– Split party –
9-iv-R1
Gwan maakt een inventarisatie van prijzen op verschillende plekken. Hij is in Soul langsgegaan bij de Revolutionaire Raad, die bestaat uit Ted Carver en Edward Sedler. Hij vroeg naar overschotten en tekorten in verband met de handel. De stad zelf heeft geen tekorten, maar vee is welkom. De schapenhandelaren van Eenoog maken winst. Daarna gaat hij naar de markt. Er zijn hobbit lekkernijen uit Steddle, Qartiaanse wonderzalven (nep), een processie van Mutri-aanhangers en de intocht van Radir Halani de nieuwe handelaar van Qart. Er zijn meer Eenoog-kramen. Ze zijn professioneel en ze doen goede zaken in wol, hout en schapenvlees. Het valt hem op dat er veel zuiderlingen zijn, ze zijn slechter gekleed en bedelen of werken als sjouwer.
Van Soul gaat Gwan eerst naar Ashcroft, waar hij paarden heeft gekocht. In Ashcroft zijn ze op zijn advies ‘bereid’ om de vluchtelingen in ruil voor brood hout te laten kappen. Daarna gaat hij door naar Brocken. Daar is de veemark net afgelopen, maar hij kan de paarden nog steeds met 150% winst verkopen. In de herberg is het tafelzilver vreemd bekend. Het is afkomstig uit Risha’s paleis in Arjan’s Abode. Hij is nu, de 9e, op weg naar Shearton.
Terug in Arjan’s Abode. Het is er rustig en leger dan normaal. Het is stil, het ruikt niet naar wierook, er wordt nergens gezongen. Iemand wil Chang spreken. Het is een jongeman van een jaar of 25 met littekens. Hij draagt een buff jacket en heeft een boog op zijn rug, een mes in zijn riem en een zwaard aan zijn zij. Zo te zien is hij van noordelijke afkomst, misschien halfbloed shintasta. Hij stelt zich voor als Jorin Par. Hij heeft gehoord dat er gerecruteerd wordt en hij wil graag met eigen ogen de generaal zien. Chang neemt hem mee naar het exercitieterrein. Het blijkt dat hij een prima boogschutter is. Dat is mooi, want dat is een vaardigheid die in het leger een beetje ontbreekt. Chang kan hem eten en onderdak bieden, maar de schatkist is leeg, dus soldij is op dit moment nog toekomstmuziek. De straf op desertie is ‘kop er af’. Jorin gaat akkoord met deze voorwaarden. Dan demonstreert Chang nog even wat hij ‘echt vechten’ noemt.
Na afloop wordt Chang nog aangeklampt door twee andere soldaten. Er is bericht van de kapiteisns Bram van de wegenbouwers en Bert van de vloot. Ze komen allebei met gespecificeerde rekeningen. De aanleg van de wegen heeft tot nog toe 50 goud gekost, maar de scheepsbouwers hebben zo’n 500 goudstukken uitgegeven. Dat verschil vindt Chang te groot. Ze moeten mee naar de koning. Maar die is niet in de troonzaal en ook niet in zijn vertrekken. Uiteindelijk vinden ze Rishi in de bibliotheek van de brahmanen, waar hij een toverboek voor beginners aan het lezen is. Waar komt dat verschil vandaan? De afgezant van Bram vertelt dat ze eigenlijk alleen maar pikhouwelen hebben aangeschaft en een heleboel mensen hebben ingehuurd. Dat is niet zo duur. De boodschapper van Bram legt uit dat hij slechts de boodschapper is. Maar het vuur wordt hem desondanks na aan de schenen gelegd. Hout en werktuigen kosten geld. Ja… dus? Uiteindelijk komen we er achter. Al dit geld is een investering voor het volgende kwartaal. Dus het valt uiteindelijk wel mee. Maar toch is het een halvering van het budget van dit arme koninkrijkje. Ze mogen gaan.
Dan gaat Chang op zoek naar boeken met occulte kennis. De bibliotheek van de brahmanen is vornamelijk religie. Toch vindt hij er genoeg basiskennis om twee dotjes occult op te doen.
Adrarn is bij de stallen, spelletjes spelen met de stalknechten. Hij hoort dat er die avond een begrafenis is van een keukenknecht die van zijn paard gevallen is. Hij wordt xb4hoog geplaatstxb4. Dat wil zeggen dat hij bij volle maan voor de gieren neergelegd wordt. Tegen drie uur gaat hij naar Sandra en Florence.
Risha zadelt het groene paard en rijdt naar Bronwë.
Claude is intussen onderweg naar Ashcroft. Hij heeft zich vermomn als een lokaal iemand en komt vanavond aan.
Tegen het einde van de middag komt Risha aan in Bronwë. Het begint al donker te worden. Hij gaat naar het knekelbos van Pashupati en offert daar melk. Het is volle maan, Pashupati’s aspect, en hij heeft het ritueel correct uitgevoerd. De godheid verschijnt als driemaal manshoog wezen. “Fijn dat een echte Shintasta onze eredienst herstelt.”
