Ster stelt voor om de Wyld Hunt aan te vallen, maar de anderen weten hem dit onzalige plan uit het hoofd te praten. Alle waardevolle spullen worden ingepakt en men vertrekt. Ster zit op z’n bronzen paard en de rest heeft zich geinstalleerd op de wagen van autochthonia. Het regent nog steeds pijpenstelen. De reis gaat traag en iedereen is tot op het bot doorweekt. Hoewel de kar wordt getrokken door robotpaarden, komt die toch regelmatig vast te zitten in de vette modder. Onderweg doden we de tijd door informatie uit te wisselen over wat iedereen kan en daarmee tactieken te bespreken.
Na drie dagen, het plenst nog steeds, bereiken we de Pyreneeen. We rijden door een pijnboombos en het valt de lunars op dat de regen tegen de wind in valt. Dat is tegennatuurlijk. En als we voor de nacht schuilen in een vochtige grot, probeert ma Si Tamuz een geest op te roepen om te vragen wat er nou eigenlijk met het weer aan de hand is. Pas na vele pogingen verschijnt er een gestalte die gemaakt lijkt te zijn van dennennaalden. Het is de naaldengod Porcupine, de hoofdgeest van dit gebied. Silverclaw vraagt meteen naar de charm die hij wilde leren en dat is geen probleem: er schieten een paar duizend naalden op hem af en als die zijn huid binnendringen, realiseert hij zich dat hij dit nu zelf ook kan doen.
Ma Si vraagt naar het weer. Porcupine overlegt even met een andere geest, de weergod Timofeef, en komt dan met het antwoord dat dit voelt als iets heel ouds en machtigs, een god of demon die aan het spelen is met grote krachten, het spiraalt en is veel groter dan alleen dit schiereiland. Ma Si heeft nog wel meer vragen: heeft Porcupine toegang tot de hemelstad? "Ja hoor." Wil hij ons daarnaartoe brengen? "Dat kan ik wel, maar dan moet je je wel eerst bewijzen. Kijk uit, want het is daar gevaarlijk voor alle exalts en ze hebben met name weinig geduld met lunars. Verder hebben jullie je taak als lunars verzaakt, want zowel Silverclaw als jij hebt je cultus verwaarloosd en nu zijn er een boel mensen de weg kwijt."
Ma Si probeert uit te leggen dat we bezig zijn demonen te bevechten en zo, maar de god is onvermurwbaar. "Eerst moet je je eigen probleem oplossen. Bovendien zijn er geen yozi’s meer." Na enig heen-en-weer gepraat blijkt dat wat wij onder demonen verstaan en wat de god yozi’s noemt verschillende dingen zijn. Toch moeten Silverclaw en Ma Si Tamuz de problemen met hun stam oplossen. Porcupine geeft ze ieder een dennenappel, waarmee ze hem kunnen oproepen als ze een keertje een dag over hebben, en dan kan hij hun transporteren naar hun respectieve stam. Daarna verdwijnt de god. Men gaat slapen. Raine vangt een vleermuisje voor Ma Si zodat ze een nieuwe dierengedaante aan kan nemen. Ster en Dyjab vinden het maar barbaars om een levend diertje open te maken en het hartje er uit te rukken en op te eten.
De reis over de bergen is niet gemakkelijk. Koud, nat, zwaar. Soms dreigt de wagen weg te glijden in een ravijn. Zo leren we wat samenwerken werkelijk betekent.
Na dagen komen we aan de andere zijde. De regen is eindelijk afgelopen, maar het landschap is totaal doorweekt.
Bij een ondergelopen dorpje stoppen we. Alles is hier vermolmd, verzakt en verdronken. De inwoners van het dorpje Marcije zijn achterdochtig en afwachtend. Vreemdelingen zijn zelden goed nieuws en ze vertrouwen het aanbod om te helpen dus helemaal niet. Nochtans gaat het gezelschap direct aan de slag. Creation is van andere materialen gemaakt dan Autochthonia, dus het is moeilijk, maar het is Ster gegeven om grootschalige veranderingen in landschappen aan te brengen. Dus, met inzet van enorme hoeveelheden magie waardoor zijn essence-banier oplicht, maakt hij de komende paar uren afwateringsslootjes, dammetjes en drainage in de omgeving van het dorp. De rest gaat mensen uit het dorp genezen, de verzopen uitrusting verzorgen, weerpatronen onderzoeken en foerageren.
Silverclaw speelt met Ster’s adamanten werpschijf. Hij vindt de chakram maar een onsympathiek wapen, een lunar onwaardig, en hij heeft er associaties bij van in leer geklede meisjes. Maar ondanks dat kost het hem slechts een klein beetje essence om het materiaal op zich af te stemmen. Minder zelfs dan dat het Ster gekost heeft om zich op het stermetalen exemplaar af te stemmen. Als Ster dit later te horen krijgt is hij helemaal blij.
Raine en Dyjab blijken ’s avonds een nieuwe hobbie ontdekt te hebben, zij zijn strippoker aan het spelen in de herberg en Raine heeft zich voor deze gelegenheid als vrouw vermomd. "Adeldom verplicht tot decadentie," aldus Dyjab.
