The RoSE – 60

We besluiten onze mechanische eenhoorns, met zadeltassen gevuld met rinoceroshoorns van magische materialen, mee te nemen. De goblinmarkt is een grote overdekte markt. Hij is ruim genoeg dat we er in onze warstriders, op de eenhoorns, doorheen kunnen. Een deel van de klanten is draak, vandaar. Er lopen overigens ook goblins van maar een halve meter hoog. Er zijn zakkenrollers, die stelen herinneringen. Er zijn winkels die de meest merkwaardige zaken, zoals bijvoorbeeld alleen ballen. verkopen. Eentje verkoopt menselijke slaven (van die uitgebluste illusieloze). Fea edelen worden vervoerd in draagstoelen. Vooral de verkopers van sjaaltjes zijn erg opdringerig. Eentje is op Little Shu’s paard geklommen en begint er hem een om te knopen. Little Shu houdt hem af. “Je bent nog niet van me af!” zegt de goblin dreigend.
Sarina kijkt eens goed. Het zijn geen elementaire draken, maar echte reptielen. Ze zijn ook anders, niet zo uit de hoogte. Eentje staat er zelfs te bedelen op een straathoek. Little Shu kijkt uit naar een gids. Hij besluit een straatjongen (draak) aan te spreken. “Wat mot je?”
“Ik ben nieuw hier.”
“Dus?”
“Is er een centraal punt?”
“Je kan naar de herberg…”
Little Shu geeft hem een obool. Dat is veel geld, hij wordt een stuk toeschietelijker. Onderweg vertelt hij over dingen die we passeren, zoals een gedraaide koperen zuil, de Zuil van Dans. Daar kun je verhalen kopen. Atis vraagt zich af hoe het werkt met de verdwijnende winkel. “Het is heel eenvoudig, als je weet wat je zoekt, kun je het vinden. maar hoe harder je het nodig hebt, hoe meer moeite het gaat kosten.”
Atis vraagt of hij een shekel wil verdienen. “Ja hoor! Wat zoeken jullie?” “De jouten van gaia.” “Kijk! Daarom hebben jullie een ongeīnteresseerde gids nodig. Jullie zoeken een primordial. Kijk daar eens!” Hij wijst naar een balkom dat uitkijkt over de ongevormde chaos. We voelen ongevormde fae, met een gevoel van afkeer tot blinde haat. Er staat één ster in de verte. “Ja, dat wordt een nieuwe primordial.”
Hij neemt ons mee naar het kantoor van de marktmeester en biedt aan om op onze paarden te passen. Atis stelt Little Shu gerust. Binnen staat een lange rij, maar de loketbediende doet het rolluik dicht en komt naar ons toe. Vol égards leidt hij ons een kamer binnen waar een enorm dikke man met sieraden zit.
De marktmeester vertelt ons dat we naar de waarzegster moeten. “Het zou geen interessant verhaal zijn als je een winkel instapt, geld op de toonbank legt en krijgt wat je zoekt.” Sango betoogt dat iemand die in de grootste markt van het universum onmiddellijk vindt wat hij zoekt, wel degelijk een mooi verhaal zou zijn. Ze wil ‘stom geluk’ hebben. “Geluk is niet af te dwingen. Maar stom geluk … dat krijg je als je goed om je heen kijkt en oplet.” Hij heeft dit verhaal zelf geschreven en hij hoeft er geen geld te hebben voor de informatie.
Buiten staat de jonge draak nog steeds. Hij heet Philemon. Sango besluit goed op te letten. Hij leidt ons naar een kamer op de tweede etage. Er zit een heel gezelschap. We moeten bij een grote, stevige zwarte vrouw zijn. “Gegroet waarzegster,” zegt Ghurkan.
“Gegroet Ghurkan.”
“Ik haat het als ze dat doen,” mompelt Atis.
Little Shu zegt: “Dan weet u wat we zoeken!”
“Ja, vijf motes essence per persoon.”
We gaan akkoord. Ze schudt een pak kaarten en laat ons er ieder een trekken:
Sarinah – 6 of Cups – ‘Abandonment’: past achievements have lost their meaning, sense of liberation.
Ghurkan – Queen of Staves – ’She rules’: the bitch queen façade.
Little Shu – 2 of Staves – ‘Dominance’: the power to upset or maintain balance resides in the twin centres of will and heart.
Sango – Queen of Swords – ‘Perception’ crwned with the symbols of immortality Medea sits on het throne
Atis – 9 of Staves – ’Spirit’: the vigil of the spirit warrior is eternal.
De waarzegster legt de laatste kaart centraal. “Jullie zoeken een plek die bewaakt wordt door spirit guardians, gek geworden van het lange wachten. Er valt niet mee te onderhandelen, het zijn chimerae. Oude lunars, meegegaan met Gaia, opgeslokt door de chaos.”
Ze trekt nog één kaart – Het Rad van Fortuin – ‘Destiny’: the wheel turns ,cause and effect become one.

We discussiëren hierover. Wilde ideeën over het uitschakelen van Malpheas of de ongevormde chaos ingaan.
“Goed. Bij de kruidenwinkel zit de kat achter de muizen aan.” De toeschouwers beginnen te applaudisseren. “Vijf solars, vijf chimaerae.”
We gaan weg. Achter ons begint een feest, de gordijnen veranderen in bloemetjes.

