Bezeten

Twee jongens en een meisje vinden zichzelf terug op de kermis in Leiden. Gebeurt alles nu weer opnieuw? Ab gaat op de uitkijk staan en de andere twee rennen snel naar de plek achter de frietkraam waar ze eerder het blonde meisje met de rare halsband hebben gevonden. Maar die komt niet. En waar is Kees eigenlijk? Er klopt wel meer niet. Mio ziet iemand voor de derde keer in hetzelfde botsautootje stappen en Ab ziet een vrouw over de kermis lopen met een paraplu voor haar uit, alsof ze tegen een regenstorm inloopt. Dat is raar. Het motregent wel een beetje, maar het waait niet.

Ab gaat naar de anderen en vertelt wat hij heeft gezien. De kinderen hebben het idee dat er wat mis is. Ab voelt eens aan de straat. Die is kletsnat! Dan doen de drie kinderen hun ogen dicht en tasten eens om zich heen. Ab reikt naar de frietkraam – en die staat er niet!! En opeens knapt de illusie: hij ziet dat hij midden op straat staat, het is donker en het plenst van de regen. Er is iets verschrikkelijks gebeurd, iets waar zijn geest zich meteen voor afsluit. Hij vouwt zijn armen om zijn hoofd en valt katatonisch op de grond. Suzette overkomt hetzelfde en ze gaat hysterisch gillen. BeestenmarktMaar Mio heeft de illusie niet door. Hij ziet de andere twee gek worden. Schudden en aanspreken helpt niet. De mensen op de kermis negeren hem als hij ze aanklampt. Op een na, een man in een regenjas die haast heeft en de trein wil halen. Na nog meer schudden komt Suzette bij. Ze geeft Ab een harde schop en na nog wat schudden en praten komt hij ook bij. Mio is inmiddels wel overtuigt dat wat hij ziet niet echt is (hij heeft de man inmiddels al zeker acht keer in het botsautootje zien instappen), maar hij blijft de kermis zien. Een marokkaanse jongen weet Ab te vertellen dat het 7 oktober is. Dat geeft de doorslag, we zijn vier dagen kwijt! Mio doet nog een poging om door de illusie heen te kijken en uiteindelijk lukt het hem ook om de werkelijkheid te zien. Ook Miorealiseert zich dat er iets vreselijks gebeurd moet zijn en hij krijgteen vreselijke woede aanval. Als hij uitgeraast is, gaan ze een patatjeeten in de McDonalds, die bijna sluit. Wat nu? Naar huis! Maar wat vertellen we thuis? Ab denkt dat het allemaal wel zal meevallen, een draai om z’n oren misschien. Mio denkt dat hij wel een weekje huisarrrest zal krijgen en Suzette maakt zich nog het meeste zorgen. Ze gaat liever met Mio mee en dan kunnen zijn ouders de hare bellen. Zo gezegd, zo gedaan.
Ab krijgt thuis de wind van voren van zijn oudere zus. Mamma is heel bezorgd geweest en die gaat meteen eten voor hem koken. Zus denkt dat hij met verkeerde vrienden omgaat en aan de drugs is. Hij krijgt nog een laatste kans van haar en daarom heeft ze mamma overgehaald om niet naar de politie te gaan. Maar je bent gewaarschuwd! Ab gaat opgelucht naar bed en valt in slaap.
Mio en Suzette komen aan bij Mio’s ouders. Zijn ouders zijn dolblij dat hij terug is. De doorweekte kleren gaan uit en er worden meteen warme pyama’s voor de twee gehaald. Mio heeft ook een oudere zus, die warme chocoladesojamelk voor ze maakt. Zijn moeder bemoedert de kinderen en vader belt de politie om te melden dat hun zoontje weer terecht is. Al snel staan er twee agenten voor de deur. Als blijkt dat Suzette ook als vermist was opgegeven worden haar ouders ook gewaarschuwd. De kinderen vertellen dat ze zich niets kunnen herinneren van de afgelopen drie dagen. Ze worden meegenomen naar het ziekenhuis voor onderzoek, de kleren gaan in aparte zakken voor de forensische afdeling. In het hospitaal worden de twee apart onderzocht. Het blijkt dat de kinderen blauwe plekken hebben en allebei hebben ze een vreemd litteken op de borst: een golvende lijn die van de linkertepel omlaag loopt. De korst laat al bijna los, dus de verwonding moet vrij oud zijn, zeker van voor de verdwijning. Maar er zijn geen tekenen van sexueel misbruik.
Suzette’s ouders zijn vreselijk. Het lijkt nauwelijks tot ze door te dringen dat hun dochter misschien iets akeligs is overkomen. Vader belt continu met zijn mobiele telefoon en moeder is vooral met zichzelf bezig: "Oh god wat erg!  Is ze misbruikt? Dat mij dat weer moet overkomen!" Een bezoek aan de psychiater morgen lijkt Suzettes moeder een goed idee, "dan wordt het tenminste vergoed door de verzekering en kan het kind eindelijk eens in therapie." Mio’s moeder is daarentegen als een moederkloek, warm en liefhebbend, en een bezoek aan de psychiater lijkt haar niet nodig, een homeopaat lijkt haar beter. Maar ze belooft om Mio toch maar de volgende dag te brengen. En dan gaat iedereen naar huis. De kinderen worden in bed gelegd.

