Tanais 2 – 14

Tanais serie 2 sessie 14 – 7 juni 2018

Op naar de Starlit Tower om met de Siderials te overleggen. De huishoudster herkent ons en haalt de siderials. Red komt als eerste. “Jullie haden voor ons het witte hert als sleutel om de Witte Stad binnen te komen. Wij zijn nu op zoek naar toegang tot de stad onder de grote piramide.” “Dat treft. Een vreemdeling bracht ons enkele dagen geleden precies die informatie. Het was een jonge kerel die er toch oud uitzag.” Uit de beschrijving herkennen we een van de bovengoden die Chantal meenamen. Claude zegt in de Mindlink: “We moeten wel uitkijken dat we niet gemanipuleerd worden.” Der Alte komt er bij. Hij vertelt wat de bovengod gezegd heeft: “Als jullie slim zijn, dan doe je het niet. Maar jullie zijn niet slim, dus jullie gaan het wel doen. Wat je nodig hebt is gefermenteerde lotuswortel gedrenkt in de urine van gevallen goden. Dat kun je krijgen bij de tovenaars van Dao. Daarna gaat het nog steeds niet lukken, maar dan hebben ze tenminste wat ze willen.” Red stoot Der Alte aan” “Was dat nou echt alles?” Na enig aandringen komt er wat extra informatie. “Je moet aansluiting vinden op je eigen innerlijke ‘evil’. Als dat lukt, en het lukt niemand, dan is er een heel ontvangstcomite.” We hebben het idee dat hij nog steeds niet alles heeft gezegd. Uiteindelijk geeft hij toe. De overgod heeft nog wat gezegd: “Ze hoeven natuurlijk niet via de hoofdingang te gaan. Zij kunnen gewoon via de Tempest erheen lopen.” Red knikt. Nu is alles verteld wat van belang is. Risha zegt dat er nog meer van die steden bestaan: Nieuw Salish, Waldheim en eentje onder de maelstroom van Melek Qart.
De volgende ochtend gaan we verfrist op weg. We hadden de copter gewoon in het bos gezet. Maar dat bleek niet veilig. De bomen zijn omver geduwd en het ding ligt op zijn kant. Met [Time] zien we dat vannacht de hele omgeving veranderde. Alles kreeg felle kleuren en een fosforiserende draak heeft aan de colorcopter gesnuffeld en is weer verder gelopen. Een Wyld-surge van een half uurtje. De fysieke schade valt mee. Claude kan het wel repareren.
Terug naar ons luchtkasteel in de tovenaarsstad. Chang bezoekt de gezellige dikkerd die zijn contact is bij de Daoisten en vertelt wat we zoeken. “Zo, dat is nogal wat! Super-kwaadaardige tovenarij. Ik kan het leveren, maar het is wel dynamiet!” “Het doel heiligtde middelen, toch?” “Als jij het zegt. Vier porties voor ‘het goede werk’? Dat kost je een gunst, oke?” “Oke.” “Dan ga ik dat voor je regelen. Tot over een half uur.”
Na een half uurtje heeft hij vier sa-vaten bij zich. “Doe het maar ver weg van hier. Het spul is beroemd/berucht voor het doen opvlammen van je lagere zelf. Pas op, je bent daarna nooit meer dezelfde.” “Is er ook een antigif?” vraagt Claude. “Nee, het is onomkeerbaar. De rite der stervenden. De select few die als Spekters verder gaan.” Gevaarlijk spul inderdaad. Laten we eerst maar de achterdeur proberen.
Naar Geb. We zitten 10 km van de piramide. Naar de ondiepten van de Tempest. Alles is zwart-grijs-wit. Er lopen stroompjes als een estuarium waar het land de zee in stroomt. Wij als levenden geven licht in felle kleuren. In de verte strompelt een figuur. Risha zet zijn Night-caste aura aan en wordt een schaduw. En met [Spirit] laat hij het er uit zien alsof deze langzaam desintegreert. Chang doet voor de andere drie hetzelfde, maar dan met [Entropie]. Met [Life] zorgt Gwan er voor dat Chang en hij daar niet echt dood van gaan. Claude doet het [Life] effect op zichzelf en dat werkt heel wat beter. Hij voelt zich kiplekker. In de verte zien we de ruines van een grote stad. De hoeveelheid water neemt snel toe. Het water zelf voelt heel onaangenaam aan. Het is geen echt water, maar vervuilde Ka en Ba. Er groeit hier niets waar we een scheepje van kunnen maken. Dit is het dodenrijk. Risha probeert met [Spirit] de geest van de keukencatamaran te laten materialiseren, maar dit mislukt.
