Tanais – 70

Het is negen uur ’s avonds, maar de zon staat nog steeds midden aan de hemel. We willen naar Instituut Diccles. Dat is vijfhonderd meter glibberen over slijmerige grasvelden. Er brandt nog licht. Binnen vinden we geen baliepersoneel meer. De plattegrond geeft aan dat er bovenin het gebouw op de tiende etage een observatiekoepel is. Helemaal onderin de diepste kelder zit een zwaar bewaakt gedeelte. De rest van het gebouw lijkt uit kantoren te bestaan.
We willen naar de bovenste etage. Als we bovenin zijn, reageert de liftdeur niet op ons, er is blijkbaar een extra code nodig die we niet kennen. Met Lock Opening Touch krijgen we de deur wel open, maar daardoor raakt de lift wel defect.
Op de bovenste verdieping ligt hoogpolig tapijt in de gang. Uit een van de kamers komt zacht gezoem en gebrom van machines. Een man van ongeveer 55 zit ingespannen naar bedieningspanelen en beeldschermen te turen. Hij is druk bezig en heeft ons niet door.
“Goedenavond…” zegt Risha.
“Niet nu. Even niet storen.” De man gaat door met waar hij mee bezig is. We bekijken dus eerst de rest van de etage. Er zijn nog drie kwartcirkelvormige zalen met machines en beeldschermen, maar zonder personeel. We kunnen geen handleiding vinden. Claude zoekt uit welke knopjes het meest gebruikt worden, maar dat levert geen zinvolle informatie op. We gaan nog eens naar de eerste kamer.
“Ga weg!” roept de man overstuur, “Het gaat allemaal fout. Geen tijd om te praten! We gaan naar de knoppen. Igrot heeft zich aan ons vastgeklampt. Dat was die siddering van daarnet! Hij is sterker dan wij! Ik geef het op!”
Claude gaat hem ‘helpen’ door op wat knoppen te drukken. Het lukt hem om wat beeldschermen te activeren. We zien een soort zwarte zuignap of poort. De technicus wijst: “Daar! Dat is hem! De vijfde dimensie!”
“Hoe komen we daar?” vraagt Risha.
“Dat kan niet, dan wordt je zelf uitgestoten. Het lukt me niet om de zwarte poelen des doods los te rukken. Ga naar de kelder. De anderen zijn daar ook. Red jezelf!”

De lift doet het niet meer. We klimmen via de kabel naar beneden. Chang houdt het niet en stort naar beneden. Hij activeert een charm waardoor de val gebroken wordt. Met een luide “plons” belandt hij in het drekkerige rioolwater. Verdieping -1 blijkt voor de machinekamers te zijn. De liftschacht gaat verder naar -7. De onderste verdieping staat onder water. Risha trekt zijn kleren uit en duikt naar beneden. De andere twee volgen zijn voorbeeld. Chang is al vies.
Het is hier pikkedonker, dus we activeren onze anima. De onderste liftdeur gaat met Lock Opening Touch open. We zwemmen door de ondergelopen gangen naar de centrale ruimte. Die heeft een hermetisch gesloten soort sluisdeur. Het klinkt alsof het daarachter nog droog is. Claude krijgt hem met de First Larceny Excellency open. De deur opent naar buiten. We glippen snel naar binnen. De deur wordt door de druk weer gesloten, maar er blijft water doorheen sijpelen.

Het lijkt op een mortuarium. Tweehonderd mensen liggen in stasis in een verder kale safe-room. Nou ja, niet zo heel safe meer. Iedereen heeft een Eyepad met vingerslot. We activeren er eentje en ontdekken dat als het stasisveld rondom de stad wordt opgeheven, deze armbanden de mensen ook weer uit hun stasis halen. Dus als het hier volloopt met water, en ze komen over ooit weer bij, verdrinken ze allemaal. Voor de rest staan de Eyepads vol met voor ons onbegrijpelijke teksten over de dimensies.
We filosoferen even over de zwarte poel of zuignap. Is dat hetzelfde als onze zwarte bronnen? Dan gaan Risha en Chantal de mensen die hier in stasis liggen evacueren naar een droge gang. De anderen vinden dat maar tijdverspilling.

