The RoSE – 56

The RoSE – 56

We vragen ons af hoe lang we weggeweest zijn. Volgens onze Personal Assistants heeft het uitstapje naar Malpheas ongeveer twee weken gekost. In Creation blijkt ongeveer evenveel tijd verstreken te zijn. Het is dag Achttien van de maand Resplendent Water.

Voor het oproepen van Luna gaan we naar de schrijn waar Marina eerder de zwangerschap van Eye of Autumn heeft laten zegenen. Het is er rustig. We moeten wachten tot de maan boven de horizon staat. Dat is niet erg, na Malpheas willen we wel weer eens baden in een ijskoud bergbeekje, frisse lucht inademen, en dergelijke.
Hoe maken we contact met de Onstopbare Kracht? Het zou hier ergens moeten kunnen, maar waar? We denken na over de structuur van Gethamane. Ooit was dit de Stad Der Poorten. We weten dat de berg de vorm van een octaëder heeft, met in de onderste punt een poort naar Autochthon, bovenin een poort naar Yu Shan en in het midden een poort naar Gaia. Het is heel goed denkbaar dat er ook op de vier hoekpunten rondom poorten zitten. Dat niveau van de berg ligt onder het omringende land. We discussiëren nog of we eerst Luna gaan oproepen, maar Eye en Tawuz vinden dat we goed beslagen ten ijs moeten komen, en de yozi moeten kunnen presenteren als Luna dat wil. Tawuz herinnert zich dat Gar de wereldlijnen zag met de helm van de dragon kings in de factory cathedral. Maar ja, daar hebben we nu niet zo veel aan: Gar is naar het Heptagram. Moeten we een andere earth-dragonblooded vinden? Eye wijst ons er op dat hier ook een aarde-draak woont. Ze heeft destijds nog een paar dagen bij hem gezeten, hij vond het wel leuk om eens afleiding te hebben. We besluiten hem op te zoeken.
Eye spreekt hem aan. De draak is inderdaad vriendelijk, al vindt hij het meegebrachte konijn wel een erg klein hapje. Hij zegt dat de poorten geheim zijn. De leylijnen volgen werkt niet, die lopen niet meer goed. Ze zijn beschadigd bij de dood van de Levende Berg, en later nog een keer toen She Who Lives In Her Name drie van haar bollen kapot sloeg. Dat was toen Sol haar overgave niet accepteerde. Ze heeft nu nog 997 bollen over. Die drie vernietigden driekwart van Creation. Slik …
Hij wil ons wel vertellen dat de poorten op de windstreken gericht zijn. Als wij aangeven waar we willen zoeken, wil de draak wel een tunnel voor ons graven. Tawuz stelt voor om de apparatuur van Luthe te gebruiken. De software kan beter landmeten dan wij bij elkaar. Dat werkt, we krijgen vier lokaties en dieptes. Hij vraagt wat het aspect is van degene die we willen oproepen. Na enig nadenken beredeneren we dat Vuur het meest overeenkomt. Dat zou de Zuidpunt zijn. We lopen er heen. De draak spuwt magisch vuur en begint een kurkentrekker-vormige tunnel te graven. (De rond de stad gelegerde tovenaars zijn ontstemd: zulke grote draken moet je niet oproepen en zeker niet hun gang laten gaan! We poeieren ze af.)
Op een kilometer diepte gaat de draak langzamer. “Hier moet het ongeveer zijn.” Marina en Shi Mei Lan beredeneren dat we nu naar het centrum van de kurkentrekker moeten, díe vuursteenader volgen. Ze wijzen de draak een kant op. Marina’s kennis van geomantie helpt. We bereiken een geode, een grote luchtbel in de rots, met amethist bekleed. Volgens de draak zijn er wel gangen hierheen, maar alleen in de Spirit World. Marina kijkt met All Encompassing Sorceror’s Sight en ziet een dichte poort, een soort gesloten oog. Ze onderzoekt de poort, maar komt er niet achter hoe die werkt. Tegelijkertijd realiseert ze zich dat een geode niet bepaald een vuur-aspect is, hij zit in een luchtbel. En de poort naar Gaia had een hout-aspect. Dus de polen in Cration komen niet overeen met de verdeling van de poorten in deze berg. Het zou zomaar kunnen zijn dat de waterpoort in het Noorden zit, onder de haven. Vuur zal dus in het Oosten of het Westen zitten, niet in het Zuiden.
Shi Mei Lan denkt na over de poorten. Twee ervan komen uit ìn het fysieke lichaam van een primordial: Gaia en Autochthon. Deze poorten dateren van vóór de Primordial War. De andere gaan waarschijnlijk ook naar primordials. De waterpoort zal waarschijnlijk naar The Sea Who Walks Against The Flame gaan, een zus van Isidorus en dus ook van The Living Mountain. Als we hun andere familieleden en intimi zouden weten, zouden we kunnen bedenken waarheen de andere poorten leiden…
We denken dat het Oosten ons een goede kans geeft om de poort naar Isodorus te vinden. Het Westen is te stenig. De draak graaft ons door aders van edelstenen, met name van saffier. Op de plaats waar we moeten zijn is een meer dan manshoge, ronde, glasheldere saffier. Naast dwergengangen – er is hier flink aan mijnbouw gedaan – zijn er ook oudere gangen. Eye legt haar hand op de bol en zegt: “Isidorus!” De bol resoneert, opeens kan ze haar hand er in steken. We reflecteren dat we op het punt staan een yozi in Creation uit te nodigen. Onze tweede al! En dat is wat we de Keizerin verwijten… We doen het toch, natuurlijk.

