Tussendoor avontuur 29 – 12 juli 2012
(De twee sessies die hiervoor kwamen was ik er niet. De verslagen zijn gemaakt door de speler van Claude. Ze volgen nog.)
24-iv-R1
We hebben Melek bij ons, de zoon van een edelman uit Melek-Qart. Hij ging naar een oom voor zijn opleiding, maar die heeft hem verkocht aan slavenhalers van de karavaan waar wij achteraan zitten. Hij is ontsnapt. Melek en Risha blijken allebei veertien te zijn en ze kunnen het best met elkaar vinden.
We zijn al drie dagen op zee, zo ver mogelijk uit de kust om niet gezien te worden. Risha zit bovenin de mast om de kust in de gaten te houden. We gaan proberen om voor de karavaan in Melek-Qart te zijn. Soms passeren we arabisch aandoende vissersboten. Om vier uur ’s morgens botst onze catamaran tegen een onzichtbare rubberen barrière. Melek weet dat er kristallen bestaan waarmee je erdoorheen kunt. Er zijn ook poorten en daarvan zit er een dicht bij de kust bij de stad Sidon.
Op weg daarnaartoe passeren we enorm veel schepen, waaronder een mammoettanker. In de file voor de poort komen we tussen de tanker en een fregat te liggen. De bemanningen liggen elkaar niet en er wordt rotzooi over en weer gegooid. Het meeste komt op ons terecht. We maken er maar geen drukte over.
Na zes uur zijn we aan een grote poort van gouden licht gekomen. De hoofdpoort van Melek Qart. Als we erdoorheen zijn worden we onderschept door een hovercraft van de grenspolitie.
“Wie is de kapitein?”
We wijzen naar Claude.
“Kristal?”
“Nee, dat hebben we niet. Kunt u ons leiden naar een plek om ons te registreren?”
Ze negeren de laatste vraag en wijzen naar Melek: “En wie is deze jongen?”
Hij stelt zichzelf in bloemrijke woorden voor als melek Adrar, de zoon van de vizier van Megiddo. Melek is zijn titel. De havenpolitie pakt een leugendetector. Hij vertelt dat hij door slavenhalers gevangen genomen was en dat wij hem terugbrengen naar zijn vader. Het is waar dus ze worden een stuk beleefder. Bij de politiepost kopen we voor 10 goudstujkken een roze kristal dat ons voor twee weken een vrijgeleide geeft. Gwan kan het kristal voelen trillen.
We varen verder en arriveren bij Megiddo, een stad met twee mooie vuurtorens, een haven en een grote karavanserai. We leggen aan met onze kleine catamaran en worden verder met rust gelaten. Adrar begint zich hautain te gedragen. Hij neemt ons mee naar een was- en kleedgelegenheid. Dat kost wel wat, maar dan hebben we ook modieuze lokale kleding. Claude maakt voor zichzelf een zwart ninja-pak met allemaal verborgen binnenzakken. In een koets rijden we door de hoofdstraat. Dan komen we in een heuvelachtig gebied. In deze wijk is iedere heuvel een goed beveiligde residentie. De koets stopt bij de één na hoogste heuvel. Het is een groot villa complex. De poortwachter reageert verbaasd en verheugd als hij Adrar ziet. De jongen wordt meteen naar zijn vader gebracht en wij moeten even wachten. We geven onze wapens af en na een half uurtje gaat de intercom. Dan mogen we naar het paleis toe gaan met twee wachters. Het is een echt oosters paleis met veel water in de tuinen, palmen, bloemen en bungalows. Het hoofdgebouw heeft nog een eigen omheining. De wachters worden afgelost door nieuwe. Hierbinnen is het allemaal marmer met fonteinen. Adrar staat enthousiast te zwaaien bovenaan de trap. We mogen de vizier ontmoeten.
De voornaamste indruk die Adrarxb4s vader op ons heeft is die van een overdaad aan edelstenen en goud. Er worden versnaperingen aangeboden. Hij wordt voorgesteld als Berekh Pan. Risha doet het verhaal en hij dankt ons hartelijk voor het terugbrengen van zijn zoon.
“Wat willen jullie als tegenprestatie?”
Claude zegt: “Dat u ons helpt om onze spullen terug te krijgen.”
Daarvoor heeft hij een precieze omschrijving nodig. Als hij hoort dat het om orichalcum en soulsteel wapens en wapenrustingen gaat, dan begrijpt hij dat dit een serieus kapitaal vertegenwoordigt.
“Kunnen jullie bewijzen dat het van jullie is?”
Risha zegt dat het ondermeer eigendommen zijn van de koning van Soul en dat is hij zelf. Hij laat zijn harnas, dat ook gestolen was, tevoorschijn komen uit Elsewhere. De vizier is nog niet helemaal overtuigd. “Bewijs dat maar eens.”
Gwan haalt zijn kristallen bol tevoorschijn. Hij laat de ministerraadsvergadering zien. Regentes Chantal is verrassend effectief bezig en Risha weet al zijn ministers te benoemen behalve de hoofdbrahmaan. Dat is een nieuwe. Dan gelooft Berekh Pan ons pas. Maar hij vindt het wel raar dat we zelf gekomen zijn om deze klus te klaren. Hij wil weten wie de Qartiaan in Soul is, want dat moet de contactpersoon van de dieven zijn. Risha’s bankier Halaf Ashravi dus. De deal die hij ons voor legt is dat wij Adrar in zes jaar zullen opleiden tot een allround diplomaat. Dat moet lukken met onze eigen vaardigheden en onze contacten. Maar we moeten tekenen in bloed. We mogen een paar dagen blijven logeren terwijl de vizier dingen in beweging zet.
1-v-R1 (Dag 1 van de volgende maand.)
Na een ontbijt op bed worden we naar de vizier gebracht. Hij ontvangt ons in zijn pyjama met een kop sterke koffie en komt meteen ter zake.
“Halaf Ashravi zal vervangen worden. Jullie mogen mee beslissen wie hem zal vervangen. En dan. We weten het. Die karavaan betreft een geheime lading voor Welda Woudiver. Die woont in een oase zes uur ten zuidoosten van ons. Het is een geheime lading. Dus is er niets geregistreerd en heeft hij niets te klagen als er dingen niet aangekomen zijn. Ik zal de grootvizier inschakelen. Zijn troepen maken het allemaal helemaal officieel. Maar hij zal 50% van de geconfisqueerde goederen willen hebben, dus jullie moeten je eigen spullen niet laten zien en ze er voorzichtig tussenuit halen – en de dingen die hij wèl wil hebben moeten duidelijk aanwezig zijn. Hij stelt veel prijs op een bevallige deerne.”
Uit de bedroefde toon waarop hij dit laatste zegt, kunnen we afleiden dat het de betreffende deerne niet goed zal vergaan. (Risha heeft een cynisch moment en stelt ‘death by Claude’ voor. De vizier is hier niet tegen. Hij is volgende in lijn om grootvizier te worden.)
De boodschappers geven later die dag door dat de grootvizier ermee instemt om de karavaan staande te houden en op illegale waren te controleren. We krijgen honderd man mee!
Correctie: Adrar noemde zich tot aan de grens Melek (koning) maar dat was over zodra we in Melek Qart waren.