Om twee uur ’s nachts zijn we klaar. We gaan weer naar de bovenste verdieping. De technicus is uitgeput. Hij zit depressief voor zich uit te staren. Risha stoot hem aan. De man zegt: “Nog vier uur en dan is het afgelopen. Als Igrot zich ook aan de andere wereld heeft vastgeklampt, dan komen de twee bij elkaar en dan ontploffen ze!”
“Wat bedoel je?”
“De zwarte poorten, zuignappen zo je wilt, zijn gestabiliseerde zuiggaten, waardoor materie en antimaterie elkaar aantrekken. Het is een oscillatie. Ofwel we vergaan, of we zitten in die oscillatie vast! Igrot moet terug de vijfde dimensie in. Er is zelfs een zuignap die zich aan de stasiskoepel heeft gehecht. ”
Dit is volgens de technicus het volwassen stadium van Igrot. Hij heeft zich genesteld tussen twee werelden. Er komen steeds meer gaten. Er zijn hier veel meer zwarte gaten dan dat er zwarte bronnen bij ons zijn. Maar de bronnen die Risha kent, zijn wel op dezelfde plekken!
Chantal zegt: “Ik had vanaf het begin al gezegd dat we naar de uitgang moesten!”

We gaan bij Rosen langs en vragen of hij een manier weet om bij de plek te komen waar Igrot zich aan de stasiskoepel heeft vastgezogen. Hij vindt het een wild plan, maar is wel bereid om ons er met zijn helicopter naar toe te vliegen. In de rest van de stad zijn intussen rellen uitgebroken, maar in de universiteitssector is het nog relatief rustig. Als we aankomen, vraagt Rosen hoe we door de koepel heen willen breken. Hij tikt er tegenaan. “Tik. Tik. Hier is het krachtveld, daar kan niets doorheen.” Risha voelt eens. Hij kan zijn hand er zonder probleem wèl doorheen steken. Rosen kijkt stomverbaasd. We nemen afscheid en springen door de koepel.
Amfibiewezens kijken geschrokken op van de marmeren tabletten “Iep! Iep! Aliens!”
Alles is precies zoals we het hebben achtergelaten, maar dan ook precies. We zijn alleen niet op hetzelfde punt als waar we in de Witte Stad stapten. Maar wel op hetzelfde tijdstip.
Buiten de luchtbel verzamelen we tabletten die ze nog niet gebruikt hebben. “We komen in vrede.” Risha kalmeert de wezens. Hij bedenkt een leenbibliotheek idee: zij broeden hun jongen uit en dan ruilen we de tabletten voor andere die we al gelezen hebben.
Chantal is het met Risha eens dat de technologie van de oude wereld te vinden is in de antenne onder de magische ijstong. Ze denkt ook dat Igrot de bron van magie is. Het is een symbiont die veel wint: hij eet kleur en levert magie. Wij moeten zorgen dat de balans niet teveel verstoord wordt. Ze noemt Eenoog het enzym van Igrot. Zij wil niet terug naar een bestaan zonder magie. Wij moeten kleur terugbrengen in de wereld. Risha denkt dat dit de functie van solars is. Sterren- en maanlicht zijn zwart-wit, maar zonlicht geeft kleur. Het plaatje klopt volgens hem nog niet helemaal, ook vóór Igrot was er al magie: de wereld van de Witte Stad kende hoge, lage en huis-, tuin- en keukenmagiërs.
Dan gaan we tabletten in het visnet laden. De taakverdeling is dat Chantal ze beneden inlaadt, Claude laadt ze boven op het schip uit en Chang en Risha schieten op de sea-hags om die bezig te houden.
Een etmaal later zijn de twee schepen volgeladen. We varen weer naar Soul.

19-vi-R2 Midwinter
Desgevraagd vertelt Chantal dat het vermogen om in een grote raaf te veranderen een natuurlijke eigenschap van haar is. De Faery Queen heeft haar naar New Salish gestuurd. Onderweg herinnert Chang zich dat op het ontplofte eiland een antenne stond die nog werkte. Waarschijnlijk is er nog meer werkende technologie te vinden op de wereld. Claude denkt dat het flesje Bauchliet misschien wel het enzym is. Ook bedenkt hij dat het wereldkristal twee maal negen facetten heeft, negen soorten wezens van onze dimensie en negen van deze wereld. Risha: “twee maal negen soorten magie, en sorcery plakt ze aan elkaar.” Chantal: “Of die van de Qartianen.”

20-vi-R2 avond
We komen aan in Groath, en gaan direct door naar Bronwë. Er wacht een oorlog op ons, en een heleboel bakstenen.

4xp

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s