Als we weer terugkomen op Mount Paradise is de theepauze net voorbij. We krijgen meteen het woord. Risha vertelt: “We hebben een mogelijke oplossing voor het wederhelften probleem. Quiver kan daar meer over vertellen als hij terug is.” Dan gaat de Raad over tot de orde van de dag: “Chantal.” Ze kijkt een beetje geïrriteerd. “Zijn er meer vrouwelijke exalts die dit hebben meegemaakt of die verdwenen zijn?” De vergadering wordt tien minuten verdaagd om te inventariseren. In die tien minuten worden we door de fanclub belaagd met vragen. Daarna blijken er inderdaad drie vrouwen onverklaard afwezig te zijn. Het cabal van hantal maakt bezwaar tegen de term “demonenmoeder”
Men gaat schouwen wat er met de drie aan de hand is. En op dat moment komt er een bediende de zaal binnen. Hij fluistert wat tegen een cabal van Koreaans aandoende types. Ze reageren verschrikt. De Zwarte Bron bij Kim Do is een feit. De vergadering wordt een halve dag stilgelegd. Iedere cabal moet in zijn thuisland inventariseren wat de gevolgen zijn en Het Witte Hert (wij dus) moet bij de Raad komen.
“Kunnen jullie hier licht op werpen? Het schijnt een soort sinkhole te zijn.” Een Qartiaan is ook uitgenodigd. Die zegt: “De maalstroom is ook weer actief geworden! Er zijn er nu drie. De legende gaat dat ooit de eerste demon uit een Oerbron op Tanais is gekomen. De oerbron, Uru’dhip, is nu dichtgeslibt en vergeten in Harran, ten Zuiden van jullie Shintasta. Hij ligt tegen het Zuidelijke Continent aan.” “Weet u iets van dat continent?” “Aan de Zuidkant wonen de Oude Rassen. Die houden niet zo van mensen. Amfibieën, slangen, wamank, salief en zo. Stomende jungles.” “Zijn daar ook draaikolken?” “Minder dan in het Noorden. Maar je ziet de gloed van de Zwarte Bronnen overal. Waarschijnlijk zitten ze vooral ondergronds.”
De voorzitter van de Witte Raad vraagt aan ons of we naar Harran kunnen gaan, Naar Uru’dhip als het kan. Als dat niet lukt, gewoon terugkomen en rapport uitbrengen. De Qartiaan beschrijft Harran: “Het land is oeroud. Daar was de beschaving die voorafging aan Warka en hun ziggurath’s. Het is een dorpse samenleving, op een gazellen steppe. De oudste en krachtigste demonen komen daar vandaan.” Als hij dat hoort, vraagt Risha of hij de spreuk ”Banish Demon” kan leren. Daar is geen tijd voor. Maar hij krijgt een heel heftige scroll mee. “Als je hem niet gebruikt, graag weer inleveren. Hij is heel duur! En, kunnen jullie voor ons in kaart brengen hoe het zit met die gith-dragonborn en de cultussen en hoe de onderwereld werkt?”
We nemen de colorcopter. Gwen gaat op zoek naar de Creatures of Darkness. Met [Correspondence, Mind en Color] zijn 12 successen nodig omdat hij niet weet om wie het gaat en waar hij moet zoeken. Gwen is na afloop zo uitgeput dat we een mindprobe nodig hebben om het uit haar te krijgen. Uru’dhip is de eerste aanraking van een tentakel met Tanais. Dezelfde tentakel raakt verderop Melek Qart, als volgende Waldheim en als laatste Kim Do. Gwen weet waar het zit. Maar er zit een extreem sterk veld van anti-[correspondence] omheen, ongeveer 5 km onder de grond. maar de bovengrondse lokatie is duidelijk. We arriveren bij een drooggevallen seizoensmeertje met een hutje aan de kant. We parkeren de copter 1 quantum richting Binnen. De werelden zijn hier erg instabiel. In het hutje is niemand thuis, het is een soort madam Mikmak huisje. Zoeken levert op dat er buiten, bij een bosje een handleiding ligt in een hele oude taal. Het gaat over hoe hier demonen gevangen kunnen worden. Risha kan het lezen: “Bij het fluctueren van de realiteit, als er grondmist ligt over het meertje, moet je over het water een net spannen om zeldzame demonen te vangen.”