De hele dag blijven de dorpelingen ver van de exalts. Ze zijn bang en verwachten ieder moment de rekening te krijgen. Pas bij het vertrek de volgende dag komt er een voorzichtig gefluisterd "Dank u wel".
Twee dagen later bereiken we de Alpen. Het is inmiddels weer gaan regenen en nu is er zelfs hagel bij. In de verte zien we een horde mannen en vrouwen aankomen, met vaantjes en wapenrustingen. Raine krijgt een signaal van de geest van zijn moeder: ze heeft twee van haar moordenaars herkend. Raine wil er meteen in zijn eentje op af om ze aan te vallen. Maar Ma Si Tamuz weet hem er van te weerhouden. Het zijn er zestien, dat is veel te veel. We lokken ze achter ons aan en om ze te vertragen roept Ster een vreemde smeerolie-golem op die het pad achter ons glibberig maakt. We leggen een hinderlaag. Raine gaat op de uitkijk staan en geeft een signaal als de achtervolgers op een steile steenhelling lopen. Ster blaast op het teken een stuk berg boven hun op en veroorzaakt zo een lawine. De paarden en zes van de achtervolgers verdwijnen in de diepte. De rest weet met allerlei stunts en gebruik van charms op het pad te blijven. Anima-banieren gaan aan, een pijl splijt de rots naast Raine en een zwerm jaden chakrams mist Ster rakelings voordat Ma Si hem ophaalt. De volgende pijl is raak: Raine krijgt een gifpijl in zijn borst waar hij behoorlijk ziek van wordt. Wij trekken ons terug en de Wyld Hunt gaat hun gevallen kameraden helpen.
Zo gebruiken we guerilla tactieken om ze mee te lokken en tegelijk te verzwakken en op een afstand te houden. Na een paar dagen vallen ze terug om ons van een veilige afstand te kunnen bestuderen. Dan bereiken we de zee. Hier wacht Oe’al op ons met een paar soortgenoten op drijvende kristallen. We ‘gaan scheep’ en laten de Wyld Hunt verbaasd achter.
Een mooi voorbeeld van doordachte actie en aanval.
Mooi gedaan!
Al had ik ze liever wat minder gelegenheid gegeven om ons te bestuderen. Hoe minder ze weten van ons, hoe beter.
En ze moeten niet allemaal dood – want ze moeten kunnen vertellen dat we niet meer in Porto Libre zitten – maar hoe lang duurt het voor we de moordenaars van Rayne’s moeder opnieuw tegenkomen?
De hele Wyld Hunt hoeft niet dood, nee. Maar de moordenaars van onschuldigen moeten sterven! Die twee. Die moeten boeten voor wat ze gedaan hebben. Als exalts een sterveling doden omdat ze een held gebaard heeft, dan zijn ze op zo ontzettend veel manieren fout:
1. onrecht, je kunt genetische verwekkers toch niet straffen als de goden hun kind hebben uitverkoren;
2. overmacht, vier exalts tegen een sterveling dat is gewoon niet eerlijk;
3. hubris, je bent geexalteerd met een doel: om de wereld te verbeteren, niet om mensen ongelukkig te maken;
en zo kan ik doorgaan.
Dat dragonblooded een hekel hebben aan solars, dat heb ik inmiddels wel door. Maar dat is nog geen reden om in het najagen van die solar onschuldigen te vermorzelen. En de solar heeft alle recht zichzelf en zijn geliefden te verdedigen. Laat betreffende solar toevallig ook nog eens een vriendje zijn. Ik zal je helpen!
Wat bof jij eigenlijk, Raine. Ik wou dat ik een moeder had die tot voorbij de dood van me hield. Ik ken mijn verwekkers niet. Tot ik exalteerde heb ik in de jeugdbarakken gewoond en toen heeft Juggernaut me geadopteerd. Begrijp me niet verkeerd! Ik ben dol op hem, hoor. Maar niet als een vader of moeder. Hij is misschien wel 1000 jaar oud. Hij is de leider van mijn vakbond, mijn mecenas en mijn opdrachtgever.
Maar ik was pas 12 toen ik naar Creation werd gestuurd. Ik was klein genoeg om door het Zegel heen te kunnen en hij heeft me echt goede gadgets en charms meegegeven en een directeurssalaris. Ik heb het (als enige) overleefd, dus hij heeft echt goed voor me gezorgd. Maar dat is toch niet echt hetzelfde als een liefhebbende ouder geloof ik.
De Wyld Hunt zal zeker de achtervolging niet staken. Ze zullen zeker bericht gaan zenden naar de overkant van de plas, als ze niet uit eerzucht zelf zullen komen.
Want zoals je al zegt Ster: echt gevoelig voor andere dingen dan hun eigen eer lijken ze me niet.
Het probleem is, dat ze ons nu wat beter kennen, zoals Dyjab zegt…maar wij hen ook.
En ze hebben absoluut het idee dat ze het recht aan hun kant hebben om te doen wat ze doen.
overigens (even spammen): de d&d sessie staat ook weer online