Sessie zes

Na drie weken zijn de ogen van Ster eindelijk voldoende gewend aan zonlicht om overdag gewoon buiten te kunnen lopen zonder blindoek. De stad schiet lekker op en we maken ons op om naar het Noorden te vertrekken. Ma Si Tamuz, die de abyssal Winter’s last Refuge nooit gezien heeft, zal ons in de vorm van van een reuze oehoe volgen. ( Ergens tijdens de voorbereidingen laat Dyjab zich ontvallen: "De dragonblooded dragen overal de verantwoordelijkheid voor" en Silverclaw antwoordt: "Helemaal mee eens." ) De drie stalen paarden 

Amee1

uit Autochthon en het bronzen paard van Ster worden voor de wagen gespannen en we vertrekken. Eerst willen we naar de Low Countries om met de abyssals te onderhandelen en daarna gaan we door naar Mos Kovia om te kijken hoe men de vrijhandel daar heeft geregeld.  We besluiten niet harder te gaan dan de standaardsnelheid van de wagen: 50 km/uur. Hij kan vier keer zo hard, maar dat hoeft niemand voorlopig te weten en als we in dit tempo reizen zijn we in vier dagen op onze bestemming.

Het eerste deel van de reis verloopt voorspoedig. De landen van Iberia zijn subtropisch en weelderig begroeid, heel anders dan in de 21e eeuw die we achter ons gelaten hebben. De tocht door de bergen zou voor gewone mensen spannend zijn, maar als exalts hebben we er weinig moeite mee om ze te passeren. En dan komen we aan de andere kant van de bergen: Zuid Frankrijk. Het eerste wat opvalt is dat er minder kleur is. Alles is een beetje dor, de bomen hebben minder bladeren, het gras is kaal en vaal, zelfs de lucht is grauw. En hoe verder we naar het Noorden gaan hoe minder kleuren er te zien zijn. We stoppen in een dorpje om wat water en proviand in te nemen. De mensen zijn schuw en trekken de deuren en de luiken dicht. Alleen een lange jonge vrouw met wit haar en een bleke huid blijft bij de put. Ster spreekt haar aan en vraagt waarom iedereen zo schuchter is. Ze zegt: "De geesten van de voorouders maken zich zorgen over een solar die bij jullie zou zijn, een verdrijver van goden." We stellen haar gerust, we zijn niet van plan goden te gaan verdrijven maar we willen een handelsovereenkomst sluiten. Dat vindt ze eigenlijk nog vervelender, want karavanen met vreemdelingen die door het dorp komen, dat kan alleen maar leiden tot extra aandacht van de belastingontvanger. Ze reageert erg terughoudend op Raine als die er bij komt, maar Ster vraagt door en ze vertelt.

Wijnand de Altijd Hongerige is als belastinginspecteur aangesteld door de heer van deze landen, heer Cesus, maar hij werkt zelfstandig. Cesus Gustav de Geduldige woont in zijn kasteel Schiehallion, op een oude grafheuvel ver in het Noorden en zolang het hier rustig is, bemoeit hij zich niet met wat er hier gebeurt. Maar Wijnand is heel decadent en corrupt en vraagt veel meer belasting dan nodig is.  Hij is een epicurist maar eet geen vlees.

Raine haalt de vrouw met 1 dinar over om voor hem met de geesten te spreken. Zijn moeder blijkt te zijn vermoord door de Wyld Hunt en reist nu met hem mee. Ze waakt over hem. Zijn vader en broers hebben wel weten te ontkomen en vader woont in de buurt van Mos Kovia. Waar de broers zijn weet ze niet. Ze waarschuwt dat we naar de dode landen gaan en dat het daar zowel voor de doden als voor de levenden gevaarlijk is. De vrouw leert Raine hoe hij zelf met geesten kan communiceren door basilicumbladeren te branden en de dampen te inhaleren.

