Tussendoor avontuur 25 – 3 mei 2012
1-iv-1 (dag één van maand vier van het eerste jaar van Risha)
Claude is bezig met de voorbereidingen voor het kidnappen van de drie baby’s. Hij vermomt zich als wachtsergeant en ‘regelt’ een maliënkolder. De rest houdt zich met heel andere dingen bezig en gaat slapen. Midden in de nacht sluipt hij naar buiten. Hij hoort gegil uit de kamer naast die van de kinderen. Als hij naar het raam geklommen is, ziet hij Chantal badend in het zweet rechtop in haar bed. Blijkbaar een nachtmerrie. Hij klautert naar de zaal daarnaast. Vanuit de babykamer klinkt ijle orgelmuziek en gezang van koorknaapjes. Een zacht-louwwarme bloedrode gloed straalt door het venster naar buiten. Als hij naar binnen kijkt ziet hij iets vreemds: er is geen vloer meer, maar een afgrond met een regenboog. Middenin de kamer hangt een podium met drie treden. Er staan twee jongens met vleugels. Tussen hen in heft een donkere man zijn armen op. Hij zuigt de levensenergie uit de engelen. Ze schrompelen ineen en vallen neer. Het lijkt zorgvuldig getimed met Claude’s komst. Die trekt dit niet en kiest het hazenpad over daken en muren. Een half uurtje later gaat hij weer kijken. Er is niets bijzonders meer te zien: er zijn weer drie bedjes. Maar de middelste is leeg. Er klinkt wel nog steeds gezang. Dat wordt zelfs steeds luider. Er komen nieuwsgierige mensen op af, dus Claude gaat maar weer weg. Hij wil niet opgemerkt worden. Terwijl hij over de daken wegrent, klinkt er opeens een luide knal, daarna gegil. Er breekt brand uit op de tweede etage.
We worden wakker en rennen er op af. Een van de wachters roept om een bluslijn. Ze durven de kamer niet in, dus Risha gaat naar binnen. Het dak en een muur van kamer zijn weggeblazen, de twee buitenste ledikantjes zijn geblakerd en de kindertjes zijn dood. Op de plaats van de middelste wieg staat een triffid, een enorme plant met zwiepende tentakels die brandende druppels zuur rondslingert. Risha pakt het zwaard van een wachter, roept zijn harnas tevoorschijn uit ‘Elsewhere’ (dat maakt indruk op de wachters) en stormt er op af. De vloer is sponzig en rubberig en beweegt, wat het aanvallen moeilijk maakt.
Het monster slaat naar hem maar de klap wordt afgeweerd door het harnas. Met een combo van verschillende charms weet de plant te verwonden. Gwan pakt een hellebaard en Chang valt met zijn blote handen aan. Maar ze missen allebei. Risha’s tweede combo is weer raak. De triffid ontploft en spuit groen bijtend zuur in het rond. Risha zit onder het brandende spul en het zuur sijpelt tussen de platen van zijn pantser door. Snel stuurt hij het harnas weer terug naar Elsewhere, dan pakt hij een emmer bluswater en giet die over zich heen voordat het bijtende spul hem schade doet. Na de ontploffing is de Wyld weer weg, de kamer is weer normaal maar staat nog steeds in brand. Er zijn twee verkoolde wiegjes en het middelste kind ontbreekt. In alle consternatie geeft Claude een briefje door waarop staat wat hij even daarvoor heeft gezien. Een hysterische Chantal vertelt dat zij dit allemaal al had gedroomd voordat het gebeurde. Risha haalt zijn brandende harnas weer tevoorschijn en wast de derrie er grondig van af.
2-iv-1
Een delegatie van drie brahmanen onderzoekt de zaak. Ze vinden het een heel ernstige zaak dat de troonsopvolger er niet meer is. “Risha, je moe het volk toespreken om te voorkomen dat ze de verdenking op jou zullen leggen. Voor wie er niet bij was kan dit er uitzien alsof jij dit allemaal hebt georganiseerd om zelf koning te worden. En als je het nu niet de kop indrukt krijg je geruchten.”
Ook Phantom Marshley arriveert. Als hij ziet wat er is gebeurt, verslikt hij zich in zijn magische thee. Claude komt er, vermomd als dienaar met een blad eten, ook bij staan. Phantom kijkt direct door de vermomming heen en zegt: “Ah Claude, tegenwoordig in de bediening?”
