OK, de party is verder gegaan in de necromantische gangen vol ondoden. De muren en plafonds zijn bedekt met reliefs die aan botten en organische structuren doen denken. Een kille mist bedekt de bodem tot onze knieen. Van alle kanten vallen de geesten ons aan. Onze cleric, die ondood geworden was, is depressief.
Een rustpuntje. De windheks waait de mist weg. De mist waarvan we denken dat het de ondoden animeert. Ik weet wat er gedaan moet worden, maar ik kan het niet over mijn hart verkrijgen. Onze paladijn wel, hij ziet zijn kans. Hij kan het wel. Hij mept de ondode cleric in drie welgemeende klappen helemaal aan gort. En dan pak ik haar magische bol, dat is een van de zeven krachtigste objecten die er zijn. Je kunt er namelijk iedere toverspreuk mee nadoen, maar ik weet alleen niet precies hoe het ding werkt en ik heb de verkeerde ‘alignment’. Voor stervelingen is de kost bovendien extreem hoog. Eigenlijk mogen alleen de goden ermee spelen.
“Gooi maar een spellcraft check om te kijken of het lukt. De moeilijkheid is 28. En als je het niet haalt kost het 1000xp per punt dat je onder de 28 uitkomt + de normale kosten van 1 punt constitutie per niveau van de spreuk.” Ik heb op zich +12 spellcraft wat niet slecht is voor een priesteresje en ik word geholpen door het gezang van onze barden, dat geeft +2. Dus ik moet een 14 gooien op een d20. Een kans van grofweg 1 op 3 — spanning — gooi — 12 Neeee… 2000 xp kwijt, ze blijft dood en ik verlies 7 punten constitutie.
Gelukkig is “Luck” een van de domeinen van mijn lieve godin. Ik mag 1x per dag een dobbelsteenworp overdoen. Normaliter vergeet ik dat maar nu denk ik er aan. Als ik er voor kies om over te gooien, geldt die tweede worp. Het leven van mijn vriendin hangt er van af. Maar ook, als ik er voor kies om het hierbij te laten kost het me 2000xp, gooi ik lager (3/5e kans!) dan ben ik meer kwijt. Ik waag het er op. — tromgeroffel — 18!!!
Ze is er weer! Ik ben 7 punten constitutie kwijt, wat zich vertaalt in 52 hp permanent minder. Ja, je kunt doodgaan aan dat ding! Maar, wat heb ik het er voor over.