Tussendoor avontuur 24 – 19 april 2012
Claude heeft zich vermomd als schoonmaakster en steelt een paar messen uit de keuken. De anderen worden bijgepraat door Chantal. De heilige vuren zijn weer ontstoken. De zon is rood. Risha wil zijn schijnhuwelijk met haar echt maken. Volgens haar gaat het er alleen maar om wat het volk gelooft. Maar ze stemt er mee in om het huwelijk toch ook in het geheim formeel te laten voltrekken door een siderial.
Wat is het volgende probleem? We willen terug wat van ons is. Sandra en Florence hebben een band met hun paarden en ze weten dat de dieren zijn naar de overgebleven wyldzone nabij Sorceror’s Well zijn gerend. Als zij mee gaan komen hun nachtmerrie en eenhoorn zeker en ons groene paard en pegasus wellicht ook. Chang wil de wyld niet in zonder wapens.
Zullen we een beloning uitnodigen voor degenen de ons gevonden hebben? Chantal maakt 100 goudstukken vrij uit de schatkist voor degene die de koning-vader heeft teruggebracht. Na de grote ontploffing heeft de hoofdbrahmaan een groep soldaten naar Sorceror’s Well gestuurd. Maar hij heeft geen idee wie dat waren. Dat moeten we aan de legerleiding vragen. De aanvoerder graaft in zijn geheugen: “Dat waren 10 man onder leiding van Peter Fenton en Jack Brompton. En die hebben allebei ontslag genomen. De soldaten zijn er nog. Ik zal ze morgenochtend laten aantreden.”
Terwijl het paleis slaapt, verkent Claude. Hij ontdekt waar het koninkje slaapt: tweehoog op een hoek aan de achterkant van het gebouw. De begane grond van het paleis heeft tralies voor de ramen, de babykamer ook. Er lopen wel bewakers rond, maar de meesten zijn toch bij de poort en de muur van de compound. Het is geen legerkamp, maar er lopen nu wel veel meer soldaten rond dan toen Aryan nog heer was. Er is nu een koning. De meeste soldaten zijn shintasta, maar er zijn ook soul-mensen en huurlingen. Achter de villa liggen moestuinen tot aan de wand van de klif. Claude verstopt daar een aantal van zijn messen.
Gwan ligt als enige nog op de ziekenzaal en praat met de verpleegsters. Archet begint weer het bedevaartsoord te worden dat het ooit was. Mildred Catchfly, de koningin-grootmoeder woont daar, en het beeld van Ushas is terug. Er is nog wel wat wantrouwen naar ons toe, maar ook acceptatie dat we het toch wel goed hebben gedaan. Gwan heeft door dat ze informatie achter houden.
Tussen zes en zeven ’s-ochtends gaan de schoonmaaksters de prinselijke kinderkamer in. Claude zorgt dat hij er eerder is. Vermomd als schoonmaakster, met een mes in de dubbele bodem van een emmer komt hij bij de wachters. “Hée Miep, waar is je vriendin?”
Claude improviseert: “Naar de wc, vrouwendingen, ze is vandaag niet rein.” De wachters kijken vies en openen de deur .
In de kamer staat een prachtig ledikantje. Het prinsje heeft een rode gloed. En hij ziet er ouder uit dan 3 maanden. Claude pakt het mes, doet het ventje een prop in de mond, en wikkelt het in een doek. Hij wil het kind in de emmer stoppen, maar het is te groot. Daarom pakt hij zijn mes steekt het dwars door de keel van de kleine koning. Het bloed spuit alle kanten op. Maar Eénoog heeft voorzien dat er een moordpoging zou kunnen komen: Er klinkt een doordringend magisch gekrijs en plotseling liggen er nu drie wakkere, krijsende kinderen in de wieg. Er is geen wond meer te zien. Claude gooit het wapen weer in de emmer, doet de dubbele bodem dicht en roept hysterisch: “Het zijn er drie! Drie kinderen!”
