijn Night-caste aura aan en wordt een schaduw. En met [Spirit] laat hij het er uit zien alsof deze langzaam desintegreert. Chang doet voor de andere drie hetzelfde, maar dan met [Entropie]. Met [Life] zorgt Gwan er voor dat Chang en hij daar niet echt dood van gaan. Claude doet het [Life] effect op zichzelf en dat werkt heel wat beter. Hij voelt zich kiplekker. In de verte zien we de ruines van een grote stad. De hoeveelheid water neemt snel toe. Het water zelf voelt heel onaangenaam aan. Het is geen echt water, maar vervuilde Ka en Ba. Er groeit hier niets waar we een scheepje van kunnen maken. Dit is het dodenrijk. Risha probeert met [Spirit] de geest van de keukencatamaran te laten materialiseren, maar dit mislukt.
De ruines zijn een soort honingraat waar het water door naar beneden stroomt, de diepe Tempest in. Met [Correspondence] maakt Gwan ene portaal naar het de stad. We komen aan in een buitenwijk van de 24e eeuwse stad en we moeten naar het midden. Het water stroomt hard door de straten. Risha slaat zijn vleugels uit en gaat verkennen. De anderen gaan met [Spider Climb] via de muren verder. Risha ziet verderop een cirkelvormige Niagarawaterval van 5 km diameter. Daar binnen is het centrum van de stad relatief droog. Er staan wel her en der plasjes ‘water’. De straatnamen zijn in het Spaans. De reclameborden zijn leeg. Geen spekters te bekennen. Via een Portal komen de andere drie naast hem in de stad. Claude herinnert zich dat de firma’s Biggles en Werner-Volker zich met expulsion bezig hielden. Na een paar uur gefrustreerd rondzwerven vinden we een gebouw met “…IGGLES” op de gevel. Nog steeds geen spekter gezien. Wel wraiths die door de waterval meegesleurd worden de Tempest in. Binnen vinden we kleding waar alle kleur uit is verdwenen. De kleren liggen in de houding waarin de drager was gestorven. Dit hoor niet thuis in de Tempest! We vinden overals met Biggles emblemen, en van die stasis armbanden. Alle spullen zijn er nog, maar de lichamen zijn tot stof vergaan. De armbanden zijn geactiveerd geweest, maar vocht heeft alle hightech aangetast. De lowtech is er nog, maar het is wel alle kleur kwijt. Deze binnenstad is van materie, common Aarde op een heel rare plaats. Geen antimaterie. We gaan naaar de kelders. Daar vinden we de oude machinekamers. Dezelfde technologie als in de Witte Stad. Claude gaat wat proberen te repareren. Dat is niet zo moeilijk, hij kent de 24e eeuwse technologie. Het mechanische gedeelte is te repareren, de computers gaan een stuk lastiger worden. Chappie zou kunnen helpen als hij de Witte Stad als voorbeeld kan gebruiken.
Claude stelt voor om de reserve Chappie te wekken en hier aan het werk te zetten. Dat is niet nodig, want Chappie 2.0 is niet aan lokatie gebonden. Zij mainframe is in Autochthon en hij kan zich manifesteren waar hij toegang krijgt. We gaan op zoek naar de Ka-reservoirs. Alle Ka en Ba stroomt via de Niagara de Tempest in. De doorgangen naar de Ka- en Ba reservoirs zaten precies waar nu de waterval is. Onopvallende gebouwtjes met een ijzeren deur. Trappen 500 m omlaag komen we aan de rand van een groot leeg zwembad. Op regelmatige punten op de omloop is machinerie, nog meer aangetast dan boven in de stad. Onder het Ba-reservoir vinden we het reservoir voor de Ka, die is ook leeg. Er zijn stukken beton omlaag gevallen. We zie sporen van periodieke overstromingen. Het is nuttig om de twee reservoirs weer te vullen voor het Aanmeren. In het midden zitten twee openingen waardoor het naar boven en naar beneden kan stromen. Stepping Sideways terug naar Tanais kan hier niet. We zouden dan door de slijmlaag van de piramide moeten. Maar we kunnen wel gewoon via dezelfde route terug als hoe we hier kwamen. En dan komen we weer in Geb.
Voordat we CHappie inschakelen, lijkt het ons nuttig om ook de andere drie steden te bezoeken. Als we naar Nieuw Salish gaan, moeten we er rekening mee houden dat de Lunars ons in deze werkelijkheid nog niet kennen. Dus zullen we de voordeur moeten gebruiken en er voor zorgen dat ze ons aardig vinden.

