Nadat Ster en Dyjab met de dorpsjeugd hebben gekletst, gaan we slapen. Tijdens Raine’s wacht hoort hij iets rondscharrelen buiten de schuur waar we logeren. Maar als hij gaat kijken is er niemand. De volgende ochtend is het al heel vroeg druk op het dorpsplein, we horen gejoel en gelach. Vandaag is het herfstfeest. Op de plek waar raine wat had gehoord, vinden we een voetafdruk. Raine bestudeert het en hij concludeert dat het ofwel een zeer getalenteerd mens met zeer goede uitrusting moet zijn geweest die ons heeft bespied, ofwel een exalt. Op het plein wordt een oogstfeest gevierd. De kinderen zijn in het wit gekleed. Ze lopen onder grote zeven door, waarmee graan over hen heen wordt gestrooid. De mensen zingen oogstliederen. Raine kent dit van vroeger, hij zingt uit volle borst mee. Dan rennen de kinderen het veld in om blauwe bloemen te plukken die in grote koperen schalen worden gelegd. Op het plein worden tafels en banken neergezet en er worden manden met brood, kaas en vleeswaren uitgedeeld. Wij vreemdelingen mogen ook mee delen in de overvloed. Dat hoort er bij.
Er worden varkens geslacht voor het feestmaal vanavond en een oude vrouw gaat van de blauwe bloemen een mooie krans vlechten. Ma Si vraagt zich af of er misschien iets met die bloemetjes aan de hand is, maar het zijn heel gewone korenbloemen. Ster is nieuwsgierig. Samen met Dyjab vraagt hij aan de pubers waar ze gisteren ook mee gepraat hebben wat er staat te gebeuren. Die vertellen dat het zeven van het graan over de kinderen te maken heeft met onschuld en vruchtbaarheid. De bloemen zijn een symbool voor de doden en de krans is voor de pompoenman. Die zal worden verbrand en de as wordt dan over het land vertrooid. Als ze door willen vragen over de pompoenman wordt de dorpsjeugd weer terughoudend. Waarom ze daar geheimzinnig over doen is niet duidelijk want staat een grote tafel vol pompoenen op het plein en daar wordt een pop van gemaakt.
De twee lunars verkennen als kraaien de omgeving. Ma Si houdt vanuit de lucht het dorp in de gaten en Claw de landerijen en het bos.
Raine drinkt een wijntje bij de dorpskroeg en kletst met de mannen. Hij spreekt het lokale dialect, dus ze willen weten wie zijn ouders zijn en waar hij woont. Een oud mannetje herkent Raine’s naam. Hij spuugt op de grond en maakt een gebaar om het boze oog af te weren terwijl hij "Anathema" mompelt. Hij schuifelt weg. De dorpelingen wijken angstig van Raine weg en maken een grote kring om hem heen. "Demon!" klinkt het en "Ga weg uit ons dorp!" De kroeg gaat dicht en de luiken gaan voor de ramen. Raine kiest eieren voor zijn geld en gaat het dorp uit. Eenmaal uit het zicht vermomt Raine zich als landarbeider, met Diamondclaw als tamme kraai op zijn schouder komt hij terug.
Het nieuws verspreidt zich snel en de andere exalts worden ook opeens gemeden. Iemand spuugt voor Ster op de grond. Hij wordt boos en grijpt de man die het deed bij zijn lurven: "Waarom spuug je naar me?"
De mensen wijken angstig uiteen, alsof ze Ster nu ook voor een demon aanzien. Maar de man die naar hem spoog geeft wel antwoord: "Ik spoog niet naar jou, ik spoog op de grond want je gaat om met Anathema! Raine en zijn familie worden door de Wyld Hunt gezocht. Jullie moeten nu weg uit ons dorp."
Ster probeert uit te leggen dat dit een geval van persoonsverwisseling moet zijn en Dyjab distantieert zich openlijk van de Anathema. Toch moeten we weg. Morrend spant Ster de metalen paarden voor de wagen en dan rijdt hij met Oe’al via de andere weg het dorp uit. Dyjab is hen al voorgegaan en zit even buiten het dorp op een boomstronk op ze te wachten. We verstoppen de wagen in het bos en Oe’al blijft daarbij achter. Ster en Dyjab willen terug naar het dorp. Dyjab leent Ster’s magische masker en vermomt zich als handelaar. Ster maakt zichzelf onzichtbaar. Dan gaan ze weer terug.
