Donderdag, een gewone schooldag. Maar Kees heeft huisarrest gekregen. Hij heeft eindelijk iets gedaan waar zelfs zijn ouders boos over worden: een nacht rondgevaren in de boot van de familie.
Mio blijft thuis. Cornelis Veenman zou bij zijn moeder koffie komen drinken en hij heeft het plan om met die man een pact te sluiten. Het gesprek verloopt stroef, want de oude man is zeer gelovig en is er van overtuigd dat zijn kwalen door god zijn gestuurd. Hij is niet erg geinteresseerd in Mio’s argumenten. Dan besluit Mio het maar over een andere boeg te gooien. Als mamma even naar de keuken is, knielt hij voor meneer Veenman neer en neemt diens door artrose verwrongen handen in zijn kinderhandjes. Hij concentreert zich en laat de ziekte genezen. Terwijl de oude handen weer recht en soepel worden, ontvouwt de engel zijn vleugels.
Achter hen klinkt een luid gekletter. Mio’s moeder was te vroeg binnengekomen! Ze heeft gezien wat er gebeurde en is flauw gevallen. ‘O shit! Hoe brei ik dit weer goed?’
Als zijn moeder weer bijkomt heeft Mio weer zijn kindergedaante, maar het kwaad is al geschied. Haar New Age brein is op hol geslagen en in haar ogen is Mio nu bezeten door een bovennatuurlijk wezen (dat is niet ver bezijden de waarheid). Cornelis Veenman daarentegen is helemaal overtuigt. Hij heeft een engel gezien en een wonder meegemaakt. Hij wil de lof van de engel prediken als Mio belooft om iedere dag iemand te genezen in het ziekenhuis. "Dan spreken wij dat af." Met zijn driexc3xabn gaan ze naar het LUMC.
Ab wil die middag naar de moskee en een preek opnemen met een verborgen microfoon. Maar ’s morgens moet hij gewoon naar school. Klabam! Klabam! De kinderen rennen in paniek de gang op. Ab ziet daar een man met een pistool, die met zijn rug naar hem toe staat. De kerel mikt op een groep krijsende kinderen uit de klas naast hem. Ab bedenkt zich geen moment, rent tegen de man aan en begint te slaan en te schoppen. Het pistool gaat af en Ab wordt in zijn arm geraakt, maar het geeft meester Jaap en juf Rita de gelegenheid om de vent te overmeesteren. Voor Ab heeft de schutter twee kinderen geraakt. Ze worden met ambulances naar het ziekenhuis afgevoerd. Ab komt op een eigen kamer, de andere twee moeten naar de IC. En Ab’s engel ontdekt dat de pijnstillers een heerlijk gelukzalig gevoel geven.
Suzette is ook naar school. Zij is op haar eigen manier bezig een nieuw vriendinnetje te overtuigen om zich aan haar te binden. Het meisje lijkt heel grote problemen thuis te hebben. Snikkend bekent het meisje dat haar vader dingen met haar doet die ze niet wil en ze is vreselijk bang dat vader haar zal bestrafen voor deze ontboezeming. Suzette biedt aan om die nacht bij haar te komen logeren.
Op school wordt de TV aangezet, want er is iets vreselijks gebeurd: een schietpartij op een andere school in Leiden. Suzette herkent Ab op een brancard. In de stad zijn inmiddels rellen uitgebroken bij de moskee. Het verhaal gaat dat een blanke racist op een zwarte school drie marokkaanse kinderen heeft neergeschoten. (In werkelijkheid was alleen Ab marokkaans, de andere twee waren een blond nederlands meisje en een turks jongetje.) In de TV beelden van de rellen is Isa te zien die met stenen naar de politie gooit.
Als Mio in het ziekenhuis hoort dat zijn vriendje neergeschoten is, bluft hij zichzelf en de twee volwassenen naar de afdeling waar Ab ligt. Meneer Veenman staat op de uitkijk. Zodra er even geen verpleegster is, breekt Mio in op de IC en geneest de twee kinderen die daar op sterven liggen. Ze komen bij, hij geeft ze een knipoog en verdwijnt weer voordat de zuster terugkomt. Op het moment dat Mio, of eigenlijk Bilifor, zijn kant van de belofte heeft gehouden, voelt hij de enorme geloofskracht van de oude man binnenstromen. Zolang hij iedere dag iemand geneest heeft hij een ware fontein van geloofskracht tot zijn beschikking.
Suzette gaat die avond bij haar viendinnetje Nicolien logeren om te kijken of ze iets kan doen aan het misbruik door haar vader. De situatie daar in huis is uiterst benauwend. Nicoliens kamer is een poppenhuis, eigenlijk is het een heel zielig meisje. Moeder is heel onderdanig naar haar man en doet net alsof er niets aan de hand is. De vader is een dik, lelijk, bazig mannetje, een echte viespeuk die meteen probeert Suzette te versieren. Atlothon, Suzette’s demon, gaat er op in. Die nacht komt de vieze man binnen in de logeerkamer om nare dingen met Suus te doen. Maar ze verwacht hem en als hij haar aanraakt, openbaart Atlothon zich in een vuurzee. Ze ontmaskert hem als de lafbek die hij eigenlijk is en laat hem uiteindelijk ontluisterd en sidderend achter. Nicolien komt halverwege binnen en ziet dit. Ze durft eindelijk haar leven in haar eigen hand te nemen en de volgende ochtend steekt ze haar vader neer met een schaar.
Ab heeft inmiddels eindelijk een goed gesprek met zijn zus. Ze praten over politiek, het geloof en de bomaanslagen. Ze zijn het helemaal eens over het gevaar en de waanzin van de fundamentalisten en de relschoppers. En ze vertelt haar broertje een groot geheim: hun vader dealt drugs en ze is al die tijd bang geweest dat Ab ook aan de drugs was.
Mio heeft inmiddels met zijn vader gepraat over de ‘waanbeelden’ van zijn moeder en hij heeft vaders emoties een beetje gesust. Later die avond zit hij in zijn boomhut te surfen. Eerst onderzoekt hij de plaats van een bomaanslag in Amsterdam. Hij kan er niet achter komen wie het heeft gedaan, maar ontdekt wel dat er bovennatuurlijke krachten in die omgeving bezig zijn. Opeens voelt hij een kus in zijn nek. Hij logt uit. Isa omhelst hem, ze heeft kattenogen, hoorntjes en een gevorkte staart, en ze heeft kattenkwaad in de zin. Mio’s engel Bilifor krijgt langvergeten gevoelens en bij hem beginnen ook spontaan kleine horentjes en een staart te groeien. Het wordt een wilde nacht en als Mio de volgende ochtend wakker wordt, ligt hij weer alleen in bed. "Het eten is klaar" roept zijn moeder, "of heb je geen eten meer nodig?" "Ik kom eraan, mam."