5xp

Tanais 2 – 13

Met de colorcopter gaan we naar Mount Paradise. We parkeren het ding 1 quantum opzij en lopen het laatste stukje. Er zijn een paar siderials die we niet kennen. Ze zeggen dat Imhotep is vertrokken met een of andere boerenkinkel. “Hij leek er nogal op gesteld. Ze zijn naar een of andere barbarenstaat in het Noorden.” Dat zal Karel zijn. Dan weten we dat ze naar Soul zijn om hem koning te maken. In de kristallen bol zien we ze in Bronwe, in gesprek met een paar brahmanen. Op de achtergrond wordt het beeld van Mutri omhoog gehesen. We zetten de copter in het sprookjesbos en gaan via de geheime gang naar het kasteeltje. Boven het kelderluik horen we gestommel: soldaten die aan het verhuizen zijn. Met [Mind] laat Chang ze gaan schaften. Als ze weg zijn zien we dat ze de kelders aan het uitruimen waren. Het nieuwe huisraad is typisch nouveau riche, en geen Shintash werk. Karel blijkt een eigen blazoen te hebben bedacht, dat op alle nieuwe meubels staat. In onze Tanais-vorm gaan we naar de tempelstad. Met [Time] slippen we moeiteloos langs de wachters naar de tempel van Mutri. Daar worden we herkend door Karel en hartelijk begroet. “Het lijkt wel alsof de goden ons extra gunstig gezind zijn. Er zijn meer heilige dagen dan we in jaren gehad hebben.” Een helige dag is een dag waarop de werelden van Wyrd en Decay gemakkelijk overlopen in de Tanais-werkelijkheid. De brahmanen zien hem wel zitten als koning en zijn nu op zoek naar een nieuwe vrouw voor hem. Nee, Chantal is definitief weg. Karel gaat door met de tempelbouw en we leggen onze plannen voor aan Imhotep. Risha stelt voor om de werelden weer te laten versmelten. Imhotep zegt: “Chappie heeft daarvoor genoeg rekenkracht. Maar dan moeten jullie hem alle informatie aanleveren. En het gaat een heleboel zonium kosten. Het zonium van Expulsion is opgebruikt.” “Nee,” zegt Risha, “dat zit in de parallelle werkelijkheden, de slijmdraden.”
Hij wil mee naar Aarde. Daarvoor moeten we een zoniumpak voor hem maken. Waar vinden we zonium? E zit nog een hele prop van dat spul in het ruimtestation, maar om dat er uit te krijgen gaat lastig worden. Claude noemt het flesje in de vulkaan. Dat klinkt als een meer haalbare optie. Het eiland is een en al bedrijvigheid. Allemaal goblins zijn aan het werk, een mannelijke shuragus hanteert de zweep. We sluipen naar het pakhuis en proberen met [Correspondence] het flesje uit de verborgen ruimte te halen. Dat mislukt en wij worden het pakhuis binnen gezogen. Een shuragus rent op het kabaal af. Met [Forces] maakt Claude ons hoekje donker. De shuragus geeft gifgas af terwijl Gwan het flesje pakt. Tegen de tijd dat de kamer vol groen gas staat, zijn wij al weg. Op Mount Paradise maakt Claude een perfect passend zoniumpak voor Imhotep.
Dan gaan we naar Steampunk Island. Als we de copter parkeren kijken de bewoners beleefd verbaasd, en gaan verder waar ze mee bezig zijn. Imhotep vraagt: “Dit is toch niet de Aarde? Waarom zit Chappie hier?” “Hij zit eigenlijk nog een beetje verder in een machinewereld, maar hier is een doorgang.”
Als we door de stad lopen, worden we genegeerd. In de kroeg zijn de vossenmensen bezig met inrichten. Het is nog niet functioneel en er zijn nog geen Lost Boys. Zodra we binnenkomen, voelen we dat er een kracht ontwaakt. Er zijn nog geen monsters in het doolhof, dus we kunnen zo doorlopen naar de kop van de draak. Die kijkt ons verbaasd aan en als hij Imhotep ziet, vraagt hij: “Wie zijn jullie?” We stellen ons een voor een voor: “Gwan,” “Claude,” “Chang,” “Risha,” “Imhotep.”
“Bewijs dat je Imhotep bent!”
“Chappie, je weet toch dat ik van je hou, je weet toch hoe we afscheid hebben genomen?”
De drakenmuil gaat open en een robot stapt naar voren. Imhotep en Chappie vallen elkaar in de armen. Het duurt even voordat ze ter zake kunnen komen. Imhotep stelt ons onder zijn persoonlijke bescherming. We mogen niet ge-juiced worden en we hebben heel belangrijke informatie die Chappie moet doorrekenen. We vertellen alles wat we weten. Dan slaat Chappie aan het rekenen. Enkele seconden later zegt hij: “Wat jullie moeten doen is niet zo moeilijk. Igrot wil ter zaad gaan. Als jullie hem te vroeg zaad laten schieten, gaan alle defensiemechanieken aan. Maar als jullie hem op het einde, vlak voor de botsing, in zaad laten schieten, kun je de tijd stop zetten en de Expulsion-engines aanzetten. Dan worden de werelden aangemeerd zonder dat Igrot er last van heeft. Wat er voorbij de voortplanting gebeurt met Aarde interesseert Igrot niet. Het precieze moment is te berekenen. Jullie moeten de machines vinden. Die zitten als stukjes Aarde in Tanais. Jullie Witte Stad is er een van. Er is nog een andere mogelijkheid. Via de 6e dimensie kun je net die ene Alternate Reality zoeken waarin het goed gaat. Ik weet niet veel van 6D. Alleen dat de meta-goden er iets mee van doen hebben.”