"Bent u een Dragon Blooded?" vraagt een van de dorpelingen beleefd als Dyjab op het plein arriveert.
"Nee."
"Oh, jammer. Maar evengoed bent u toch van harte welkom!"
Het feest is alweer in volle gang. Ditmaal heeft Raine zich op de vlakte gehouden over zijn afkomst en met zijn ‘tamme’ kraai Claw is hij nu omringd door een troep enthousiaste kinderen. Mensen vertellen ons sterke verhalen over hoe ze de Anathema het dorp uit hebben gejaagd. Maar ze gaan de Wyld Hunt natuurlijk niet waarschuwen, want dat zou meteen het einde van het feest betekenen. Onzichtbaar verkent Ster het dorp, maar hij vindt niets buitengewoons. De middag verstrijkt traag. Opeens begint iedereen wilgetakken te verzamelen. Ster volgt de dorpelingen naar een open plek in het bos. Daar wordt van de takken een grote vierkantestapel gebouwd. In het midden staat een hoge paal waar depompoenman aan zal worden gehangen.
Als het begint te schemeren, om een uur of acht, komen er drie mannen in zandkleurige kleding met geometrische figuren, het plein op. Ze dragen jakhalsmaskers en rode jaden dorsvlegels. De mensen worden stil. De drie komen voor het offer, ze vertellen een heel verhaal over het einde van de zomer en de komst van de de dood en de winter. De pompoenman krijgt de bloemenkroon op en dan gaat het hele dorp in processie naar de open plek. Daar is een verassing. Op de brandstapel hangt een meisje van 12 aan de paal. Ze is helemaal met touwen omwonden en zit met ijzeren kettingen vast. Het meisje is bedwelmd, broodmager en zit onder de blauwe plekken. Om haar heen staan nog drie mannen met jakhalsmaskers. Een daarvan grist de bloemenkroon van de pop, klimt in de paal en zet de krans op het hoofd van het meisje. "Geen beter offer dan een Anathema!" roept hij.
De dorpelingen reageren verward. Dyjab fluistert mensen in het oor dat dit ongepast is. Zijn charme versterkt het gemor. Ster sluipt om de brandstapel heen en wil er op klimmen. Hij ziet dat er achter, in de bosrand, een gestalte staat met een zwart harnas en een zwarte cape. Het is onze oude abyssal ‘vriend’ Winter’s Last Refuge en hij heeft me door.
Dan gebeurt alles tegelijk. Een van de mannen werpt een fakkel in de brandstapel. Ster springt er naar toe. Raine gooit een boemerang naar de paal en sprint zelf naar het meisje. Winter’s grijpt Ster bij zijn enkel, trekt hem van de brandstapel af en gooit hem het bos in. De boemerang zaagt door de paal heen. Raine grijpt hem vast zodat het meisje niet in het vuur valt en Ma Si vliegt er in halfmens-halfuil gedaante naar toe. Ze grijpt het meisje bij de schouders en vliegt er mee weg.
"Jullie weer!" roept Winter’s verbaasd, "maar jij mag ook mee hoor, solar! En hoe wisten jullie hier van?"
"Connecties…"
Winter’s is boos omdat zijn plannetje is mislukt. Hij wilde het meisje zelf redden en haar dan meenemen en opleiden tot deathknight. Hij dreigt met verslechterde diplomatieke betrekkingen als we haar niet met hem meegeven. Daar zijn we niet zo van onder de indruk. Raine nodigt hem zelfs uit om weer eens langs te komen in Porto Libre.
