The RoSE – 57

11-04-2014

The RoSE – 57

NIGHT
We zijn in de dansruimte. In de loop van de avond komt het gezelschap dat de uitnodigingen uitdeelde binnen. Het meisje dat ons de vrijkaartjes gaf flirt met Little Shu. “Iemand die zich uitgeeft voor Infernal, dat zie je niet vaak,” lacht ze. Little Shu heeft andere ervaringen, maar doet er wijselijk het zwijgen toe. Ze vraagt hoe hij aan het harnas komt. Hij vertelt dat hij de eigenaar heeft verslagen. Ze is onder de indruk en stelt zich voor als Shamane.
Om middernacht stopt de muziek. Op het podium verschijnt een man in een lange paarse mantel, zilveren haar met kleine sterretjes. “Welkom! De Hal van Oberon gaat open. Iedereen die een toevlucht zoekt voor de Reconquista is hier welkom, in zijn domein! Het eerste uur zijn de drankjes gratis.” Er gaat een nieuwe vleugel open.
Atis vraagt zich af wie hier Fae is en gaat eens goed opletten. Het merendeel van de aanwezigen zijn gewone mensen. Oberon en DJ Puck zijn Fair Folk. De portier, Shamane en de croupiers hebben ook een soort Fae uitstraling. Maar de meesten zijn gewoon mensen die zich erg amuseren. Er worden allerlei drankjes, pilletjes, vloeistofjes gebruikt en iedereen heeft het erg naar zijn zin. Little Shu stelt voor om te gaan kijken bij het spelen. “Goed idee!” Shamane wil wel mee, ze heeft een zak fiches van de baas gekregen. Sango fluistert tegen de anderen: “ze moet vast op ons letten!” Het casino is opgesplitst in een gedeelte waar om kleingeld gespeeld wordt en een duurder deel waar om jade gespeeld wordt. Daar zijn weinig spelers, maar veel toeschouwers.
Wat is de plot? Atis besluit een mina om te wisselen in obolen. Ook zet hij de charm Heightened Senses aan. Hij gaat spelen, al snel heeft hij zijn inzet verdubbeld. Voor zo ver hij kan zien wordt het spel niet gemanipuleerd, al is de croupier een essence-gebruiker. De tweede keer wint hij weer, de derde ook, vierde weer! Ghurkan en Sango letten op het publiek. De vijfde worp wint Atis weer, hij heeft van zijn ene obool een mina gemaakt. Dat ziet het publiek graag! Sango stelt voor om eens te stoppen. De croupier kijkt teleurgesteld. Atis geeft hem een obool fooi. We zagen dat de croupier geen charms gebruikte, maar bij de latere worpen wel een complexere polsbeweging maakte.
Atis geeft een rondje voor iedereen. Daarna gaat hij met zijn fans praten. Een paar hebben het gevoel dat ze hier al heel lang zijn, veel langer dan een paar uur.
Shamane vertelt dat ze begonnen is als bezoekster. Oberon is een goede baas, hij betaalt goed en geeft gratis drugs. Om twee uur zit haar dienst er op. Wil Little Shu mee naar haar kamer? Ze heeft nog een mooie fles staan.

Ghurkan gaat bij de Pachinko kijken.Wat de lol ervan is, ontgaat hem helemaal. Ook deze mensen zien er uit alsof ze hier al tijden bezig zijn. Sango en Atis vermoeden dat de plot iets met drugs en hedonisme te doen heeft. Mensen die ergens in op gegaan zijn, hebben het gevoel dat er meer tijd verstreken is. Voor Little Shu en Atis is het twee uur ’s nachts; voor Sango, die lekker heeft gedanst, is het al bijna dageraad — maar het zet niet door omdat ze gestopt is met dansen. Voor Ghurkan, die zich vooral heeft verveeld, is er nog vrijwel geen tijd verstreken sinds de aankondiging van Oberon.
Op de kamer van Shamane krijgt Little Shu lekkere champagne van haar. Ze kletsen wat en ze vraagt of dat harnas ook uit kan. Ja, dat kan… Ondertussen hoort haar verder uit. Haar ouders missen haar niet. Als je de club verlaat, is het precies zo laat als toen je binnenkwam. Ze beginnen te vrijen. Little Shu twijfelt even, kwamen ze hier niet ergens voor? Maar het mooie meisje, en de lekkere drank, laten hem dat snel vergeten…
Daarna gaan ze slapen.