Wat er momenteel op Aarde gebeurt, weet Chappie niet. Hij heeft zich teruggetrokken om zijn opdracht (het juicen van de veroordeelde onsterfelijken) uit te kunnen voeren. Imhotep wil bij Chappie blijven en hij gaat het Lost Boys scenario stoppen.
“Hoe weten jullie daarvan?” vraagt Chappie.
“Wij komen uit een Alternate, vandaar dat we een heleboel weten.”
Imhotep valt ons bij. “Oke, omdat jij het zegt.”
Claude merkt op: “Die technologie werkt echt heel goed. Ga vooral door met hem te perfectioneren. Zo kun je Tanais in kaart brengen en de shiragi volgen.” Dat gaat Chappie doen.
Imhotep weet dat bij de piramides van Geb een doorgang is naar de Melkweg. “Gewone mensen gaan na hun dood naar de Tempest, maar de ingewijden gaan naar hun eigen hiernamaals. Die is veel veiliger. Bij de piramides gaat de Tempest de diepte in, richting Aarde. Waar de Melkweg zich afsplitst ligt een mythische stad waar niemand ooit is geweest. Dan is er nog Nieuw Salish, de stad van de Lunars. De Lunars hebben een heel duister geheim en iets zegt me dat daar ook zo’n ingebed stuk Aarde te vinden is.”
“Dan moeten we daar zeker gaan kijken,” zegt Risha, “en waarschijnlijk zijn er nog meer. Waldheim is ook een kandidaat en ik heb een stad gezien onder de draaikolk van Melek Qart.”
“Weten jullie hoe Tanais gemaakt is?”
“Nee.”
“Er zijn fragmenten van de Aarde gespiegeld en daaruit is een parodie an der Aarde ge-extrapoleerd boven de Ba-laag. Op 5 plekken tegelijk. Van daaruit hebben die plekken zich in antimaterie uitgevouwen tot Tanais.”
We nemen afscheid en gaan met de copter naar de piramides. Bij het weggaan vertelt Imhotep dat er een mythe is over de piramides; dat de on-ingewijden uit de bron drinken en de ingewijden niet.
De Grote Piramide heeft een ingewikkeld gangenstelsel. Maar met [Correspondence] is dat geen probleem. Middenin de piramide zit een hele kleine, van 2×2 meter, waar de grote overheen gebouwd is. Die is veel ouder en massief. Onder het piramidetje zit een scheur in de bedrock, waar ooit een bron opwelde. Maar die is nu droog. In Decay is er wel een bron, die stroomt uit het niets. Hier is een snijpunt met de Tempest en met de Wyrd. De Decay-bron is gemaakt, hij is magisch. De Tanais-bron was natuurlijk. In de Wyrd is op deze plaats een nevel die een brug vormt richting sterrenhemel, de Wyrd uit.
Met [Color] verplaatsen we ons naar de Wyrd. Het is acht. een regenboognevel vormt een ladder naar de sterren. Het is hier heel leeg. Er gaan niet zo veel ingewijden dood. We kunnen de ladder niet beklimmem. Voor ons is het een nevel waar je dwars doorheen stapt.
Claude gaat op zoeknaar de grote hoeveelheid Ka die na Expulsion op deze plek moet zijn achtergebleven. Hij vindt het achter een slijmlaag waar Decay overgaat in Tempest. Risha denkt dat de piramide de plek is waar de doorgang naar de stad is. Claude bevestigt dat de slijmlaag overeenkomt met het kleine piramidetje. We gaan de grote piramide in tot we zo dicht mogelijk bij de kleine zijn en maken een tunnel. De piramidion is van zwart obsidiaan, met op de grens van Decay en Tempest inderdaad een slijmlaag. Het voelt puur boosaardig. De essentie van de Ka van de levende piramide. Als de piramide een Ka heeft, moet hij ook een Ba hebben. Met [Spirit] contacteert Risha de Ba.
“Hallo levende.”
“Wij zijn op zoek naar de stad die hier ooit was.”
“Waarom ga je niet naar de Melkweg? Alleen de meest slechte doden gaan naar de stad. Jouw vriend Claude is een lievertje vergeleken met hun.”
“Bedoel je specters?”
“Die lieden waarvan de specter op het moment van sterven al sterk genoeg is. Als er eentje binnentreedt, voel ik even wat daar is. Jouw Witte Stad ken ik niet. Ik ben slechts de piramide, de begeleider. De inwijding kun je krijgen bij de priesters van Anoebis.”
“Hartelijk bedankt!”
We bedenken ons: de siderials wisten van het witte hert. Misschien kennen ze ook de methodes om de andere steden binnen te komen.

+ 5xp = 62