De brahmanen en de wachters hebben niks door. Claude maakt een rare opmerking en de hoofdbrahmaan stuurt hem de kamer uit.
“Koningszonen worden vaker ontvoerd,” zegt een brahmaan, “om elders op te groeien en dan later hun troon op te eisen.”
“Misschien klopt dat wel,” zegt Phantom. De meer oplettenden onder ons zien dat hij daar graag zelf opgekomen was.
Risha roept de bewoners van Aryan’s Abode bijeen en spreekt ze toe. “Jullie hebben vast wel gehoord dat er gisteren opeens drie koningsbabyxb4s waren. En jullie hebben de ontploffing van vannacht gehoord. We dachten eerst dat het een heks was die gestuurd is door Vixen. Maar nu weten we dat er iets veel ergers aan de hand is. Krachten uit de Wyld zijn het paleis binnengedrongen. En vannacht hebben ze de prins ontvoerd!”
Hij is heel overtuigend en het volk gelooft hem. De drie brahmanen komen naar voren met een speciaal zwaard en eentje zegt: “Kniel, prins Rshyashrngya.”
Hij legt het zwaard zonder ceremonie op het hoofd van de jongen en zegt: “U bent nu koning van Soul,” en voegt daar zachtjes aan toe: “tot de prins terug is.”
Claude staat in het publiek. Hij lacht hardop. Maar de omstanders zijn wel onder de indruk en hij wordt tot stilte gemaand. De brahmanen vertrekken en het volk gaat mompelend weer terug aan het werk. Wij blijven achter met Phantom. We bespreken wat we nu moeten gaan doen. Eerste prioriteit is er achter te komen waar de prins is. En we moeten zo snel mogelijk onze wapens en wapenrustingen terugkrijgen, want daarzonder kunnen we eigenlijk niets doen. Gwan kan scryen en hij gaat bij de hoofdbrahmaan langs om een kristallen bol te lenen. Bij de grot aangekomen ziet hij de oude man met ingeslagen schedel in een grote plas bloed liggen. Hij slaat meteen alarm. De wacht kamt de omgeving uit, maar er zijn nergens sporen te vinden. De moord is een raadsel. Ons buurland Vixen is op oorlog uit en zij hebben een andere religie dan de shintasta. Maar zelfs de revolutionaire raad van Vixen is niet zó slecht dat ze een aanslag beramen op een brahmaan. En dit ziet er ook niet uit als werk van de Wyld of Eénoog.
Gwan krijgt de kristallen bol en ziet daarin een mandje op een rivier. Iedereen is het er over eens. Het vermoeden van de brahmaan is bevestigd. Dit is een klassiek scenario. Hij zal ongetwijfeld worden gevonden door een prinses of een arme weduwe. Phantom is bereid om Risha en Chantal stiekem in de echt te verbinden. Hij heeft al in de sterren zien staan dat er op dag 5 zo’n huwelijk zal zijn.
De brahmanen roepen Risha. Hij neemt zijn vrienden mee, ook Claude in de gedaante van een sergeant van de wacht. Ze hebben drie belangrijke dingen voor zijn agenda.
Ten eerste: op dag 9 is er een pelgrimage voor Ushas, als koning moet hij die voorzitten.
Ten tweede: op dag 27 moet de heilige stad Bronwë worden ingewijd. Er worden een heleboel nieuwe brahmanen gewijd en vanaf de 17e moet de stad vrij van monsters zijn voor de feestelijkheden. Claude stelt voor om vrouwelijke krijgers op te leiden om de monsters uit de harem te verslaan. Dat vindt iedereen een goed idee. Maar zijn opmerking om daar vrouwelijke brahmanen voor te kiezen wekt bevreemding: “Jij bent duidelijk niet van hier,” zegt Risha. “Iemand is xf2f krijger xf2f priester. Je kan niet tot twee kastes tegelijk behoren.”
Het derde punt is het schaapscheerdersfestival dat op de 7e begint en dat duurt tot en met de 9e. Risha moet het openen en sluiten. “Later kun je daar wel vervangers voor aanstellen. Maar in het begin is het heel belangrijk om je eigen gezicht vaak te laten zien. In ieder geval de eerste twee maanden!”
