Het is woensdag en iedereen, behalve Penny, is bezig met zijn/haar reguliere werkzaamheden. Op het werk van Dave gaan geruchten rond in verband met de recente zoekactie van de politie. Het blijkt dat deze onder de leiding van Sir Charles Warren heeft plaats gevonden. verder zijn er een vijftal Aziatische vrouwen gevonden in het ruim van een schip. Sir Charles Warren was hoofdcommisaris van 1886 tot 1888 en is in ongenade gevallen door het uitblijven van een arrestatie van Jack the Ripper. Momenteel blijkt hij zich weer omhoog te werken. Zoals velen uit de hogere klassen heeft hij geen hoge pet op van arbeiders.
Tabby heeft het adres van William Booth achterhaald. Zij trekt de stoute schoenen aan en schrijft hem een brief waarin zij haar sympathie uit wegens het gestolen manuscript en zichzelf direct uitnodigt voor de volgende dag. Als antwoord komt een kort schrijven met daarin vermeld de datum en tijd van de afspraak. vervolgens regelt Tabby dat Percy haar met zijn koets naar Hadley Wood rijdt. Ten tijde van de afspraak heeft mr. Booth een Ierse dominee, Rev. Patrick Simmons, te gast. Tijdens het gesprek blijkt dat Booth geen kopie heeft van zijn manuscript, maar nog wel de ruwe aantekeningen van hem en zijn medeauteur, de journalist W.T. Stead. Tabby biedt haar hulp aan bij het opnieuw uitwerken van deze aantekeningen en krijgt het adres van de journalist. William Booth kan zich niet voorstellen waarom het manuscript gestolen is. Het enige mogelijke pijnpunt in het boek was een beschrijving van de omstandigheden waarin de Engelse arbeiders verkeren en de oproep om verbetering in hun lot te brengen. Voor domuinee Simmons is het wel duidelijk dat de Steambarons er achter zitten, aangezien hen dat geld gaat kosten. De dominee houdt kerk in Whitechapel en kent daardoor de ellende van dichtbij. Hij deelt Booth’s idealen. Als Tabby later in de week bij W.T. Stead langs gaat, neemt deze haar aanbod voor hulp graag aan.
Na het werk gaat Dave naar de kroeg en let goed op of hij iets kan opvangen over de Aziatische vrouwen. Hij krijgt te horen dat de vrouwen allen een tatoeage op de rug hebben. De tatoeage is een symbool en geen letterteken(s). Op vrijdag is Penny helemaal genezen van haar verwondingen. (de afspraak voor het optreden wordt uitgesteld tot Geert weer aanwezig is)
In de stad is wel enige spanning merkbaar, met name in de buurten waar Jack the Ripper heeft toegeslagen. Na de 5 officiële slachtoffers uit 1888 zijn er nog een aantal lijken van vrouwen gevonden, maar met name de vondst van het vrouwentorso heeft de gemoederen danig beroert. Dan wordt er voor de tweede keer in een paar dagen het lijk van een vrouw gevonden. Deze keer lijkt de dader gestoord te zijn tijdens het verwijderen van de ledematen. Het hoofd zit nog vast aan het torso en blijkt gruwelijk misvormd te zijn. De spanning in het Eastend en met name in Whitechapel loopt op: mensen lopen met messen en onbekenden worden wantrouwig aangekeken. Tabby is erg nieuwsgierig naar het misvormde hoofd. Het hoofd had niets menselijks of dierlijks meer. “Monsterlijk?” “Ja, dat is wel het goede woord.” Tabby en Penny besluiten een salon, schouwburg of theater te bezoeken. Percy besluit om Dave op te zoeken en gaat daarna met hem naar een pub waarvan bekend is dat er ook vaak agenten komen. De bedoeling is om wat nieuwtjes op te vangen, maar daar is er niet veel van. Dan krijgt Dave een ingeving: als er vrouwen gesmokkeld zijn, dan is dat waarschijnlijk eerder gebeurt en dan moeten ze ook vervoerd zijn! Op het terrein van de haven bivakkeren ook veel zwervers. Die wil Dave gaan zoeken en ondervragen met behulp van een tweetal flessen drank. Percy weet nog de locatie waar de vrouwen zijn ondergebracht te achterhal;en bij een agent, maar eerst gaan ze langs de zwervers. na een lange zoektocht vinden ze een zwerver die coherent genoeg is om te ondervragen. Hij heeft inderdaad gezien dat er vrouwen van een schip kwamen en in een geblindeerde koets werden geladen. Ze waren volgzaam “… alsof hun ziel er niet was.” De koets werd getrokken door een vierspan en had ook 4 wielen. Op de deur was een plek zichtbaar waar een wapenschild had gezeten. De koetsier had de manieren van iemand van goede afkomst, maar reed wel zelf. Hij leek het vaker gedaan te hebben. Welke boot het was en welk tijdstip herinnert de zwerver zich niet meer. Wel herinnert hij zich dat de koetsier een hoge hoed, witte handschoenen, een cape en lakschoenen droeg. Alles van een goede kwaliteit. Dave vraagt of hij een signaal wil geven als het nog eens gebeurt en in ruil voor een betere slaapplaats wil de zwerver dat wel doen.
