We staan een beetje beteuterd bij de ingang van de berg. Dat ging niet helemaal goed. Marina besluit om Ebon Rime op te zoeken. Atis vraagt of ze voor hem een jade chakram mee kan nemen uit het arsenaal. His verdwijnt ook de berg in en wil een kwartiertje later in een andere gedaante terugkeren.
De oude dragonborn doet inmiddels de ronde langs de legioenen. Een deel is al weg naar de schepen, maar de achterblijvers worden een stuk minder vijandig vanwege de golf van exaltaties die achter hem ontstaat. Ghurkn wil de blijvers nog gunstiger stemmen en Little Shu zorgt dat het Red Piss legion naar Ghurkan luistert. Daardoor letten de andere legioenen ook op. Maar het verhaal is te complex om in een paar zinnen samen te vatten. Hij weet de aandacht niet vast te houden (out game: de speler gebruikt geen charms of willpower bij de toespraak en heeft onvoldoende successen gegooid.) Little Shu herhaalt het in zijn eigen woorden en weet daarmee zijn eigen legioen wel te overtuigen. Die besluiten zelfs om te helpen de andere achterblijvers te overtuigen. Negen legioenen, plus de Red Piss en de tovenaars, zijn er nog. Vijf andere zijn onderweg naar de haven om zich in te schepen.
Atis stapt op een legioen af met lucht-types en vraag waarom ze vertrekken. “We zijn hier niet meer nodig. Het keizerrijk is in nood. En wie ben jij eigenlijk?” “Ik ben bij het Red Piss legion. Die pijl die de stormram trof, was van mij.” Hij probeert ze te overtuigen dat de keizerin niet deugt. Dat is erg moeilijk. Hij probeert ze te overuigen om in ieder geval nog een dag te blijven, want er staan nog wat dingen te gebeuren. Atis praat op de commandant in en weet hem uiteindelijk te overtuigen dat 1 dagje langer geen kwaad kan. De commandant roept een paar luitenants bij zich. Hij blijft zelf achter en het legioen scheept vast in. Hij weet zelfs de vier andere commandanten te overtuigen om nog even te blijven.
Voor de avond roepen we een vergadering bijeen van aanvoerders. Hoe gaan we die overtuigen? Misschien kan Ebon Rime een rol spelen? Tawuz besluit om ook Sigeret om hulp te vragen. Die zegt: “Dit is het moment dat ik mijn belofte aan Luna nakom.” H/Zij verandert in en struise valkyre, de gedaante van ‘That which wears down the mountains’. Little Shu staat tegen zichzelf te vechten om niet aan te vallen. De demones vraagt of we haar vertrouwen. De enige die volmondig ‘nee’ zegt is Little Shu. “En jij bent precies degene die ik absoluut nodig heb! Kleed je eens uit.” Morrend doet de kleine solar wat er gevraagd wordt. De demon verandert weer in de ledepop van Sigeret, en trekt Little Shu’s harnas aan. “Nu ben ik jou. Ik ga hier een goed leger van maken en de tieners uit de berg gaan we ook trainen. Jij krijgt hier geen spijt van.”
Little Shu kijkt erg sip: het harnas was nog van zijn vorige incarnatie. Tawuz troost hem door te zeggen dat hij het harnas na de oorlog weer terug krijgt. Bovendien kan hij nu weer met ons mee en hoeft hij niet bij het leger te blijven. Het kost wat moeite, maar uiteindelijk is hij overtuigd. Dan pakt Sigeret het insectenpantser van de verslagen green sun prince uit de berg. Hij prevelt een incantatie. Duizenden piepkleine runen lichten op en de groen uitgeslagen platen orichalcum worden kleiner. “Het is niet langer vervloekt. Je kunt het aantrekken”
Little Shu vertrouwt het nog niet helemaal, maar het pak zit hem als gegoten en het is zelfs een stuk comfortabeler dan zijn oude harnas (geen fatigue-rating). Het werkt ook goed in combinatie met de hoverboard. En de insectenkop-helm is wel erg stoer! Hij blijft met EoA en Sarina bij het luchtschip. Sarina wil mediteren, EoA houdt de wacht en Shu speelt met zijn nieuwe pantser en het hoverboard. De anderen gaan naar de vergadering.
