Penny duikt in bed en neemt zich voor om haar hoofd niet onder de kussens vandaan te halen voordat alles over is. Percy gaat ondertussen op bezoek bij de Siamese dames en Tarjinder gaat een mes kopen om mee te vechten. Tabby probeert intussen de opgedane ervaringen in een nieuw boek te verwerken, maar dit lukt nog niet erg.
Tegen de avond wordt er bij Tabby een briefje afgegeven getekend VC. Hierin staat een verzoek om een optreden van Tarjinder in het Turks Bad. Tabby geeft het bericht door aan Penny en Tarjinder en legt hierbij ook uit dat VC staat voor Violet Cutter, de Violet Queen. Dit is haar manier om te laten doorschemeren dat ze weet dat Tarjinder tegennatuurlijke neigingen heeft. Men besluit het als een gewone aanvraag te behandelen en een standaard offerte te sturen. De volgende ochtend is er een antwoord. Haar verwachting gaat meer de kant van een privé-optreden uit. Penny en Tarjinder nemen dit nieuws blijmoedig op en Tabby stopt haar hoofd onder de kussens en wil hier verder niets van weten. Wel krijgt ze een aardig idee voor een volgende roman.
Tarjinder en Penny worden door Percy bij de Turkse baden afgezet. Hij biedt aan op hen te wachten. Penny wordt met de spullen naar de dienstingang gezonden, terwijl Tarjinder door de hoofdingang naar binnen mag. Ze komen wel in dezelfde kleedruimte terecht. Als ze omgekleed zijn, worden ze opgehaald door een luchtig geklede man. Deze kijkt wat bevreemd naar Tarjinder, die volledig gekleed is in zijn toneelkostuum. Ze worden verder het pand in geleid, naar een schemerige ruimte waar het iets koeler is dan in de rest van het gebouw. In de schaduwen zit een man die gebaart dat ze mogen beginnen. Ze slaan zich er door heen en na de voorstelling trekt Penny zich terug. De man wenkt Tarjinder naar zich toe. De man is midden 40 en glad geschoren. Tarjinder stelt zich voor en de man noemt zichzelf John. Tarjinder realiseert zich dat hij de man uit de kranten kent. het blijkt een keurig getrouwde, hoge politicus/ambtenaar te zijn. De man heeft een gezin en is sociaal lenig. John biedt een stoel aan en er worden versnaperingen gebracht. Na enig gebabbel besluiten ze van de baden gebruik te maken. Na een gezellig samenzijn krijgt Tarjinder een envelop met inhoud.
In de tussentijd rijdt Percy wat klanten heen en weer en merkt hij dat hij gevolgd wordt door een klein koetsje. Als hij stilhoudt, stapt er een man met bolhoed uit het koetsje die een winkel ingaat en iets koopt. het koetsje rijdt door. Vervolgens gaat de man een pub in.
Na een uurtje haalt hij Penny op bij de Turkse baden. Ze besluiten om het achterin de koets gezellig te maken. Een half uur later komt Tarjinder naar buiten. hij ziet de koets en besluit maar achterin plaats te nemen. Oeps! “Ik wacht wel op de bok!”
Eenmaal terug bij Tabby vertelt Percy dat hij gevolgd werd. Hij zegt ook dat ze als groep op een kruispunt staan. Gaan we verder met onze onderzoekingen, en vestigen daarmee de aandacht op ons, of stoppen we en gaan we terug naar ons normale leven? Als ze doorgaan is het laatste geen optie meer. Hierop begint Penny over het “redden van de wereld”, iets wat Tabby veel te ambitieus vindt. Tarjinder meldt dat hij zich verantwoordelijk voelt voor het loslaten van een wezen als de Mi-go. Men besluit door te gaan met de onderzoekingen. Via het kadaster weet Tabby te achterhalen dat de stadsvilla waar de zwarte koets naartoe reed van Sir Charles Warren is.
De volgende ochtend arriveert een briefje van inspecteur MacAllen: “Jullie worden verdacht van de moord op Rev. Simmons”. Men begint paniekerig met inpakken van de spullen. Ongeveer 10 minuten later arriveert er nog een briefje, ditmaal van Prof. Green: “Ga onmiddellijk weg”. Met grote spoed vertrekt men, terwijl de boevenwagen de straat in komt rijden. Een andere koets van de politie achtervolgt hen, maar Percy weet deze af te schudden.
Percy neemt de groep mee naar Felixstowe, een klein kustdorp waar hij vandaan komt. Percy besluit om Penny te introduceren als zijn verloofde. Tabby is haar vriendin en heeft Tarjinder als bediende. Dave wordt tenslotte voorgesteld als een maat van Percy. De groep komt aan bij het ouderlijk huis van Percy. Dit is een eenvoudige visserswoning met een schuur en een moestuin. De familie is wat overvallen door het onverwachte bezoek en het nieuws van Percy. De groep besluit dat ze hier niet al te lang kunnen blijven. Percy wil graag overleggen met inspecteur MacAllen, aangezien hij hen heeft gewaarschuwd. Dit wijst er op dat hij niet in hun schuld geloofd. Tabby’s theorie is dat Sir Charles Warren een actief lid is van een geheim, corrupt genootschap. Ze zijn te dicht in de buurt gekomen en worden nu op deze wijze in discrediet gebracht.
Ter vermomming wordt de koets geschilderd en wisselt men de kleren om voor wat eenvoudiger kleding. Zo nodig wordt er ook kleding vermaakt. Men komt tot de conclusie dat ze nog niet voldoende hebben voor een gesprek met de inspecteur. Momenteel hebben ze alleen veronderstellingen en theorieën. tevens zal hij ook begrijpen dat ze momenteel geen tijd hebben om bij te praten. Wel willen ze spreken met Prof. Green. Daartoe stuurt Tabby hem een briefje dat op zo’n manier geformuleerd is dat het niet herkenbaar van hen is, behalve voor hem. Iets in de trant van “We’re in a spot of bother since our last encounter. Could we meet…” (ergens in Oxford). De groep gaat naar Cornwall en hoopt op hulp of in ieder geval tips van Prof. Green.