De wachters komen binnen rennen, zien dat er bloed op Claude’s gezicht zit en slaan hem in de boeien. “Da’s menstruatiebloedx85” Nee, dat is geen goed verhaal: “De hoofdverdachte moet in de cel gegooid worden en voorgeleid aan prins-regent Rishashrngya”
Risha wordt gewekt. “Er is iets ernstigs gebeurd.” “Wat dan?” “Er zijn drie baby’s in plaats van één. Een schoonmaakster is aangetroffen met menstruatiebloed op haar gezicht.” Als Risha is uitgelachen, kleedt hij zich snel aan. “Dus ze heeft er twee bíjgelegd?”
Als hij in de babykamer komt zijn er twee ledikantjes bijgezet en het wemelt er van de zoogsters en hovelingen die gehaast de bloedsporen aan het opdweilen zijn en de bebloede lakens afvoeren. Hij vraagt: “Wat stond waar?”
Er komt een warrig verhaal “bloed op de lakens en op de grondx85″
Hij blaft wat bevelen, waardoor er orde ontstaat. De dubbele bodem en de messen worden gevonden. De drie kindje verschillen in één enkel opzicht van elkaar. Idris I heeft geen moedervlek, Idris II heeft er eentje op de rechterwang en Idris III op de linkerwang. De vele minnen doen hun best om de krijsende kinderen te troosten. Risha laat Chantal er bij halen. Die wordt hysterisch als ze het ziet. Risha stuurt wachters om de hoofdbrahmaan en de siderials te waarschuwen. Die zijn er over een uur, respectievelijk een dag. Tegen dat de brahmaan er is, zijn de boze kinderen eindelijk gekalmeerd.
Claude zit in de zwaarst beveiligde cel, achter een stalen deur, helemaal achterin een ondergrondse gang. Met de Lock Opening Touch zet hij de deur op een smal kiertje, verandert zich weer in een wachter en geeft zichzelf een harde klap op het hoofd. Hij gaat op de grond liggen. Na 5 minuten wordt hij gevonden door de reguliere wacht (hij heeft enorm geluk dat er zo veel nieuwkomers zijn, dus het is niet verdacht dat ze hem nooit eerder hebben gezien). Ze slaan alarm en brengen hem naar de ziekenboeg om verzorgd te worden. De cel wordt doorzocht. “De heks heeft je op je hoofd geslagen en is verdwenen.”
De hofsecretaris komt naar Risha en Chang: “Edelachtbare, de vergadering van vanmorgen gaat er over dat Vixen oorlog met wil met Soul omdat zij geen shintasta koning willen. Het lijkt er op dat we aangevallen worden. Er is vrij veel gemor onder de niet-shintaste. Sommigen zijn blij met een halfbloed koning, maar de Soulfield Revolutie is in Vixen nog heel sterk en machtig. Wij worden nog steeds gezien als een vreemde mogendheid en ze willen ons het liefst terug naar Satem.”
De grote brahmaan spreekt: “Hier is magie in het spel. Maar het meest onmiddellijke probleem is dat we drie koningen hebben. Die zonder moedervlek is zonder twijfel de oudste. Mara hoe leggen we dat aan het volk uit? Er is een vervloeking over het kind uitgesproken. Dit riekt naar Eénoog. Als er één sterft, worden het er drie. Onkwetsbaarheidsvloeken hebben altijd een zwakke plek. Waar zit het kwetsbare punt?”
Hij adviseert om de compound hermetisch af te sluiten en alles geheim te houden totdat er een goede oplossing is bedacht.
Er wordt een wachter binnengebracht die Risha iets belangrijks te melden heeft. Die wil hem wel even in een hoek van de kamer te woord staan. Claude maakt zich bekend en stelt voor om de drie te verwisselen voor één normaal kind. Maar Risha vindt dat niet haalbaar: deze geven roods licht. Ja, dat is lastig.
Risha neemt Gwan en Chang mee naar de raadsvergadering. Er is informatie uit de buurlanden en de andere staten binnen Greater Soul.