Als alle legeraanvoerders er zijn, neemt Sigeret meteen het woord. “Er is een creatuur uit de hel ontsnapt, dat zich voordoet als onze geliefde keizerin.” Zonder ook maar een charm te gebruiken, is de demon extreem overtuigend. Zelfs wij voelen de kracht van Sigeret’s woorden.
Eye wil de elementaal Gatharu oproepen om een ‘boon’ in te lossen. Maar tot haar verbazing komt de draak niet. Er verschijntt een lucht elementaal die vertelt dat Zijne Heiligheid momenteel niet beschikbaar is. “Misschien kan ik helpen?” Eye legt uit dat het om een persoonlijke gunst gaat. De elementaal belooft de boodschap over te brengen. Gatharu blijkt wel wat belangrijker te zijn dan we ons realiseerden: hij is directeur van het Bureau der Seizoenen en Shogun van het Noorden. Eye gaat mediteren en terwijl hij wacht, verschijnt er een groene jade ibis. r zit een stuk boombast in, bekrast met ‘clawspeak’ runen: “Beste Marina en vrienden. Als je Gatharu nodig hebt, kom dan naar An Teng. Hij zit waarschijnlijk in The Lap, maar ik weet wel hoe ik hem kan vinden. Groeten, Ten Stripes” (Ten Stripes is Marina’s lunair mentor.)
Eye is verbaasd. Wat doet de shogun van het Noorden in het verre Zuiden? Ze schrijft terug: “Hoe weet je dat?” en stuurt de ibis terug. Na een half uur is het automaatje er weer. “Tsja, Bureau der Seizoenen. PS Hemelleeuw 44 wil ook graag dat zijn boon ingewilligd wordt.” Gedurende de briefwisseling, die meerdere uren duurt, komen de anderen ook weer in het kamp. De hemelleeuw verveelt zich bij de poort boven de verzonken stad van Leviathan en blijkt te willen worden overgeplaatst. We schrijven over de onbewaakte poort. Ten Stripes adviseert ons om als we bewijs hebben van een demonenplot dat niet aan Leviathan te geven, maar aan zijn luitenant Vuurvos. Na een lange en frustrerende discussie besluiten we om niet op stel en sprong naar de andere kant van de wereld te gaan, we gaan eerst de belofte aan de Mounain Folk inlossen. Maar wel na een goede nacht slaap.
De volgende ochtend gaan we weer de onderlagen van de stad in. We begroeten de artisan van de mountain folk, die ons al verwacht had, en halen onze Autochthoonse heartstones tevoorschijn. De poort klikt open. Er komt een bedompte lucht uit, het ruikt naar bedorven olie en oud zweet. De ruimte aan de andere kant van de poort is vervallen. De artisan kijkt bedenkelijk: “Zo hoort het er niet uit te zien.”
Van achter ons horen we: “Goedemorgen!” Het is een jongeman in paarse gewaden. Kes, een sideraal die we al eerder hebben ontmoet op het Deliberative. Hij heeft een jonge vrouw in woestijndracht bij zich. Die stelt zich voor als Scarlet Whisper. Ze heeft een orichalcum boog op haar rug.
“Zo, hier zaten jullie dus. Jullie zijn moeilijk te vinden!” Dat zij hier net arriveerden toen de poort open ging, blijkt toeval te zijn. Kes wist niet eens van het bestaan er van. Hij vertelt dat de solar die hij bij zich heeft weet waar de Clay Man is. Zij is in dienst van de Perfect van Paragon – een stad in het Zuiden die belegerd wordt door de legioenen van de keizerin. Als wij daar iets tegen doen, kunnen we de Clay Man krijgen. Hij zit gevangen in de kerkers van de Perfect. “Waarom?” “Hij is immuun.” “Waartegen?””Ja, dat is het hem nou helemaal.” Ze is er nogal vaag over.
