The RoSE – sessie 14

The ROSE sessie 14 – 29 maart 2012

Drie geplande aanslagen worden door de stadswacht verijdeld. Het nieuws dat één van de Lesser Drums demonenaanhanger was, gaat als een lopend vuurtje door de stad. ’s Avonds blijken in diverse buurten milities gevormd te worden – een beetje mosterd na de maaltijd vinden we.
We doen de volgende dag rustig aan om onze krachten te sparen. Ghurkan hoopt dat zijn schaduw weer aangroeit door een goede nacht slaap, maar hij heeft teveel nachtmerries. We doen inkopen en regelen paarden. Ze zijn een beetje vreemd, wit en zwart gestreept, maar goed geschikt voor mensen met een klein beetje rij-ervaring. ’s Avonds proberen we Ghurkan te helpen. Door de beschadigde schaduw is zijn lagere ziel beschadigd en kunnen zijn negatieve kanten zich alleen in zijn dromen uiten. We kopen opium; hopelijk compenseren de opiumdromen voor de nachtmerries. Het plan blijkt te werken: als we a een week bij het dorpje aankomen, is zijn schaduw weer aangegroeid en zijn de nachtmerries over.
Het dorp blijkt onbewoond. Veel huizen zijn half verwoest. We besluiten de paarden niet in een wei te zetten, maar één van de grotere huizen te betrekken. Met wat inspanning kunnen we een muur provisorisch herstellen.
Atis en Sarina gaan op verkenning. Op een heuvel buiten het dorp ligt een villa, compleet met binnenplaats met baobab. Eromheen liggen geomantisch gevormde tuinen. Sarina kijkt wat beter en ziet dat de tuin de energie van deze plek helemaal verdraait en corrumpeert. Heel knap dat ze iets wat een formele tuin met normale planten lijkt de indruk kunnen laten wekken dat he de hel is – of tenminste het zo te laten voelen. Het huis is een Manse. Sarina kijkt of ze geesten ziet, maar het complex maakt een lege indruk. Ze houdt haar Spirit Sight aan. Ook als ze dichterbij komen lijkt het huis leeg. De luiken gesloten. De laatste sporen zijn een dag of vier oud en leiden het perceel uit. Sarina besluit het pand in de gaten te houden vanaf een huis er tegenover in het dorp, maar ze ziet de hele dag niets. Sango doet een poging om de sporen te volgen voordat de motregen ze uitwist. Er zijn ongeveer 25 personen vertrokken, die opgesplitst zijn in vijf groepjes die allemaal een andere kant op zijn gegaan. Alle groepjes hebben de “grote weg” gemeden.
Sango rekent voor dat iemand die met grote haast vanuit Harborhead vertrok zodra de arrestatie van de Lesser Drum bekend werd, hier ongeveer vier dagen geleden kon zijn. Het kan zijn dat ze gevlucht zijn. En de villa zit vast vol met vallen. We moeten denken als de villa-eigenaar. Atis verwacht dat een dergelijke structuur een geheime uitgang heeft, dus we gaan zoeken. Rondom de villa is er niets. Maar in het dorp valt het Atis en Sarina op dat de waterput nog steeds functioneert. Ze onderzoekt de fontein, maar realiseert zich dan dat een fontein midden op een plein geen goede uitweg van een onopvallende vluchtgang is… Ze onderzoekt het huis ernaast, het dorpshuis. De kelder staat tot schouderhoogte vol water. Achterin de kelder ziet ze een half-ingestort gewelf met een gangetje erachter. Atis fluit om de anderen erbij te roepen.
De gang is laat en halfvol water, maar hij is begaanbaar. Sarina gaat vooprop, want we verwachten valstrikken. Maar ze vindt niks. Na een kwartier ploeteren zien we licht, dus Ghurkan dooft zijn aura (onze lichtbron). Voorzichtig gaan we verder. Het zijn watergaten waardoor nu licht schijnt. Erachter zien we de binnenplaats van de villa. Details zijn niet zichtbaar door het stromende water heen. Sarina vraagt zich af of dit niet gewoon een waterleiding is, maar Atis vindt een luik in het plafond. W komen uit in een gang. Die is niet mooi afgewerkt: ruw hout en steen. We luisteren, maar horen nog steeds niets. De gang heeft een aantal deuren. Sarina doet haar Spirit Detecting Glance aan en laat hem aanstaan.
We proberen een deur van een ruimte die aan de binneplaats grenst. Hij leidt naar een parallelle gang met ramen naar de binnenplaats, en vanuit deze gang, die wel fraai is afgewerkt, is de deur niet te zien. We zaten dus in een geheime gang. We proberen de deur ertegenover, verder de villa in. Daar zit een heel grote zaal, ongeveer net zo groot als de binnenplaats, met zuilen en een groot beeld van Sondok. Ook deze deur was verborgen, achter een wandtapijt.
Het valt Sarina op dat de atmosfeer minder kwalijk is dan je in een demonentempel zou verwachten. Waarschijnlijk is hij nog niet zo lang in gebruik. Maar tegen de zuilen hangen wel de resten van mensen die geofferd zijn. Aan twaalf van de zestien pilaren, in zeer verschillende staat van ontbinding. De oudste is zo’n tien jaar oud, de jongste hangt hooguit een paar maanden. Waarschijnlijk is er elk jaar iemand geofferd. Aan de aura te oordelen is Sondok hier ook echt een paar maal verschenen. De oproepcirkel is van het type dat door niet-exalts gebruikt wordt. Sango zoekt naar andere geheime deuren, maar die zijn er niet.