We stappen naar binnen. Onder ons zien we wolken, heel diep beneden gras.
“Isidorus! We komen om u te laten onderhandelen met Luna”
“Waar is ze?” klinkt een alomtegenwoordige stem.
“We moeten Haar oproepen.”
“Nou doe dat dan. Geduld is niet mijn sterkste punt!”
“Daar moeten we in de buitenlucht voor zijn.”
“Nou hop, aan het werk!”
“Ja, we gaan het doen. We weten nu waar we u kunnen vinden.”
We gaan terug naar het tempeltje. We kleden ons uit, nemen onze spirit-form of war-form aan. Marina leidt de ceremonie. We huilen als wolven naar de maan. Wolven uit de omgeving huilen terug. Ze gaan om ons heen zitten. Dan komt er een stokoude sjamaan met een staf aanlopen. Hij stampt met de staf. “Zeg het eens!”
Marina aarzelt. “We willen met Luna spreken.”
“Ja, zeg het eens.”
“Er is hier iemand die met Luna wil spreken.”
Een paar van de wolven veranderen in enorme krijgers met maanzilveren zwaarden. “Wie?”
“Isidorus.”
“Wel wel…” Meer wolven veranderen in krijgers. Tawuz gebaart dat we ons niet moeten laten imponeren – voor anderen zijn wij net zo eng.
“Waarom zou ik met hem praten?”
“Hij heeft ons goed geholpen.” Marina vertelt het verhaal van onze expeditie.
“Zozo. Dus jullie hebben zestien Infernale exaltaties gekaapt en bij Lytek afgeleverd? Dat is een daad die jullie Rank waardig is. Ik zal met Isodorus gaan praten.” De sjamaan gaat in zijn eentje de gang naar beneden in. Na een tijdje begint de grond te schudden. Zelfs de reuzenkrijgers beginnen te wankelen. Wij nemen een vliegende vorm aan. De maan staat niet langer aan de hemel, valt ons opeens op. Uit de aarde komt de saffieren bol omhoog. Hij krimpt tot een hoofd-grote kristallen bol in de handen van de sjamaan. “Ik heb een deal met Isidorus. Niet helemaal dezelfde als met Kimberi.”
We vragen naar de aard van de deal, maar de sjamaan wil dit niet vertellen. Als we opmerken dat Luna nu een onstopbare kanonskogel heeft, glimlacht hij. We mogen dit niet aan Kimberi vertellen. Ook het Deliberative hoeft er niet van te weten. Het is Luna’s troef. Kimberi levert haar generaal, Isidorus levert zijn leger. Eigenlijk is Luna een beetje opgelucht: nu wij dit weten, hoeft de Maiden of Secrets de details niet te weten.
De sjamaan geeft ook Huis Regenboog een compliment. Hiermee hebben ze gedaan waarvoor ze zijn aangesteld: onderhandelingen met de yozi’s mogelijk maken.

Hier eindigt de queeste van de Lunars: 10 XP.
De lunars gaan naar het Heptagram voor downtime en gaan de dragonblooded wat beter leren kennen.

