Hij ziet er een beetje uit als een zeerover, maar het was een van de grote magiers/mystici van de zeventiende eeuw. Hij behoefende theurgie om op aarde de hemelse orde te herstellen, volgens hem was dit de oorspronkelijke taak van de mens. Geen van zijn leerlingen heeft deze vorm van theurgie behouden, maar het gnostieke wereldbeeld waarop het gebaseerd was, heeft de esoterie van de hele negentiende en het begin van de twintigste eeuw gedefinieerd.
De gnosis van Pasqually komt heel sterk overeen met het vroege christendom van de woesteinvaders, zoals dat van de boeken die honderdvijftig jaar na zijn dood in Nag Hammadi werden gevonden. Waar zijn kennis vandaan komt? Niemand weet het zeker. Hijzelf zei dat hij slechts een afgevaardigde was van een groep wijzen die vanuit de oudheid de waarheid bewaakten.
Sommigen denken dat zijn “Traite sur la reintegration des etres dans leur premiere propriete, vertu et puissance spirituelle divine” gebaseerd was op ketterse boeken die zijn grootvader als inquisiteur in beslag had genomen. Maar waarom zou deze grootvader die boeken dan hebben bewaard en doorgegeven aan zijn kinderen en kleinkinderen? Pasqually’s vader was bovendien vrijmetselaar en had een vrijbrief van ‘Bonny Prince Charlie’ Charles Stuart, “King of Scotland, Ireland and England”, gedateerd 20 Mei 1738 om als diens gedeputeerde grootmeester op te treden. Niet precies wat je verwacht van de zoon van een inquisiteur.