De ruines zijn een soort honingraat waar het water door naar beneden stroomt, de diepe Tempest in. Met [Correspondence] maakt Gwan ene portaal naar het de stad. We komen aan in een buitenwijk van de 24e eeuwse stad en we moeten naar het midden. Het water stroomt hard door de straten. Risha slaat zijn vleugels uit en gaat verkennen. De anderen gaan met [Spider Climb] via de muren verder. Risha ziet verderop een cirkelvormige Niagarawaterval van 5 km diameter. Daar binnen is het centrum van de stad relatief droog. Er staan wel her en der plasjes ‘water’. De straatnamen zijn in het Spaans. De reclameborden zijn leeg. Geen spekters te bekennen. Via een Portal komen de andere drie naast hem in de stad. Claude herinnert zich dat de firma’s Biggles en Werner-Volker zich met expulsion bezig hielden. Na een paar uur gefrustreerd rondzwerven vinden we een gebouw met “…IGGLES” op de gevel. Nog steeds geen spekter gezien. Wel wraiths die door de waterval meegesleurd worden de Tempest in. Binnen vinden we kleding waar alle kleur uit is verdwenen. De kleren liggen in de houding waarin de drager was gestorven. Dit hoor niet thuis in de Tempest! We vinden overals met Biggles emblemen, en van die stasis armbanden. Alle spullen zijn er nog, maar de lichamen zijn tot stof vergaan. De armbanden zijn geactiveerd geweest, maar vocht heeft alle hightech aangetast. De lowtech is er nog, maar het is wel alle kleur kwijt. Deze binnenstad is van materie, common Aarde op een heel rare plaats. Geen antimaterie. We gaan naaar de kelders. Daar vinden we de oude machinekamers. Dezelfde technologie als in de Witte Stad. Claude gaat wat proberen te repareren. Dat is niet zo moeilijk, hij kent de 24e eeuwse technologie. Het mechanische gedeelte is te repareren, de computers gaan een stuk lastiger worden. Chappie zou kunnen helpen als hij de Witte Stad als voorbeeld kan gebruiken.
Claude stelt voor om de reserve Chappie te wekken en hier aan het werk te zetten. Dat is niet nodig, want Chappie 2.0 is niet aan lokatie gebonden. Zij mainframe is in Autochthon en hij kan zich manifesteren waar hij toegang krijgt. We gaan op zoek naar de Ka-reservoirs. Alle Ka en Ba stroomt via de Niagara de Tempest in. De doorgangen naar de Ka- en Ba reservoirs zaten precies waar nu de waterval is. Onopvallende gebouwtjes met een ijzeren deur. Trappen 500 m omlaag komen we aan de rand van een groot leeg zwembad. Op regelmatige punten op de omloop is machinerie, nog meer aangetast dan boven in de stad. Onder het Ba-reservoir vinden we het reservoir voor de Ka, die is ook leeg. Er zijn stukken beton omlaag gevallen. We zie sporen van periodieke overstromingen. Het is nuttig om de twee reservoirs weer te vullen voor het Aanmeren. In het midden zitten twee openingen waardoor het naar boven en naar beneden kan stromen. Stepping Sideways terug naar Tanais kan hier niet. We zouden dan door de slijmlaag van de piramide moeten. Maar we kunnen wel gewoon via dezelfde route terug als hoe we hier kwamen. En dan komen we weer in Geb.
Voordat we CHappie inschakelen, lijkt het ons nuttig om ook de andere drie steden te bezoeken. Als we naar Nieuw Salish gaan, moeten we er rekening mee houden dat de Lunars ons in deze werkelijkheid nog niet kennen. Dus zullen we de voordeur moeten gebruiken en er voor zorgen dat ze ons aardig vinden.

5xp

Plaats een reactie