Philemon kijkt moeilijk als we zeggen dat we een kruidenwinkel zoeken. Daar zijn er erg veel van. Intussen kijken we om ons heen. Atis en Sango zien een kat. We volgen hem. Hij staart naar een grote mand met muffe oregano. Sango tilt de mand voorzichtig op. De kat springt, de muis was kansloos. Met een tevreden blik eet de kat de muis op.
Atis spreekt de eigenaar aan, een oude goblin. “Wij hebben iets nodig om chimera’s te verslaan.”
“U wilt chimera’s verslaan? Volg mij!”
Hij leidt ons naar de kelder, de catacomben in. Het gaat steeds meer naar wierook ruiken. En als we dieper komen, merken we dat er een sterke lijkenlucht hangt. De eigenaar leidt al heel lang bezoekers naar de chimaerae en verdient geld aan de toeschouwers. De goblin inspecteert onze wapens. “De koudgesmede ijzeren wapens, daar ga je niet veel aan hebben.”
Hij wijst ons op een put van vijf meter diameter en vraagt of we onze warstriders aan willen houden of niet. We houden ze aan en dalen af. Het is hier donker, maar er zijn lampen. Onze warstriders voelen nu als onze eigen lichamen. Her en der liggen skeletten. Allerlei formaten, van goblin tot draak. Allemaal gestript van uitrusting. We blijven doorlopen, het wordt steeds enger, de gang wordt krommer. Sango suggereert dat het punt waar iemand aan wordt gevallen afhangt van hoe gevaarlijk hij lijkt. Wij zijn een groep in warstriders, dus we zullen laat aangevallen worden. Intussen komen de skeletten in groepen. Atis merkt op dat de gang nu zo krom is dat onze bogen geen nut meer hebben.
Opeens springt een reuzenspin uit het plafond. Sarina weet hem te ontwijken, zijn angel mist (Dodge Excellency). Een ander dier, een onbeschrijfelijke mengeling van diersoorten, vangt Ghurkan aan en verwondt hem. Atis schiet (point blank) en raakt. Little Shu wordt vanuit vier hoeken aangevallen door zwermen insecten die rond hem versmelten tot een insectachtig wezen met heel veel angels. Little Shu doet de charm Iron Skin Concentration en weet verwondingen te voorkomen. Sarina schiet op de spin en weet een kleine wond te geven. Little Shu gebruikt een combo en hakt met acht snelle slagen naar het wezen dat half om hem heen is gevormd (Iron Whirlwind en 2nd Melee Excellency). Zijn anima licht op en die van zijn tegenstander ook. Die flikkert door de maanfasen heen. Little Shu raakt hem zó goed, dat hij sterft. Het chitinepantser valt uiteen, een holle schil met daarin allemaal insectjes. De meeste zijn dood.
Vanuit de gang komt een enorme geleimassa. Er drijven nog skeletten in. Het probeert met een tentakel Little Shu te pakken en die wordt geraakt. Ghurkan slaat met Iron Fist op de veelvormige, maar mist. Sango activeert de Solar Hero Form en slaat met haar ijzeren staaf op de blob. Ze komt er niet doorheen.
Achter ons klinkt in Old Realm: “Jongês, allemaal op de krijger!” We zien een maanzilveren warstrider met een daiklave op schaal. Shit! De stem is die van de oude goblin. Atis probeert hem tegen te houden, maar wordt opzij geslagen, zó hard dat hij hem verwondt.
De spin van Sarina gooit een web naar Little Shu maar mist. Het chaosbeest springt ook op hem en raakt. Atis doet een combo van Arrow Storm en Accuracy Without Distance en schiet de leider in zijn rug. Meerdere pijlen raken. Hij zakt in elkaar. Atis’ aura is ook opgevlamd. Sarina schiet op de spin en doodt hem.
Little Shu neemt de situatie in zich op. Hij ziet Sango haar staf schrap zetten tegen de blob. Hij grijpt het chaosbeest wat hem zojuist op de nek is gesprongen en slingert het naar de blob. Splot! Het beest blijft even plakken, de celwand wordt dun en dan wordt het beest opgezogen. Atis pulkt de goblin uit de warstrider en gooit hem ook tegen de blob. Deze wordt ook opgenomen. Sango vraagt iedereen om even opzij te gaan, positioneert zich en gooit een Death of Obsidian Butterflies. Het wezen probeert tunnels te vormen voor de projectielen, maar het zijn er teveel. Hij sterft.
We nemen de maanzilveren warstrider en zijn wapen mee.

We kunnen verder ongehinderd doorlopen naar het centrum. Rondom zijn twaalf nissen op borsthoogte. In elke nis staat een godenbeeld. In het midden is het ‘nest’ van de lunars. We staan aarzelend naar de beelden te kijken. Welke zou het zijn?
Ghurkan kijkt in het nest. En vindt daar nog een beeld, met een schedel in plaats van een hoofd. Hij zet het beeld rechtop. Het vervloeit tot het lichaam van een stevige vrouw. Het leeft, straalt moederlijkheid en comfort uit, maar is onbezield. We discussiëren wat we er mee oeten doen. Terug op Creation aan de dragonblooded overdragen?
“Zo, en wie zijn jullie? En wat heb je met mijn kinderen gedaan?” horen we achter ons. De vrouw spreekt ons aan!
“Zij begonnen! En ze waren gek!”
“Hm, jaja… En wie zijn jullie?”
Ghurkan stelt ons voor.
“En wat doen jullie hier?”
“We zijn, geloof het of niet, door dragonblooded op queeste gestuurd.”
Ze kijkt ongelovig. We praten wat heen en weer en vertellen haar onder andere over Autochthon. Ze vraagt hoe lang we onderweg geweest zijn. Een dag of vier. Ze knipt met haar vingers en we zijn vier dagen geleden in Nexus. Atis vraagt Gaia mee naar de nachtclub, om te dansen. De garderobe bewaakt de warstriders.
Maar Sango roept: “Nee! Denk aan Balten en zijn warstriders, onze zadeltassen, mechanische paarden en de shekel die je aan Philemon beloofde!”

XP: 12.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s