BizblondedevilangelDie nacht slapen ze allemaal slecht! Ze hebben vreselijke nachtmerries over uiteengereten lichamen, gruwelijke monsters en afschuwelijke rampen. Midden in de nacht schrikken ze alle drie wakker. Mio kruipt bij zijn ouders in bed, Suzette zoekt in haar moeders medicijnkast naar een slaappil en Ab doet het licht aan en probeert weer in te slapen.

Ab gaat de volgende dag gewoon naar school. De meester vraagt of hij ziek was en hij zegt maar ja. In de pauze belt hij de bejaarde mevrouw waar hij altijd boodschappen voor doet. Hij biedt zijn excuses aan en spreekt af die middag langs te komen. Mio en Suzette hebben vrij want ze moeten nog naar de psychiater. ’s Ochtends bouwt Mio verder aan zijn boomhut. Suzette’s moeder moet naar de tennisclub of zoiets en geeft de poolse werkster opdracht het kind naar het ziekenhuis te brengen. Het bezoek aan de zielknijper verloopt niet zo soepel. De kinderen vertellen niets over Ot en Celestine. Mio weet hem wel te overtuigen dat hij zich niks kan herinneren en suggereert dat iemand misschien iets in zijn cola heeft gedaan. Maar bij het verhaal van Suzette heeft de dokter nog een aantal vraagtekens. Uiteindelijk mogen ze weg. Suzette zegt tegen de werkster dat ze met Mio meegaat om haar fiets op te halen en de werkster vindt het allang best. Bij hem thuis bellen ze Ab en Kees. Kees neemt niet op, maar met Ab spreken ze na school af bij de Morspoort.

Dan gaan ze op zoek naar de fiets van Mio. Bij het museum bekruipt hun allebei een heel ongemakkelijk gevoel, heel akelig. Toch klautert Mio over het hek. Na even zoeken vindt hij in de struiken de bronzen pijl die hij uit Ot’s borst had gewrikt. Dat is het definitieve bewijs dat het allemaal geen hallucinaties waren geweest. Een tijdje later arriveert Ab. Krijgsberaad. Ze vergelijken hun dromen en ze komen er achter dat zealledrie hetzelfde litteken hebben. Het is allemaal wel heel vreemd. Ab beslist dat hij een fiets nodig heeft. De fietsenjunk heeft natuurlijk geen kinderfiets, maar kan hem er over een paar uur welk eentje leveren. Ze gaan op zoek naar de boot van Ot, maar die ligt er niet meer en het is ook niet te achterhalen waar die is gebleven. In  het Ankerpark vinden we wel de oude zwerver CatweazleHieronymus. Hij is niet geheel aanspreekbaar, maar hij heeft twee lucide momenten. "Vindt de blonde engel voor het te laat is! Ze mag niet in verkeerde handen vallen!" en " Hoed je voor de poorten, maar door de poorten moet je gaan." Als duidelijk is dat er verder niets zinnigs meer uitkomt, gaan de kinderen de bestelde fiets  ophalen en daarna gaan Mio en Suzette naar huis en RessurrectionAb gaat bij zijn mevrouw Winckelman langs voor de boodschappen. Aan de muur valt hem een schilderijtje op van een engel en mensen die uit de grond omhoog
komen. Hij is moslim en herkent het tafereel niet, maar het spreekt hem wel aan. Als hij er naar vraagt, legt mw. Winckelman uit over de opstanding en het laatste oordeel.

