Tanais – 75

6-vii-R2

Risha begint bleek te zien en merkt dat hij ook ziek is. Heeft hij de ziekte opgelopen bij Katootje? Hij stapt er mee naar Chang. Die kan de levensduur verlengen, maar de ziekte niet stoppen. Claude komt er achter dat zo’n 15% van het leger het onder de leden heeft. Hij geeft opdracht de koning te isoleren. Chang denkt dat een shiragi-extract de ziekte kan genezen.

Gnumpathi komt langs. Hij is van plan naar Darkwhere te gaan om contact te leggen. Hij ziet ons over een paar dagen weer. Gwan wil de ziekte opzoeken, maar komt er achter dat we helemaal geen bibliotheek hebben. Alleen de Geb’se tovenaars hebben naslagwerken. Ze hebben inmiddels een villapark gebouwd iets ten Noorden van Soul. Bilgir Nam, de necromancer, is degeen die we moeten hebben.  Hij doet Onyx Countermagic om de magische component te verwijderen en dat geeft Chang kans om de ziektecomponent te genezen. Risha is heel dankbaar en vraagt wat de tovenaars zouden willen. Bilgir Nam wil wel helpen met nieuwe troepen. Hij summont een ondode dienaar en vertrekt naar Shearton om de doden daar tot een zombieleger te vormen. We geven hem de zieke soldaten mee, die zal hij onderweg één voor één onttoveren zodat ze kunnen worden genezen. Maar de brahmaanse genezers weigeren om met de tovenaar samen te werken. De Derweth vinden necromancers ook niet zo tof, maar dit is voor de hun wel een kans om zich geliefd te maken en de brahmanen een hak te zetten. De vratja’s hebben geen probleem en er gaan er een stel mee als lijfwacht.

Intussen komt Adèle bij Gwan. Ze zijn uitgenodigd voor een etentje bij Massala de brahmanes. Gwan bereidt een speechje voor.

’s Middags komt Mahakrishna langs. Hij neemt afscheid en nodigt ons formeel uit om over drie maanden een tegenbezoek te brengen en aan zijn Baikal-hof te logeren. Dat accepteren we natuurlijk.

Chang verbiedt bordeelbezoek. Risha stelt voor om de hoertjes ook te genezen. Daguerre reist af naar de Veenzaal om een oplossing te zoeken.

Die avond gaat Gwan naar de tempelstad. De dames roddelen gezellig. Massala begroet hem hartelijk. Ze dankt hem voor het goede werk voor de weduwen en wezen. “We zijn trots op je inspanningen. Maar dat is niet waar we je voor riepen. Er staan grote dingen te gebeuren. Kijk eens wat ik zag terwijl ik in de ketel roerde. Neem een kommetje soep!” Het wordt licht in zijn hoofd en hij gaat er even bij liggen. Hij krijgt een visioen: Melek Qart en de draaikolk. Massala kijkt nieuwsgierig mee. Gwan’s beelden zijn veel duidelijker dan die van haar. De draaikolk wordt steeds groter, begint de kust te verzwelgen. De goden staan er in een cirkel omheen te vergaderen. Op een afgesproken teken springen ze in de maalstroom. Dat geeft een enorme explosie.

Gwan komt bij en kijkt Massala aan. “Ik heb met jou meegekeken,” zegt ze, “want ik vermoed dat ik weet wat er aan de hand is. De dood van de goden is nabij. Ze liojken zich opgeofferd te hebben. Het ziet er ernstig uit. Dit is echt een slecht teken. Kun jij dit voor me uitzoeken?”

Tegelijkertijd leidt Claude een dienst aan Pashupati en Chang inspecteert in eigen persoon de bordelen. Ja hoor, meteen in de eerste zitten al een paar soldaten een biertje te drinken. Grote schrik! “Heren een drankje mag, maar verder niet. En meldt u zich morgen voor medische inspectie.” Hij vindt een rijk spectrum aan onverwachte activiteiten.

