Vrijdagmiddag. Ab’s telefoon gaat. Het is zijn oom, die vervelende man die steeds maar zanikt dat hij mee moet gaan naar de moskee. Ab geeft hem maar zijn zin en belooft over twee uur bij de dienst te zijn. Vervelend. Vervolgens bedenken we een manier om er achter te komen waar een paar van die sleutels zijn. We doen alsof we uit verveling een scavenger hunt spelen en Isabel gaat met een lijst items naar het Huys Amsterdam. De schedel van Abel, de heilige graal, het zwaard van Musashi is doorgestreept, want hebben we al, de rib van Adam, de sleutels van Leiden, de ark des verbonds en de stenen tafelen, Lilith, etcetera. 2 vliegen in 1 klap want Amsterdam krijgt het idee dat we alles zodanig in de hand hebben dat we ons vervelen – en we kunnen legitiem de Inlichtingendienst inschakelen voor onze eigen doeleinden.
Mio wil een nieuwe deal met zijn thrall sluiten. Hij gaat even naar de diep gelovige meneer. Die heeft al een aantal medestanders gevonden. "Goed zo! In de Bijbel staat dat de volgelingen van de Heer wonderen mochten verrichten in Zijn naam. Hebt u al gemerkt dat er al eeuwen geen wonderdoeners meer zijn? De gevestigde kerken zijn de weg kwijt. Maar jij bent uitverkoren! Sticht een gemeente en genees mensen. Ik geef je die macht." De man is helemaal onder de indruk en ze gaan meteen plannen maken.
Suzette is inmiddels Ab’s oom aan het natrekken. Die is in de Leidse onderwereld bekend als een voormalig dealertje dat bekeerd is en nu heel actief is in de moskee. Tja, niets nieuws.
Ab gaat naar de moskee. Het is een enorm gloednieuw complex. Er is veel bewaking en het lukt hem niet om via een zijdeur binnen te komen. De hoofdingang dan maar. Schoenen uit, wassen, en ja hoor daar komt oom al aan. Die is heel blij Ab te zien en neemt hem mee naar voren. Al snel stroomt de zaal voil met zevenhonderd gelovigen, waaronder honderd jongetjes van Abs leeftijd en jonger. Er komen vier oude mannen naar voren. De oudste moeftie geeft een mooie speech over de komst van de 13e Imam. De jongens worden uitgenodigd om met hen mee te komen, want er is een kinderhart voor nodig om de imam te vinden. Dan gaan ze met alle jongens door een zijdeur een trap af naar een kleinere moskee onder de grote zaal. Middenin deze ondergrondse ruimte is een vrijstaand portaal met een gordijn er voor. "Schrik niet, want jullie gaan een wonder aanschouwen." De moeftie doet het gordijn open. De jongens kijken hun ogen uit, sommige vallen op de grond, want dit kan niet: er is een grot achter de deur te zien, maar je kan er gewoon omheen lopen! De jongens krijgen allemaal een zaklamp en een waterfles. Ga maar naar binnen. Als het water op is mogen ze terugkomen. In kleine groepjes gaan ze. Ab moet nodig naar de plee. Hij belt Suzette om te vertellen wat er aan de hand is. Daarna gaat hij de grotten in. Met twee andere jongens ontdekt hij een enorme mijnschacht. Die is met vuurkorven verlicht. Overal zijn kinderen en onderin zijn volwassen mannen aan het graven. Allemaal op zoek… Maar nergens merkt hij een bovennatuurlijke aanwezigheid.
Suzette belt Mio en samen gaan ze naar Hoppezak om Arabische kleren te huren en zich te laten schminken. Het is niet zo heel moeilijk om binnen te komen met een zielig verhaal dat de trein vertraagd was. Dat is namelijk heel aannemelijk. "Allah heeft het zo gewild. Ga maar."
Na een uur vinden ze elkaar. Mio zet zijn doelzoekend talent aan. De imam zit niet onderin het complex, maar hij voelt iets helemaal bovenin, waar niemand zoekt. Met z’n drieen gaan ze weer omhoog, langs ladders, door gangen, over bruggetjes. Ze sussen nog een vechtpartij: een paar opsgeschoten Arabisch jongens tremmen twee Amerikaanse kinderen in elkaar. Er moeten instortingen worden gepasseerd en natuurlijke grotten genavigeerd waar nog nooit een mens geweest is. Het duurt heel lang. Omdat ze hun schoenen in de moskee hadden moeten uittrekken, lopen ze op kousevoeten. Ab verandert hun voetzolen en zorgt er voor dat ze allemaal een goede laag taai eelt hebben. Moe en hongerig vindt Ab opeens op sporen van legerlaarzen. Hier zijn weer sporen van bewoning. Een kapotte kalasjnikov. Alles is kapot geslagen, er zijn kogelgaten, bloedvlekken en overal liggen hulzen. Er zijn veel Amerikaanse hulzen bij! Een keukentje met een oventje en een paar kapot gesneden zakken meel. Een slaapzaaltje, waar de britsen opengesneden strozakken torsen. Achter een gordijn vinden ze in een grotje een fraai altaar met een nis er in. In het Arabisch staat daar de naam "Abel". Het zal toch niet he? Jawel. Er zou precies een schedel in de nis passen. De imam is weg. Mio voelt hem nu ettelijke kilometers verderop. Toch moeten ze eerst eten, drinken en slapen. Ab laat water uit de druipstenen stromen en Mio mengt dat met gevonden meel en bakt er ongedesemd brood van. Er zijn weinig dingen zo lekker voor drie uitgehongerde kinderen als zelfgebakken matzes. Hij maakt meteen een grote voorraad, voor onderweg. Dan slapen. We dromen van ondergrondse gangen, bebaarde imams, schedels en kinderen. De volgende dag volgen we de sporen naar buiten. Daar is het totaal onherbergzaaam, en kokend heet. Inmiddels voelt het alsof de imam duizenden kilometers naar het Westen is. De Amerikanen hebben hem meegenomen. We moeten naar het legerkamp. Maar dat is een halve dag lopen door de brandende zon.
’t Is af 🙂
Binnen een week af. Awel, wat passert hier nu weer ;)? Nog even een serieuze opmerking, waarvan ik mij niet kan herinneren of die tijdens de sessie gemaakt is of niet, maar als hier al volwassen mannen aan het graven zijn en de 13e imam alleen maar door kinderen gevonden kan worden: hoe lang zijn ze dan al aan het zoeken??
Ja, volgens mij zijn ze daar al maanden bezig, misschien wel al jaren!