Atis zoekt Sango op. In haar omgeving is het al bijna zonsopkomst. “Dat klopt wel,” zegt ze, “het voelt alsof ik de hele nacht gedanst heb.” Ze voelt de verleiding om een drankje te nemen en te gaan zitten, maar weerstaat die. Ghurkan gaat bij de ingang kijken, daar is het nog avond. Hij heeft nog steeds het gevoel dat er nog nauwelijks enige tijd verstreken is.
We besluiten Little Shu te gaan zoeken. In de gangen zet Atis zijn megafoon aan, en roept hem. Daar wordt Little Shu wel wakker van. Shamane slaapt er doorheen. In haar kamer zie je zon net opkomen. Little Shu kleedt zich snel aan en komt naar ons toe.
In de club verschilt het tijdstip van de nacht van lokatie tot lokatie. Terwijl we staan te puzzelen verstrijkt de tijd, dus dat is het probleem niet. De puzzel is hoe je de club verlaat in de volgende ochtend in plaats van de avond dat je binnenkwam.
Sango vindt een nooduitgang. Little Shu opent hem voorzichtig om geen alarm af te laten gaan. Hij komt uit in een steegje, rond middernacht. Atis biedt zijn fans een obool als ze de deur naar de dageraad weten te vinden. Ze vinden niets, de laatste zegt zelfs dat er helemaal geen deuren meer zijn. We controleren dat en het klopt, de nooduitgang van daarnet is ook weg. Volgens Sango stelen ze hier tijd. Je komt terug in je eigen leven maar je bent een aantal uren of, zoals Shamane, zelfs dagen of weken ouder. OK, maar wat doen we daar mee?
Atis gaat naar zijn croupier: “Ik wil Oberon spreken.”
“Terwijl je gewonnen hebt?”
“Ik heb een klacht,” zegt Ghurkan, “Ik vermaak me niet.”
“Aha, komt u mee!”

Opeens is er een deur met een bordje ‘Kantoor’. Binnen zitten Oberon, DJ Puck, het meisje dat de kokosnoten uitdeelde en de barman.
“U bent ontevreden,” zegt Oberon tegen Ghurkan, “Wat kunnen we doen voor een man van uw kaliber?”
(Sango mompelt: “Wereldheerschappij!” Ghurkan:” Nah, viel tegen.”)
Oberon kijkt naar Atis en zegt: “Uw hart lag niet in uw spel.” En aan Sango vraagt hij: “Waarom stopte je net te vroeg met dansen?” “Omdat die aankondiging kwam.”
Atis zegt: “Wat denken jullie over het teruggeven van al die tijd?”
Oberon lacht, “Ah, ik weet het. U heeft een puzzel nodig waar het lot van de wereld van af hangt.”
Sango: “Een extra hint?”
“U mag er zo lang over doen als u wilt.”
“Ja, maar dat wil ik niet. Ik wil een oplossing!”
“U wilt een puzzel toch?”
“Het moet nut hebben!”
“Nut is banaal. Als jullie weg willen, kan dat elk moment.”
Zelfs in dit kantoor verloopt de tijd voor ieder van ons verschillend. Little Shu zit zelfs in te slapen. Dan schrikt hij wakker. Hij realiseert zich dat, daarnet bij Shamane, toen hij na begon te denken, er opeens voldoende tijd was verstreken. Gaat het om de deugden? We zitten samen te overleggen, de Fae zijn er niet meer, er staat een waterpijp. Sango lurkt er aan, hopend dat het inzicht geeft. Ze komt tot zichzelf: “Wat heb ik hieraan? Het er-uit-komen is de waardevolle ervaring.” Atis en Ghurkan roken ook. “Hier verdoe je tijd. Waar willen we heen?” “Hierna komt het Night Caste verhaal toch?” “Nee, daar zitten we al.” “We moeten als volgende naar Dawn Caste!” “Waar hebben we Dawn gezien?” Little Shu realiseert zich dat hij de Dawn Caste is. ”Het raam bij Shamane.” zegt hij, “Gek eigenlijk, ze woont in de kelder. Dat raam zou onder water moeten staan.”
We gaan met z’n allen naar Shamane’s kamer. Ze slaapt nog, en wordt niet wakker van ons. We klauteren het raam uit.