Die avond gaan ze allemaal vroeg naar bed en als de drie weer slapen, komen de nachtmerries weer terug. Nog erger dan de vorige keer. En weer schrikken de kinderen midden in de nacht wakker. Maar  ditmaal proberen ze door te slapen. Terwijl het kinderlijke bewustzijn zich ontspant, blijkt bij alledrie een nieuwe aanwezigheid wakker te worden.

Bilifor, heer van Glorie, engel van de lentebloesem ontwaakt. Wat is het fijn om weer een lichaam te hebben! Hij gaat rechtop zitten, inspecteert zichzelf en ziet dat het een sterk, lenig en gezond lijfje is. Hij verbaast zich er helemaal niet over dat het een kind is. Hij kijkt eens rond, doet het raam open en gaat in de dakgoot zitten. Wat een prachtige nacht! Hij gaat staan, vouwt zijn vleugels open en wil zich voorover laten vallen.

"NEE!!!"

Een paniekerige kinderstem schreeuwt "Niet doen!" en even later "Wie ben jij en hoe kom je in mijn hoofd ?" De engel denkt eens na. Dat weet hij eigenlijk niet. "Ik ben Bilifor en ik weet niet hoe ik in je hoofd kom."  "Ben ik nu bezeten?"  "Zo kun je dat inderdaad wel noemen." "Maar dat wil ik helemaal niet! Ga weg!" "Dat zal niet gaan. Ik ben er nu en ik blijf." "Ja, maar wat moet er dan met mij? Het is mijn lijf! Je gaat me toch niet opeten, he?" Daar schrikt de engel heel erg van. Waarom weet hij niet, maar dat woord ‘opeten’, dat is helemaal fout! "Nee! Dat nooit!" Daardoor kalmeert het jongetje en ze raken met elkaar in gesprek.

Poetry5a2a"Zeg eens," zegt het kind, "als jij niet weet hoe jij in mijn lichaam komt, en ik mis vier dagen van mijn leven, dan hebben we allebei een probleem. Zullen we dat samen gaan uitzoeken?" De engel hoeft hierover niet na te denken en antwoordt: "Waar zullen we beginnen?" Zonder dat ze het hardop uitspreken, wordt er op dat moment een verbond gesloten tussen de engel en het kind, en het initiatief daarvoor is van het kind uitgegaan. Mio, want dat is het kind, vertelt dat hij niet de enige is die vier dagen kwijt is en een raar litteken heeft. Bilifor stelt voor de anderen eens op te zoeken.

BurningangelNog in pyama springt de kind-engel uit het raam en landt veilig naast zijn fietsje. Hij trapt stevig door en slaat tegelijk met zijn vleugels zodat hij met enorme snelheid door de uitgestorven straten race’t. Hij passeert een taxi, die daardoor tegen een boom knalt. Bij het huis van Suzette, in de merenwijk, ziet hij een vreemd schijnsel uit het raam komen. "Suzette" roept hij. Een glorieuze gestalte, een meisje gehuld in gouden vlammen, reageert en komt naar buiten. "Ben jij ook al … ?" Ja, ook Suzette is bezocht door een engel.

Angel1Mio neemt haar achterop de fiets en samen racen ze naar de Hoflaan, waar Ab woont. Mio klimt in de lantaarpaal en gooit een steentje tegen Ab’s raam. Die reageert meteen. Hij heeft ze al aan voelen komen. Ssnova2Ab is ook veranderd. Zijn engel is van glinsterend zilver, het doet ze een beetje aan Terminator 2 denken. Snel komt hij naar buiten. Het is maar goed dat de Hoflaan om drie uur ’s nachts uitgestorven is, want drie engelen op een straathoek, dat ziet er wel heel opzienbarend uit!

4 reacties op “Bezeten

  1. Ap schreef:

    Nou, ik en mijn ongenode gast zijn er nog niet helemaal uit, hoor.
    Gaat het me wat aandoen? Kunnen we elkaar vertrouwen? Wat hebben we aan elkaar?

  2. Yo! schreef:

    Djiezus, wat een heftige sessie maar weer, en wat is er ongeloofelijk veel gebeurd. Gaaf.

  3. Don schreef:

    Die kinderen toch, maken er meteen weer superhelden van. 😉

  4. ellahir schreef:

    Vind je het gek 🙂 Die kinders gaan er achter komen dat ze de meest wauwse dingen kunnen en ze denken nu nog dat ze engelen als comensaal hebben.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s