Na dit gesprek gaat ons gezelschap verder naar het Noorden. De wereld wordt steeds kleurlozer. Als we een groot rotsblok rondden, springt er een heerschap op de weg. Hij draagt een stalen borstkuras met het logo van Huis Cesus en een zwart zwaard. "Je geld of je leven." Hij heeft nog zeven mannen in lederen wapenrustingen bij zich. Dyjab valt als eerste aan. De man in het harnas pareert mijn chakram, maar de klap van Dyjab komt wel aan. Raine gooit twee dolken in de breedgeschouderde nr. 2 en Silverclaw slaat er nog een dood. Terwijl hij reutelend neerzakt haalt de kurassier een officieel document tevoorschijn waaruit blijkt dat hij de belastinginner is. Maar dit houdt ons niet meer tegen. Als snel ligt de gehele roversbende dood  neer. Terwijl Silverclaw hoofden verzamelt, steekt Dyjab het bebloede document bij zich. We zetten een bordje ‘corrupt’ bij de stoffelijke resten en besluiten om de inspecteur der belastingen op het ongepaste gedrag van zijn onderlingen te wijzen. Als we de paarden van deze mannen loslaten, keren ze terug naar de stal en we kunnen   Veves1
ze gemakkelijk volgen naar een kasteeltje in de heuvels. We rijden onze wagen de binnenplaats op en dienen ons aan. Dyjab kent de juiste omgangsvormen dus dat is niet zo’n probleem. Een mannetje met een haakneus in livrei brengt ons naar de ontvangstzaal. Daar worden we begroet door een heer in zwart/rood fluweel met een zilveren wandelstok en ringen in zijn oren. Het is Wijnand. Hij is ‘god-blooded’, een godenkind. En hij herkent de dragonblooded in ons gezelschap. Dat maakt hem heel beleefd. Na wat onderhandelingen, waarin hij ons in ruil voor stilzwijgen belooft dat we de spullen van de verslagenen mogen houden, is het wel duidelijk dat hij inderdaad zo corrupt is als de dorpelingen ons verteld hadden. Ster activeert zijn lichtzwaard en slaat de man finaal in twee.
Dyjab installeert de maitre d’ van het kasteel als zaakwaarnemer en men gaat wat eten en rusten. Raine communiceert met zijn overleden moeder en hoort heel het tragische verhaal van hoe 10 man Wyld Hunt het ouderlijk huis aan de voet van de Vesuvius overvielen. Hij krijgt beelden te zien van de daders. Ster gaat inmiddels even terug naar de verslagen mannen. Hun lichamen blijken al geplunderd te zijn en hij volgt de sporen terug naar het dorpje waar ze eerder doorheen gekomen waren. Eerst zijn de mensen heel achterdochtig, maar als Ster vertelt dat hij Wijnand in tweeen heeft gekliefd, komt men los. "Wat hebben jullie nou aan zwaarden en wapenrustingen?" De mensen leggen uit dat ze de spullen willen verhandelen zodat ze een ploeg kunnen kopen om het land mee te bewerken. Als ze uitgelegd hebben wat een ploeg is, biedt Ster aan  Swordinto

om, in ruil voor het zwarte zwaard, een paar ploegscharen voor ze te smeden uit het borstkuras en de wapens van de rovers. Zwart van het roet, stinkend naar rook en zweet, en zeer voldaan keert Ster midden in de nacht terug met het zwarte zwaard. Het is een magisch zwaard, heel veel sneller en wendbaarder dan normale wapens.

De volgende dag gaan we verder. Het landschap wordt steeds naargeestiger. Op een bepaald moment zien we een zombie achter een ploeg aanlopen die getrokken wordt door het rottend karkas van een os. Er zijn ook levenden, waar nog mensen wonen hangt de geur van wierook. Overal zijn tekenen van hekserij, voorouderverering en liefde voor de dood. We zien iemand ritueel zelfmoord plegen want de levenden zijn hier tweederangsburgers, je telt pas mee als je dood bent. Het land wordt ook steeds zompiger. Uiteindelijk kunnen we niet verder. Een veerman in een platboomde schuit neemt ons het laatste stuk mee naar het Schiehallion. De geografische lokatie is waar vroeger de Burcht van leiden stond.