Risha bewijst hem eer en vraagt om hulp bij he verslaan van de pestgeesten.
De godheid glimlacht: “Mijn advies is yoga, haal de kracht uit jezelf.”
‘Wat moet ik daar nu mee?’ denkt de koning, maar hij dankt de god toch voor het advies. Dan gaat hij mediteren onder de heilige eik. ‘Yoga hè? Dat betekent ongemakkelijk …’ Hij overweegt om aan een tak te gaan hangen, maar besluit het wat eenvoudiger te houden: ondersteboven op zijn handen staand. Als hij daar een uurtje staat daagt hem een inzicht. Dit is precies de verkeerde houding, want sap stroomt van de wortels omhoog. Als eik sta je rechtop met je armen naar de hemel. Hij gaat inde kaarshouding staan en voelt de kracht van Oaken door zich heenstromen. “Spirit Sword” Er vormt zich een zwaard van licht in zijn handen. Het is een stuk van zijn eigen ziel waarmee hij spirits kan raken, maar wat dwars door stoffelijke materie heen gaat.
Adrarn helpt de meisjes met aardappelen schillen. Florence vraagt hem: “Heb jij nog een vriendinnetje van je eigen leeftijd op het oog?” “Nee…” “Jammer. Sandra heeft nog wel een nichtje dat dat wel leuk is. Zullen we je aan haar voorstellen?” Dat was niet helemaal wat hij in gedachten had, maar ach. Daarna polsen ze of hij weet wat onze plannen zijn. Hij weet te bevestigen dat Claude foetsie is. “Niet doorvertellen hoor. Wij hebben in het geheim al een postduif naar het brahmaanse klooster gestuurd. Wil jij in de leer?” “Ja, maar ik zit al vast aan Risha en Chang voor training.” Als hij vertelt wat hij van brahmanen vindt, dan blijkt hij sterk gexefndoctrineerd te zijn door Claude. “Ah.” Daar gaan ze aan werken. Eerst vertellen ze hoe je je aan een meisje voorstelt: je begint met haar vader. Dan leggen ze uit dat er verschillende soorten brahmanen zijn. Aan de ene kant heb je religieuze, kuise brahmanen, maar aan de andere kant heb je er ook die in die kaste geboren zijn of anderszins niet-fanatiek zijn. Sandra en Florence bij voorbeeld zijn niet kuis of fanatiek, ze zijn gewoon goed in wat zij leuk vinden aan het vak.
Claude is bijna in Ashcroft als hij een ouderwetse optocht ziet van 40 oudere vrouwen met fakkels en hooivorken en een coastlander meisje met gebonden handen. Ze zijn op weg naar het Oude Wijven Bos. Hij sluipt er achteraan. De vrouwen zingen liederen aan Graire, de oude godin van de volle maan. Het meisje jammert dat ze onschuldig is. Hij vermomt zich als kolonel te paard en rijdt de stoet tegemoet: “Halt! Roept hij, “wat moet dat?”
Ze negeren hem. Dan laat hij zijn paard stijgeren. Ze zwaaien met hun fakkels en lopen om hem heen, niet onder de indruk. Een van de besjes bijt hem toe: “Ben jij nou een soulfielder? Gedraag je dan ook zo!”
Hij pakt zijn oorlogsboemerang en gooit daarmee de boeien van het meisje los. Ze zet het op een lopen, maar wordt weer gevangen. De vrouwen werpen zich ook op Claude. Met de Cascade of Cutting Terror maakt hij er een slagveld van en de overlevende oude wijven vluchten weg. Het meisje werd ook geraakt en ligt op sterven. Hij stabiliseert het meisje, legt haar over het paard en roept de vrouwen achterna: “Sulfielders gaan niet zomaar meisjes aanvallen.”
Hij rijdt door naar Ashcroft en bij de eerste boerderijen vermomt hij hun allebei weer. Dan vraagt hij onderdak bij een boerderij waar ze het meisje meteen helpen.
Chang is klaar met de bieb. Etenstijd. Daarna kata’s en een ronde door het paleis. Hij hoort rumoer van de mensen die naar de ‘hooglegging’ gaan. Hij geeft een kleine bijdrage. In de barakken checkt hij het slachtoffer van de carrion crawler. Die maakt het goed en is erg dankbaar. “Morgen om 7 uur op het appèl.” “Ja generaal!”
De nieuwe recruut is boogpezen aan het maken. “Denk ook aan peesbeschermers,” zegt Chang. “Eigenlijk moet je kunnen schieten zonder …”, antwoordt Jarin. “Dat is waar. Maar zolang ze het nog moeten leren wil ik geen gewonden.” Chang prijst hem voor zijn inzet en gaat verder naar de wapenkamer. Daar vindt hij vijf bogen, tweehonderd pijlen, tien zwaarden, acht bijlen, twintig slingers, dertig schilden, dertig dolken en tien leren harnassen. Dit is bovenop de uitrusting die de soldaten dragen.