Gwan ziet het niet meer zitten en gaat slapen [zijn Willpower is op]. De anderen stappen de Wyrd binnen. Daar ziet de wereld er bijna hetzelfde uit, alleen staat er hier wel water in het meertje. We stappen nog een plane verder, naar de Wyld. We vallen gelijk een aantal meter naar beneden! We zijn verrast en er is niets om je aan vast te houden! Het is een brede, diepe put met engen gezichten in de muur. In een reflex ontwijkt Chang de grond, zodat hij geen schade krijgt van de val. Risha slaat zijn vleugels uit en weet de klap ook te ontlopen. Boven ons lijkt het dicht te groeien met wortels. Beneden zijn geen uitgangen. Snel weer omhoog! Deze uitgang gaat snel dicht. Chang klautert omhoog. De gezichten klagen: “Auw mijn neus!” Er ontstaat opeens een arm die hem een vuistslag geeft. Met veel kracht slaan we ons door de wortels heen. We komen boven in een meertje met mist erboven en we zitten weer in de Wyrd. Dit is de uitgang van Uru’dhip. Het is nu 1 uur ’s middags. Risha leest verder in het oude boek. Hier groeide vroeger veen. En deze plaats behoorde toe aan machtige wezens. Och, het is een veenzaal! Maar de lunars zijn hem vergeten. Hij stemt zich er op af. Waar zit het heiligdom? In de Wyrd, midden onder het enkeldiepe meer, maar de doorgang gaat via de Wyld. Risha snapt hoe hij de veenzaal twee niveaus naar buiten en twee niveaus naar binnen kan bewegen. Binnen zit niks bijzonder. Hij maakt de veenzaal Wyld, en neemt daarmee de hele provincie mee. Inclusief het domein waar de colorcopter staat. Oeps! Het vennetje is nu een kolkend meer waar groene bubbels uitkomen. Om ons heen is een heftige jungle met spoken. Met een grote BLUB komen reptiel/insect-achtige demonen boven water. “Zijn jullie meesters?” vraagt eentje. “Ja,” zegt Chang. “Toon dan jullie zegel.” Chang projecteert met [Mind] wat dit creatuur verwacht. “Aha, u bent meesters.” De andere demonen gaan verder naar boven. We vragen de ene demon hoe we bij Uru’dhip komen. “Er is geen weg naar Uru’dhip. Je kunt er alleen vandaan komen, niet naar toe gaan. De steen is eenrichtingsverkeer.” Risha geeft hem een puntje quintessence voor de informatie. De demon gaat verder.
Risha verplaatst de provincie weer naar de normale fluctuaties, maar de stroom demonen is nu op gang gekomen en blijft doorgaan. Ze gaan met de fluctuatie Harran in. En jammer genoeg is de colorcopter in de Wyld achtergebleven. Maar het kost weinig moeite om hem terug te vinden [Mind en Correspondence: waar is Gwen?]. Vanuit de Wyld proberen we de polariteit van de eenrichtingsteen om te draaien [Matter 2, Forces 4, Prime 4]. Dat lukt. Risha en Chang stappen er doorheen. Het is een pikdonkere ruimte vol rumoer, de verzamelplek voor demonen die op excursie gaan. De lucht hangt vol met het groene shiragi-gas. In een [Life] reflex verandert Risha zijn longen zodat hij het gas kan verdragen. Chang Maakt een krachtveld [Forces en Entropy] om zich heen. Gwen verandert [Life en Matter] het ingeademde gas in gewone lucht. Er zij licht! Ze doen hun anima op volle kracht aan en de demonen deinzen terug. Onder de transitiesteen is een soort van sokkel waar ze op klimmen om naar boven te kunnen. Dat werkt nu dus niet meer. Urud’hip is recht onder ons.
We kunnen recht op ons doel aflopen, door onduidelijke fabrieken en tempels. De demonen wijken overal voor ons licht terug. Dit effect komt van de twee Dawn-caste aura’s. Er zijn twee verschillende soorten demonen demonen: mensachtig zoals de kinderen van Chantal, en insectachtigen die een kruising zijn tussen mensen en elsewherelingen of tussen oudere rassen en elsewherelingen. We krijgen door dat de afstammelingen van de oude rassen veel minder last hebben van de aura, maar die ontwijken uit andere motieven. 2 uur later komen we in een prachtige grot diep onder de aarde. Het is de binnenkant van een zwarte geode. In het midden hangt een zwarte diamant, zo groot als een huis, vrij in de lucht. Dit is Urud’hip. We zijn vlak bij de romp van Igrot, de plek waar deze muil/tentakel Tanais binnenkomt. Met [Color] zien we dat deze geode dwars door de planes heen gaat. Als je hier de tentakel doorsnijdt, dan zouden de maelstromen ophouden te bestaan. Volgens ons zou er op Aarde ene vergelijkbaar punt moeten zijn. Dit is dan waarschijnlijk de plek waar de twee werelden tegen elkaar aankomen, Moeten we hier alle zonium inpompen?
4xp