DAWN
Voor ons is een Afrikaanse savanne met zebra’s, giraffes, enorme baobabs. We komen uit een barok kasteel. Little Shu’s kasteteken licht een beetje op. In de verte zien we kinderen met een gouden huid, lang wit haar, een solar uitstraling, op jacht. Ze zijn een paar gnoe’s in een kraal aan het drijven. Little Shu en Ghurkan gaan op de kinderen af. De rest sjokt er achteraan. “Hallo!”
Ze schrikken. “Waar komen jullie opeens vandaan?”
Het blijken kleine volwassenen te zijn, halflingen. Eentje zegt tegen Litle Shu: ”Je hebt hetzelfde teken op je voorhoofd als er op onze boom staat. Komen jullie mee?”
We gaan naar een baobab. Die is verder dan we dachten, en groter. Er woont een hele stam in.
“Een echte solar! Zie je wel dat ze bestaan! Die kan ons vast helpen! Toch?” vragende blik naar Little Shu.
“Ik kan niks beloven zolang ik niks weet, maar ik wil zeker kijken!”
“En nog bescheiden ook!”
Ze hebben problemen met de fae. Wat weten we daarvan? Te weinig.
“Wel, er zijn twee soorten fae. De nobelen, die zijn erg gevaarlijk. En de hobgoblins, dat is het decor, het personeel. En nog gevaarlijker zijn de ongevormden, maar die zitten alleen in de Deep Wyld.”
“En wat willen jullie van ons?”
“Help ons! Help ons terug naar de realiteit, of help ons in ieder geval van de fae af. We zijn kinderen van solars, de Dillidrax.”

In de verte klinkt een jachthoorn, zonsopgang, de fae komen er aan. Sango en Little Shu gooien de charm Chaos Repelling Pattern. Het voelt stabieler. De Dillidrax kijken ook met waardering naar onze ijzeren wapens. “Als jullie ze daar mee doodmaken, zijn ze ook echt dood. Dan zijn we heel lang van ze af!”
De fae komen aan. De baron en zijn zoon rijden op eekhoorns. Ze worden begeleid door zes vliegende gorilla’s met harnassen en grote tetsubo’s. Die moeten de halflingen uit de boom slaan, zodat de edelen ze kunnen afschieten. Atis is het snelste, hij doet een combo met een ijzeren pijl.
1. Atis’ pijl verwondt de baron. Die is geschokt. Hij trekt zijn boog en schiet terug. Hij raakt Atis, maar doet weinig schade. Zijn zoon, een jaar of vijftien oud, schiet ook. Zijn pijl doet een stuk meer schade. Atis merkt dat de pijlen zó prachtig zijn, dat het bijna een plezier is om erdoor geraakt te worden. Hij besluit ze na het gevecht te verzamelen en mee te nemen. Little Shu schiet, maar doet nauwelijks schade. Sango lanceert zichzelf en mept met haar ijzeren tetsubo op de baron. Maar diens harnas, bestaand uit heel fijn filigreinwerk, is te stevig. De Chaos Repelling Charm heeft enig effect: hij maakt de fae tot intrusies in onze werkelijkheid, in plaats van dat wij indringers zijn in hun droomwereld. Desondanks is de charm niet sterk genoeg om ze te fixeren, daarvoor is eerder sorcery nodig. Ghurkan’s aanval mist. Dan komen de vliegende apen met zij allen op ons af. Alleen Sango wordt geraakt.
2. De edelen keren hun eekhoorns. Ze willen vluchten! De apen dekken hun aftocht. Atis schiet weer op de baron. Die valt dood van zijn rijdier. Zijn zoon geeft de eekhoorn de sporen om te ontsnappen. Little Shu schiet op hem. Hij voelt zich de verdediger van de halflings Shu, en al zijn pijlen raken. Sango springt op de zoon af. Ze probeert hem van zijn eekhoorn af te trekken en te pletten met de ijzeren staaf. Het vloeren lukt, maar het ijzer komt niet door het harnas heen dus ze doet hem geen schade. Ghurkan stapt in, haalt uit met zijn zwaard en snijdt hem de hals door.
3. Beide edelen zijn met koud ijzer verslagen. Er gaat een sidering door het landschap. Sommige baobas in de verte smelten, vervagen of veranderen in een zwerm vliegende vissen. De vliegende apen maken zich uit de voeten. De dillidrax barsten uit in gejuich. Ze nodigen ons uit voor een feestmaal, en een bezoek aan de zonnetempel.
Een gnoe wordt geslacht. De zon hangt permanent in de ochtendschemering. Hij is klein en rood, net als bij ons. Atis vertrouwt het niet. Waarom smelt het landschap?