Soul Het land is verdeeld. Redelijk veel mensen vinden een halfbloed koning een goede verzoening. De zeer religieuzen zijn heel blij, want er komen pelgrims uit alle kanten van het land en zelfs uit Ashcroft en Shirten naar Archet. Dat wordt een belangrijke stad. De tegenstanders hebben zich verenigd in de Gnat Resistance Front. Ze zitten in de moerassen tussen Soul en Vixen en worden vanuit Vixen bevoorraad. Heel onlangs hebben ze enorm veel geld gekregen. Ongetwijfeld de opbrengst van onze eigendommen.
Vixen Mobiliseert zijn legers. De vrije steden Green Man en Sheela Na Gig steunen Vixen onofficieel. Hun Revolutionaire Raad pikt geen enkele invloed van shintasta’s en wil ons aanvallen. Maar ze zijn minder ver in hun voorbereidingen dan ze zouden willen.
Targon Is onbeschaafd en dom en ongexefnteresseerd in wat er bij ons gebeurt.
Eventyr en Selene Staan onder invloed van de Lunars (elf-achtige wezens). De informant beschrijft ze als onvoorspelbaar en neutraal. Het klinkt als de moeite waard om daar als solars eens langs gaan.
Silver Dit land staat meer aan onze kant. Hun bevolking is bloedverwant met de bevolking van Soul. De machthebbers zijn vooral gexefnteresseerd in ons geld.
Abisqueck Dit is een land ten Westen van Vixen dat geen deel meer uitmaakt van Greater Soul. Het nieuws is doorgedrongen tot hun hof en ze zien ons graag verschijnen op een steekspel.
Seskwo De zuiderbuur van Greater Soul is heel beschaafd. Ze vinden dat er geen verschil is tussen Risha en de koning van Satem. Zij zien alleen maar shintasta’s. Het kan een geduchte vijand zijn want ze hebben een veel hogere beschaving. Maar dat is meteen ook hun zwakke kant.
De Eénoog rebellen Zij hebben een florerende gemeenschap in Chetwood Forest. Ze zijn sinds de verdwijning van de wyld minder oorlogszuchtig en meer op bekering gericht. En ze zijn vrij populair, want het leven is daar beter dan bij ons.
Risha zegt dat dat komt omdat er daar sociale mobiliteit is. De hoofdbrahmaan reageert fel. Géén adelverheffing van gewoon volk. De goden hebben het verschil zo vastgesteld. Risha snapt niet waarom ze een ziel willen hebben. “Gewone mensen hoeven niet bang te zijn voor de gevolgen van hun daden, die zijn gewoon dood. Maar ik moet bij alles wat ik doe afwegen of ik er niet door in de hel kom.” De brahmaan luistert geschokt naar dit perspectief. “Nee,” vervolgt Risha, “natuurlijk wil ik niet Jan en alleman in de adelstand verheffen, maar het kan helemaal geen kwaad om Chantal, Gwan, Sandra en Florence naar voren te schuiven als voorbeelden dat onze goden wel degelijk af en toe mensen verheffen tot brahmaan of ksatrya.”
Hij stelt voor om een festival te organiseren voor alle koninkrijken van Greater Soul en de drie buurlanden, met wedstrijden in sport, magie, muziek en poëzie.
Intussen is Claude voorbereidingen aan het treffen om de drie Idrissen te kidnappen. Hij maakt in de komende nacht het traliewerk voor één van de ramen los, regelt een grote leren zak, knevels en dergelijke. Hij is hier echt heel goed in. Daarna verkent hij de omgeving en bereidt enkele mogelijke vluchtroutes voor.
Na de vergadering ontvangt Risha de tien soldaten. Ze vertellen dat de leidinggevenden ons door hun laten hebben uitkleden om ons te verplegen. Onze wapenrustingen en wapens zijn op drie muilezels geladen. Zij weten niet beter dan dat die hier zijn overgedragen aan deadministrateur. Risha geeft ze de uitgeloofde beloning: ieder tien goudstukken. Dat is een paar jaarsalarissen voor een soldaat.