Op zaterdagochtend om 8 uur belt Percy bij Tabby aan. Zij en Penny zitten net aan het ontbijt en na uitnodiging schuift Percy aan. Hij vertelt hen van de ontdekkingen en dat hij en Dave graag met de “in beslag genomen” vrouwen willen spreken. Percy is van mening dat Tabby daar een rol bij kan spelen. Dave regelt ondertussen dat hij eerder bij werk weg kan en wordt door de anderen opgehaald.
Volgens de informatie van Percy zijn de vrouwen in een tehuis in of bij Whitechapel ondergebracht. Na aankomst beidt Dave aan om de koets in de gaten te houden, zodat die niet door de lokale bevolking word meegenomen. Na enige tijd naar de vrouwen geluisterd te hebben, rijst het vermoeden dat zij Thais spreken en dat er dus een tolk geregeld moet worden. Percy zet daarop koers naar Chinatown, alwaar hij een Thai weet op te duikelen. De vrouwen maken een heldere, niet verdoofde indruk. De vrouwen geven hun namen en vertellen dat zij in hun thuisland, Siam, zijn verkocht aan een vrouwenhandelaar die vaker in de regio kwam. daarna zijn ze naar een havenstad gebracht. De vrouwen hadden niet verwacht daar bij een tovenaar langs gebracht te worden die hen, onder het prevelen van onbekende teksten, tatoeëerde. Zij voelden zich daar erg ongemakkelijk bij. Daarna herinneren zij zich niets meer, tot het moment dat ze hier wakker werden. Als we hen vragen of wij de tatoeage mogen bekijken, ontbloten de vrouwen hun rug nog voordat de heren de kamer hebben kunnen verlaten. Volgens Penny en Percy, die er verstand van hebben, is het magie die ouder (proto-periode) is dan de Oosterse magie. Het doet reptielig aan. Penny is druk bezig de tatoeage over te trekken op een stuk papier en Percy en Tabby zien de ogen van die vrouw even glazig worden. Percy experimenteert bij een andere dame en het lijkt er op dat het aanraken van het patroon en volgen zeker een rol speelt bij het verdoven van de vrouwen. Percy laat wat extra geld achter en vraagt of hij op de hoogte gebracht kan worden als ze opgehaald worden.
Eenmaal buiten, wordt ook Dave op de hoogte gebracht. Na alle verhalen besluit Penny om een klein revolvertje te kopen. Dave zoekt nog uit vanaf welk schip de vrouwen kwamen. Het blijkt een schip van de wilde vaart te zijn en op de reis naar Engeland heeft het Thailand en Singapore aangedaan om via het Suezkanaal hier te arriveren. De kapitein is gearresteerd en het schip ligt aan de ketting. Dave regelt dat hij de eerstvolgende keer dat het schip bevoorraadt wordt de levering mag doen. Bij die levering verkleedt Penny zich als man en gaat Tabby als jeneverschenkster mee aan boord. Vooral Tabby, als vrouw, heeft veel aanspraak van de bemanning en op advies van Dave hoort zij de koks uit. Die vertellen haar dat de bootsman, Chang, enorme porties eten kreeg. Van de bemanning verneemt zij dat de vrouwen in het ruim verborgen waren, achter een kantelbare wand. We mogen het best zien. Er zijn 8 stapelbedden, waarvan er 5 beslapen zijn. Dave gaat op zoek naar iets waarmee de tatoeages te activeren zijn. Penny en Tabby vinden dat op de toilettafel. Bij het doorzoeken van de laatjes vindt Tabby een geheim compartiment, met daarin beschreven papieren. In een oosters schrift, maar niet Chinees. De mannen gaan op zoek naar de kajuit van Chang. Die blijkt afgesloten te zijn. Dave slagt er in om het slot open te krijgen. De kajuit is donker en na het gordijn geopend te hebben, zien ze dat de kajuit overhoop is gehaald. Dave en Penny zien dat het raampje wel dicht, maar niet op slot zit. Dave zoekt door de puinhoop heen en vindt foto’s van Chang met een vrouw. Op zijn rechterwang zit een moedervlek. Chang heeft zijn opiumpijp en monsterboekje laten liggen, wat wijst op een mogelijk onvrijwillig vertrek. Hij blijkt vaak op dit schip gevaren te hebben en is oorspronkelijk afkomstig uit Shanghai.
De groep besluit dan met de gevonden papieren naar Chinatown te gaan en ze door de tolk te laten vertalen. Die vindt het serieus gevaarlijk en spreekt van echte magie. Hij heeft dat hier nog nooit gezien, maar wel in Siam. Het betreft hier waarschijnlijk een serieuze tovenaar die in contact staat met een andere wereld. Op basis van deze informatie verwacht de groep dat hier een machtig persoon achter zit. Waarschijnlijk iemand met veel geld (en dus macht) en een passie voor geheimzinnigheid aangezien hij zijn eigen koets rijdt. Vervolgens gaat men langs bij de havenmeester, waar men ontdekt dat het schip hier vaker aanmeert. Dit komt overeen met de informatie van de zwerver. Aangezien het schip eigendom is van een holdingmaatschappij besluit men om de volgende dag langs de Lloyds te gaan.