“Het Zuiden is wel ver weg, maar dat is geen probleem als je de Maiden of Travel aan je zijde hebt,” zegt de siderial. “Dus dan kunnen we de luchtschepen meenemen?” “Ja hoor. Maar intussen kunnen we best even achter deze Gate kijken. Daar zitten vast allerlei dingen die niet in de Loom of Fate te zien zijn. Ik wikl er graag een kijkje nemen.”
Binnen is het vies van roest en oude smeerolie. Maar waar de artisan loopt wordt het schoon. Ze neemt vier dwergen mee, twee krijgers en twee werkers. Die hebben het effect ook, maar minder uitgesproken. We lopen een tijd door. De zwaartekracht doet raar: wat onder is wordt boven en weer muur. We passeren watervallen van kwik en fonteinen van vuur. En dan komen we bij een groot metalen hoofd. We stellen ons voor. Hij benoemt ons als ‘exalts type 2’. Solar, lunar en siderial zijn voor hem subtypes. De Mountain Folk mogen hier niet zijn. We nemen de verantwoording. Dat accepteert het hoofd en het opent zijn mond wijd. Als we erdoorheen stappen, gaat er een bel. We komen in een soort fabriekshal waar mensen in eenvoudige zwarte kleding aan werkbanken staan. Ze hebben een edelsteen in het voorhoofd. We verstaan ze niet, maar in geschreven Old Realm kunnen we communiceren. Ze halen er iemand bij. Het is een gedaante in rode gewaden met een zilveren masker en een mechanische stem, die wat haperend Old Realm spreekt. Het hoofd keert zich om, zodat het nu de hal in kijkt, en vertaalt. De rode figuur vraagt waarom we hier zijn. Eye zegt: “Omdat we de sleutels hadden,” en Tawuz voegt er aan toe: “Omdat Creation wordt bedreigd door de Ebon Dragon en we overal bondgenoten en steun zoeken.”
Dat maakt veel los. We worden naar een zijkamer gevoerd. Na een tijdje valt de gedaante plat op de grond. Er verschijnt een kwikzilveren man uit de vloer. Het is Zog, de geest van kwikzilver. Ze willen ons wel helpen, maar er zijn tegenprestaties nodig. Materialen, schoonmaakmiddelen, lucht … dat soort dingen.Als we wijzen op het reinigende effect van de mountain folk, antwoordt Zog dat die niet binnen mogen vanwege de Great Gease. Het is dat zij bij ons is. < De Gease kan worden opgeheven door de Clay Man, als het Deliberative daar toestemming voor geeft. De Gease was namelijk ingevoerd op bevel van het Deliberative. >
Shi Mei Lan doet een spreuk om voedsel te maken. Ze voelt dat de sorcerous essence door de gate heen komt, en deels ook door zeven andere gates, heel ver weg. Blijkbaar hebben we alle gates geopend. Zij kunnen ons in ruil legers bieden. Zog legt uit dat Autochthon slaapt. Er zijn acht naties. We kunnen alleen afspraken maken met deze natie. We proberen te regelen dat ze niet de aarde gaan plunderen. We krijgen een robot mee, Buffy the Fluid Diplomaat. De robot is van maanzilver en heeft een sterk effect op lunars. Het voelt heel lekker, zoals de aanwezigheid van een sympathieke elder zou voelen zonder de Great Curse.
Marina vertelt dat Ebon Rime een opdracht van Sol heeft gekregen, die hij niet mag vertellen. En dat Sol niet blij is dat we zijn broer gewekt hebben. Sango laat de Mouse of thé Sun rondkijken in Autochthon. Die kijkt even op van zijn spelletje. Eye probeert nog excuses aan te bieden voor het loslaten van Five Days Darkness, maar de muis zit even op een spannend moment in zijn spelletje. Gelukkig waren het de lunars die hem bevrijd hadden en niet de solars.
5 XP per personage.