Midden in de plassen rijst een oude heuvel omhoog met daarop een zwart kasteel. Veenlijken in het water, er is geen aanlegplaats. Maar op een signaal kruipt een serie skeletten tevoorschijn, een serie skeletten met de ruggegraten en borstkassen aan elkaar geschakeld, kruipt op handen en voeten naar ons toe en de veerman legt aan aan de ondode steiger. De g
eur van verrotting en dood is allesoverheersend. Ster trekt het hier niet. Kotsend valt hij neer en Silverclaw draagt hem van boord terwijl hij doodziek zijn adem-unit zoekt. Grote stadsmuren omringen een complex van sierlijke oude pagodes op de heuvel. Bij de poort worden we begroet door een man in een zwarte jurk, met zilveren gespen op zijn schoenen. Als Ster zijn beademingsapparaat eenmaal voorgebonden heeft, en weer de vette rook van thuis ademt, voelt hij zich langzaam beter. De man stelt zich voor als Leon. Raine stelt zich voor als Geert, de anderen geven wel hun naam. Ster’s complete naam wordt zelfs beantwoord met een autochthoonse herkenningsformule. Leon gaat ons voor door de poort. We passeren een ijzeren kooi met daarin een nachtmerrie. Dan gaan we een pagode binnen. De eens rode pilaren zijn nu grijs, er zijn banken van marmer en een trap omhoog. We zijn nog niet binnen of een joviale man met een bol hoofd en zwart lederen kleding komt de trap af en begroet ons hartelijk. "Ik ben Gustav, welkom!" Hij komt heel sympathiek over en vraagt meteen waar Raine is. Die had hij toch wel verwacht… Geheimhouding is niet nodig. "Ik heb hier mijn fair share van andere exalts."

Bij het vermelden van de gebeurtenissen rond Wijnand, reageert hij direct. Gustav rinkelt met een kristallen bel en er komt een beeldschoon meisje aan. Echt bloedmooi en ze straalt compassie uit. Hij geeft de instructie dat de maitre d’ met onmiddelijke ingang de nieuwe belastinginspecteur van Zuid Frankrijk is. Daarna laat hij ons aan haar goede zorgen over. Zij is de vrouwe "Witte Rouw en Paarse Sluiers", en ze is een abyssal exalt. Maar wel van een heel ander kaliber dan Winter’s Last Refuge. Winter "heeft de snelste weg gekozen, hij is een krijger" en zij is een tovenares. Ze is heel blij de Zon weer eens te zien. En dan bedoelt ze niet dat ding aan de hemel. "Niet iedereen heeft een keus!" Ze heeft de roep van de Primordials gehoord en een weg heeft haar gekozen. Maar nu er weer solars zijn is er weer hoop. "Misschien dat in een vreemde tijd ooit de dood zal sterven. Dan zal ik vrij zijn." Raine valt als een baksteen voor haar charmes. Ster is overigens ook stapelverliefd, maar hem negeert ze.

We nemen met z’n vijfen een bad. Ster maakt zichzelf onzichtbaar en gaat het paleis eens verkennen. En daar stoppen we.

Dit bericht is geplaatst in Exalted.

5 reacties op “Sessie zes

  1. GobboE schreef:

    leuk plaatje…is dat een bestaande robot?

  2. ellahir schreef:

    Het is een kunstproject, maar ik kan even niet meer terugvinden waar ik het plaatje vandaan heb.

    Het verslag is af, wat vind je er van?

  3. ellahir schreef:

    Ik zit net naar Brazil te kijken. Zo ongeveer stel ik me Autochthonia voor.

  4. GobboE schreef:

    Brazil? Ik moet toegeven dat ik elementen uit Brazil hebt gebruikt voor de contructie van Autochtonia 🙂

    Ik vind het weer een gaaf verslag. het leest weer lekker weg. Compleet ook vooral.

    Ik heb al weer zin in de volgende keer 🙂

  5. Dyjab schreef:

    En nu komen de onderhandelingen. Wat gaan we Gustaaf vertellen, en wat kunnen we hem aanbieden?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s