De volgende dag arriveert Phantom Marshley. “Zo, het gaat goed met jullie.” “Vind je?” “”Nee niet echt. Maar het is bijna terug naar normaal.”
Risha vertelt het verhaal. “Die oorlog komt er, tenzij je alle zeilen bij wilt zetten.En een vloek over dat kind, dat is erg! Chantal is wel degelijk een solar, blijkbaar heeft ze het jullie niet verteld, maar ze is ontwaakt tijdens de verkrachting. Ze is Eclips. En geloof me, het kind is echt een siderial.”
“Dat het kind een siderial is,” zegt Risha, “betekent niet dat Eénoog hem niet kan overnemen. Ik ben een solar en de enige reden dat ik niet meer onder zijn invloed sta, is de orichalcum wasplank.”
“We zullen zeggen dat de heks een illusie heeft gedaan waardoor het leek dat er drie koningskinderen lagen. Eerste moeten we vloek diagnostizeren en opheffen. Dan moeten we de twee met moedervlek elders apart opvoeden.”
Chang merkt op dat siderials ook kunnen falen.
“Ik zit met twee lastige compagnons samen in het triumviraat,” zegt Phantom, “en ik blijf ze trouw. We zijn allemaal aan het falen, we hebben het meermalen verkeerd ingeschat. Maar ondanks onze verschillen hebben we als gezamenlijke vijand Eénoog en de abyssals.”
“Waarom hebben jullie het speelveld gesaboteerd?”
“Jullie zijn de eerste solars en met jullie kwamen de abyssals. Er lijkt iets groots te beginnen. We hebben er over gestemd, en we hebben liever een siderial als koning dan een solar. Maar tot Idris junior volwassen is zijn jullie de baas in dit koninkrijk.”
Chang begint over de oorlog. Hij wil die niet, “we zijn faliekant aan het verliezen van Eénoog. De siderials hebben fout op fout gemaakt en wij solars zijn tegelijk verschenen met de abyssals. Wij zijn het antwoord op Eénoog, het wapen dat de goden hebben gezonden. Maar jullie geven ons niets om mee te werken. Alleen maar leugens en disinformatie.”
“De afgelopen duizend jaar hebben de siderials alles goed geregeld. Als een stelletje kleuters ons nu komt vertellen dat we hen hun gang moeten laten gaan, dan kan dat natuurlijk niet. De siderial organisatie is nogal bureaucratisch, ze komt log in actie maar krachtig en vermaalt iedereen die haar tegenwerkt.”
Risha zegt: “Ik houd niet van dat soort dreigementen. Ik ben geen kleuter om klein te houden. Ik ben een zwaard. Laat me niet in de schede.”
De siderial bindt in: “Wij hebben perspectief. Vraag maar.”
Risha: “Hoe luidt die profetie exact?” “Dat er een nieuwe ster zou komen, een supernova. Die zal ontstaan door samenkomst van zon en duisternis. Die gaat ontploffen. Dat is zeer ontwrichtend.”
Gwan: “Dat getal drie? Drie kinderen die drie keer zo snel groeien?” “Ja, dat is van Eénoog. Dat hebben we niet voorzien.”
Gwan: “Die rode zon, is die voorzien?” “Nee, die hebben we niet voorzien. Mijn gedachte, die ik nog niet heb overlegd met mijn mede-siderials, is dat de knal en de duisternis die daarop volgt, waarschijnlijk zijn wat Eénoog wil. We kunnen hem niet direct aan. De enige toegang tot zijn rijk is via Sorceror’s Well en wij gaan daar niet naar binnen.”
Risha: “Dus iemand anders moet het doen. Wij.”
Verbaasd stamelt Phantom: “Oh, dus dáár zijn solars voor. Dan kan het ook geen kwaad om de lunars er bij te betrekken. Siderials en lunars regeren samen de wereld. Je zal merken dat wij bij hen vergeleken lief zijn. x85 En de heilige stad moet nog worden gerepareerd.”
3 xp