We proberen nog een deur aan het andere einde van de geheime gang en vinden een in haast ontruimd kantoor, met nog drie aangrenzende kantoren. De meeste papieren zijn weg, maar achter kasten vinden we nog wel wat papieren die er op wijzen dat een zekere Mattan Othiéno hier kantoor heeft gehouden. Hij was de abt. Sarin a vindt nog een lege envelop met een lakzegel met het teken van de yozi Cecelyne (de eindeloze woestijn).
Achter de vierde xb4geheimexb4 deur zit een woonvertrek. Hier heeft een vrouw met een luxe smaak gewoond. De achtergelaten kleding is allemaal zwart en rood en nogal onpraktisch. Reiskleren en persoonlijke eigendommen zijn niet te vinden.
De geheime gang eindigt in een trap die uitkomt op een hogere verdieping. Er is een deur. Daarachter zit een kleiner tempeltje. Sarina ziet ook een gedematerialiseerde demon. Er staat ook een beeld van Sondok. De demon, een Blood Ape, denkt dat hij onzichtbaar is en wacht af. Sarina zegt: “Ik zie het al, hier is niets.” en doet de deur weer dicht. Ze pakt haar boog. We begrijpen de hint en pakken ook onze wapens. Maar op dat moment begint het gebouw te schudden en te kraken: de demon probeert het gebouw in te laten storten. Sango activeert haar Subtle Essence Armor, maar krijgt desondanks een brok steen op haar schouder.Zodra sarina de deur weer open doet, gooit ze een Sapphire Circle Banishment.
Ons vervloekend, verdwijnt de inmiddels gematerialiseerde demon naar de hel, maar het gebouw is al zo beschadigt dat het instort. Uit het sanctum komt een pluim van paarse vlammen. Het instorten van het gebouw verstoort de geomantie, waardoor deze villa vervalt van Manse naar Demesne.
In de ruxefnes is niets meer te vinden. We concluderen wel dat dit klooster aan het opleiden van priesters was gewijd. Degenen die op deze Manse afgestemd waren, moeten ook de vernietiging ervan gevoeld hebben. Ze weten dus dat hun val afgegaan is. En ze waren machtig genoeg om een Blood Ape op te roepen.
Het spoor is hier koud. Atis stelt voor om terug te gaan naar de stad en daar het lek te zoeken. Op de terugweg reizen we wat sneller. We vermommen ons vóór we terig zijn in Harborhead. Atis en sarina kunnen dat zelf, Sango doet Disguise of the New Face op Ghurkan, Little Shu en zichzelf. Bij het binnen komen van de stad worden we door een witchfinder onderzocht: rode en zwarte kledij is taboe (Atis looft Ahlat en kleedt zich snel om), honden zijn verdacht, paddestoelen kunnen ook niet. Er heerst een vreemde sfeer in de stad. Een oud vrouwtje wordt gestenigd onder reten van “Heks!” We horen onderweg dat er zelfs een van de Brides of Ahlat betrapt is. Zij heeft andere Brides vermoord!
Atis neemt zijn eigen gedaante weer aan en meldt zich bij zijn vriend Naquena. Die zit met zijn handen in het haar. Hij vertelt dat drie dagen na de terechtstelling van de priester de eerste heksenvinder aankwam. Die heeft ook echt een paar aanhangers van Sondok aangewezen. Maar al snel kwam er een tweede, en een derde, enzovoorts. Nu vertrouwt niemand elkaar meer. De naam van heksenvinder één weet hij helaas niet.
We vragen of hij een idee heeft wie de trainingstempel zou kunnen hebben ingelicht. Als hij hoort hoe snel het is gegaan, denkt hij meteen aan een Dragonblooded.
Sango vermoedt dat dit plan B is van Sondok, om de stad te ontwrichten met paranoia. Een deel van de heksenvinders zou zelf aanhanger van Sondok kunnen zijn. De priester veert op: dat zou kunnen verklaren waarom de Bruid van Ahlat bij haar arrestatie wel drie van haar Zusters kon verslaan maar niet de bejaarde heksenvinder. Hij herinnert zich ook hoe de betreffende heksenvinder heette: Mattan Othiéno. Bingo! We laten hem geheimhouding beloven.
Hij heeft ook gedroomd dat Ahlat tegen hem sprak en zei dat er een complot tegen hem is, waardoor hij zich niet in zijn eigen stad kan manifersteren. Atis drukt Naquena op he hart dat hij echt een ritueel voor Ahlat moet doen. Dat kost 99 koeien en een aurochstier. Ghurkan geeft de hogepriester zijn mina (een rechthoekige jaden munt van één pond). De priester is enigszins beduusd en bedankt hem.
Ghurkan vraagt of er ooit Bruiden van Ahlat exalteren. “Bij mijn weten is er nooit een Dragonblooded Bruid geworden,” antwoordt de priester.
“En hoe denk je over anathema?”
“Wij vechten tégen demonen!”
We nemen afscheid van hem, we hebben een abt van Sondok te ontmaskeren.

5 Xp

Dit bericht is geplaatst in Exalted.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s