Tanais – 66

Het gevecht gaat door. Risha is in de linkergang door twee ontplofte Shiragi vastgeplakt, en kan zich nog maar moeilijk bewegen. Voorbij de derrie ziet hij nog minstens zes rijen van die groene vrouwen. In de andere twee gangen blijven de Shuragi de weg versperren. Wat we van ze weten is dat Shiragi in wolken gifgas kunnen veranderen, ze hebben een hive-mind, ze worden gebruikt voor transport en communicatie, ze kunnen niet tegen zonlicht, maar wel tegen de aura van een solar, ze vechten vooral ontwijkend en als ze doodgaan veranderen ze in een plakkerige substantie. Iedere dode Shiragi geeft een -1 penalty op je Dodge DV, als die op 0 komt ben je bewegingsloos vastgeplakt.
Claude klimt met een Spider Climb charm tegen het plafond en slaat de bovenkant van de gang kapot, waardoor het plakspul niet langer aan het plafond vastzit. Maar er regent gesteente op Risha wat ook aan hem blijft plakken, waardoor hij zich nog moeilijker kan bewegen. Risha tovert zijn Zielezwaard tevoorschijn. Twee Shiragi werpen zich op hem en proberen hem met hun dolk te steken, maar de aanvallen ketsen af op zijn harnas. Claude schiet er eentje dood met een slingerkogel. Ze ontploft en Risha zit nu echt helemaal vastgeplakt.
Chang slaat aan zijn kant de weg vrij, Gwan probeert hetzelfde aan de andere kant. Maar Gwan heeft geen charm om steen kapot te slaan, dus dat maakt niets uit. De voorste Shiragi uit de andere gangen veranderen in gas, dat de kamer binnenstroomt. Gwan pakt zijn bijl en slaat een Shiragi – Splut! Hij krijgt ook derrie over zich heen. Chang klimt ook met Spider Climb tegen het plafond en schakelt over op pijl en boog. Claude wil Risha vrij gaan snijden, maar ontdekt dat de Shiragi hem naar achter aan het doorgeven zijn. Dan volgt hij Changs voorbeeld maar. Gwan probeert een omtrekkende beweging, maar hij wordt omsingeld.
Voor Chang is het prijsschieten. Hij combineert het met de charm Shadow Over Water, die hem aanvallen gemakkelijker laat ontwijken. Gwan posteert zich in een hoek en vecht defensief. Chang schiet er twee neer, Claude slingert er nog twee dood en Gwan pakt ook zijn boog. Risha wordt steeds verder de gang in doorgegeven. Het plakspul zit steeds strakker en ademen wordt nu moeilijk.
Nog vier Shiragi werpen zich in een zelfmoordactie op Gwan, die daardoor bijna helemaal vast zit. Claude schiet er nog eentje neer. Chang gaat naar de gang waar Risha doorheen gevoerd wordt, en elleboogt zich naar voren. Nog twee dames plegen zelfmoord bij Gwan en die zit nu ook helemaal vast. Chang ziet dat hij Risha niet gaat inhalen. Claude bidt tot Yamm of die Gwan wil bijstaan. “Ik kom niet tussenbeide als het mijn vriend Mot betreft.”
De Shiragi zijn boos dat we ongevoelig blijken te zijn voor hun gifgas. Vijf pakken Gwan en beginnen hem ook weg te voeren. Chang werkt zich verder door de rijen. Nog drie en dan is hij erdoor. Hij ziet hoe de achterste twee Risha oppakken en met hem weglopen. Claude veroorzaakt een instorting in de andere zijgang en krijgt kleefspul van drie dode Shiragi over zich heen.
Chang is er eindelijk doorheen en rent achter Risha aan. Claude schiet er nog een paar neer, nu vanaf een veiligere afstand. Gwan raakt daardoor klem in de opening en voor Claude is het verder prijsschieten. Chan schiet de twee draagsters neer en snijdt Risha vrij. Gwan wordt uiteindelijk ook bevrijd.
We krijgen het idee dat de zijgangen rondom de hele berg lopen. Dit is nog maar de bovenste laag van een enorm complex. We zijn in de berg die Chang enkele dagen geleden heeft beklommen onder invloed van de Eenoog-aanhangers. Waarom, wat hij er heeft gedaan herinnert hij zich niet.
Deze eerste kamer hebben we maar amper overleefd en er kunnen ieder moment versterkingen komen, dus we gaan maar terug. Om half acht komen we weer boven de grond, het schemert. Gwan en Risha maken zich schoon met zand. We zijn (nog) niet opgemerkt. We bedenken dat de soldaten uit Byblos hier ieder moment kunnen aankomen. Risha stelt voor om Jozias en zijn volgelingen hun kant op te lokken.
Opeens realiseert Gwan zich dat de tulbanden onder de grond Mot aan het aanroepen waren. En Yamm had het ook over zijn vriend Mot. Dit is waarschijnlijk de heilige berg van de doodsgod. We gaan de berg op. Om half tien pauzeren we. Gwan scry’t de kamer waar we hebben gevochten. Er is netjes opgeruimd en er zitten alweer nieuwe tulbanden Mot aan te roepen. Er is affiniteit tussen de Shiragi en de dood. Gwan, Risha en Claude roepen Yamm aan.
“En, komt Jozias al mijn kant op?”
“We willen hem lokken.”
“Maar dat lukt nog niet.”
Claude zegt: “De tulbanden en Shiragi roepen Mot aan. Maar Eenoog is monotheïstisch, dus waarom doen ze dat?”
“Jullie kennen maar de helft van het verhaal. Mijn volk bestaat uit sukkels. Ze hebben El aangeroepen, een god van de overkant. En die komt nu om tegen Mot te vechten.”
Risha: “Maar Eenoog is de gemeenschappelijke vijand, en die speelt vals. Hij zal deze strijd saboteren, net zoals hij de strijd tussen jou en Baâl wilde saboteren.”
“Ik wil dat Mot wint en mijn volk een lesje leert. Het gaat er om dat Jozias op de 21e geofferd wordt, maar dat gaat niet lukken. Hij zal te laat komen voor het offer en dan mag ik hen straffen. Maar, ik wil wel een woordje spreken met Mot. Laat de berg maar exploderen. Maak nu rechtsomkeert, kindertjes!”
We gaan er vandoor. Claude wil de mensen in het dorp gaan waarschuwen, maar Risha denkt dat we geen tijd hebben om het dorp te redden. Claude grist een willekeurig meisje mee, dan is er tenminste één overlevende.

20-v-R2
We komen bij zonsopgang aan bij het dodenveld. KLABAM! De berg ontploft! Er vormt zich een enorme schimmige afzichtelijke gestalte, Mot. We rennen het leger tegemoet. Maar de slag is al gestreden.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s