Risha gaat naar Chantal. Ze belooft de lunars en siderials op te roepen voor een grote vergadering van alle exalts. Gwan komt bij ze en vertelt dat de goden van Melek Qart zelfmoord hebben gepleegd. Hij scry’t de draaikolk en de stad Arad met zijn hoge rotspunt, maar krijgt alleen statische ruis in dezelfde frequentie als Yerech, waar Mot stierf. Hij probeert Arad vanuit een andere hoek te zien en met grote wilsinspanning krijgt hij beelden door de ruis heen: een stad met wolkenkrabbers. Risha herinnert zich  dat hij door de draaikolk heen naar de andere wereld kon kijken en daar ook zo’n stad zag. Hij filosofeert over zonium en denkt dat de goden zich hebben opgeofferd als buffer, of misschien overgesprongen zijn. Wanneer is de volgende botsing uitgerekend?

Hij raadpleegt de witte stenen. Eerdere botsingen waren in 718 en 10.436. Het jaar 183.840 zou volgens zijn berekening het laatste jaar moeten zijn. Maar de steen met daarop 128.001 is een voorspelling: “De wereld is vergaan!”  Mensen verschenen rond 66.000. En op de steen 126.231 staat “Vixen bestaat nu 10 jaar.” Als we weten hoe oud Vixen nu is, kunnen we de twee tijdrekeningen naast elkaar leggen. Hij vraagt of de ambassadeur van Vixen, Chloren, de volgende ochtend even langs kan komen.

Die nacht heeft Gwan een nachtmerrie: een wolk van vernietiging spreidt zich uit.

7-vii-R2

Soldaten staan bedremmeld te wachten op het excercitieplein. Van de 15 die betrapt waren, zijn er twee besmet in het bordeel van Shantitown.  Dertien soldaten krijgen een aantal dagen zwaar, maar de twee die besmet zijn, worden door Chang onthoofd. Er gaat een siddering door de menigte.

In de zomerresidentie ontmoet Risha Chloren, een schichtige jongeman,  en vraagt hem welk jaar het is. Vixen bestaat al vele jaren. Greater Soul maakte er ooit deel van uit. .Dit is het jaar 1885 van Vixen. Omgerekend maakt dat witte-stenen jaar 128.006, dat is voorbij de voorspelling! Terwijl Chloren wegloopt, begint de grond te trillen. Een aardbeving van vijftien minuten. Er ontstaat veel schade aan de stad en er is paniek op straat. We gaan snel naar de bron. Het flesje zonium gaat mee. De gang is nog intact, de bron klotst en golft. Het borrelt als een verstopte doorvoer. Het water welt op. Risha vliegt met Gwan op zijn rug en Claude en Chang klimmen tegen de muur op. Claude druppelt wat zonium in de bron. Er verandert niets, dan kiepert hij het hele flesje er in. Het water blijft stijgen. We gaan snel naar buiten. De koning beveelt de stad te ontruimen. 2000 man proberen zich door de smalle stadspoort te persen. De laatste 800 worden ingehaald door het water en gaan in stasis. Wij gaan naar het kasteel. Risha rent met een grote hamer naar de kelder. Hij slaat tegen de opening van de bron en maakt hem groter zodat het water uit de stad weg kan stromen naar het bos. Als het water weer weg is en alles weer is opgedroogd, blijken de mensen nog in stasis. Ze worden in een pakhuis opgeslagen. In een emotionele speech gooit de koning de blaam op Eénoog. De mensen pikken het (10 successen).

Kadier blijkt te zijn gespaard. “Ik weet niet hoe ik dit moet zeggen,” zegt hij, “er is een probleem.” Risha vraagt: “De goden?”   “Nee. Het Qartiaans is niet meer rechtsgeldig. De kracht is uit de letters verdwenen. Alle contracten zijn niet langer gedekt. Mijn inventaris doet het niet meer, althans alles wat op Qartiaans Elsewhere dreef is uitgevallen.” Gwan vertelt zijn visioen.

“Ik ben geïsoleerd, gestrand en heb geen contact meer met Melek Qart.” Risha zegt: “Het einde van de wereld…”

Gwan scry’t de grenzen van het effect. Biblos is weg, Megiddo is weg, Samak bestaat nog, maar er is wetteloosheid uitgebroken.  Hun techniek om naar Elsewhere te gaan was met hun geleidegeesten, maar die zijn er niet meer. Kadier vraagt of Risha manschappen kan sparen om hem te beschermen tijdens zijn terugreis. Ja dat kan wel. We geven Adrarn mee.

3 xp

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s