Zo zal het er ongeveer uitgezien hebben: een kerker zoals Piranesi die tekende.
Dungeons and dragons heet het spel, “kerkers en draken”, en wij moesten zo nodig de kerker binnengaan. Daar hadden we wel een reden voor, maar toch. We wilden de hoogwaardigheidsbekleders van de stad waar we verblijven uit de handen van de zwarte orde, een soort gestapo, bevrijden. Maar die waren daarvan op de hoogte en hadden zich goed verschanst. En toen we binnen kwamen haalde een ridder in zwart harnas een hendel over waardoor al onze magie werd uitgezet. Het hele verhaal kun je hier lezen. Maar kort en goed – mijn karakter Thorn, hogepriester van de godin van de liefde, is er bij om het leven gekomen. Door een regen pijlen gerend, door moordenaars neergestoken, toch nog op tijd de hendel weer terug kunnen zetten, maar meteen daarna werd hij door een moordenaar geparalyseerd en die heeft enige tijd later het karwij op zijn gemak af kunnen maken.
En nu? De andere priester van de groep is in staat om Thorn weer tot leven te laten komen. dan is doodgaan dus geen ramp, het hoeft in dit spel nog niet het einde van je karakter te betekenen. Maar … wil Thorn wel terug naar dit tranendal? En wil ik met hem doorspelen of eens een nieuw karakter proberen? Het is afgelopen zaterdag gebeurd, maar ik ben er nog steeds niet uit. Voor beide opties is zowel binnenspels als buitenspels een massa argumenten te bedenken. Een heldendood is een mooi einde voor een karakter waar je zoveel jaren met plezier mee hebt gespeeld. Aan de andere kant, nog even afgezien van alle queestes die niet zijn afgemaakt, heeft hij een dochtertje van amper een jaar oud.