Dan is er eindelijk tijd om onze eigen zaken te regelen. We willen het dievengilde activeren om te kijken waar onze spullen zijn gebleven. Daarvoor gaan we naar Soul. Om te voorkomen dat hij wordt herkent vermomt Claude Risha onderweg als een straatmeisje.
3-iv-1
Op de avond van dag 3 komen we aan. Het is druk in de herberg. Claude vraag bij zijn contacten na wie onze uitrusting heeft gekocht. Hij krijgt het heel gedetailleerd te horen. Jack Brompton heeft het allemaal verkocht. De duurste spullen zijn met superspoed door een Qartiaanse heler meegenomen naar de haven van Sheela Na Gig om elders rijkere kopers te vinden. De goedkopere spullen zijn op weg naar Green Man en worden waarschijnlijk doorverhandeld naar Vixen. De opbrengst is naar de rebellen van het Gnat resistance Front gegaan. Dus: de Claude’s powersling, Risha’s soulsteel bracers en Chang’s maliënkolder zijn verkocht aan Vixen; en de maliënkolder van Claude, het harnas en de zwaarden van Risha, de khatars van Chang, de soulsteel powerbow zijn op weg naar de haven omdat er hier geen kopers voor zijn. De spullen hebben een grote voorsprong opgelopen in de afgelopen drie maanden. Claude stelt voor om het op te geven. Maar Chang en Risha willen het er niet bij laten zitten. Chang ziet een bekende de gelagzaal binnen komen. Phantom Marshley. Hij roept hem aan tafel. Morgen is het markt en de tovenaar wilde er wat dingen kopen.
Gwan kijkt in zijn kristallen bol. Hij ziet een schip op weg naar Euboia, een stad aan de overkant van de zee. Voor deze ene keer wil Phantom ons wel helpen. Hij vindt het lullig en ziet in dat we zonder deze uitrusting weinig kunnen doen. Als we er achteraan gaan, gaat dat wel een paar weken duren. Risha zegt dat het huwelijk dan maar moet worden uitgesteld en dat Chantal zijn regentes mag zijn. Phantom zal het doorgeven. Hij geeft ons een brandstofcel met genoeg energie voor de heen- en de terugreis. In de haven kunnen we een schip huren waarmee we de heler kunnen inhalen.
4-iv-1
Op de markt koopt Risha twee zwaarden voor zichzelf, voor Claude twee sai, een paar tijgerklauwen en een boemerang, voor Chang ook tijgerklauwen en een boemerang en voor Gwan een extra grote maliënkolder, een boog en een zwaard. Phantom zal er voor zorgen dat het verrekend wordt met de schatkist.
Dan springen we weer op onze paarden. Het is vijf dagen naar Sheela Na Gig. Risha gaat het schaapsscheerdersfestival en de pelgrimage naar Archet missen. Dat vindt hij niet erg. Schaapscheren is saai en de pelgimage gaat toch alleen maar over Chantal. Het voordeel van dat zij alle feestelijkheden doet is dat zij lokaal is en de mensen haar graag als koningin zien, terwijl Risha een van de oude shintasta overheersers is. Een nadeel is wel, dat spionnen aan de buurlanden zullen melden dat wij er niet zijn.
9-iv-1
Sheela Na Gig is een ruige stad midden in het moeras. Ze spreken er een ander dialect dan wij. We kunnen met een karavaan mee naar de haven. Die ligt een eind buiten de stad, er is maar één smalle begaanbare weg naartoe, dwars door het moeras heen. ’s Avonds komen we aan. Houten huizen op palen, dito pakhuizen en een steiger. Nu liggen er alleen vissersboten aangemeerd. Op de rede liggen nog meer scheepjes. In de herberg horen we dat er over drie dagen een groot schip zal aanmeren. Risha wil een scheepje huren, maar Claude houdt hem tegen. In de avondschemer loopt Claude over het water naar de schepen op de rede en steelt er eentje. Chang brandt wierook om zijn voorvaderen voor te bereiden op zijn komst. Gelukkig weet Gwan hoe de siderial brandstofcel geplaatst moet worden en het schip is nu zeven keer zo snel. Claude kan (een beetje) zeilen en hij kent de Main Sailing Route via Albion. Onderweg kunnen we vis vangen. Maar drinkwater was Claude even vergeten. We hopen de heler vóór de haven van Albion ingehaald te hebben.
3 xp