Na de maaltijd nemen ze ons mee naar de tempel. Ze kleden zich uit, smeren zich in met verf en nodigen ons uit om hetzelfde te doen. Sango kijkt of er iets in de verf zit. Nee… maar er zat wel iets in het eten. Gelukkig hebben we een stevig gestel en een goede conditie. Ze hadden ons aan de zon willen offeren om hem weer kracht te geven, maar dat kan nu niet doorgaan. We houden ons in en gaan met hen mee. Ze gaan de tempel in, via holtes in de boom naar beneden. Daar staat een standaard beeld van Sol, met vier armen en een cornucopia en dergelijke. Ervoor staat een groot zonnewiel met vier spaken. Ze zingen en sjorren aan het wiel. Er valt zonlicht naar binnen. Litle Shu schiet een Solar Flare af. Dat geeft een heleboel zonlicht, maar de boom vliegt er door in brand. Sango en Atis helpen door tegen het zonnewiel te duwen. Dat komt pas in beweging als Sango een martial arts charm gebruikt om extra kracht te zetten. Door solar essence gaat het wiel draaien. Sango zet de Solar Hero Form in en duwt door. Met de hulp van Ghurkan, Litle Shu en Atis en een grote hoeveelheid essence lukt het. Buiten rijst de zon in de hemel. Er ontstaat een regenboog die in Yu Shan lijkt te eindigen. De halflingen rennen omhoog, vragen of we meekomen. Het is ongetwijfeld niet het echte Yu Shan, maar we gaan toch maar mee. Om ons heen lost het landschap op.

ZENITH
De regenboogbrug eindigt in een ‘arme wijk’ van Yu Shan, met paleizen van marmer en straten van goud. Het is rustig op straat, de goden staan er mat en futloos voor zich uit te kijken. Een blauwe zon hangt in het midden van de hemel, aan vier kettingen die tussen hoge torens zijn gespannen. De halflingen kijken verward om zich heen. Little Shu spreekt een godje aan en vraagt wat er met de zon is.
“Dit is de eerste zon, die is mislukt. Hij bestond niet uit de vier deugden. De Fair Folk hebben hem gevangen en gebonden met ketenen van onverwoestbaar adamant, de vier deugden. Dit is de gevangenis van de Fae, hier sluiten ze de goden en exalts op die ze hebben leeggezogen. Als je iets wilt ondernemen, moet je met de dragon kings praten. Die staan dáár, bij de uitgang.” Hij wijst naar het Westen. We kijken even achter ons en zien hier een parelmoeren poort waarvandaan de regenboogbrug zich naar het Oosten spant. Dit gebied is vierkant, aan de tegenoverliggende kant is inderdaad nog een poort, van been en ivoor. Daar hangen inderdaad een paar dragon kings rond. We spreken ze aan. Ja, ze zijn hier al heel lang en zouden wel terug naar Creatie willen.
“Trouwens, zijn jullie gehecht aan die minimensjes? We hebben al heel lang geen vlees meer gehad.” Atis heeft geen bezwaar, maar de anderen protesteren. De dragon kings accepteren het gelaten. Desgevraagd willen ze ons wel vertellen welke toren bij welke deugd hoort.
We gaan eerst naar de Toren van Compassie. Atis kan er vreemd genoeg niet naar binnen. Sango wel. Ze kan de ketting niet kapot maken, maar de bout waarmee hij in de muur zit wel. De ketting schiet los en de zon zakt een eind omlaag.
Atis gaat naar de Toren van Moed. Die is heel eng. Hij vermant zich en loopt naar de top. Losmaken van de ketting is eenvoudig.
Ghurkan is naar de Toren van Matiging. Terwijl hij omhoog loopt tussen taferelen uit de Hal van Oberon realiseert hij zich dat de verhalen met elkaar samen hangen. Hij breekt de ketting en beseft dat hij echt op de grond moet zijn als de zon valt.
Atis gaat naar de Toren van Overtuiging. We zien dat er rond elke gevallen keten intussen goden staan om de deugden op te slorpen. De dragon kings volgen hun voorbeeld.
Little Shu en Sango haasten zich naar de plek waar de zon zal neerkomen. Daar beginnen zich twee chaosgestaltes, chimaera’s, te vormen. Ze activeren weer de charm Chaos Repelling Pattern. Daarmee zijn de chimaera’s te verslaan, met hulp van de dragon kings die hun krachten terug hebben gekregen van de gevallen ketens.