We gaan weer op weg. We hebben haast, want de Wyld Hunt zal nu zeker worden gewaarschuwd. Onderweg verzorgen Ster en Ma Si de kind-solar. Ze is verhongerd en uitgedroogd en ernstig verzwakt. Ze heeft donker, bijna zwart krullend haar, een haakneus en een donkere huidskleur. Typisch iemand uit Zuid-Italixc3xab. Onderweg bespreken we battle tactics. We rijden naar de kust en stappen over op een kristallen schip dat Oe’al heeft laten komen. Als het meisje bijkom
t is ze bang en ze vertrouwt ons niet. Ma Si kalmeert haar door heur haar te kammen, terwijl Ster met haar praat. Ze heet Sofxc3xada en ze is heel erg getraumatiseerd. Met horten en stoten komt het verhaal er uit. Donkere ruimtes, gemaskerde mannen die haar slaan, geen eten en geen drinken, ze is gaan hallucineren. Het blijkt dat ze uit de hak van de laars komt. Ze is uit haar dorp gevlucht omdat ze rare dingen om haar heen gebeurden, en toen is ze gekidnapped door deze lui. Ze wil terug naar haar ouders. Als Ma Si zegt dat dat niet kan, wordt ze boos. Haar kasteteken licht op. Zenith, ze is een solar priesteres. We laten onze eigen anima’s zien waardoor ze zich realiseert dat ze niet de enige is, en we vertellen onze eigen verhalen: Raine die zijn moeder door de Wyld Hunt heeft verloren, Ster die ook op zijn 12e is gexc3xabxalteerd en ook niet begreep wat hem overkwam. Langzaam wordt er een vertrouwen opgebouwd.
We komen aan in Spanje, bij de stad. Als we aanleggen in de haven staat Sara daar opeens. Ze neemt Sofia mee naar een schrijn van de zon. Ze is van plan om haar op te gaan leidien en ze wil haar in contact brengen met andere solars. Onderweg vertellen we hoe we het meisje gered hebben. Sara is verbaasd dat Winter’s Last Refuge er van wist. Dat is een zorgwekkende ontwikkeling. "Abyssals zijn heel moeilijk te volgen omdat ze de onderwereld in en uit gaan. Je zou bijna denken dat hij hulp gehad heeft van een renegate Sidereal, of een alliantie met de Wyld Hunt of zo."
"Of hij weet het via de geestenwereld," zegt Ster.
Ze reageert verbaasd: "Kan dat dan?"
Ster legt uit dat er van alles gebeurt in de gebieden die de Sidereals niet kunnen zien, en dat Autochthonia en de onderwereld hun eigen Loom of Faith c.q. sterrenhemel hebben. Ze vindt het maar een vaag verhaal. Sidereals weten tenslotte alles wat er gebeurt. En in de andere werelden gebeurt niets dat Creation aangaat. Deze kortzichtigheid is volgens Ster hoe de Great Curse de Sidereals geraakt heeft. Het erkennen dat je een probleem hebt, is de eerste stap naar een oplossing, maar geen enkele exalt zal toegeven dat hij een probleem heeft… Zelf is hij er natuurlijk van overtuigd dat de Alchemicals geen Great Curse hebben.
Als we aan Sluiers vertellen over de verstoorde diplomatieke relaties met Schiehallion merkt ze op dat als Porto Libre ook maar 1 exalt uitleveren, het geen vrijstad meer is. Het plan van Winter’s klinkt ook helemaal niet als de agenda van Cesus Gustav. Ze adviseert ons om eens te gaan praten met de ambassadeur van Malfeas in Yu Shan. The Embassador of Hell was vroeger een strafpost, maar sinds eeuwen zit daar een heel bekwame diplomaat, een van de weinige goden die zijn werk nog goed doet.
Ondertussen worden de nieuwe heartstones in het kristallen slagschip gemonteerd. Voor de belangrijkste functies zullen we echter wel sterkere stenen moeten hebben.
Wellicht is het nog even leuk om te vermelden dat de reden dat ‘The Ambassador of hell’ genoemd is, te maken heeft met het hele idee van yu-shan, hidden agenda’s, diplomatieke posten, de god die onder de bureau of humatiy ligt en vooral rond de zielen van bepaalde exalts.
kleine typo: ‘op te gaan leidien tot…’
Het argument dat we geen vrijstad meer zijn als we een exalt uitleveren kwam van mij. Sluiers wilde graag argumenten weten waarom we de jonge solar niet toch aan Winter’s Last Refuge zouden uitleveren.
Argument 1 was principieel: hoe minder Abyssals hoe beter (sorry, Sluiers).
Argument 2 was iets praktischer maar natuurlijk ook principieel: we zijn een vrijstad en hebben expliciet gezegd dat alle soorten exalts welkom zijn.