[Twee weken terug in de tijd. De Solars hebben zojuist de Lunars naar Malpheas zien vertrekken.]
We concentreren ons op de komende expeditie naar de Wyld. We gaan de stad in en zoeken Sid (de lunar die Opa helpt) en ondervragen hem. Atis kent een charm om voorwerpen te stabiliseren tegen de Wyld. Die kost wel twee punten Wilskracht, dus hij kan hem niet onbeperkt toepassen. Hij koopt een koudgesmede ijzeren daiklave. Atis doet de charm op zijn harnas en de ijzeren daiklave. Verder neemt hij zijn orichalcum powerbow, pijlen en wit-jaden daiklave mee. Sango neemt haar Essence Armor mee, haar dragon-king pak en de koud-ijzeren staaf mee. Ze vraagt of die gecharmd kan worden. Little Shu neemt mee: het Green Hornet harnas, een orichalcum long powerbow, zijn starmetal Reaver daiklave, pijlen met koud-ijzeren punten en gewone pijlen, en de daiklave van Ebon Rime (Sol’s Demise). De muis van de zon wordt bij opa achtergelaten. We vragen Little Shu of het echt handig is om het zwaard mee te nemen waar het laatste sprankje Sol in zit. Is dat niet riskant? Na enige discussie dringt het metafysische belang van het voorwerp door en wil hij het achterlaten. Hij mag de Reaper daiklave van Atis lenen. Ghurkan neemt het Ashigari Skirmish Armor, een koud-ijzeren hook sword, een heartstone (the crystal of legendary leadership) mee. Harnas en wapen wil hij laten fixeren.

Hoe komen we in de Wyld? Weten we waar we moeten zijn? We hebben coördinaten, maar waar zitten die? Volgens Sid navigeer je in de Wyld via plotelementen. Deze beginnen zo te zien aan het Hof van Oberon. In de stad Nexus is een toegang naar dat Hof. Daarna moet je de vijf aspecten van de solars doorlopen: Night Caste, dan Dawn, Zenith, Twilight en Eclipse. In elk verhaal moet je de plot doorgronden.
We blijven één week in Nexus. In die tijd heeft Atis nog niet alle gewenste voorwerpen stabiliseren, maar koud-ijzer en magische materialen zijn uit zichzelf al aardig stabiel. De rest van onze uitrusting laten we achter in de kluizen van Ghurkan. Met nadrukkelijke instructie dat ze niet voor de verkoop zijn!
Dan gaan we de Wyld-zone in. Het begint als een wijk waar niemand meer woont, wat vervallen. Als de weg een flauwe bocht maakt beginnen er stalletjes te verschijnen De mensen zijn iets kleuriger gekleed dan in Nexus. Een groep steltlopers en schaars geklede mooie jongens en meisjes deelt flyers uit. Little Shu neemt er een aan. “Vanavond Openingsnacht van Oberon’s Paleis!” met illustraties van speelkaarten en roulettewielen. We lopen door en komen bij de haven. In het midden is een rond gebouw. Op de pier erheen staat een lange rij. De één nog exotischer uitgedost dan de ander. Een schaarsgekleed meisje spreekt ons aan. Ze vindt onze kostuums mooi. “Die in dat gouden harnas is duidelijk verkleed als solar (Atis), die in dat groene als Infernal (Little Shu – die haar verschijning zeer op prijs stelt, zijn puberteit is echt begonnen!), die andere (Ghurkan) lijkt haar een dragonblooded. Ze kijkt wat bedenkelijk naar Sango. “Siderial,” zegt die. “Ah, ja, van de Maiden of Madness! En die vijfde heeft niks bijzonders, dat zal dan de lunar wel zijn.” Ze vindt het zó leuk dat ze ons vrijkaartjes geeft.

We mogen langs de rij doorlopen en gelijk naar binnen. Er komt een meisje langs met een blad kokosnoten-met-een rietje-er-in. “Drankje? Welke smaak?” “Kokos…?” Ja dat heeft ze. Ze blijkt ook de smaken ananas en rum te hebben, en combinaties. De aanwezigen zijn mooi aangekleed: twee mannen in donkere kostuums met een zonnebril, een dikke man verkleed als hommel, een Imperial Stormtrooper… De muziek is vreemd maar dansbaar. Sango gaat dansen, ze imiteert imaginaire martial arts stijlen zoals Drunken Monkey Style, Amourous Grasshopper, en dergelijke. De glitterbol geeft haar een aura van sterren.
Little Shu vraagt zich af waar het casino-thema is. Hij is niet de enige. We horen dat het om middernacht gaat gebeuren.

XP 4.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s