Als de vierde keten los komt verandert de blauwe zon in een draak. Hij wijst naar Little Shu: “Jij draagt het harnas van de groene zon. Heb je ook het zwaard van de gele?”
“Ja, maar niet hier.”
“Jullie hebben geen Zenith Caste bij je? Jammer, maar goed, het is niet anders.” Hij strekt een klauw uit. De aanwezige goden worden omgesmeed tot vier Warstriders, één voor elke deugd.
“Onze zon is kapot.”
“Ik ben ook kapot. Ik ga nu vechten, en verliezen. Let op!”
De wereld verandert. De straatstenen worden schubben, de wachttorens enorme poten, de paleizen een marmeren vlakte. Er verschijnt een enorme Faery draak, groen. De twee poorten blijven waar ze zijn.
“Ik ga nu deze blauwe dwaas verslaan,” zegt de Fae, “iedereen mag vluchten of blijven kijken. Maar wie zijn hand tegen mij opheft zal mijn toorn voelen!”
De Dragon Kings en Dillidrax gaan ofwel naar de regenboogbrug, of ze twijfelen bij de andere poort. Het mesa-landschap daarachter ziet er niet slecht uit, maar het is wel verder de Wyld in. Uiteindelijk kiezen ze er allemaal voor om terug, richting Creatie, te gaan.
Het gevecht is episch. We nemen plaats in de warstriders en schieten de blauwe draak te hulp. Little Shu kiest de warstrider gewijd aan Moed, Atis Overtuiging, Ghurkan Matigheid. Sango kijkt wat beteuterd: ze had ook wel Moed gewild. Maar aangezien de toren van Compassie haar accepteerde, besluit ze dat die warstrider haar ook wel zal passen.
Onze hulp is niet genoeg om de blauwe draak te laten winnen, maar daardoor wordt de groene draak wel verslagen.
Na het gevecht vinden we nog één groene klauw met blauwe nagels, wat er overbleef toen de groene draak het hart uit de blauwe lostrok. Die nemen we mee! We binden hem op de rug van één van de warstriders.

TWILIGHT
We gaan de poort van been en ivoor door en komen aan in het mesa-landschap. We hebben de warstriders nog steeds. Het landschap is op een andere schaal, alles is groter. In de verte rijdt een enorme stoomtrein. In onze warstriders zijn we in deze wereld mensgroot, maar zien er uit als robots. We krijgen allemaal een Pox (een nuttige Wyld-mutatie): Atis een beter gezichtsvermogen, Litle Shu wordt groter, Sango krijgt intrekbare klauwen, Ghurkan een beter gehoor.

9 XP

2 reacties op “The RoSE – 57

  1. Inez schreef:

    Ik zie dat de autocorrectie ergens een “Ghurkan” in een “Thurman” veranderd heeft. Kun je dat nog even aanpassen? Het is aan het begin van het gesprek in het kantoor van Oberon.

  2. ellahir schreef:

    Bedankt, ik heb het aangepast 🙂

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s