Niet voor het een of het ander, maar waar baseer je dat op? Hoe minder Abyssals hoe beter? Dat klinkt als een persoonlijke mening, niet eentje die stevig onderbouwt is. Ik ben de laatste om te zeggen dat het leuk is om onder het juk van een deadlord te vallen onder de roep van een primordial, maar jullie voelen en hebben allemaal de roep van jullie primordial: jij hebt deze ook gevoeld Dyjab. Wat is dan het verschil?
Lieve Sluiers, niet boos worden. ’t Is denk ik een sentiment dat te maken heeft met Dyjab’s liefde voor Gaia en de Schepping. Er zijn veel meer Dragonblooded die denken ‘hoe minder Solars hoe beter’. Maar helaas, het gerucht onder wie weten dat jullie bestaan is: Abyssals gaan over het vernietigen van de Schepping. Als dat zo is, en je woont in die Schepping, dan wil je er daar inderdaad niet te veel van.
Ja. Ik ken de roep van mijn primordial. Bij mij is het mijn drang om altijd te knutselen, te repareren, dingen uit te rekenen, te willen verbeteren. Zwaarden om te smeden tot ploegscharen. En om af en toe roltrottoirs en stoomtrams ten sprake te willen brengen. De Maker brengt een dosis autisme bij zijn exalts te weeg, maar hij vindt het niet erg als je je er tegen te weer stelt.
En wat het verschil betreft, ik heb de indruk dat jij je exaltatie en de dienstbaarheid aan je primordial (welke is dat eigenlijk?) als een last ervaart. Ik kan niet voor de anderen spreken, maar ik houd juist heel erg veel van mijn primordial. En ik heb geen tussenpersoon.
hmmm…met wie hebben jullie gesproken? Ik kan me niet herinneren dat ik heb verteld dat de Unborn het einde van de wereld willen…
Oh, ik sprak niet voor mezelf bij argument 1, dat argument werd door diverse personen genoemd.
Ik denk dat het primair solars zijn die zo min mogelijk abyssals willen, abyssals zijn tenslotte solars die hun essentie hebben opgegeven. Aan een death lord of een primordial, ik snap het niet helemaal, maar ze zijn in elk geval niet meer helemaal mer meesters van hun eigen lot.
Hoe meer abyssals, hoe minder solars. Overigens denk ik dat de … hoe heten die bemoeizuchtige types ook alweer? die alles willen sturen? … enfin, ik denk dat die ook zo min mogelijk abyssals willen.
En ik denk dat elke exalt zich een beetje ongemakkelijk voelt bij een exalt die zo duidelijk niet meer helemaal zijn eigen lot kan bepalen. We worden natuurlijk allemaal gestuurd en gemanipuleerd (al was het maar door … uhm die dinges) maar daar heb je geen contract mee, als je onder hen uit kunt komen is dat je goed recht.
Lieve Sluiers. Jij hebt ons zelf verteld dat de Abyssals hetzelfde zijn als Solars, maar dan door de yozi’s geinverteerd, veranderd in het tegenovergestelde. Helden van de dood en van verval.
Ik baseer mij voor de rest op wat er in het Boek van Autochthon staat. Volgens onze heilige teksten zijn de Never Born de primordials die door de solars gedood zijn in de primordial war. Omdat ze niet binnen de tijd geboren zijn, kunnen ze ook niet binnen de tijd sterven. Daarom naderen ze voor eeuwig de event-horizon van de dood zonder die ooit te kunnen overschrijden. Er zijn volgens het boek twee mogelijke oplossingen voor hun probleem: de vernietiging van al wat geschapen is, of het einde van de tijd.
Klinkt een beetje als een dogma, propaganda van een primordial die heeft gewonnen. En: hoe weet je of Autochton dat heeft geschreven of dat het is geschreven langs nadat Autochton zich heeft terug getrokken? De neverborn uitmaken voor yozis is slechts een voorbeeld daarvan.
Er wordt gesproken over eigen wil, maar voor lieden met een eigen wil wordt er wel veel aangenomen uit boeken en van horen-zeggen…
Los daarvan ik denk idd dat de Neverborn (of Unborn) wel of terug willen komen of het de goden betaald zetten.