Adrarn gaat met Florence en Sandra naar de uitvaart. Deze plek is vaker hiervoor gebruikt. Er liggen nog wat vingerkootjes en zo. Het lijk wordt onder zangen aan Ganesh en Pashupati op een hoge baar gehesen en dan achter gelaten. Het taboegebied wordt weer afgesloten, hier mogen alleen lijken en vogels komen. De vogels komen niet meteen, maar dat heeft ook nog tijd. Pas over een week wordt wat er over is, verbrand.
Risha dankt de goden. Hij is even in de verleiding om met zijn nieuwe toverzwaard de pestgeesten te gaan bestrijden, maar dan wint het gezond verstand en hij gaat weer terug naar Arjan’s Abode.
Gwan kampeert onderweg. ’s Nachts hoort hij hoorngeschal, ijl en mooi. Als hij gaat kijken vindt hij een aantal slanke gestalten te paard die achter een hert aanjagen. Als het hert neergaat, veranderen ze in haviken en doen zich tegoed aan het karkas. Ze negeren de solar en de jonge brahmaan die bij hem is. De brahmaan noemt hen ‘maanwezens’. Maanwezens wonen in Selene, ze kunnen van vorm veranderen. Het lijkt hem verstandig om bij ze uit de buurt te blijven. Na een kwartier vliegen ze naar het Noorden. De paarden blijven achter. Gwan en de brahmaan gaan weer slapen.
10-vi-R1
Chang gaat om half zeven al naar het exercitieterrein, even later komt Jarin er bij. Die geeft acht man les in boogschieten en acht man krijgen martial arts van Chang. Om zeven uur komt Adrarn er bij en hij traint met Chang mee.
Als Risha op zijn groene paard de nederzetting binnenrijdt, zwaaiend met een lichtzwaard, zijn de mensen onder de indruk. Hij gaat naar de exercitieplaats en laat enthousiast zijn nieuwe wapen zien. Chang denkt dat het wel een goed idee is om Jarin eens met een echte zwaardvechter te matchen en vraagt hem om met de koning te sparren. Natuurlijk met oefenwapens. Risha demonstreert zijn zwaardvechtkunst en wint gemakkelijk.
Claude gaat op pad met het meisje dat hij heeft gered. Hij gaat Zuid langs Soul en komt rond lunchtijd aan in het kuststadje Groath. Onderweg heeft ze zich voorgesteld als Daguerre, maar meer weet hij niet van haar. Ze is nog suf en heeft rust nodig. Morgen zal het wel beter met haar gaan. Als hij haar ergens ondergebracht heeft, stelt hij zich voor als ambachtsman en biedt zijn diensten aan. Er is weinig lokale bevolking, maar er zijn wel dertig werkers in het botenhuis. Velen zijn in opleiding. De eerste boot is half af. Om zich te bewijzen snijdt Claude een roer voor het schip en de meester scheepsbouwer is onder de indruk. Claude kan hier als gezel een zilveren penning per week verdienen.
’s Middags geeft Chang zijn soldaten vrij. De Martial Arts oefeningen gaan wel door en Adrarn doet met tegenzin mee tegen de verzuring. Daarna gaat hij uitrusten bij de begraafplaats. Dat is wel een griezelige plek. De gieren zijn inmiddels bezig en hij ziet er twee vechten om een arm. Dat worden nachtmerries vannacht.
11-iv-R1
Claude bouwt verder aan het schip en het meisje geneest al aardig. Ze is knap en aardig en flirterig.
Terwijl wij weer oefenen op het plein, arriveert er een stoet brahmanen in het paleis. Ze nemen hun intrek in hun eigen verblijven. Risha besluit ze te negeren en traint door. Na tweeëneenhalf uur komt de hoofdbrahmaan naar hem toe. Het wordt een vrij lange discussie, waarin de koning zijn ongenoegen uit over het deserteren en vooral dat ze niet naar hem toe gekomen zijn. Is het niet bij d=ze opgekomen dat Risha ook door deze Claude om de tuin geleid was? De brahmaan legt uit van hun uit gezien de koning en Claude twee handen op een buik leken. De brahmaanse gemeenschap heeft hem voor het blok gesteld. Een andere kwestie is de goddelijkheid van de koninklijke familie. Er is sprake van een groot misverstand: “Jullie zijn niet de goden zelf, maar de primaire vertegenwoordigers van de goden”. Chang bemoeit zich er ook even mee: “Officiële leringen wijzigen met het regime.” Uiteindelijk zijn we het over één ding eens. Wij willen Claude van zijn krankzinnigheid genezen. De brahmanen willen ons helpen om de maanwezens tezoeken. Chang gaat aan het einde van de dag Spirit Detecting Glance oefenen bij de begraafplaats.
3 xp